direct naar inhoud van 4.4 Externe veiligheid
Plan: Benoordenhout - Internationaal Strafhof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0211GNdRndwgICC-70OH

4.4 Externe veiligheid

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is erop gericht de kans om buiten een inrichting als gevolg van gevaarlijke stoffen te overlijden door een ongewoon voorval binnen die inrichting tot op een bepaald niveau te beperken en beperkt te houden. Het besluit hanteert daartoe verplichte afstanden en grens- of richtwaarden en gaat uit van twee normen:

  • het plaatsgebonden risico: de kans dat iemand die permanent op een locatie verblijft komt te overlijden als gevolg van een extern veiligheidsrisico. Het plaatsgebonden risico kan, ingeval sprake is van een aan te houden afstand, door middel van contouren op een kaart worden aangegeven.
  • het groepsrisico: de kans dat een groep mensen van een bepaalde omvang overlijdt. De normen voor het groepsrisico zijn ingewikkeld maar komen er in het kort op neer dat het risico dat een kleine groep overlijdt groter mag zijn dan het risico dat een grote groep overlijdt.

Verder onderscheidt het Bevi kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Zo wordt een woonwijk als een kwetsbaar object en twee woningen op één hectare als een beperkt kwetsbaar object omschreven. De aanwezigheid van de volgende risicovolle inrichtingen is getoetst:

  • Transport. Route gevaarlijke stoffen, spoorwegen, vaarwegen, auto(snel)wegen in of nabij plangebied?
  • Inrichtingen. Risicovolle inrichtingen in of nabij plangebied?
  • Vuurwerk.
  • Buisleidingen. Hogedrukgasleidingen of andere buisleidingen in of nabij plangebied?

Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit (Stb.33) in werking getreden. Dit besluit strekt tot integrale herziening van het Vuurwerkbesluit Wet Milieugevaarlijke stoffen, waarbij zowel de regelgeving voor consumentenvuurwerk, als die voor professioneel vuurwerk in één nieuwe algemene maatregel van bestuur worden geïntegreerd. Dit besluit beoogt de gehele keten van het invoeren dan wel vervaardigen of assembleren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk te reguleren, met inbegrip van bepaalde vervoershandelingen met vuurwerk. Om de opslag en verkoop van vuurwerk binnen de gemeente te reguleren is een paraplubestemmingsplan opgesteld. Doordat in het plangebied geen vuurwerk mag worden verhandeld, bewerkt of opgeslagen is deze materie verder niet van belang voor dit bestemmingsplan.

In de gemeente is een routering gevaarlijke stoffen vastgesteld. Hieruit blijkt dat de dichtstbijzijnde weg en spoorweg meer dan één kilimeter van het plangebied liggen. Gelet op deze afstand vormt het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en het spoor geen belemming voor externe veiligheid. Het zelfde geldt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water. In de gemeente ligt namelijk geen vaarweg, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Op de risicokaart staan in de nabijheid van het plangebied geen bedrijven vermeld die een belemmering vormen voor externe veiligheid. Het is daarom niet nodig om hier in het kader van de toelichting nader op in te gaan.

Binnen het plangebied bevindt zich een gasleiding ter plaatse van de Van Alkemadelaan. Het betreft een gasleiding met een diameter van 16 inch en een druk van 40 bar. Deze leiding is van invloed op het plaatsgebonden risico en op het groepsrisico. Uit berekeningen is gebleken dat de 10 -6 per jaar plaatsgebonden risicoafstand 0 meter bedraagt. Dit betekent dat het terrein van de Alexanderkazerne voldoet aan de gestelde normen voor wat betreft het plaatsgebonden risico. Het groepsrisico is, in lijn met het advies van VROM conform de uitgangspunten uit de toekomstige Algemene maatregel van bestuur (Amvb buisleidingen), door de Gasunie berekend. De berekeningen tonen aan dat de oriënterende waarde zowel in de autonome situatie als ingeval van de planontwikkeling niet wordt overschreden. Wel neemt het groepsrisico licht toe indien de realisatie van het plan zonder nadere maatregelen wordt uitgevoerd. In het MMA is een tweetal maatregelen voorgesteld die tot een verbetering van het groepsrisico leiden, te weten het terugleggen van de rooilijn ter plaatse van de Van Alkemadelaan en het instellen van cameratoezicht in de nabijheid van het plangebied.

Ten behoeve van dit plan wordt er in voorzien om de rooilijn van de bebouwing op grotere afstand van de leiding te positioneren. Hierbij is er voor gekozen om het bouwvlak ter plaatse van de Van Alkemadelaan op een afstand van 25 m uit de bestemmingsgrens te leggen. Het nog verder vergroten van deze afstand is vanuit verscheidene beleidsmatige redenen onwenselijk. De bouwkavel is aan deze zijde namelijk het breedst en zou door het nog verder perceelsinwaarts verschuiven van bouwgrenzen leiden tot een verdichting van het programma op een te klein deel van het perceel. Dit zou als consequentie hebben gehad dat er binnen het perceel een heel dicht en compact bebouwd deel zou ontstaan, waardoor de mogelijkheden van scheiding van parkeren en overige bebouwing in geding kan komen. De ruimtelijke uitstraling naar de stad zou daardoor ook afnemen doordat de verdichting dan nogal op afstand van de bestemmingsgrenzen aan de stedelijke zijde van het plangebied zou komen te liggen. Tot slot hadden er dan wellicht in het plan meer hoogteaccenten moeten worden opgenomen om het verkleinen van het bouwvlak te compenseren.

Voor w.b. de situering liggen er verschillende motieven ten grondslag aan de realisering van de voorgenome ontwikkeling op de Alexanderkazerne. De lokatie maakt onderdeel uit van de internationale zone. Het terrein is ook gelegen in de directe nabijheid van de Scheveningse gevangenis. Daarnaast is de omvang van het terrein van belang geweest bij het bepalen van de vestigingsplek voor het Strafhof. De lokatie kan (ook op langere termijn) aan de programmatische uitgangspunten van deze instelling te voldoen. Tot slot is van belang dat het perceel vanwege de omvang en ligging op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze kan worden beveiligd.

Gelet op de geschiktheid van de lokatie voor vestiging van het Strafhof en met inachtneming van het positioneren van de bebouwingsgrens op een afstand van 25 meter uit de perceelsgrens verandert het groepsrisico nauwelijks ten opzichte van de autonome situatie. Op basis van deze uitgangspunten heeft een verantwooding van het groepsrisico plaatsgevonden. Kortheidshalve wordt in dit verband volstaan met een verwijzing naar de in de bijlage opgenomen rapportage ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico. Uit het rapport met projectnummer 4651342 van 27 oktober 2009blijkt dat de in dt plan opgenomen bestemmingen, welke de vestiging van het ICC mogelijk maken, vanuit het oogpunt van het groepsrisico verantwoord worden geacht.