| Plan: | Ypenburg-Nootdorp, 3e herz (deelplan 26, Prins Willem Alexanderkwartier) |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0190HDP263eherz-50VA |
Het concept van het ontwerp-bestemmingsplan is op 24 maart 2011 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:
Van de onder 1, 2, 3, 5, 8, 14 en 17 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen.
1. Provincie Zuid-Holland
Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het gaat daarbij om het optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters en om het versterken van het stedelijke netwerk. De internationale centra in dat netwerk omvatten de centrumgebieden van Den Haag en Rotterdam. Met name hier is plaats voor concentratie van
(inter)nationaal georiënteerde bedrijven, kantoren en centrumvoorzieningen.
Kantorenprogrammering
De 3e herziening van bestemmingsplan Ypenburg Nootdorp maakt een kantoorontwikkeling van 50.000m2 mogelijk. Dit is onderdeel van een grotere ontwikkeling van een kantorenlocatie nabij NS station Ypenburg. Een deel van de 50.000 wordt al door middel van een projectbesluit gerealiseerd.
In de toelichting bij het plan geeft u aan dat de locatie nabij een Stedenbaanstations is gelegen en daarom voldoet aan de Verordening Ruimte. In de Verordening Ruimte wordt ook gevraagd om nieuwe kantoren vanaf 1 .000 m2 in overeenstemming te brengen met een regionale kantorenprogramma. In het voorliggende bestemmingsplan is niet duidelijk gemaakt hoe de nieuwe m2 kantoren passen binnen de regionale kantorenstrategie, waarin de ontwikkelruimte tot 2015 op gemeentelijk niveau is vastgesteld.
Overigens heeft het college van GS, in het licht van de breed erkende problematiek van oplopende leegstand, teruglopende vraagontwikkeling en overmaat aan plancapaciteit op de kantorenmarkt, de regio's eind 2010 verzocht om op korte termijn hun kantorenstrategie en programma aan te scherpen. (zie bijlage de brief van de provincie aan de regio's over kantorenprogrammering en.-problematiek).
In dit bestemmingsplan wordt geen actueel beeld gegeven van de wijze waarop de vierkante meters kantoren in dit plan en de uiteindelijk gewenste omvang van het kantorenareaal rondom station Ypenburg, zich verhouden tot de (actuele) regionaal afgestemde kantorenstrategie en - programmering.
Dit dient duidelijk te zijn geregeld in het ontwerpbestemmingsplan.
Conclusie
Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.
Reactie
Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe Kantorenstrategie Haaglanden. Met het in procedure brengen van dit bestemmingsplan wordt wellicht de schijn gewekt dat de gemeente nog snel even kantorenmetrages wil toevoegen. Dit is niet het geval. Het college van B&W heeft net in het concept IpSo 2011 opgenomen dat het voor het gebied rondom station Ypenburg voornemens is het metrage proportioneel te verminderen.
Van de 50.000 m2 bvo aan kantoren die in dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, is 17.000 m2 bvo al gerealiseerd of in aanbouw. Voor deze twee kantoorgebouwen is een projectbesluitprocedure gevolgd, die inmiddels onherroepelijk is. Het bestemmingsplan maakt nog twee nieuwe kantoorgebouwen mogelijk. In totaal maakt het bestemmingsplan binnen het gehele plangebied ongeveer de helft van het aantal m2 bvo aan kantoren mogelijk dat volgens het vastgestelde stedenbouwkundige plan in deelplan 26 west gerealiseerd zou moeten worden. In dit bestemmingsplan is er echter voor gekozen alleen de kantoorgebouwen mee te nemen waarvan de verwachting is dat die ook binnen de planperiode gerealiseerd gaan worden. Ook is er bewust voor gekozen de 35.000 m2 bvo aan kantoren die in deelplan 26 oost was voorzien eveneens niet mee te nemen in het bestemmingsplan, omdat ook daarvan de verwachting is dat die niet binnen de planperiode gerealiseerd gaan worden.
Overigens heeft het stadsgewest Haaglanden in haar vooroverlegreactie aangegeven in te kunnen stemmen met het concept-ontwerp bestemmingsplan, omdat het past binnen de beleidskaders van het RSP.
2. VROM-Inspectie
In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK2007-2008, 31500 nr 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten.
Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB.
Nationaal belang 2: Basiskwaliteit Hoofdinfrastructuur
Rijkswaterstaat is beheerder van de nabij uw plangebied gelegen rijksweg A12 en ziet toe op een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer.
Mobiliteitseffecten
Rijkswaterstaat verlangt dat bij nieuwe grootschalige ontwikkelingen nabij een rijksweg, een analyse wordt opgesteld van de verkeersintensiteiten waarbij de verkeerseffecten van het plan op de (aansluitingen van) rijksweg in beeld worden gebracht. Dit onderzoek moet worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Onder grootschalige ontwikkelingen valt onder andere een ontwikkeling van meer dan 5.000 m2 kantooroppervlak. In paragraaf 4.4 'Luchtkwaliteit' in de toelichting van uw plan, vermeldt u op pagina 24 dat uw plan 50.000 m2 kantooroppervlak mogelijk maakt. Deze ontwikkeling is dus zondermeer grootschalig. Daarom dient genoemde analyse aanwezig te zijn. Echter deze ontbreekt.
