Plan: | Laakhaven MegaStores e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0210FLaakhavMGS-50VA |
Nota Haagse Mobiliteit
Het algemene verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag is gericht op het waarborgen van een goede bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen en het verbeteren en in stand houden van een verkeersveilige en een leefbare stad. Dit gebeurt onder andere door het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en de fiets, het benutten en realiseren van goede doorstroom routes voor het noodzakelijke autoverkeer in de vorm van samenhangende netwerken en het uitvoering geven aan het parkeerbeleid. Tussen het verkeer- en vervoersbeleid en de ruimtelijke ordening en inrichting van de stad bestaat een nauwe samenhang die ondermeer zijn vertaling vindt in bestemmingsplannen.
Figuur 7: Hoofdverkeersstructuur
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer speelt als drager van ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio een belangrijke rol in het verkeer en vervoer. Een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen dient er voor te zorgen dat gebundelde vervoerstromen tussen woon- en werklocaties, verplaatsingen van en naar het centrum met de hoofdstations en andere belangrijke attractiepunten, op een goede, aantrekkelijke en snelle manier worden bediend.
Autoverkeer
Het gemotoriseerde verkeer tracht de gemeente zoveel mogelijk te concentreren op een stelsel van hoofdroutes met voldoende capaciteit. Dit is nodig om de economische en ruimtelijke ontwikkeling van de stad mogelijk te maken en draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid in wijken en buurten. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen. Een goede, veilige doorstroming van het verkeer is ook van belang voor de bestrijding van geluidsoverlast, de uitstoot van schadelijke stoffen of andere vormen van hinder, het voorkomen van sluipverkeer en vermindering van het aantal verkeersslachtoffers.
Fietsverkeer
Het fietsverkeer krijgt vanwege het milieuvriendelijke karakter en de fysiek zwakkere positie ten opzichte van het gemotoriseerde verkeer, bijzondere aandacht in het verkeers- en vervoerbeleid van de gemeente Den Haag. Door het aanbieden van een fijnmazig netwerk van veilige fietsstroken en fietspaden wordt het gebruik van deze vervoerwijze gestimuleerd. Daarnaast is er de nodige aandacht voor het stallen van fietsen zowel bij woningen en werklocaties maar ook bij de grotere attractiepunten zoals scholen, winkelgebieden, stations en recreatiebestemmingen. De publieke voorzieningen voor de fiets maken integraal onderdeel uit van de inrichting van de openbare ruimte.
Parkeren
Het parkeren en stallen van auto's is een belangrijke sleutel in het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente. Hoge stedelijke bebouwingsdichtheden leiden zonder adequate voorzieningen tot een vaak te zware belasting van de openbare ruimte. Dat geldt zowel voor woon- als werkfuncties maar ook voor attractiepunten die veel bezoekers trekken. Behalve de noodzaak tot de verdeling van schaarse (openbare) parkeergelegenheid in een aantal gebieden in de stad, zijn mobiliteitsoverwegingen gericht op het beperken van het autogebruik en het streven naar een leefbare (woon)omgeving voor de gemeente aanleiding tot het stellen van parkeereisen.
Het parkeerbeleid is er op gericht om via een stelsel van parkeernormen, voldoende parkeergelegenheid bij nieuwbouw te creëren. Zo mogelijk wordt in voorkomende gevallen tegelijkertijd getracht bestaande parkeerproblemen aan te pakken. Dit gebeurt veelal in combinatie met flankerend beleid zoals de inrichting van de weg en beheersmaatregelen zoals de invoering van betaald parkeren en de uitgifte van parkeervergunningen.
Uitgangspunt is dat de benodigde parkeerplaatsen in een (bouw)plan ook daadwerkelijk op eigen terrein worden gerealiseerd. Het parkeeraspect wordt bij de beoordeling van de aanvraag van een bouwvergunning getoetst en beoordeeld aan de hand van de door de gemeenteraad vastgestelde parkeernormen. De wijze van toetsen van de normen vormt een voorwaarde in de Bouwverordening. Deze verordening echter zal met de komende wijziging van de Woningwet haar werking verliezen. Om deze reden wordt de regulering van het parkeren op eigen terrein in het bestemmingplan opgenomen.
Bij commerciële en andere niet-woonfuncties worden de parkeernormen mede bepaald door ligging in de stad en bediening van het gebied door het openbaar vervoer. In voorkomende gevallen kan bij individuele bedrijven of instellingen indien daar aanleiding toe bestaat, onder zekere voorwaarden, maatwerk worden geleverd. Veelal vormt dan een specifiek bedrijfsvervoerplan de basis voor nadere afspraken over het parkeren met de initiatiefnemer van het betreffende plan.
Om het verkeer- en vervoersbeleid beleid te realiseren is maatwerk nodig voor de verschillende delen van de stad gebaseerd op een integraal samenhangend plan. Het algemene beleid en de aan te pakken projecten zijn onder andere neergelegd in de beleidsnota "Nota Haagse Mobiliteit" en de meerjaren- en uitvoeringsprogramma's voor de fiets en de verkeersveiligheid.
De CentrumRing blijft ook in de toekomst de primaire toegangsroute voor het Laakhavengebied.
De Rotterdamse Baan zal een nieuwe verbinding leggen tussen het Rijkswegennet rond Den Haag en het centrum. Dit tracé komt parallel aan de Utrechtse Baan te lopen en sluit aan op de Binckhorstlaan. Door dit tracé kunnen automobilisten van buiten Den Haag sneller het centrum en het Laakhavengebied bereiken.
Met de vaststelling van het bestemmingsplan 'Neherkade' door de gemeenteraad op 27 juni 2013 wordt het knooppunt Leeghwaterplein en de Neherkade ingericht als een ongelijkvloerse kruising. Afslaand verkeer vanaf de CentrumRing naar MegaStores zou daardoor meer ruimte krijgen.
