direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Laakwijk-Schipperskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. garagebedrijven;
  • c. benzine- en/of servicestations;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, terreinen en laad- en losplaatsen, wegen, groen en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak mogen uitsluitend niet voor bewoning bestemde bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
  • b. een bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' zijn aanbouwen en bijgebouwen toegestaan buiten de bouwvlakken, met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingspercentage van het erf bij een hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 50 en
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 10% van de grondoppervlakte van het hoofdgebouw;
    • 3. aanbouwen en bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 4. de hoogte van een aanbouw niet meer mag bedragen dan de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw;
    • 5. de hoogte van een bijgebouw niet meer mag bedragen dan 3 m.

3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten en reclameobjecten, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van overkappingen en pompinstallaties waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 m en lichtmasten en reclameobjecten waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten en overkappingen waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten naar hun aard en omvang bij de bestemming passen.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. niet meer dan 50% van de brutovloeroppervlakte mag worden gebruikt voor kantoorruimte ten behoeve van de garagebedrijven en benzine- en/of servicestations als bedoeld in lid 3.1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' is uitsluitend een garagebedrijf toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' is uitsluitend een nutsbedrijf toegestaan;

als een bestemmingsvlak niet is aangeduid als bedoeld onder b, c, en e zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten toegestaan in de categorieën A, B en C van de Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging in de bijlagen bij de regels van dit plan, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, en inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag het aantal parkeerplaatsen dat bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan niet worden verminderd.
3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.3 onder e voor een bedrijfsactiviteit die niet in de categorieën A, B en C van de Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging in de bijlagen bij de regels van dit plan is opgenomen maar die naar haar aard en omvang van de milieuhinder vergelijkbaar is met een bedrijfsactiviteit in de categorieën A, B en C.

3.5 Specifieke procedureregels

Op de voorbereiding van een ontheffing als bedoeld in lid 3.4 is de procedure als bedoeld in lid 30.1 van toepassing.