direct naar inhoud van Hoofdstuk 8 Overleg en inspraak
Plan: Laakhaven MegaStores e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0210FLaakhavMGS-50VA

Hoofdstuk 8 Overleg en inspraak

Overleg ex artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening

Het voorontwerp-bestemmingsplan is op 27 oktober 2009 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:

  • 1. Provincie Zuid-Holland
  • 2. Brandweer Den Haag, afdeling Risicobeleid en Planontwikkeling
  • 3. VROM Inspectie Regio Zuid-West
  • 4. Rijkswaterstaat Zuid-Holland
  • 5. Hoogheemraadschap van Delfland
  • 6. Duinwaterbedrijf Zuid-Holland
  • 7. Kamer van Koophandel Haaglanden
  • 8. Politie Haaglanden, Bureau Huisvesting
  • 9. Stadsgewest Haaglanden
  • 10. HTM Infra
  • 11. ProRail
  • 12. Stedin B.V.
  • 13. Tennet Regio West
  • 14. N.V. Nederlandse Gasunie
  • 15. KPN Vast Net
  • 16. Centacon B.V.

Van de onder 1, 2, 3, 5, 7, 11, 12, 13 en 14 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. Van de onder 13 genoemde instantie zijn geen eigendommen van het bedrijf betrokken. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen. In het navolgende zijn de reacties vermeld, de aandachtspunten van een nummering verzien waarbij cursief de afweging en afdoening zijn toegevoegd.

Ook het Stadsgewest Haaglanden heeft gereageerd. Haar reactie geldt als een reactie door het Regionaal Economisch Overleg als bedoeld in de Verordening Ruimte. Zij is in de bijlage bij de Toelichting opgenomen. De afweging is vermeld in paragraaf 5.2 bij de toetsing aan de Verordening ruimte.

1. Reactie Provincie Zuid-Holland

Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.

Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interim-beleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op enkele aspecten niet conform dit beleid.

Revitalisering MegaStores

1.1) MegaStores heeft te kampen met teruglopende omzetten, afnemende bezoekersaantallen en structurele leegstand. Verpaupering dreigt. De nieuwe eigenaar wil het complex revitaliseren. Gemikt wordt op het aantrekken van meer jeugdig publiek en het realiseren van een beperkt oppervlak aan “gewone” detailhandel. Met distributieplanologisch onderzoek is onderbouwd dat de structuurverstorende werking van die gewone detailhandel ten opzichte van de bestaande winkelstructuur gering is. In de regels van het bestemmingsplan zijn op dit aspect afdoende beschermende bepalingen opgenomen. De revitalisering is niet in strijd met het vigerend provinciaal detailhandelsbeleid. Uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening stem ik met de in het voorontwerpbestemmingsplan voorziene revitalisering van MegaStores in. Het voorgaande geldt onder het voorbehoud dat het (detailhandelsoverleg van het) REO Stadsgewest Haaglanden met deze ontwikkeling zal instemmen.

1.1.) In de Verordening ruimte zijn de voorwaarden aan de herinrichting van MegaStores met een wijkwinkelcentrum vermeld. In paragraaf 5.2 is aangegeven op welke wijze aan deze voorwaarden is voldaan.

Geluidhinder

1.2) Ik deel de visie van de VROM-Inspectie, zoals verwoord in de brief van 3 december 2009, ten aanzien van de toepassing van de Wet geluidhinder voor de nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. Nader onderzoek is noodzakelijk.

1.2) Met de inperking van het plangebied kent het bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, als bedoeld in de Wet geluidhinder, meer. Daarom is van een akoestisch onderzoek afgezien.

Water

1.3) Uit de plantoelichting blijkt niet of overleg heeft plaatsgevonden met de waterbeheerder. Aangegeven dient te worden hoe het advies van de waterbeheerder is verwerkt in de regels en op de plankaart.

Het is onduidelijk in hoeverre sprake is van een toename aan verharding binnen het plangebied. Conform de nota Regels voor Ruimte dient voor nieuw te ontwikkelen gebieden of stedelijke herstructureringsgebieden voldoende ruimte te worden gereserveerd voor open water. Als provinciale richtlijn geldt een percentage van 10% van het bruto oppervlak. In overeenstemming met de waterbeheerder(s) kan hiervan worden afgeweken.

