Plan: | Oostduinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0072DOostduinen-50VA |
Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor het waterkwantiteitsbeheer. Het waterkwaliteitsbeheer in het plangebied is in handen van dit schap en de Provincie Zuid-Holland. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd over deze waterparagraaf, de plankaart en de voorschriften. In deze waterparagraaf zijn de hierbij gemaakt afspraken verwerkt. Ten aanzien van het thema water zijn diverse beleidsstukken op verschillende niveaus van belang. De belangrijkste worden hieronder behandeld.
Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De Europese Kaderrichtlijn water beoogt de bescherming van aquatische ecosystemen en het duurzaam gebruik van water. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid. Op 2 juli 2003 is in het kader van de richtlijn door rijk, provincies, waterschappen en gemeenten het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) gesloten. De richtlijn, waarin is opgenomen de Grondwaterrichtlijn, gaat van richtwaarden voor de waterkwaliteit uit. Het doel is deze in de toekomst te realiseren. Zij koppelt dit doel aan de vaststelling en uitvoering van waterhuishoudingplannen. In deze plannen moet worden vormgegeven op welke wijze andere overheidsbesluiten – zoals de vaststelling van een bestemmingsplan – een rol kan gaan spelen in het bereiken van de doelen voor de waterkwaliteit. Voor het bestemmingsplan is het in dit kader van belang te kijken naar de doelen die deze plannen stellen en de wijze waarop zij maatregelen gewenst achten..
De Vierde Nota Waterhuishouding geeft aan dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Om de veerkracht van watersystemen te vergroten dient waterconservering en waterbuffering te worden bevorderd. Voor waterkwaliteit geldt als uitgangspunt dat verontreiniging van het water voorkomen dient te worden.
Vanuit het beleid van Waterbeheer 21e eeuw (WB21) worden voor zowel waterkwantiteit als waterkwaliteit twee drietrapsstrategieën gehanteerd, om afwenteling op gebieden benedenstrooms te voorkomen. Deze strategieën zijn voor waterkwantiteit: vasthouden, bergen, afvoeren en voor waterkwaliteit: schoonhouden, scheiden, zuiveren.
In aansluiting op het nationale beleid, richt ook de provincie Zuid-Holland met haar Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 (2000) zich op duurzaam stedelijk waterbeheer. Aandachtspunten hierbij zijn:
Verder heeft de Provincie Zuid-Holland met de Zuid-Hollandse waterschappen een gezamenlijke visie over het waterbeheer in de toekomst opgesteld. Deze visie met de benaming 'Bruisend Water' behandelt een aantal thema's waarop geanticipeerd dient te worden bij beslissingen op het gebied van de ruimtelijke inrichting.
In het bestemmingsplan liggen gebieden welke door de Provincie Zuid-Holland zijn aangewezen als Milieubeschermingsgebieden. De milieubeschermingsgebieden voor grondwater zijn aangewezen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen in beginsel niet leiden tot aantasting van de stiltegebieden en grondwaterbeschermingsgebieden en structurele verstoringen moeten worden voorkomen.
Recent heeft het Hoogheemraadschap van Delfland haar waterbeheersplan geactualiseerd: 'Waterbeheersplan 2006-2009, Realiseren en intensiveren' (2005). De komende jaren ligt het accent op het realiseren van de opgestelde plannen en het intensiveren van de uitvoering ervan. De thema's waarbinnen dit plaatsvindt zijn: veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid, bruikbaarheid, aanleggen en beheren, overleggen, samenwerken, reguleren en toezicht houden.
Delfland streeft naar water als sturend beginsel in de ruimtelijke ordening. Delfland hecht veel waarde aan een robuust watersysteem en verlangt daarom een waterbergend vermogen van 325 m³ per ha voor nieuw in te richten stedelijk gebied. Ten aanzien van de waterkwaliteit in de boezemwateren streeft Delfland naar concentraties die voldoen aan de MTR-waarden van de Vierde Nota waterhuishouding.Voor het plangebied geldt geen waterbergingsnorm; het ligt buiten het stedelijk gebied en bestaat voornamelijk uit duingebied; aangenomen wordt dat het regenwater direct in de duinen infiltreert.
Het ABC-Delfland is een studieprogramma van waaruit een maatregelenpakket wordt samengesteld voor het waterhuishoudkundig systeem van Delfland. Uiteindelijk doel is het realiseren van een duurzaam watersysteem, ook in bestaand stedelijk gebied.
In het verlengde van het Nationaal Bestuursakkoord heeft het Hoogheemraadschap van Delfland in 2004 de 'Handreiking Watertoets 2004' opgesteld. Hiermee wordt inzicht gegeven in de manier waarop het Hoogheemraadschap procedureel en inhoudelijk om wil gaan met de watertoets.Bij de watertoets wordt gekeken of het beleid met betrekking tot de onderwerpen waterkwantiteit, waterkwaliteit, veiligheid/waterkeringen en ecologie hier van toepassing is. Is het beleid van een specifiek onderdeel niet van toepassing dan dient dit bij het desbetreffende onderdeel te worden vermeld.
