direct naar inhoud van Toelichting
Plan: parapluplan Darkstores
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01

Toelichting

identificatie   planstatus    
identificatiecode:   datum:   status:  
NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01    12-10-2022   voorontwerp  
  22-12-022   ontwerp  
projectnummer:     vastgesteld  
20220766      
     
opdrachtleider:      
T. Walvius      
     
     

Hoofdstuk 1 Aanleiding bestemmingsplan parapluplan darkstores

Voorbereidingsbesluit

De raad van de gemeente Gouda heeft op 16 februari 2022 een voorbereidingsbesluit genomen op basis van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van de vestiging van darkstores. Daarmee heeft de gemeenteraad verklaard voor om voor het gehele grondgebied van de gemeente Gouda een paraplubestemmingsplan voor te bereiden voor het reguleren van flitsbezorgsupermarkten met zogeheten darkstores te reguleren. Voorts is kort gezegd een verbod inge-steld het gebruik te wijzigen naar vormen of vestigingen van bedrijvigheid als flitsbezorgsupermarkt met darkstore. Van dit verbod kan worden afgeweken met als voorwaarde dat dit het (in procedure te brengen) paraplubestemmingsplan niet doorkruist. Het besluit is in werking getreden op de dag van publicatie in het gemeenteblad, op ruimtelijkeplannen.nl en lokale kranten (17 februari 2022).

Overwegingen

Bij het besluit is overwogen dat flitsbezorging een nieuw fenomeen is waarover veel te doen is. Vestigingen van darksto-res leveren elders, in andere steden, overlast op. Vanuit de omgeving van de darkstore wordt aan de gemeente ge-vraagd regulerend te handelen. Om ongewenste hinder te voorkomen is het voorbereidingsbesluit genomen met als vervolg het opstellen van randvoorwaarden waar darkstores kunnen worden toegestaan.


Argumenten

Voor het nemen van het voorbereidingsbesluit zijn in het voorstel hiervoor, diverse argumenten opgenomen. Deze rich-ten zich op het gegeven dat darkstores veel overlast kunnen veroorzaken. De geldende bestemmingsplannen bieden mogelijk onvoldoende garantie om deze ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Een voorbereidingsbesluit was nodig ter voorkoming van ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen totdat het nieuwe planologische kader geldt. De wettelijke eis is dat uiterlijk binnen een jaar na inwerkingtreding van een voorbereidingsbesluit het ontwerp van het (paraplu)bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd.


In dit nieuwe paraplubestemmingsplan is onderzocht onder welke randvoorwaarden flitsbezorgsupermarkten in de vorm van darkstores kunnen worden toegestaan. Dit bestemmingsplan biedt dan ook hiervoor een nieuw planologisch kaders.


Bijlage 1
In bijlage 1 is het voorbereidingsbesluit met overwegingen en argumenten opgenomen.

Hoofdstuk 2 Darkstores: jurisprudentie en het bestemmingsplan

Bedrijfsopzet en ruimtelijke effecten van darkstores

Kenmerken van een darkstore

Een darkstore heeft de volgende kenmerken:

  • een distributiepunt
  • voor consumentenproducten, veelal dagelijkse goederen,
  • die online zijn besteld
  • van waaruit tal van bezorgers op fietsen en scooters de boodschappen thuisbezorgen
  • in tien minuten, bij voorkeur,
  • 24/7
  • dicht bij de klant en de woonomgeving gevestigd.


Verschil van een darkstore met een winkel

Een darkstore verschilt van een winkel:

  • is niet toegankelijk voor publiek
  • geen vergelijking ter plaatse van producten mogelijk
  • geen betaling van producten ter plaatse mogelijk
  • geen adviezen over producten door personeel mogelijk
  • geen etalage, wel geblindeerde en gesloten gevels aanwezig
  • zonder afhaalloket of afhaalbalie

Een darkstore is dus geen winkel en ook niet vergelijkbaar met een winkel.


Ruimtelijke effecten van darkstores

Uit analyse van gegevens over de praktijk van darkstores blijkt het volgende.

  • Het aantal vervoerbewegingen van bezorgers van een darkstore bedraagt zeker niet meer dan 1.000 vervoersbewe-gingen op een dag, eerder nog hoogstens 500. Dit aantal ligt aanzienlijk lager dan bij een supermarkt en een school. Het patroon van vervoersbewegingen is vergelijkbaar met dat van een supermarkt en een school.
  • Bevoorrading gebeurt doorgaans door een vrachtwagen per dag, aangevuld met een beperkt aantal bezorgwagens van een kleiner formaat op een dag.

Een darkstore kan maatregelen ter beperking of voorkoming van overlast zodanig dat de functie in de omgeving passend is. Het gaat om maatregelen die ook andere functies hebben getroffen, zoals horecagelegenheden, waardoor die func-ties als passend in de omgeving zijn te beschouwen.


Darkstores en het bestemmingsplan

Begripsbepaling detailhandel in bestemmingsplannen

In de bestemmingsplannen van de gemeente Gouda is voor detailhandel de volgende begripsbepaling opgenomen:


1… detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een supermarkt.


De bestemmingen

In diverse bestemmingsplannen in Gouda zijn meerdere bestemmingen met detailhandel opgenomen. Dit betreft de gronden met de bestemmingen:

  • Centrum - 1;
  • Centrum - 2;
  • Centrum;
  • Detailhandel;
  • Gemengd.