De toegang vanaf de CentrumRing aan de westzijde van Laakhaven Centraal komend vanaf het Centrum, wordt beperkt tot de Van der Kunstraat. Komende vanuit westelijke richting kan naar verwachting in de toekomst niet meer linksaf worden geslagen naar de Waldorpstraat. Vertrek in westelijke richting blijft wel mogelijk.
De Waldorpweg kent een hoog gedeelte voor het doorgaande autoverkeer en een laag gedeelte voor autoverkeer, lijnbussen, fietsers en voetgangers. De zuidzijde van het station Hollands Spoor is op het lage gedeelte aangesloten. De voetgangerstunnel onder de perrons van dit station zal binnenkort worden doorgetrokken tot aan de Waldorpstraat. Bij die aansluiting zal tevens een fietsenstalling worden gebouwd. De Waldorpstraat kent een vrijliggend fietspad in twee richtingen.
Met de vaststelling van het bestemmingsplan 'Neherkade' door de gemeenteraad op 27 juni 2013 wordt het knooppunt Leeghwaterplein en de Neherkade ingericht als een ongelijkvloerse kruising.
De parkeervoorzieningen van MegaStores worden ontsloten via twee spiraalvormige hellingbanen (wokkels) aan de Waldorpstraat en de Van der Kunstraat. Verkeer van en naar het Laakhavengebied wordt zoveel mogelijk aan- en afgevoerd via de Haagse CentrumRing (zie groene route).
De relevante aantakkingen en knooppunten zijn in onderstaande afbeelding weergegeven. De Waldorpstraat takt direct bij de Calandstraat op de CentrumRing aan. De Van der Kunstraat heeft een aansluiting op de ring bij de Calandstraat en sluit bovendien via het Leeghwaterplein op de Neherkade aan. Met name de aansluiting van de Van der Kunstraat op het Leeghwaterplein wordt momenteel als knelpunt ervaren. Het knooppunt kan het verkeer in onvoldoende mate verwerken.
Uit verkeerstellingen van de gemeente blijkt dat de capaciteit van de Waldorpstraat en de Van der Kunstraat ter hoogte van de wokkels geen probleem oplevert. Het aantal gemeten voortuigen in beide richtingen bedraagt in het maatgevende uur 1.158 in de Waldorpstraat en 405 voertuigen in de Van der Kunstraat. Omdat geen gedetailleerde gegevens in alle specifieke richtingen van verschillende knooppunten beschikbaar zijn, is geen analyse gemaakt van de verkeersstromen aldaar.
De gemeente Den Haag hanteert normen voor de bepaling van het aantal parkeerplaatsen per functie. Laakhaven Centraal valt binnen het schilgebied.
bewoners |
||
woningen nieuwbouw | 1 | 1 woning |
bezoekers |
||
Woningen | 0,3 | 1 woning |
Wijkwinkelcentrum | 1 | 75 m2 |
Supermarkt | 1 | 40 m2 |
Woonthemacentrum | 1 | 137,5 m2 |
GDV | 1 | 75 m2 |
Horeca | 1 | 50 m2 |
Kantoor (zonder baliefunctie) | 1 | 500 m2 |
Vergadercentrum | 1 | 50 m2 |
Maatschappelijke dienstverlening | 1 | 35 m2 |
Hotel | 0,5 | 1 kamer |
personeel |
||
Wijkwinkelcentrum + supermarkt | 1 | 250 m2 |
Woonthemacentrum | 1 | 500 m2 |
GDV | 1 | 250 m2 |
Horeca | 1 | 250 m2 |
Kantoor zonder baliefunctie | 1 | 125 m2 |
Vergadercentrum | 1 | 200 m2 |
Maatschappelijke dienstverlening | 1 | 175 m2 |
Hotel | 1 | 500 m2 |
Voor een aantal functies is een uitzondering gemaakt ten opzichte van de gemeentelijke normen of is een interpretatie gegeven aan de functie, zodat deze binnen een geldende norm past. Deze functies zijn hieronder beschreven.
Er worden drie normen voor detailhandel onderscheiden, namelijk 'winkel', 'supermarkt' (> 1.000 m2) en 'showroom'. De normen voor bezoekers bedragen 1 parkeerplaats per respectievelijk 75 m2 b.v.o. (winkel), 40 m2 (supermarkt) en 200 m2 (showroom). Daarnaast geldt een aparte norm voor personeel. Voor het woonthemacentrum en de GDV zijn derhalve geen algemene normen vastgesteld. Gezien de aard van de voorzieningen en vergelijkingen met parkeernormen buiten Den Haag, is voor het woonthemacentrum het gemiddelde van de norm voor winkels en showrooms gehanteerd (= 1 plaats per 137,5 m2) en voor de GDV de winkelnorm gehanteerd. Feitelijk gaat het hierbij immers om winkels met een grotere oppervlakte. Verder is op alle horeca de restaurantnorm toegepast en voor het vergadercentrum de normering voor kantoren met baliefunctie. Op maatschappelijke dienstverlening tenslotte is de norm voor een medisch centrum toegepast.
Voor de nieuwe branchering in de MegaStores is een parkeerbehoefte berekend. Hiervoor zijn 1480 plaatsen nodig. Momenteel zijn 1750 plaatsen op het dak beschikbaar.Het aantal gebouwde parkeerplaatsen werd bij de verlening van de bouwvergunning van MegaStores aan de hand van de toenmalige bouwverordening bepaald.
Voor de andere functies die mogelijk zijn, moet het parkeren op eigen terrein of op de MegaStores worden opgelost.