1.3) Met de waterbeheerder - het Hoogheemraadschap van Delfland - is overleg gepleegd. Met de inperking van het plangebied is er geen sprake van toename van verharding, zodat van een reservering voor open water kan worden afgezien.

Conclusie

Het plan houdt op bovengenoemde aspecten nog onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.

2. Reactie Hulpverleningsregio Haaglanden

Naar aanleiding van uw verzoek d.d. 27 oktober 2009 om een advies uit te brengen in het kader van externe veiligheid over het concept ontwerp bestemmingsplan Laakhaven (Megastores e.o.) hebben de brandweer Den Haag en de Hulpverleningsregio Haaglanden het bestemmingsplan op een aantal veiligheidsrelevanties gescand. Op basis daarvan kan ik het volgende meedelen.

Het bestemmingsplan heeft primair als doel om de bestaande ruimtelijke structuur juridisch-planologisch vast te leggen. Het gaat hierbij om de 'Megastores', een groot winkelcentrum met daarbij parkeerplaatsen en horecagelegenheden.

Daarnaast worden er diverse ruimtelijke ontwikkelingen in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Er worden nieuwe functies toegevoegd, zoals een hotel, vergadercentrum en maatschappelijke voorzieningen en een complex met studentenwoningen. Door de grote diversiteit aan bestemmingen in het plangebied is het een gebied met intensief meervoudig ruimtegebruik.

Door het intensieve meervoudige ruimtegebruik en de nieuwe ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in het plangebied is het van belang dat er op het gebied van preventieve brandveiligheid aandacht wordt besteed aan de samenhang van de verschillende geplande bouwontwikkelingen. Een punt van aandacht voor de toepassing van het bouwbesluit en het gebruiksbesluit is dat deze wet- en regelgeving per gebruiksfunctie (woonfunctie, winkelfunctie etc.) is ingedeeld. In het kader van de ontwikkelingen in het plangebied Laakhaven (Megastores e.o.) zal er moeten worden gekeken naar de onderlinge relatie van de verschillende gebruiksfuncties omdat deze gezamenlijk in een bouwwerk zijn gelegen. Ik adviseer u om vroegtijdig de betrokken afdelingen van brandweer Den Haag te betrekken bij de ontwikkelingen in het plangebied, zodat er afspraken gemaakt kunnen worden over de integrale aanpak van het geheel.

In het concept ontwerp bestemmingsplan wordt aangegeven dat de brandweer Den Haag heeft geadviseerd om de opslag en verkoop van vuurwerk in de detailhandel van de Megastores niet toe te staan. Ik raad u aan om dit advies te handhaven.

Verder is geconstateerd dat het plangebied niet in het invloedsgebied ligt van transportroutes gevaarlijke stoffen en buisleidingen. Wel ligt buiten het plangebied, op een afstand van ongeveer 350 meter ten zuidoosten van het plangebied, een LPG tankstation aan de Neherkade. Door deze afstand valt het plangebied buiten het wettelijke invloedsgebied van het LPG tankstation. Juridisch levert dit geen belemmeringen op het gebied van de externe veiligheid op, maar er moet wel rekening gehouden worden met de effecten op het plangebied wanneer er een incident plaatsvindt bij het LPG tankstation. Daarom worden er wel enkele adviezen gegeven met betrekking tot dit risico.

1. Scenariobeschrijving

Bij het 'worst case' scenario vallen de meeste doden en gewonden direct rondom het LPG tankstation, maar ook binnen voorliggend plangebied kunnen gewonden vallen. Het 'worst case' scenario is in dit geval een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG tankwagen. Hierbij zal de gehele inhoud van de tankwagen ineens explosief vrijkomen. Daarbij komt veel hitte vrij door de ontstane vuurwolk en als gevolg van de explosie is er ook een drukgolf.

