direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen
Plan: Renbaankwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0185DRenbaankwrt-50VA

Artikel 20 Wonen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. wonen;
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. (on)gebouwde parkeervoorzieningen,


en ter plaatse van de aanduiding:

  • d. 'bedrijf' tevens voor bedrijfsmatige activiteiten behorend tot categorie A en B van bijgevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging op de begane grond;
  • e. 'detailhandel' tevens voor detailhandel op de begane grond;
  • f. 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening op de begane grond;
  • g. 'garage' uitsluitend voor een garage of berging;
  • h. 'gemengd' tevens voor detailhandel, dienstverlening, kantoren en bedrijven in categorie A van bijgevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging op de begane grond;
  • i. ''horeca tot en met categorie 1' tevens gebruik voor horeca in de categorie 'Licht' op de begane grond;
  • j. 'horeca tot en met categorie 2' tevens gebruik voor horeca in de categorie 'Middelzwaar' op de begane grond;
  • k. 'horeca tot en met categorie 3' tevens gebruik voor horeca in de categorie 'Zwaar' op de begane grond;
  • l. 'kantoor' tevens voor kantoren op de begane grond;
  • m. 'maatschappelijk' tevens voor religie en kinderopvang;
  • n. 'specifieke vorm van verkeer-garageboxen' tevens voor een garagebox ten behoeve van de stalling van voertuigen of het gebruik als berging,
  • o. 'onderdoorgang' op het maaiveld tevens het gebruik als bedoeld in de naastliggende bestemmingen opgenomen bestemmingsomschrijvingen,

één en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, tuinen en overige voorzieningen.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. in uitzondering hierop mag ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding - dakopbouw’ een dakopbouw van maximaal 3,5 m hoogte gebouwd worden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mag op de begane grond geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping.
20.2.2 Aan- en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt aangebouwd vermeerderd met 0,3 m;
  • c. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de diepte van aanbouwen vanaf de gevel van het hoofdgebouw waaraan ze gebouwd worden mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • e. de maximum oppervlakte aan aan- en bijgebouwen mag buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m2 en niet meer dan 50% van het achtererfgebied bedragen
  • f. aan- en bijgebouwen die niet voldoen aan het gestelde in sub b, c, d en e zijn toegestaan en mogen herbouwd worden, indien deze op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan krachtens een verleende vergunning gebouwd mogen worden danwel aanwezig waren, met dien verstande dat de omvang en situering ervan niet mag worden veranderd.
20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 1 m;
  • b. voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn en het verlengde daarvan ten hoogste 2 m;
  • c. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 m.
20.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voor de panden gelegen aan de Nieuwe Duinweg, de Kapelweg en de Rijslag mag in uitzondering op het gestelde in de artikelen 1.7 en 1.8 de oppervlakte die wordt ingenomen door het bedrijf of het beroep/verlenen van diensten maximaal 100 m2 per pand mag bedragen;
  • b. In uitzondering op artikel 20.1 sub l is ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk aan de Havenkade uitsluitend kinderopvang op de begane grond toegestaan;
  • c. In uitzondering op artikel 20.1 sub l is ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk aan de Badhuisweg uitsluitend religie toegestaan.