Rivierenbuurt (Maasstraat e.o).

4.3 Luchtkwaliteit

De Wet milieubeheer bepaalt dat bij het vaststellen van een bestemmingsplan rekening wordt gehouden met de invloed van het plan op de luchtkwaliteit. In de wet is ook aangegeven wanneer luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor het doorgaan van een plan. Het bevoegd gezag dient bijvoorbeeld aannemelijk te maken dat de concentratie in de buitenlucht als gevolg van de uitoefening of toepassing per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft.

Het bestemmingsplan Maasstraat e.o maakt het mogelijk om 153 woningen te realiseren plus 720 m2bedrijfsruimte. Daartoe dienen echter 200 woningen te worden afgebroken. Netto neemt het aantal woningen af. De toename van het oppervlak bedrijfsruimte is beperkt en zal niet meer verkeer genereren dan de 47 woningen die netto verdwijnen. Er kan daarom worden gesteld dat het aannemelijk is dat de concentraties aan luchtverontreinigende stoffen ten gevolge van dit plan afnemen of gelijk blijven.

Luchtkwaliteit vormt geen beletstel voor het uitvoeren van dit plan.