direct naar inhoud van 3.2 Economisch beleid
Plan: Laakhaven MegaStores e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0210FLaakhavMGS-50VA

3.2 Economisch beleid

3.2.1 Nationaal beleid

Het PDV-beleid

Al vóór 1993 bestond er rijksbeleid over perifere detailhandelsvestigingen, het zogeheten PDV-beleid. In de brief van de ministers van VROM en EZ van 19 juli 1993 aan de Tweede Kamer vergrootte het kabinet de vestigingsmogelijkheden voor grootschalige detailhandel. In de daaropvolgende brief van de ministers van VROM en EZ d.d. 14 juli 1995 werden de hoofdpunten van het beleid voor geconcentreerde grootschalige detailhandelsvestigingen (GDV-beleid) nog eens op een rij gezet. Beide brieven vormden een aanpassing van het PDV-beleid door de introductie van GDV-beleid. De aanpassingen komen op het volgende neer:

  • 1. het doel van het PDV- en GDV-beleid is tweeledig: het handhaven van de winkelfunctie van de binnensteden en andere bestaande winkelconcentraties en het bevorderen van de dynamiek in de detailhandel;
  • 2. het PDV-beleid blijft in hoofdzaak gehandhaafd, dat betekent dat alleen detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en winkelformules, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (auto's, boten, caravans, tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichting waaronder meubels), zich perifeer mag vestigen;
  • 3. het feit dat er nieuwe en op expansie gerichte detailhandel op de markt is, die zich perifeer wil vestigen, is op zichzelf onvoldoende argument voor het aanwijzen van nieuwe locaties; vernieuwing en uitbreiding van detailhandel moet waar mogelijk plaatsvinden binnen of grenzend aan bestaande winkellocaties; alleen als dit niet goed mogelijk is, kan daarvoor een nieuwe (GDV-) locatie worden overwogen;
  • 4. de mogelijkheid om een locatie aan te wijzen waar ruimte is voor geconcentreerde grootschalige detailhandelsvestigingen, waarbij de branchebeperkingen van het PDV beleid niet of niet volledig gelden, is voorbehouden aan de 13 stedelijke knooppunten. het GDV-beleid is daarmee een onderdeel van het vestigingsbeleid voor perifere detailhandel (PDV-beleid); niet de verkoop van goederen uit de hier genoemde branches is hierbij het criterium, maar geconcentreerde vestiging van grootschalige winkels;
  • 5. de aanwijzing tot GDV-locatie kent als voorwaarden dat de onderbouwing van haar omvang moet plaatsvinden op basis van aangetoonde reële ruimtebehoefte in de markt, die opgenomen is een regionale detailhandelsstructuur visie en dat alleen een zogeheten B-locatie daarvoor in aanmerking komt, dat is een locatie die zowel met de auto als met het openbaar vervoer goed bereikbaar is.

Nota Ruimte (2006)
Met de Nota Ruimte is het nationale PDV-beleid voor perifere detailhandel vervallen. Daarvoor in de plaats dient iedere gemeente nieuw beleid te ontwikkelen samen met de provincie.

3.2.2 Provinciaal beleid


Provinciale Structuurvisie

Deze visie volgt het Streekplan Zuid-Holland West (2003) op. Dat plan vermeldde dat de regio Haaglanden één concentratie van grootschalige detailhandelvoorzieningen (GDV) kent te weten het Laakhavengebied in Den Haag. De visie, die op 2 juli 2010 door Provinciale Staten van Zuid-Holland werd vastgesteld, wordt de ontwikkeling van detailhandel alleen mogelijk geacht in bestaande winkelconcentraties. Een uitzondering wordt gemaakt voor perifere detailhandel. Provinciale Staten heeft dit onderdeel van de visie als provinciaal belang aangeduid dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening op grond van artikel 4.1 Wet ruimtelijk ordening als regel gesteld wordt in de Verordening Ruimte.