Bij het 'worst case' scenario zullen tot 230 meter (1% letaliteitgrens) van het incident nog dodelijke slachtoffers kunnen vallen. Tot op ongeveer 400 meter kunnen mensen eerstegraads brandwonden oplopen en zijn secundaire branden mogelijk. Door het intensieve meervoudig ruimtegebruik in de Megastores, waar ook veel personen tegelijk aanwezig kunnen zijn, kan een brand tot grote problemen leiden.

De kans op het 'worst case' scenario is afhankelijk van verschillende omstandigheden, maar is in de meeste gevallen zeer klein.

2. Kans- en effectreducerende maatregelen

In het advies dat de Hulpverleningsregio Haaglanden heeft opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Laakwijk-Schipperskwartier (februari 2009) is geadviseerd om het LPG tankstation aan de Neherkade te saneren. Wanneer hieraan gehoor wordt gegeven zal het risico voor het plangebied van bestemmingsplan Laakhaven (Megastores) wat betreft de externe veiligheid worden weggenomen.

3. Maatregelen ter bevordering van de zelfredzaamheid

Het is belangrijk dat de zelfredzaamheid van mensen wordt verhoogd. Hieronder volgen enkele adviezen om dit te bewerkstelligen.

A. Om ervoor te zorgen dat mensen goed voorbereid zijn en weten hoe ze moeten reageren bij een ongeval bij het LPG tankstation is het van belang dat de bewoners, personeel, beheerders en andere aanwezigen in het plangebied vooraf geïnformeerd worden. Dergelijke informatie dient op gezette tijden herhaald te worden, zodat het onderwerp onder de aandacht blijft. Het is belangrijk om hierin de verschillende gevaren uit te leggen en vooral de wenselijke manier van reageren en alarmeren te behandelen (risicocommunicatie).

B. Het is belangrijk dat mensen veilig kunnen vluchten. Dit betekent dat er een vluchtweg moet zijn via de gevel aan de afgekeerde zijde van het LPG tankstation. Deze maatregel wordt nu in het kader van de externe veiligheid geadviseerd, maar dient ook zeker in het kader van de brandveiligheid te worden meegenomen. Door het intensieve meervoudige ruimtegebruik is dit een nog groter aandachtspunt.

4. Maatregelen t.b.v. de hulpverlening

Voor het bestrijden van het hierboven beschreven scenario, en voor de reguliere incidentbestrijding, moeten preparatief een aantal maatregelen worden genomen ten behoeve van een goede hulpverlening.

C. Er moet voldoende bluswater zijn. De brandweer Den Haag heeft aangegeven dat er op dit moment voldoende bluswatervoorzieningen zijn. Wel moet dit ook voor de toekomst worden geborgd.

D. De bereikbaarheid van het plangebied voor de hulpdiensten dient goed te zijn. De brandweer Den Haag heeft aangegeven dat de bereikbaarheid op dit moment voldoende is. Dit moet ook voor de toekomst worden geborgd.

5. Conclusie

In het kader van de externe veiligheid dient aan de vetgedrukte adviezen (A, C en D) consequente en nauwgezette uitvoering te worden gegeven om de risico's zoveel mogelijk te verkleinen. Advies D is een aanvullende wens voor de externe veiligheidsrisico's. Voor alle risico's is het noodzakelijk dat mensen kunnen vluchten en er voldoende vluchtwegen zijn. Dit geldt ook voor de aanwezigheid van voldoende bluswatervoorzieningen en de goede bereikbaarheid van het gebied voor de hulpdiensten. Aangezien het hier om een gebied gaat met intensief meervoudig ruimtegebruik, is het belangrijk dat de veiligheid bij de nieuwe ontwikkelingen integraal wordt benaderd.

2.1) Met de inperking van het plangebied zijn de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen beperkt tot het bestaande MegaStores-complex. dit pand kent een goede bereikbaarheid voor de hulpdiensten. vluchtwegen en bluswatervoorzieninen.

3. Reactie VROM-Inspectie

Op 26 oktober 2009 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan “Laakhaven Megastores e.o.”.

In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, - projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten.

Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB.

