Plan: | Laakhaven MegaStores e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0210FLaakhavMGS-50VA |
Gemeente Den Haag T.a.v. het College van Burgemeester & Wethouders Postbus 12600 2500 DJ Den Haag |
||||
Rogier Brinkhof | 12 januari 2010 | |||
070 750 1671 | ||||
Reactie ex artikel 3.1.1 BRO ontwerp bestemmingsplan Laakhaven (Megastores e.o.) |
Geacht College, |
Het college van Den Haag heeft in het kader van de Regeling Stadsgewest Haaglanden 1995 en het vooroverleg ex artikel 3.1.1 BRO het concept van het hierboven vermelde ontwerp bestemmingsplan toegestuurd voor commentaar. In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 9 december jl. is besloten dat voor het einde van het jaar een advies van de Werkgroep Detailhandel en Leisure tot stand moest komen inzake de voorschriften van het bestemmingsplan betreffende detailhandel.
Het is een verdeeld advies geworden over de plannen voor winkelcentrum Haaglanden Megastores (HMS). Hieronder volgt een uiteenzetting.
Op zich zijn alle gemeenten binnen Haaglanden – net als de provincie Zuid-Holland, de Kamer van Koophandel en MKB-Nederland, die ook deel uitmaken van de Werkgroep – positief over het feit dat een partij (ING RED) werk wil maken van het in 2000 geopende winkelcentrum HMS. Momenteel kampt het winkelcentrum met veel leegstand (structureel ongeveer 20%), teruglopende omzetten en afnemende bezoekersaantallen. Er zal worden geïnvesteerd in het concept (branchering en indeling), de uitstraling van het gebouw (binnen- en buitenkant) en de fysieke structuur (routering). Tegen het feit dat er een wijkwinkelgedeelte komt is ook geen bezwaar. Stadsdeel Laak is met 35.000 inwoners onderverzorgd. Het heeft nu twee buurtsteunpunten met ieder een supermarkt. Naar verwachting is het aantal inwoners in 2015 toegenomen tot ruim 43.000 inwoners als gevolg van diverse woningbouwontwikkelingen.
De discussie spitste zich toe op drie punten, te weten:
Hieronder volgen de uitkomsten van de discussie:
Ad 1: Zowel de Kamer van Koophandel als de gemeente Rijswijk ziet graag dat het wijkwinkelgedeelte niet groter wordt dan 11.500 m² wvo. De gemeente Den Haag is hieraan tegemoetgekomen door dit als maximum in het bestemmingsplan op te nemen. Het wijkwinkelgedeelte zal in de toekomst dus niet verder toenemen. De Kamer van Koophandel benadrukt nog dat dit moet worden gehandhaafd;
Ad 2: Ook dit is een wens van zowel de Kamer van Koophandel als de gemeente Rijswijk. En het spreekt voor zich. Bovendien moet volgens de Regionale Structuurvisie Detailhandel Haaglanden bij nieuwe initiatieven worden bekeken of er voldoende marktruimte aanwezig is. Voor plannen op locaties waar de marktruimte nog niet is berekend en voor plannen die een significante verschuiving van koopstromen tot gevolg hebben, zal een meer gedetailleerde marktruimte berekening de wenselijkheid van de uitbreiding moeten onderbouwen. Een dergelijke berekening zal nodig zijn bij de Binckhorst.
Ad 3: Dit is het enige punt waarover geen consensus is bereikt. De gemeente Rijswijk wenst een maximum van {}{}}{}{}{}{}{}}{}{}}{}{}{}{}{}}7.500 m² niet-dagelijks aanbod. De gemeente Den Haag wenst dit niet in het bestemmingsplan op te nemen. Momenteel staat in het bestemmingsplan dat het totale netto vloeroppervlak aan detailhandel in dagelijks aanbod (waaronder supermarkten) niet meer dan 4.500 m² mag bedragen. Het niet-dagelijkse aanbod is niet gemaximeerd. Wel mag het totale netto vloeroppervlak aan detailhandel in mode niet meer dan 2.800 m² bedragen. Gesprekken tussen de gemeenten Rijswijk en Den Haag hebben er voor gezorgd dat Den Haag bereid is toch een maximum voor het niet-dagelijkse aanbod op te nemen à 9.000 m² wvo. Rijswijk houdt echter vast aan een maximum van {}{}}{}{}{}{}{}}{}{}}{}{}{}{}{}}7.500 m² niet-dagelijks aanbod, verankerd in het bestemmingsplan. Rijswijk vreest dat het niet-dagelijkse aanbod uiteindelijk groter wordt. Den Haag betoogt dat een normale mix van dagelijks- en niet-dagelijks aanbod nodig is. Een oververtegenwoordiging van niet-dagelijks aanbod is voor een goed en krachtig wijkwinkelcentrum onwenselijk en vanuit het oogpunt van een goede mix niet te verwachten. Een wijkwinkelcentrum drijft vooral op het dagelijks aanbod als trekker. De eis van Rijswijk om een maximum van {}{}}{}{}{}{}{}}{}{}}{}{}{}{}{}}7.500 m² voor niet-dagelijks aanbod te hanteren haalt alle flexibiliteit uit het plan om het wijkwinkelconcept op een goede wijze neer te zetten, aldus Den Haag.
De Werkgroep Detailhandel en Leisure concludeerde met een positief advies wat betreft de eerste twee punten. Wat betreft het derde punt hebben de gemeenten Rijswijk en Den Haag een verschil van mening en bleek een unaniem advies van de Werkgroep niet mogelijk.
De Werkgroep adviseert tot nader overleg tussen Rijswijk en Den Haag.
Na overleg met de voorzitter van de Werkgroep Detailhandel en Leisure en de secretaris van het Stadsgewest en gelet op de omstandigheid dat het wijkwinkelcentrum deel is van het grotere geheel van Haaglanden Megastores is een compromis gevonden, afgerond op maximaal 8.000 m² wvo voor het niet-dagelijkse aanbod.
In navolging van de KvK benadrukken wij dat handhaven van de in het bestemmingsplan vastgelegde oppervlakten noodzakelijk is.
Namens het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden,
mr. drs. G.A.A. Verkerk
NB: een afschrift van deze brief is ook gestuurd aan het College van B&W van Rijswijk en aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.