Verordening Ruimte

Artikel 9.1 van de Verordening stelt dat in bestemmingsplannen geen nieuwe detailhandel buiten de bestaande winkelconcentraties aangewezen mag worden. Die voorwaarde geldt niet voor perifere detailhandel. Het betreft detailhandel in onder meer zeer volumineuze goederen en grootschalige meubelbedrijven in vestigingen met een bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m2. Deze detailhandel mag volgens artikel 9.2.b buiten deze concentraties worden gevestigd op een aantal geselecteerde lokaties.Op kaart 7 van de Verordening zijn deze als 'opvanglocatie perifere detailhandel' aangewezen. Het plangebied vormt zo'n opvanglocatie. Onder 'zeer volumineuze goederen' verstaat de Verordening onder meer keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en grove bouwmaterialen. Artikel 9.4 stelt dat op gronden bedoeld voor perifere detailhandel de verkoop van nevenassortimenten aan een aantal voorwaarden moet voldoen, die in het bestemmingsplan opgenomen moeten worden. Artikel 9.5 eist dat binnen bestaande winkelconcentraties bestemmingsplannen, die detailhandelsontwikkelingen groter dan 2.000 m2 brutovloeroppervlak mogelijk maken, vergezeld gaan van een distributieplanologisch onderzoek - met advies van het Regionaal Economisch Overleg - waaruit blijkt dat deze ontwikkelingen geen ontwrichting van de detailhandelsstructuur met zich mee brengen. Artikel 9.6 stelt dezelfde eis aan bestemmingsplannen die ontwikkelingen in de perifere detailhandel groter dan 1.000 m2 brutovloeroppervlak mogelijk maken.

Artikel 15.3 kan in afwijking van het bepaalde in deze verordening een recht of bouwrecht uit een geldend bestemmingsplan opnieuw worden bestemd indien het belang bij strikte handhaving van deze verordening niet in verhouding staat tot het belang bij het behoud van het recht of bouwrecht.

 

3.2.3 Regionaal beleid

Regionaal Structuurplan Haaglanden

Het Algemeen Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op 16 april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden vastgesteld. Dit Structuurplan stelt de voorwaarde dat alleen in de nabijheid van Stedenbaanstations nieuwe kantoorlocaties mogen worden ontwikkeld. Over locaties met minder dan 1500 m2 vloeroppervlak doet zij geen uitspraken.

Regionale Structuurvisie Detailhandel Stadsgewest Haaglanden 2006-2011

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op 13 december 2006 de Regionale Structuurvisie Detailhandel Stadsgewest Haaglanden 2006 - 2011 vastgesteld. Basis daarvoor vormden een visie en werkdocument van BRO adviseurs.

De structuurvisie is gericht op behoud, versterking en - waar nodig en verantwoord - uitbreiding van het winkelareaal in Haaglanden. Doel is ruimte te bieden om aan de koopkrachtige vraag vanuit Haaglanden en omgeving en de groei daarin te voldoen. Vooral de kansen voor kwalitatieve versterking van het winkelaanbod, in het bijzonder in de Haagse binnenstad, dienen benut te worden. De consument moet meer keuze en kwaliteit worden geboden. Hiermee wordt de aantrekkelijkheid van de regio als geheel versterkt. Dat heeft een gunstige invloed op de komst van bedrijven en organisaties naar de regio en daarmee op de regionale economie.

Het stadsgewest Haaglanden wil een aantrekkelijke detailhandelstructuur voor haar inwoners en bezoekers bieden, die bovendien kan concurreren met de detailhandel in de omliggende regio’s. Voor de inwoners is het van belang winkels voor dagelijkse goederen (zoals een supermarkt en een drogisterij) dichtbij aan te treffen en aanbod van niet-dagelijkse goederen - veelal in combinatie met dagelijkse goederen - op redelijke afstand beschikbaar te hebben.

De kern van deze visie is dat prioriteit wordt gegeven aan het in stand houden en kwalitatief versterken van de bestaande detailhandelstructuur in Haaglanden. Het concentratiebeleid wordt voortgezet, want bundeling van winkelvoorzieningen is een voorwaarde voor het behoud van de detailhandelstructuur.

De nota geeft een toetsingskader aan voor detailhandel voor plannen groter dan 1000 m2. Gemeenten die willen uitbreiden moeten bij het realiseren van het vloeroppervlak binnen het aangegeven wensbeeld blijven. Hoewel de visie een tijdshorizon kent van 2011, blijft genoemde inzet ook gelden voor daarna. Uitbreiding van winkelareaal na 2011 zal bevolkingsvolgend zijn, en voor het merendeel binnen de bestaande concentraties inpasbaar.

Het Stadsgewest richt zich primair op het in goede banen leiden van detailhandelsontwikkelingen met bovenlokale effecten. De gemeentelijke plannen sluiten hier op aan. Daarnaast moet Haaglanden een regio blijven waar dynamiek en vernieuwing wordt gestimuleerd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de verschillende profielen van winkelgebieden, die ieder een eigen bereik en assortimentsniveau kennen. De structuurvisie detailhandel werkt vijf locatieprofielen uit: bovenregionaal verzorgende centra, regionaal verzorgende centra, lokaal verzorgende centra, kleine kernen en perifere detailhandelvestigingen.