Het Hoogheemraadschap van Delfland is belast met waterkwantiteitszorg binnen het grondgebied van de gemeente Den Haag. Op de waterlopen in Duttendel is de Delflands Algemene Keur (Keur) van toepassing, vastgesteld op 2 juni 1983 respectievelijk 22 maart 1984 en door Gedeputeerde Staten op 23 juni 1986 goedgekeurd.
In de Keur zijn regels voor het beheer van dijken, kades en oppervlaktewateren opgenomen, daaronder zijn ook de oeverstroken bij de oppervlaktewateren begrepen. Voor dempen en graven van watergangen en werkzaamheden aan of langs watergangen is zij van toepassing en is voor de werken een vergunning op basis van de Keur vereist. Ditzelfde geldt ook voor werken in de boezem. Ook voor lozingen op het oppervlaktewater is op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) een vergunning van dit schap vereist.
Veiligheid/waterkering
Het strand maakt onderdeel uit van Delflands zeewering. De functie hiervan wordt primair vervuld door de zeereep. De hoofddoelstelling voor deze zone is gericht op het in stand houden van de zeeweringsfunctie door het vastleggen van het zand en het tegengaan van betreding. De zone primaire zeewering gelegen in het plangebeid wordt als zodanig als primaire bestemming opgenomen. De kernzone moet vrij blijven van bebouwing en de beschermingszone is een zone waar alleen bouwwerken mogen die de stabiliteit van de waterkering niet negatief beïnvloeden. Daarnaast is het beleid waterkeringen te leggen in openbare gebieden, een groene inrichting waar alleen recreatief medegebruik is toegestaan.
In 1999 hebben de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland het 'Waterplan Den Haag' vastgesteld. Het is het gezamenlijk beleidsplan van de gemeente en het Hoogheemraadschap. In het plan is een visie beschreven voor het samenhangend beheer van de riolering, oppervlaktewater, watergebonden natuur en ondiep grondwater in Den Haag voor de middellange termijn.
In 2003 besloten de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland om samen de waterbergingsopgave voor Den Haag in beeld te brengen en maatregelen af te spreken om het bergingstekort voor de verschillende delen van de stad op te lossen . De afspraak om te komen tot een Waterbergingsvisie is als deelproject opgenomen in het Waterplan Den Haag. De Waterbergingsvisie Den Haag bestaat uit acht deelgebiedrapportages en een Samenvatting. In de Samenvatting staan de afspraken over de concrete uitvoering en financiering van de maatregelen, die nodig zijn om het bergingstekort in de deelgebieden op te lossen.
Zodra alle maatregelen zijn uitgevoerd, zijn er bij toekomstige plannen in de stad geen problemen meer met waterberging. Maatregelen voor het verbeteren van de waterkwaliteit blijven nog wel noodzakelijk. De Waterbergingsvisie geeft behalve oplossingen voor de bergingstekorten, ook inspirerende voorbeelden voor het bergen van extra water, die tevens een bijdrage kunnen leveren aan de waterkwaliteit.
Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen zullen Den Haag en Delfland in onderling overleg water meenemen in de planvorming en op een creatieve manier inpassen in het stedelijk gebied. De Waterbergingsvisie hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan het realiseren èn behouden van een robuust en duurzaam watersysteem in Den Haag.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat ligt in het boezemgebied van Delfland. Het vastgestelde waterpeil in het boezemgebied is NAP -0,42 m met een maximaal toelaatbare peilstijging van 40 cm. Samen met het Hoogheemraadschap is een Watervisie opgesteld, waarin met name gekeken wordt naar het waterbergingsvraagstuk en de eventuele oplossingsrichtingen. Overeenkomstig de Watervisie behoeven in dit plan geen maatregelen te worden opgenomen. Uit de uitkomsten in de Watervisie blijkt, dat voor het Boezemgebied door middel van maatregelen anders dan het toevoegen van oppervlaktewater, het thema waterkwantiteit voldoende onder controle zal kunnen worden gehouden.
Waterkwaliteit
De waterkwaliteit wordt verbeterd als alleen schoon neerslagwater wordt geloosd op het oppervlaktewater en huishoudelijk afvalwater op de zuivering. Het is van belang of er een gemengd stelsel, of een (verbeterd) gescheiden stelsel aanwezig is en of hier verandering in komt via het plan. In een groot deel van het plangebied bevindt zich geen rioolstelsel. In het overige deel ligt een gemengd rioolstelsel. Bij nieuwbouw kunnen eisen gesteld worden aan de aanleg van de riolering. Bij de aanvraag van een bouwvergunning moet in het gebouw wel een gescheiden systeem aangelegd worden tot 1.00 m. buiten de rooilijn. Indien de gemeente te zijner tijd overgaat tot het ontkoppelen van het gemengde systeem kan dit op een eenvoudige wijze ter plaatse gebeuren en behoeven er in het gebouw geen werkzaamheden plaats te vinden.