Nationaal belang 09: Milieukwaliteit en externe veiligheid

Geluid

Het bestemmingsplan voorziet onder meer in de toevoeging van een aantal geluidgevoelige bestemmingen zoals studentenwoningen. Gezien de ligging is te verwachten dat de geluidbelasting als gevolg van spoorweglawaai en wegverkeerslawaai aanzienlijk zal zijn. Uit de toelichting blijkt niet dat onderzoek is gedaan naar de geluidbelasting op de te realiseren geluidgevoelige bestemmingen. Hierdoor is niet duidelijk of de realisatie van de geluidgevoelige bestemmingen binnen dit plan verantwoord kan plaatsvinden, al dan niet op basis van verleende hogere geluidwaarde en/of met aanvullende geluidwerende voorzieningen. Ik wijs u er op, dat gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan een ontwerpbesluit hogere geluidwaarden ter inzage gelegd dient te worden en dat niet tot vaststelling overgegaan kan worden nadat een eventueel benodigd hogere waardenbesluit is genomen.

Ik vertrouw erop dat u de opmerkingen op een adequate wijze zult verwerken in het bestemmingsplan.

3.1) Met de inperking van het plangebied kent het bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, als bedoeld in de Wet geluidhinder, meer. Daarom is van een akoestisch onderzoek afgezien.

5. Reactie Hoogheemraadschap van Delfland

In het kader van artikel 3.1.1 van de Wro heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het concept bestemmingsplan Laakhaven (Megastore e.o.) in de gemeente Den Haag toegezonden. U verzoekt Delfland in een reactie kenbaar te maken of met het bestemmingsplan en de daarbij behorende waterparagraaf kan worden ingestemd.

Wel instemmen

Delfland kan met het bestemmingsplan en de daarbij behorende de waterparagraaf instemmen. Aan alle aspecten die van belang zijn voor een goede waterhuishouding is invulling gegeven.

5.1) Van deze reactie wordt kennis genomen.

7. Reactie Kamer van Koophandel

Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om in het kader van artikel 3.1.1. van het Bro te reageren op het concept van het Ontwerp-bestemmingsplan Laakhaven (Megastores e.o.).

Als Kamer van Koophandel Den Haag hebben wij eerder gereageerd op plan van ING Real Estate voor de herontwikkeling van winkelcentrum Haaglanden Megastores. Zie onze brief van 17 november 2008, kenmerk S.979-U/RM/sm (bijgaand).

In de brief staat aangegeven dat wij onder voorwaarden instemmen met de herontwikkeling. Een belangrijke voorwaarde die wij stelden en die relatie heeft met het bestemmingsplan, was dat het gedeelte wijkwinkelcentrum niet groter mag worden dan 11 .500m2. Dit zien wij terug in het voorontwerp.

Een andere voorwaarde die wij stelden was om bij de planning van toekomstige winkelvoorzieningen in Nieuw-Binckhorst, met de wijkfunctie van Megastores rekening te houden. Deze voorwaarde heeft weliswaar geen directe relatie met voorliggend bestemmingsplan, maar wij brengen dit graag nogmaals onder uw aandacht.

Tot slot een opmerking over de handhaving. Megastores heeft een bijzondere positie binnen de Haaglandse winkelstructuur. Om het centrum niet sluipenderwijs te laten verworden tot een regulier centrum is handhaving van de bestemmingsplanvoorschriften essentieel, met name van de branchering en de metrages.

7.1) Van deze reactie wordt kennis genomen. -

(Brief S.979-U/RM/sm)

Als Kamer van Koophandel Den Haag hebben wij kennis mogen nemen van het plan van ING Real Estate voor de herontwikkeling van winkelcentrum Haaglanden Megastores.

Vorig jaar reeds hebben wij gereageerd op de 'Toekomstvisie Megastores', zoals destijds opgesteld door de bureaus Centacon en Bell Concepts, in opdracht van de vorige eigenaar HFS (zie onze brief van 19 september 2007, kenmerk S-725-U/RM/lv).

Wij hebben toen aangegeven in te kunnen stemmen met de gekozen oplossingsrichting, maar daarbij wel kanttekeningen geplaatst bij de berekening van de marktruimte voor het wijkwinkelcentrum, de effecten op omliggende wijk- en buurtcentra en de omvang van het gedeelte wijkwinkelcentrum.