Ik verzoek u een mobiliteitsparagraaf op te nemen in uw bestemmingsplan waarin de veranderingen in verkeersintensiteiten als gevolg van uw plan in beeld worden gebracht voor zowel de rijksweg A12, de op- en afritten van deze weg (afslag Nootdorp) als het onderliggend wegennet. Bij negatieve effecten (nieuwe of grotere knelpunten in verkeersafwikkeling) dient u in deze analyse ook aan te geven welke maatregelen u daartegen treft, wat de financiële haalbaarheid is van die maatregelen en hoe de realisering hiervan is geborgd. Deze analyse dient u op te nemen in de toelichting van uw plan. Tevens verzoek ik u over de uitgangspunten van uw analyse met Rijkswaterstaat in overleg te treden. U kunt hierover contact opnemen met mevrouw J. Mertodirjo, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat Zuid-Holland, op telefoonnummer 010 - 402 60 41.
Nationaal belang 9: Milieukwaliteit en externe veiligheid
Externe veiligheid
Vanwege de planontwikkelingen in het invloedsgebeid van enkele hogedruk aardgastransportleidingen heeft u door DHV een uitgebreid advies op laten stellen ten behoeve van de verantwoording van het Groepsrisico. De in het rapport aanbevolen maatregelen om het Groepsrisico (GR) te verminderen heeft u in de toelichting overgenomen en aangegeven dat deze maatregelen getroffen zullen worden. Voor de aanbevolen maatregelen die gericht zijn op de vergroting van de zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid voor hulpdiensten wordt in de toelichting niet duidelijk wat u daarover besluit. Ik verzoek u in het ontwerpbestemmingsplan een verantwoording van het GR op te nemen, waarin ook duidelijk wordt welke door DHV en door de brandweer aanbevolen maatregelen u zult gaat treffen.
Overige kwaliteitsopmerkingen
Locatiekaart in inleiding
Om de leesbaarheid van de toelichting van uw plan te vergroten, adviseer ik u in de inleiding een overzichtskaartje op te nemen waaruit de locatie van het plangebied binnen de regio duidelijk wordt.
Reactie
Mobiliteitseffecten
Om de verkeerseffecten van het plan op de (aansluitingen van) rijksweg in beeld te kunnen brengen, gaan verkeerstellingen worden uitgevoerd inclusief de wachtrijen voor de verkeerslichten op de kruispunten tussen het plangebied en de aansluiting op de A12. Op basis van de telgegevens en de verwachte intensiteiten als gevolg van maximaal 50.000 m2 bvo kantoren worden de verkeerseffecten bepaald. De uitkomsten van de berekeningen worden zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor vaststelling van het bestemmingsplan met Rijkswaterstaat besproken en worden bij vaststelling in het bestemmingsplan opgenomen.
Externe veiligheid
De opmerkingen met betrekking tot externe veiligheid worden in de definitieve verantwoording die is opgesteld door DHV meegenomen en zullen ook in de toelichting worden verwerkt.
Locatiekaart in inleiding
In de toelichting zal een overzichtskaartje worden toegevoegd.
3. Stadsgewest Haaglanden
Het RSP beoogt kantoren te ontwikkelen op locaties die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. De geplande kantoren liggen in de directe omgeving van het station Ypenburg-Den Haag en voldoen derhalve aan de hiervoor genoemde criteria.
Wegens de aanwezigheid van een aardgasleiding op korte afstand van de geplande kantoren is onderzoek uitgevoerd naar de verantwoording met het oog op het eventueel groepsrisico. De resultaten van het onderzoek voldoen aan de in de wet gestelde normen en geven geen aanleiding voor verdere opmerkingen.
Het Stadsgewest Haaglanden stemt daarom in met het voorontwerp-bestemmingsplan dat binnen de beleidskaders van het RSP past.
Reactie
Het Stadsgewest geeft aan in te kunnen stemmen met het concept-ontwerp bestemmingsplan.
5. Hoogheemraadschap van Delfland
Het Hoogheemraadschap geeft aan niet in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan. In het plangebied ligt namelijk een afvalwatertransportleiding (persleiding), die niet op de plankaart is opgenomen en dus niet de dubbelbestemming “Leiding-Riool” gekregen heeft. Delfland verzoekt de gemeente deze leiding alsnog op te nemen op de plankaart en in de regels.
Reactie
De leiding zal op de plankaart worden opgenomen en in de regels wordt de dubbelbestemming Leiding-Riool opgenomen.
8. Veiligheidsregio Haaglanden Regionale Brandweer
De onderdelen in de QRA-rapportage van buisleidingen met gevaarlijke stoffen, die de Veiligheidsregio nodig heeft voor het advies, komen gedeeltelijk overeen met de eisen die aan de QRA-rapportage worden gesteld in de 'Handleiding risicoberekeningen Bevb' van het RIVM. Om een goede beoordeling te kunnen maken staat in 'module B' aangegeven waaraan een rapportage van een QRA voor hoge druk aardgasleidingen moet voldoen.