De regio kent drie centra voor Perifere Detailhandelvestigingen (PDV): Leeuwenstein in Delft, de Woonboulevard in Naaldwijk en het Woonhart Zoetermeer. Nieuwe PDV-vestigingen vestigen zich in principe eerst in de aangewezen PDV-centra. Wanneer op reguliere detailhandelbestemmingen en in deze centra geen plaats is voor een kwalitatieve toevoeging, zal Haaglanden positief adviseren over het fysiek vergroten van deze centra. Slechts wanneer ook dat niet mogelijk is zal perifere vestiging buiten de PDV-centra worden overwogen. Ook wanneer een branche niet past in het thema van een PDV-centrum (overwegend wonen) zal tot een dergelijke afweging kunnen worden gekomen. MegaStores in Den Haag is volgens de Regionale Structuurvisie Detailhandel een Grootschalige Detailhandelvestiging (GDV). De gemeente Den Haag ziet de MegaStores als een combinatie van PDV en GDV.

3.2.4 Gemeentelijk beleid


Het bestemmingsplan Laakhaven

Het geldend bestemmingsplan wijst aan de gronden waarop MegaStores gelegen is twee bestemmingen aan. Aan het zuidelijk deel van de locatie, dat aan de van der Kunstraat grenst, is de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden' aangewezen. In de doeleindenomschrijving worden meubel- en woninginrichtingsbedrijven genoemd. Het noordelijke deel, dat grenst aan de Waldorpstraat kent de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden en volumineuze detailhandel, waarboven kantoren toegestaan'. In de doeleindenomschrijving worden grootschalige detailhandel en meubel- en woninginrichtingsbedrijven genoemd. Een vestiging van grootschalige detailhandel kent een verkoopvloeroopervlakte van minimaal 1.000 m2. In afwijking van dit bestemmingsplan werd een bouwvergunning verleend voor de bouw van Megastores. Hieraan was door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een Verklaring van geen bezwaar verleend.

Detailhandelsnota Den Haag 2005

De Detailhandelsnota Den Haag 2005 is strategisch en kaderstellend en behandelt het detailhandelsbeleid op stadsniveau. De nota heeft het karakter van een plan van aanpak en doet uitspraken over stadsbrede ontwikkelingen. Concentratie op bestaande locaties is uitgangspunt.

Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen. De vestiging van nieuwe winkels wordt voortaan door de gemeente getoetst.

Detailhandelsmonitor Den Haag 2009

In dit rapport zijn de in de Detailhandelsnota aangewezen winkelcontratiegebieden onderzocht op hun basiskwaliteit wat betreft het winkeareaal en de bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte en hun economisch functioneren gezien de omvang en soort van leegstand, het huurprijsniveau en de concurrentiepostie.
Het stadsdeel Laak, waarin MegaStores gelegen is, staat wat de detailhandelsaanbod onder druk. Het vraagt om extra aandacht. Het Gouverneurplein en het Lorentzplein hebben het zwaar en het Jonckbloetplein is weggevallen uit de hoofdwinkelstructuur. Megastores zal na herontwikkeling een belangrijker wijkfunctie gaan vervullen. Dit vraagt om een heroriëntatie op het toekomstperspectief van deze Laakse pleinen. Vanuit het belang van de buurt is het belangrijk om in ieder geval de positie van Lorentzplein te behouden en waar mogelijk te versterken en te kijken naar de versterkingsmogelijkheden voor het Gouverneurplein.

Beleidsuitspraken omtrent de MegaStores

De MegaStores (1999) is opgezet als een themacentrum met woninginrichting (PDV), grootschalige detailhandel (GDV) en een supermarkt. Tot de branches die zich op perifere locaties mogen vestigen worden diverse branches gerekend die door aard en/of omvang niet passen in wijk- en buurtcentra. Voorbeelden hiervan zijn auto's, brandgevaarlijke producten, keukens en sanitair en meubelzaken.

