Plan: | Benoordenhout - Internationaal Strafhof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0211GNdRndwgICC-70OH |
In de Wet geluidhinder zijn geluidsnormen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai opgenomen. Wanneer er een nieuwe geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd op een locatie waar momenteel geen geluidsgevoelige functie aanwezig is en deze locatie binnen de geluidszone van een 50 km/u-weg valt moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Onder meer woningen, scholen en ziekenhuizen worden als een geluidsgevoelige bestemming aangemerkt. In de Wet geluidhinder wordt onderscheid gemaakt in een “voorkeursgrenswaarde” en een “maximum ontheffingswaarde”. Wanneer het geluidsniveau ter plaatse van een geluidsgevoelige functie niet voldoet aan de voorkeursgrenswaarde, kan via een wettelijk geregelde procedure ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden aangevraagd, zolang het geluidsniveau niet hoger is dan de maximum ontheffingswaarde.
De wet kent een drietal geluidsbronnen, te weten:
Ten aanzien van de planontwikkeling is uitsluitend het wegverkeerslawaai relevant. In het kader van de effectbeoordeling vindt geen toetsing aan grenswaarden op inrichtingenniveau plaats omdat het Internationaal Strafhof geen geluidsgevoelige bestemming betreft. Ten behoeve van de voorgenomen planontwikkeling zijn wel de effecten van de verkeersintensiteiten en de gevolgen daarvan voor de geluidsbelasting voor de omgeving onderzocht. Daarbij is de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer van alle relevante wegen berekend. De berekeningen zijn uitgevoerd volgens methode SRM-II 2006 (uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder, 2006) met behulp van het computerprogramma Geonoise, versie 5.43. Uit het onderzoek is gebleken dat de geluidsbelastingen als gevolg van de voorgestane planontwikkeling vrijwel gelijk zijn aan de geluidsbelastingen in de autonome situatie. Op een enkele plek is sprake van een 1 dB hogere belasting dan in de situatie zonder planontwikkeling, maar dit verschil is voor het menstelijk oor niet merkbaar. De planontwikkeling leidt daarom niet tot negatieve gevolgen voor wat betreft de geluidsbelasting die optreedt als gevolg van het wegverkeerslawaai.