Als aanvulling op de eisen uit de Handleiding Risicoberekeningen Bevb ziet de Veiligheidsregio in de rapportage graag de volgende informatie terug:
- Status van de rapportage;
- Aangegeven welke bron er is er gebruikt voor de populatiegegevens;
- Een overzicht waar het slechtste gedeelte van de beoordeelde leiding(en) ligt;
- Een berekening van de hoogte van het groepsrisico in zowel de huidige als de toekomstige situatie (op basis hiervan kan worden bepaald in hoeverre het groepsrisico toeneemt door de voorgenomen ontwikkeling);
- Een interpretatie van de uitkomsten, met daarbij aangegeven welke leidingen voor dit plangebied relevant zijn en wat voor deze leidingen de onderbouwde conclusies zijn.”
De Veiligheidsregio heeft verder aangegeven op het bestemmingsplan te zullen reageren wanneer de nieuwe berekeningen voor de hoge druk aardgasleidingen met Carola zijn gemaakt.
Reactie
De punten die de veiligheidsregio graag terug wil zien in de rapportage zijn doorgegeven aan de opsteller van de rapportage (DHV), die ze zal verwerken in de rapportage.
14. TenneT Regio West
In het plangebied waarop het onderhavige bestemmingsplan van toepassing zal zijn, bevinden zich enkele telecommunicatieverbindingen gelegen langs de spoorbaan Den Haag CS – Utrecht CS en de Laan van Leidschenveen. Deze kabelverbindingen behoeven niet met een regeling in het bestemmingsplan te worden beschermd.
TenneT verzoekt verder tijdig met hen in overleg te treden, wanneer voortvloeiend uit dit bestemmingsplan er zich werkzaamheden zullen uitstrekken in de richting van de verbindingen.
Reactie
De gemeente zal tijdig met TenneT in overleg treden wanneer er werkzaamheden plaats gaan vinden die zich uitstrekken in de richting van de verbindingen.
17. Kamer van Koophandel
In de Toelichting wordt verwezen naar de Kantorenstrategie Den Haag 2010–2030. Een van de uitgangspunten in deze strategie is 'Afmaken waar we mee bezig zijn'. De ontwikkeling van kantoren in het plangebied zou dan onder dit uitgangspunt vallen.
Gezien de dramatische situatie op de kantorenmarkt, ook in Den Haag, is vorig jaar al besloten een aantal kantoorontwikkelingen te schrappen. Ook voor dit jaar staat een aantal plannen op de nominatie geschrapt te worden. Dit impliceert een enorme financiële aderlating voor de gemeente. Ook in Haaglanden verband wordt thans gewerkt aan een herijking van de kantorenstrategie die in 2007 is vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is 'Schrappen van alle niet harde plannen'. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor locaties met bijzondere potentie, zoals Den Haag Centraal, Beatrixkwartier.
De Kamer van koophandel ziet niet in waarom de gemeente vooruit wil lopen op de uitkomsten van de herijking van de kantorenstrategie Haaglanden en reeds nu een juridisch-planologisch kader wil scheppen voor een toevoeging van kantoren op deze locatie.
De Kamer van koophandel zou graag zien dat de verankering van het stedenbouwkundige plan in een bestemmingsplan wordt uitgesteld tot het bestuur van het Stadsgewest Haaglanden een nieuwe kantorenstrategie Haaglanden heeft vastgesteld, mits hierin het gehele plangebied is opgenomen als te ontwikkelen kantorenlocatie. Indien al, als gevolg van reeds gemaakte contractuele afspraken, het onontkoombaar is ook aan de resterende bouwlocaties de bestemming Kantoren te geven, dan zal naar de mening van de Kamer van Koophandel in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd dat uitsluitend kleinschalige kantoorontwikkelingen zijn toegestaan, gezien de enorme leegstand van grote volumes op onder meer de Binckhorst en Plaspoelpolder.”
Reactie
De Kamer van koophandel is van mening dat de verankering van het stedenbouwkundig plan in een bestemmingsplan moet worden uitgesteld totdat het bestuur van het Stadsgewest Haaglanden een nieuwe kantorenstrategie heeft vastgesteld. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft echter in haar vooroverlegreactie aangegeven in te kunnen stemmen met het concept-ontwerp bestemmingsplan, omdat het past binnen de beleidskaders van het RSP.
Overigens maakt het bestemmingsplan slechts de toevoeging van twee extra kantoorgebouwen mogelijk en betreft het plangebied slechts de helft van deelplan 26 west (het plangebied van het stedenbouwkundig plan). Er is bewust voor gekozen de overige kantoorontwikkelingen uit het stedenbouwkundig plan en de ontwikkeling van 35.000 m2 bvo aan kantoren die was voorzien in deelplan 26 oost nu niet mee te nemen in het bestemmingsplan, omdat gezien de huidige situatie op de kantorenmarkt onvoldoende zeker is of die kantoorontwikkelingen binnen de planperiode van 10 jaar ontwikkeld zullen gaan worden.