Een GDV-locatie is een locatie met meerdere grootschalige detailhandelsvestingen waarbij de branchebeperkingen van het PDV-beleid niet gelden. Gemeenten bepalen zelf welke branche zij toestaan. Zo is de MegaStores bedoeld als woonthemacentrum, aangevuld met grootschalige winkels die in de reguliere winkelgebieden fysiek moeilijk of niet inpasbaar zijn. De supermarkt betreft een verplaatsing van de Konmar die in Laakhaven gevestigd was en uitbreidingsruimte zocht. Later heeft de Konmar (nu Super de Boer) winkelruimte onderverhuurd aan Aldi. De bestemming die de Megastores mogelijk heeft gemaakt, is onderverdeeld naar PDV-winkels, grootschalige winkels groter dan 1.000 m2 winkelvloeroppervlak (met uitsluiting van warenhuizen, mode, bouwmarkten en dagelijks aanbod) en supermarkt(en) met maximaal 5.300 m² nvo (netto vloeroppervlak).

Alleen met een gedegen en integrale toekomstvisie kan het structurele leegstandsprobleem van de Megastores worden aangepakt. De gemeente Den Haag heeft binnen de kaders van het detailhandelsbeleid gezocht naar oplossingen. Deze oplossingen dienen aan een aantal voorwaarden te voldoen:

  • verbetering van het functioneren en de positionering van het concept Megastores als geheel en het terugdringen van de structurele leegstand;
  • onderscheidend aanbod en toegevoegde waarde ten opzichte van het omliggende gebied;
  • aanzienlijke functionele en fysieke ingrepen, zowel in de branchering als de indeling en uitstraling;
  • een kwalitatieve impuls staat voorop en geen kwantitatieve. In ieder geval geen uitbreiding van het PDV- en GDV-onderdeel, en een doorontwikkeling van het wijkwinkelcentrum naar een volwaardig wijkwinkelcentrum, waarbij uitdrukkelijk is uitgesloten dat hier een stadsdeelcentrum ontstaat;
  • voor het wijkwinkelcentrum ligt de maximale maat dan ook op 11.500 m2 wvo en een maximale unit grootte van 650 m2 wvo voor ten hoogste zes units en voor de overige niet-dagelijks units van max. 500 m2 wvo. Deze maten worden in het bestemmingplan vastgelegd;
  • toevoegen aanvullende functies, zoals kantoren, hotel of woningen.

Eindrapportage Toekomstvisie Megastores juli 2007

In opdracht van de eigenaar van Megastores hebben verschillende onderzoeksbureaus zich over de werking van Megastores uitgesproken en op hoofdlijnen komt het neer op de volgende knelpunten:

  • concept: geen duidelijk concept/meerwaarde/onderscheidend vermogen/geen goede branchering;
  • gebouw: lange lijnen en loopafstanden over meerdere lagen/onduidelijke entree/introvert/'dode' wanden.
  • Ligging: imago gebied, bereikbaarheidsknelpunten;
  • Parkeren: te hoge parkeertarifering op het parkeerdak van het winkelcentrum.

In deze rapportage is het nieuwe concept beschreven. Daarin zal:

  • een gelijke verdeling gelden tussen het woonthema en het voorzieningencentrum dat bestaat uit de grootschalige winkels en het wijkwinkelcentrum. De PDV-vestigingen worden geconcentreerd in het westelijk deel en de GDV-vestigingen in het oostelijk deel van het Megastorescomplex.
  • het bestaande gebouw worden aangevuld met nieuwbouw door bebouwing van het binnenterrein van dit complex aan de Van der Kunststraat, zodat het mogelijk is om op verdieping een optimaal loopcircuit in het nieuwe wijkwinkelcentrum te realiseren dat aansluit op de nieuwe hoofdentree aan het Leeghwaterplein. Ook de entreepartij herbergt een deel van het wijkwinkelcentrum en de GDV-vestigingen
  • De verschillende onderdelen van het winkelcentrum krijgen een eigen entourage, zonder dat ze fysiek gescheiden zijn;
  • Het oppervlak van het woonthemacentrum en de grootschalige winkels zal niet sterk veranderen;
  • de grootste verandering treden op bij het wijkwinkelcentrum; niet zozeer in het totale metrage, maar vooral in de verschuiving van de branchering, optimalisering van het loopcircuit en een sterkere relatie met de grootschalige winkels;
  • een vergader- en partycentrum, een hotel en maatschappelijke voorzieningen worden in het complex ondergebracht; het hotel is gedacht boven de nieuwe entreepartij aan het Leegwaterplein; het vergader- en partycentrum wordt geprojecteerd in het aansluitende – oostelijke - deel van Megastores.

Onderstaand een overzicht van de huidige en nieuwe situatie MegaStores in m2 volgens de rapportage.

