direct naar inhoud van 2.1 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Wijndaelerplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0199AWndlrplnts-50VA

2.1 Ontstaansgeschiedenis

Het Wijndaelerplantsoen is gelegen in de Haagse wijk Waldeck. Aanvankelijk behoorde dit gebied bij de gemeente Loosduinen. Pas na de annexatie van 1923 is het gebied van Waldeck bij de gemeente Den Haag getrokken.

De ontwikkeling van de wijk Waldeck als geheel valt uiteen in vier fasen. De eerste ontwikkeling was die langs de Oude Haagweg en de aangrenzende Tuinenbuurt. De tweede fase bestond uit de bebouwing ten zuiden van de Laan van Meerdervoort, behorend tot het deel van het Plan West dat vlak voor de Tweede Wereldoorlog tot stand werd gebracht. Langs de Laan van Meerdervoort en de Ockenburghstraat werd als derde fase het plan Waldeck gerealiseerd. De vierde en laatste fase was die van de ontwikkeling van Nieuw Waldeck.

Het Wijndaelerplantsoen ligt in het gedeelte dat als derde fase is ontwikkeld, volgens het 'uitbreidingsplan Waldeck'.

Van het Wijndaelerplantsoen bestaat een groot deel uit bos. Dit gedeelte heeft een zeer oude geschiedenis. Het Wijndaelerplantsoen is gelegen op een oude strandwal (zie ook paragraaf 3.4) die al in de Middeleeuwen bedekt was met bos. De aanwezigheid van het visrijke Segmeer doet een visser in de zeventiende eeuw besluiten het gebied te kopen, en vervolgens te gaan exploiteren. Tegen het eind van deze eeuw wordt er een boerderij gebouwd, gevolgd door een buitenhuis met koetshuis en schuur in 1701. Dat is het moment dat het gebied de naam 'Meer en Bosch' krijgt.

Meer en Bosch was zeker niet het enige landgoed in Den Haag. In de 17e en 18e eeuw waren er veel van dergelijke landgoederen in de stad te vinden. Aangezien afval en ontlasting massaal in de slecht doorstromende grachten werden gestort, kon de stad zomers erg stinken. De landgoederen vormden dan een welkome ontsnapping voor de welgestelde bewoners van de stad. Ook waren de landgoederen belangrijk voor de jacht. Meer en Bosch werd daarnaast tot het begin van de twintigste eeuw gebruikt als bron van brandhout. Hierbij werden de stammen van de duineiken tot op de stobbe afgezet, waarna de eikenstobbe in 12 tot 15 jaar weer uitgroeide en opnieuw kon worden gekapt.

In 1919 krijgt het landgoed de status van openbaar groen en wordt daarmee voor alle lagen van de bevolking toegankelijk. Doortrekking van de Laan van Meerdervoort door Meer en Bosch in 1930 leidt tot een tweedeling in het bos. Het grootste gedeelte aan de zeezijde van de Laan van Meerdervoort krijgt de naam 'Meer en Bos'. Het afgesplitste stukje aan de landzijde is het onderhavige Wijndaelerplantsoen.