Het plan van ING Real Estate stemt in hoofdlijnen overeen met de eerder genoemde toekomstvisie. Ons standpunt wijkt daarom niet wezenlijk af van die van vorig jaar: wij staan positief tegenover het plan. Daarbij zijn wij zeer enthousiast over de voorgenomen forse investeringen van ING in het gebouw. Verder zijn wij verheugd te vernemen dat het plan bij alle zittende ondernemers het vertrouwen geeft in de toekomst van het centrum en dat nu ook veel nieuwe ondernemers geïnteresseerd zijn in vestiging in Megastores en daarmee de leegstand waarschijnlijk zal verdwijnen.

Van de Binnenstad Ondernemers Federatie hebben wij vernomen dat zij geen negatieve effecten van het plan verwachten op het functioneren van de Haagse Binnenstad.

Met betrekking tot de vorig jaar gemaakte kanttekeningen willen wij het volgende opmerken:

  • Ten opzichte van het eerder gepresenteerde plan wordt het gedeelte wijkwinkelcentrum iets groter (11.500 m2 i.p.v. 10.000 m2 winkelvloeroppervlak). Wij kunnen hiermee instemmen, maar blijven wel bij de eis dat het deel wijkwinkelcentrum in de toekomst niet verder in omvang mag toenemen. Wij vragen u dit goed in het bestemmingsplan te verankeren en dit te handhaven.
  • Een essentieel onderdeel van het ING-plan in de herplaatsing van bedrijven. Om dit te realiseren vragen wij u binnen de maximummetrages de nodigde flexibiliteit te betrachten tussen de bestemmingen 'GDV' en 'wijkwinkelcentrum'.
  • Wij hebben kennisgenomen van de aangepaste toetsing van het programma en het concept uitgevoerd door Bureau Stedelijke Planning. Wij constateren dat bij het berekenen van de marktruimte voor het wijkwinkelcentrum, in tegenstelling tot het eerdere onderzoek van Ecorys, Nieuw-Binckhorst nu terecht niet meer tot het primaire marktgebied wordt gerekend. Wij kunnen instemmen met deze toetsing, waarbij wij ons er van bewust zijn dat de omliggende wijk- en buurtcentra (met name Lorentzplein en Gouverneurlaan), mogelijk toch nadelige effecten kunnen ondervinden van het plan. Wij verwachten echter dat deze beperkt zullen zijn en hebben het belang van een goeddraaiend Megastores hiertegen afgewogen. Dit standpunt hebben wij kortgesloten met de Ondernemersvereniging De Laakse Pleinen. Wij vragen u met ons alert te zijn op de ontwikkelingen in deze winkelgebieden.
  • Gezien de realisatietermijn van Nieuw-Binckhorst vinden wij het niet opportuun dit gebied nu tot het verzorgingsgebied van het wijkwinkelcentrum te rekenen. Wij verzoeken u wel op termijn, bij de daadwerkelijke planning van winkelvoorzieningen in Nieuw-Binckhorst, met de wijkfunctie van Megastores rekening te houden.

7.2) De heriinrichting heeft enige tijd geleden als plaatsgevonden, waarbij de herschikking tussen het wijkwinkelcentrum, GDV en PDV is geraeliseerd. De overgangsregels bieden de gelegenheid om in geval deze herschikking vertraagd is, in deze tijdelijke juridische lacune te voorzien.

11. Reactie ProRail

Het concept van het Ontwerp-bestemmingsplan Laakhaven (Megastores e.o) geeft ons aanleiding tot het maken van de volgende opmerking:

M.b.t. de geluidsnormen dient een akoestisch rapport opgesteld te worden om te onderzoeken of woningbouw mogelijk is.

Wij danken u voor het geboden overleg en willen u vragen om ons op de hoogte te houden van de verdere ontwikkeling van dit plan.

11.1) Met de inperking van het plangebied kent het bestemmingsplan geen geluidsgevoelige bestemmingen, als bedoeld in de Wet geluidhinder, meer. Daarom is van een akoestisch onderzoek afgezien.