Metrage Megastores in m² bvo   Oud   Nieuw    
PDV   47.500   50.000    
GDV   25.000   20.000    
Wijkwinkelcentrum   9.000   14.000   Netto vloeroppervlak (nvo); van 7.800 m² naar max. 11.500 m2 ; supermarkten max. 5.500 m2  
Subtotaal detailhandel   81.500   84.000    
Horeca + diensten   4.000   3.500    
Hotel     10.000    
vergadercentrum     3.500    
dienstverlenende bedrijven en maatschappelijke voorzieningen     1.000    
Totaal   85.500   87.500   Inclusief vergadercentrum  

Wijkwinkelcentrum

Het stadsdeel Laak kent vele ontwikkelingslocatiesvoor de realisatie van woningen. Het in hetvooroverleg zijnde conceptontwerp bestemmingsplan 'Laakhavens' bevat in stadsdeel Laak de volgende locaties.

Calandblok

Het Calandblok is gelegen op de hoek van het Calandplein, Calandstraat, Calandkade en de 1e Van der Kunstraat. De eerste fase, de Caland Tower, is inmiddels in aanbouw. De tweede fase van het Calandblok is een appartementencomplex met overwegend een hoogte van 6 bouwlagen. In totaal kunnen hier ongeveer 75 tot 100 woningen worden gebouwd.

Containerwoningen Leeghwaterplein

Voor de 116 containerwoningen aan het Leeghwaterplein is eerder een tijdelijke ontheffing verleend voor een periode van vijf jaar. Deze ontheffing wordt verlengd met 15 jaar. In het bestemmingsplan worden deze woningen bij recht opgenomen.

Leeghwaterplein

Rondom de vijver aan het Leeghwaterplein kunnen ongeveer 700 studentenwoningen of 500 studentenwoningen en 100 starterswoningen verdeeld over twee bouwblokken worden gebouwd. De bouwblokken hebben een hoogte van maximaal 6 bouwlagen. Tussen het Leemansplein, de Stamkartstraat en het huidige pand van het Rode Kruis kan daarnaast een hoogteaccent van maximaal 70 meter worden gebouwd. In de plinten zijn ook niet-wonenfuncties mogelijk.

Hoek Leegwaterplein en Van der Kunstraat

Op deze locatie kunnen 48 appartementen tot 25 meter hoogte worden gerealiseerd in combinatie met functies op de begane grond en een in- en uitgang voor MegaStores.

Hoek Calandstraat en Van der Kunstraat

Op deze locatie is in onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de functieverandering van bedrijven tot woningbouw. Nieuwbouw sluit aan op de Calandstraat en de MegaStores. Hier bestaat de mogelijkheid voor het bouwen van ongeveer 270 woningen of 150 studentenwoningen en 60 starterswoningen, met een maximale hoogte van 25 meter.

In totaal worden in dit plangebied omstreeks 1200 woningen gerealiseerd.

Het onlangs onherroepelijk geworden bestemmingsplan  'Laakhaven West en Petroleumhaven' zal de woningvoorraad met omstreeks 1100 woningen vergroten.

Ook de leegstand van veel kantoorlocaties in het stadsdeel biedt de mogelijkheid deze voorraad te transformeren naar woningen.

Het geheel overziend neemt de woningvoorraad met omstreeks 2300 woningen toe, waardoor het inwonertal zal toenemen.

Het stadsdeel Laak telt ruim 37.500 inwoners. Er is sprake is van een onvolledige winkelstructuur met slechts twee buurtwinkelcentra en een buurtsteunpunt en een sterke onderbesteding. Bovendien worden de komende jaren veel nieuwe woningen toegevoegd. Het stadsdeel heeft daarom een goede winkelstructuur nodig met een meer divers aanbod.

De uitbreiding tot maximaal een wijkwinkelcentrum van 11.500 m² nvo zorgt voor een belangrijk koopcentrum in stadsdeel Laak. Dit wijkwinkelcentrum wordt – samen met de GDV-vestigingen – in het oostelijke deel van het Megastorescomplex ondergebracht.

De eigenaar is in 2011 een Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verleend voor het veranderen van het gebruik van een deel van de winkels/horeca Van der Kunstraat 19 t/m 193 en Waldorpstraat 136 t/m 278 (Megastores) tot wijkwinkelcentrum, themawinkels horeca en vergadercentrum.

