direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Ypenburg-Nootdorp, 3e herz (deelplan 26, Prins Willem Alexanderkwartier)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0190HDP263eherz-50VA

4.6 Water

Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer in het plangebied. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd over deze waterparagraaf, de plankaart en de voorschriften. In deze waterparagraaf zijn de hierbij gemaakt afspraken verwerkt.

Ten aanzien van het thema water zijn er diverse beleidsstukken van kracht. De belangrijkste worden hieronder behandeld.

EU Kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden. De richtlijn heeft tot doel de kwaliteit van al het oppervlakte- en grondwater in Europa te verbeteren. De richtlijn stelt daartoe eisen aan het waterbeheer in alle lidstaten. Streefdatum voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit is 2015, met eventueel uitstel tot 2027. De doelstellingen worden uitgewerkt in (deel)stroomgebiedsbeheerplannen. In deze plannen staan de ambities en maatregelen beschreven. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid.

Nationaal

Het Nationaal waterbeleid is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Kern is dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Belangrijk is om de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren als afwegingsprincipe te hanteren. Tevens is in het NBW vastgelegd, dat de watertoets een verplicht te doorlopen proces is in waterrelevante ruimtelijke planprocedures. Voor waterkwaliteit geldt als uitgangspunt dat verontreiniging van het water voorkomen dient te worden. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning.

Provinciaal

Het beleid van de provincie Zuid-Holland met betrekking tot water is vastgelegd in het provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010 – 2015. Dit waterplan is 11 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale Waterplan vertaalt naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:

  • 1. Waarborgen waterveiligheid
  • 2. Zorgen voor mooi en schoon water
  • 3. Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening
  • 4. Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem

Delfland

Het Waterbeheerplan 2010-2015, 'Keuzes maken en kansen benutten' is het document waarin Delfland de ambities voor de komende jaren heeft vastgelegd. Het plan beschrijft de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. Delfland investeert de komende jaren volop in het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van de zuivering van afvalwater. Klimaatverandering, zeespiegelstijging, verzilting en nieuwe wetten en regels gaan het waterbeheer de komende decennia ingrijpend veranderen. Bovendien dwingen de complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen tot het stellen van prioriteiten. Delfland spreidt daarom de maatregelen in de tijd, zodat het tempo aansluit bij de mogelijkheden van de organisatie en het gebied.

Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is getekend op 2 juli 2003. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Delfland heeft de Handreiking watertoets 2007 opgesteld. In de handreiking worden de randvoorwaarden en uitgangspunten voor een plan per thema toegelicht.

Waterplan en Waterbergingsvisie Den Haag

Het Waterplan Den Haag 2010-2015 is een gezamenlijk plan van de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland. Het beschrijft hoe de komende jaren omgegaan zal worden met water in de stad. Belangrijk nieuw element in dit Waterplan is dat het zich behalve op de waterkwaliteit ook op de veiligheid, recreatie en ruimtelijke ontwikkelingen richt.

De gemeente streeft naar het realiseren van een duurzaam vitale en aantrekkelijke leefomgeving. Daarom de lange termijndoelstelling voor dit waterplan: Het realiseren van een duurzaam schoon en gezond watersysteem, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke en veilige (leef)omgeving, waar bewoners en bezoekers van Den Haag op een bewuste manier mee omgaan.

In 2006 hebben het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Den Haag de Waterberginsgvisie Den Haag vastgesteld. Hierin is aangegeven welke ruimtelijke en technische maatregelen er genomen moeten worden om het watersysteem in Den Haag op orde te brengen. De visie bestaat uit acht deelgebiedsrapportages.

Waterkwantiteit in het plangebied

Het plangebied is gelegen in de Tedingerbroekpolder. Deze polder is niet aangewezen als locatie voor extra waterberging in het kader van ABC-Delfland. In het plangebied is wel een bergingsopgave aanwezig, omdat aan de bergingsnorm voor stedelijk gebied van 325 m3/ha dient te worden voldaan. De Tedingerbroekpolder heeft een zomerpeil van -3,8m +NAP, met een maximale peilstijging van 0,25 m.

De gemeente Den Haag kan niet voldoende waterberging realiseren in de deelplannen 19 en 26 van Ypenburg, gelegen in de Venen/Tedingerbroekpolder.

In het peilgebied de Venen/Tedingerbroekpolder ligt een grote waterplas, genoemd Plas van Reef. Omdat deze plas niet is verbonden met de watergangen in het peilgebied de Venen/Tedingerbroekpolder draagt deze plas niet bij aan de waterberging in het peilgebied.

In overleg met Delfland is voorgesteld om het tekort van 2.660 m3 te bergen in het benedenstroomse peilgebied Singels. Op dit peilgebied lozen nog twee peilgebieden: TNO terrein en de Plas Ypenburg West. Het peilgebied Singels heeft gezien de drooglegging nog voldoende bergingsruimte die niet benut wordt bij extreme regenbuien.

Waterkwaliteit in het plangebied

Voor mens en dier is een goede kwaliteit van het water belangrijk. De waterkwaliteit wordt onder andere beïnvloed door (zure) regen, bladeren, stof en vuil en uitwerpselen van vissen en vogels. Maar ook door biologische processen en afstervende planten. Wanneer is de kwaliteit van het Haagse water goed? Als iedereen overal veilig kan zwemmen? Als er bepaalde vissoorten door de grachten zwemmen? In het Waterplan Den Haag staat welke eisen er aan het Haagse water worden gesteld. En wat nodig is om deze kwaliteit te houden. Zo zorgen de gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland dat het water schoon is en schoon blijft.

Een goede waterkwaliteit is belangrijk voor Den Haag. Omdat water zich weinig aantrekt van grenzen zijn er regionale en internationale afspraken nodig. Die staan in de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in 2015 verder verbeterd is.

Uitgangspunt voor het rioleringsbeleid is “De Leidraad Riolering” en de “Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken”. Hierbij is het gebruik van voor het oppervlaktewater schadelijke stoffen zoals koper, zink en bitumineuze dakbedekking niet toegestaan. De conclusie is dat het plan geen negatief effect heeft, omdat wordt voldaan aan de Leidraad riolering en de beslisboom.

Veiligheid en waterkering

In het plangebied zijn geen waterkeringen aanwezig.