Plan: | Oostduinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0072DOostduinen-50VA |
Het duingebied bestaat uit 'jonge duinen' waarvan de vorming na 1100 is begonnen. De grootste aanvoer en verstuiving van zand vond plaats van de 13e tot en met de 17e eeuw. Bovenop oude strandwallen, duin- en strandzanden ontstonden zo reliëfrijke duinen. In de 18e en 19e eeuw traden grote verstuivingen op na beschadiging van de vegetatie door menselijk handelen (vooral het agrarisch gebruik), konijnen en het klimaat. Sinds 1854 zijn deze verstuivingen geleidelijk tot stilstand gebracht door het inplanten van helm en het reglementeren van het menselijk gebruik.
Dit betekent niet dat daarna de Oostduinen ongemoeid bleven. De spoorverbinding Den Haag-Scheveningen (na de oorlog opgeheven), een buiten van de Koninklijke familie (Ruygenhoek; in 1983 afgebrand), het Nettenboetstersveld en van recentere datum de waterwinning (sprangen, infiltratieplassen, leidingen), defensiegebruik en de recreatie zijn daar voorbeelden van.
Tot in 1870 kwamen in het gebied natte tot vochtige valleien voor die grotendeels verdwenen zijn door de waterwinning. Voor aanvang van de waterwinning lag het grondwater op 3 tot 5 meter boven NAP. Nu varieert het van 2 tot 10 meter boven NAP, afhankelijk van de aanwezigheid van winningsmiddelen. Sinds 1955 zorgt de infiltratie van rivierwater voor de aanwezigheid van permanent open water in een groot deel van de valleien.
Harstenhoek
De Harstenhoek is een van oorsprong licht geaccidenteerde duinvallei. In 1778 is deze vallei in cultuur gebracht door Leendert van der Harst die hier een boerenbedrijf stichtte. Ten behoeve van akkerbouw en veeteelt is het gebied geëgaliseerd, waarbij het zand op 1 tot 2 meter hoge wallen is opgeworpen. Deze zandwallen, ook wel "schurvelingen" genoemd, deden dienst als begrenzing van percelen van verschillende omvang en gebruik. Bekend is dat een deel van het terrein, het huidige Nettenboetstersveld, tot circa 1936 dienst heeft gedaan als koeienwei. Na beëindiging hiervan is het gebied tot rond 1960 in gebruik geweest als veld voor het drogen en boeten van vissersnetten, waarbij een deel van de zandwallen is opgeruimd. In het oostelijk deel van het gebied is Hollandveen in de onderlaag aanwezig.