direct naar inhoud van 4.1 Milieueffectrapportage
Plan: Laakhaven MegaStores e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0210FLaakhavMGS-50VA

4.1 Milieueffectrapportage

Nationaal beleid en regelgeving

Het is verplicht om een milieueffectrapport (MER) op te stellen of om te beoordelen of een MER opgesteld moet worden wanneer een bestemmingplan (als eerste) activiteiten mogelijk maakt die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Deze verplichting vloeit voort uit het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en het op basis daarvan vastgestelde Besluit milieueffectrapportage 1994 (gewijzigd in augustus 2006).

Er bestaat een MER-beoordelingsplicht voor de uitvoering of wijziging van een stadsproject in de gevallen dat wordt voorzien in de realisatie van een bedrijfsvloeroppervlak van 200.000 m² of meer (inclusief parkeren). In het projectgebied wordt een dergelijk bedrijfsvloeroppervlak niet gerealiseerd. Op grond van dit onderdeel het Besluit milieueffectrapportage geldt voor dit plan dus geen m.e.r.(beoordelings) plicht.

Verder wordt in het bestemmingsplan ook de activiteit D.11.2 uit onderdeel D. uit de Bijlage bij het Besluit Milieueffectrapportage mogelijk gemaakt. Het is zoals het Besluit het omschrijft geen 'geval', maar een 'overig geval'. De vermelding van de daarbijbehorende mogelijke activiteit geeft de indicatie dat het plan nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu als bedoeld in artikel 2.5 van het Besluit milieu-effectrapportage 1994. Dan dienen de artikelen 7.16 tot en met 7.19 van de Wet milieubeheer gevolgd te worden. In bijlage III Richtlijn 09/11 van 3 maart 1997 is gezocht naar van betekenis zijnde selectiecriteria. Onder 1. is dat 'verontreiniging en hinder'. Dit wordt de vormvrije merbeoordeling genoemd.

Dit onderdeel van genoemd Besluit geeft aanleiding tot een toetsing in artikel 5.2