12. Reactie Stedin B.V.

Naar aanleiding van uw brief met betrekking tot het Artikel 3.1.1 Bro-Overleg Bestemmingsplan Laakhaven (Megastores) kunnen wij u meedelen dat wij, voor zover dat betrekking heeft op de openbare gas- en elektriciteitsvoorziening, in principe geen bezwaar hebben tegen dit plan.

Mogelijk zou er voor de energiebehoefte binnen dit bestemmingsplan rekening gehouden moeten worden met het stichten van een transformatorstation c.q. gasstation t.b.v. distributie van elektriciteit en/of gas.

Indien voor elektriciteit- en/of gasdistributienet bouwkundige voorzieningen, kabels en/of leidingen moeten worden gelegd, zullen de hieronder genoemde voorwaarden gelden.

1. De situering van een transformatorstation en/of gasstation dient zodanig te zijn, dat deze zoveel mogelijk langs de openbare weg is geplaatst, zodat te allen tijde vanaf de openbare weg de bereikbaarheid gewaarborgd is voor personeel en materieel.

2. Onder gasleidingen wordt verstaan de lage- en hogedrukgasleidingen die samen het gasdistributienet vormen, waarop de gasaansluitleidingen worden aangesloten. Op de gasleidingen zijn van toepassing de NEN 7244 met de normatieve verwijzingen.

3. Onder elektriciteitskabels wordt verstaan de middenspanning- en laagspanningskabels en de openbare verlichtingskabels, die samen het elektriciteitsnet vormen. Hierop zijn van toepassing de NEN 1738 en NEN 1739.

4. De gasleidingen en of elektriciteitskabels dienen te liggen in voor de openbare dienst bestemde grond. De bestemming van deze grond moet zijn: trottoir, fietspad of eventuele groenstrook langs de straten en wegen.

5. Bij gasleidingen en/of elektriciteitskabels in een groenstrook mag slechts laagblijvende, ondiep wortelende beplanting worden aangebracht. Bij het projecteren van diepwortelende, tot grote omvang uitgroeiende struiken en bomen, dient minimaal een afstand ten opzichte van gasleidingen en elektriciteitskabels van 1,50 meter in acht worden genomen. Wortelgroei binnen het tracé van gasleidingen en elektriciteitskabels moet te allen tijde worden voorkomen, waar nodig door het aanbrengen van een verticaal scherm.

6. De grondsamenstelling van de kabel- en leidingstroken moet zodanig zijn dat de aanwezige kabels en leidingen zonder gevaar van aantasting en beschadiging kunnen worden gelegd en beheerd.

7. In een trottoir en/of fietspad moet de gasleiding en/of elektriciteitskabel liggen ineen zandbed onder eenvoudig opneem baar doorlatend wegdek. Fundatiemateriaal met een grove korrel en! of agressieve eigenschappen kan in de kabel- en leidingstrook niet worden toegestaan, evenals PS - platen boven leidingen en kabels.

Wij vertrouwen erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

Reactie van het college:

12.1) Van deze reactie wordt kennis genomen. -

13. Reactie TenneT

Met uw brief van 27 oktober 2009, kenmerk DSO/2009.3659, ontvingen wij in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening een exemplaar van het concept ontwerp-bestemmingsplan “Laakhaven (Megastores e.o.)”, van 13 oktober 2009 en bijbehorende plankaart van uw gemeente.

In dit plangebied zijn geen eigendommen van ons bedrijf aanwezig.

Wij danken u voor het toezenden van de bovengenoemde documenten.

13.1) Van deze reactie wordt kennis genomen. -

14. Reactie Gasunie

Naar aanleiding van uw brief van 27 oktober jongstleden, waarmee u ons bovengenoemd voorontwerp bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro deed toekomen, delen wij u het volgende mee.

Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het toekomstig externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM voor onze aardgastransportleidingen, zoals dat naar verwachting medio 2010 in werking zal treden middels de AMvB Buisleidingen. De circulaire “Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen uit 1984” zal dan komen te vervallen.

Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de l% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Onder dankzegging voor de toezending, retourneren wij hierbij het voorontwerp.

14.1) Van deze reactie wordt kennis genomen.

xx