MegaStores streeft ernaar bij de invulling van de hoek tussen de van der Kunstraat en het Leeghwaterplein een in- en uitgang voor voetgangers wordt gerealiseerd.

Recent overleg

In augustus 2011 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de eigenaar van het complex en een delegatie van het College over de ontwikkeling van MegaStores. Daarin kwam naar voren dat de herinrichting van het westelijk deel van het complex naar het woonthema in een vergevorderd stadium is en tot concentratie van deze vestigingen en zelfs tot nieuwe vestigingen geleid heeft. Van de eerder voorgenomen gebouwde uitbreidingen wordt afgezien.

In het oostelijk gedeelte wordt de detailhandel gehergroepeerd in een wijkwinkelcentrum waarin ook enkele modezaken tot een bepaald metrage een plaats kunnen vinden. De introductie van nieuwe functies wordt beperkt tot overdekte speeltuinen, die het winkelend publiek ten dienste staan.

Onderstaand een overzicht van de huidige en nieuwe situatie MegaStores in m2 volgens het recent overleg.

Metrage Megastores in m²   Oud   Nieuw    
PDV   47.500   47.500   nvo  
GDV   25.000   15.000 - 25.000   nvo  
Wijkwinkelcentrum   9.000   11.500   nvo; supermarkten max. 5.500 m2  
Subtotaal detailhandel   81.500   74.000 - 84.000   nvo  
Horeca + diensten   4.000   3.500   bvo zonder diensten  
Recreatie     3.000   bvo  
Totaal   85.500   80.500 - 90.500   het maximum is 85.500  

Zalencentrum annex vergadercentrum

De in de eerste tabel in paragraaf 3.2.4 genoemde vergadercentrum is in de tweede tabel abusievelijk niet vermeld. Het betreft een ruimte in DH2 dat een zakencentrum annex vergadercentrum vormt.

Horeca

Op 4 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie Horeca 2010-2015 vastgesteld. Bij een stad als Den Haag (internationale stad van vrede en recht, stad waar het goed wonen en vertoeven is) horen goede culinaire voorzieningen. In de Toekomstvisie is de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod aangegeven: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties)? Hoe ziet een kansengericht, duidelijk maar werkbaar handhavingskader eruit? Horeca is een zeer dynamische sector, dus hoe zorgt Den Haag voor flexibiliteit zodat Den Haag ook over een paar jaar in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen?

De Toekomstvisie Horeca bestaat uit vier delen, te weten:

  • visie en uitgangspunten
  • gebiedsgericht beleid
  • instrumentarium
  • handhavingsprotocol horeca

Voor het opstellen van bestemmingsplannen is vooral het gebiedsgerichte beleid (in samenhang met het instrumentarium) van belang. De horecabedrijven voegen beleving toe aan de bestaande functies en verhogen de kwaliteit van de betreffende voorziening. De eerder aangehaalde Detailhandelsnota stelt dat horecavestigingen in winkelgebieden een rustelement vormen bij vooral het recreatieve winkelen en heeft een verblijfsverlengend effect op de consument. Het effect hiervan is dat de consument meer gaat besteden , belangrijk gezien de doelstellingen van deze nota. Voor winkelgebieden stelt de toekomstvisie de verhouding uitgedrukt in vestigingen tussen het maximum aan winkels en horeca niet hoger dan 70%/30% mag zijn.De categorie horeca 'licht' is toegestaan.

Winkelondersteunende recreatie  

De toelating van recreatieve voorzieningen in het MegaStorescomplex is erop gericht om winkelende ouders in de gelegenheid te stellen om ongestoord winkels te bezoeken, om overleg te plegen over aankopen en om artikelen aan te kopen, zonder dat de aandacht daarbij ook verdeeld moet worden over het toezicht op dan wel het bezighouden van de eigen kinderen. De kinderen kunnen dan separaat recreëren, op de jonge kinderen wordt toezicht gehouden door derden. De recreatieve voorzieningen kunnen ook gericht erop zijn om gezelschappen de gelegenheid te bieden om zich op te splitsen in een winkelend deel en een recreërend deel. Verder kunnen de voorzieningen erop gericht zijn om het winkelend publiek naast het winkelen afwisseling te bieden. In alle gevallen wordt het winkelen aantrekkelijker gemaakt. De activiteiten, die tot deze voorzieningen behoren, dienen een kortdurende doorlooptijd voor de recreant te kennen en een lage drempel wat betreft deelname dan wel voorbereiding te kennen. Het wordt als 'winkel ondersteunende recreatie' omschreven.