Jurisprudentie specifieke vormen van detailhandel en darkstores

Voor detailhandel is uitstalling van producten volgens de Afdeling bestuursrechtspaak bepalend

De Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft in de meest actuele uitspraak beoordeeld of een darkstores als detailhandel moet worden aangemerkt (ECLI:NL:RVS:2022:2851; ABRvS 6 oktober 2022, Amsterdam).

  • De begripsomschrijving van detailhandel moet zo worden uitgelegd dat er in ieder geval sprake moet zijn van een uitstalling van goederen ten verkoop in het pand. Daarvan is geen sprake.
  • De in het pand aanwezige goederen worden daar hoofdzakelijk opgeslagen met het oog op de bezorging ervan bij de kopers thuis en worden daar niet uitgestald teneinde deze aldus te tonen aan potentiële kopers ervan, die het pand bezoeken. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat het ten verkoop aanbieden, het bestellen en het betalen van de koopsom niet in het pand aan de Amsterdamsestraatweg plaatsvindt, maar online. Ook vindt de levering van verkochte goederen aan de kopers ervan ook niet in het pand plaats. De verkochte goederen worden immers bij de kopers thuis bezorgd.
  • Ook bij een aangepaste bedrijfsopzet is geen sprake van detailhandel. In die aangepaste bedrijfsopzet kunnen klanten ook bij vestigingen binnenlopen om hun bestelling op te halen of om ter plaatse via een tablet een bestelling te plaatsen en deze direct mee te nemen. Een werknemer pakt de bestelling vervolgens in. De klant mag desgevraagd ook bij de rekken met boodschappen gaan kijken om te bestellen producten aan te wijzen of te pakken. Deze aan-passing van de bedrijfsvoering moet, gelet op het aandeel ervan in de totale bedrijfsvoering in het pand, worden be-schouwd als een daaraan ondergeschikte activiteit, hetgeen ook in andere vestigingen het geval is.
  • Zoals hiervoor is overwogen is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat de in de vestiging verrichte hoofdactiviteit, door het college geformuleerd als flitsbezorgdienst, niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
  • Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de rechtbank ook worden gevolgd in haar standpunt dat niet wordt voldaan aan de tweede volzin van de begripsomschrijving van detailhandel in artikel 1.40 van de planregels, omdat in de vestiging geen showroom aanwezig is.
  • In het aangevoerde over de Dienstenrichtlijn en het gelijkheidsbeginsel ziet de voorzieningenrechter vooralsnog ook geen aanleiding voor het oordeel dat de uitspraak van de rechtbank onjuist is.

Onder deze omstandigheden is de Voorzieningenrechter van oordeel dat in het pand geen sprake is van detailhandel (ECLI:NL:RVS:2021:1546, ABRvS 14 juli 2021, Zoetermeer; ECLI:NL:RBAMS:2022:3514, ECLI:NL:RBAMS:2022:2255, ECLI:NL:RBDHA:2022:3082, ECLI:NL:RBDHA:2022:1471). Dit sluit aan op andere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. Daarin is met name overwogen dat een darkstore geen detailhandel is maar een distributiepunt. Het criterium uitstalling ter verkoop is daarbij van belang; daar voldoet een darkstore niet aan. Dit blijkt ook uit de definitiebepaling van detailhandel; een darkstore past niet binnen die begripsbepaling.


Overzicht en analyse jurisprudentie in bijlage 2

Het overzicht en analyse van jurisprudentie over darkstores en detailhandel is opgenomen in bijlage 2.

Darkstore is een specifieke bezorgdienst
Een darkstore is gelet op de hoofdactiviteit van de bedrijfsvorm aan te merken als een specifieke bezorgdienst, waarbij vanuit een distributiepunt goederen in korte tijd aan klanten in de directe omgeving worden geleverd. Het gaat daarbij niet om grootschalige aanvoer van producten die in een bedrijfshal worden verzameld en herverdeeld en vervolgens met vrachtwagens of busjes gedurende de dag worden gedistribueerd, zonder korte leveringstijd. Het is dan ook geen regulier distributiebedrijf en geen postorderbedrijf. Het gaat om een specifieke bezorgdienst.




Hoofdstuk 3 Inpassing van darkstores in het beleid, stedelijke structuur en omgeving

Rijksbeleid

De Nationale Omgevingsvisie

Het Rijk heeft op 11 september 2020 de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld. De NOVI biedt een langetermijn-perspectief op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland tot 2050. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan de grote opgaven die het aanzien van Nederland de komende dertig jaar ingrijpend zullen veranderen. Denk aan het bouwen van nieuwe woningen, ruimte voor opwekking van duurzame energie, aanpassing aan een veranderend klimaat, ontwikkeling van een circulaire economie en omschakeling naar kringlooplandbouw. Alles met zorg voor een gezonde bodem, schoon water, behoud van biodiversiteit en een aantrekkelijke leefomgeving.

Met de NOVI benoemt het Rijk nationale belangen, geeft het richting op de vier prioriteiten en helpt keuzes maken waar dat moet. Want niet alles kan overal.


Conclusie

Met dit bestemmingsplan zijn geen nationale belangen in het geding. Verder heeft het plangebied geen directe relatie met één van de thema's of bepalingen uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De ontwikkelingsruimte in dit bestemmingsplan is dermate kleinschalig dat rijksbelangen niet worden geschaad.

Provinciaal beleid

Provinciaal Omgevingsbeleid

Het Omgevingsbeleid van de provincie Zuid-Holland omvat al het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving en bestaat uit twee kaderstellende instrumenten: de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening. In de programma's Ruimte en Mobiliteit is beschreven hoe de provincie het beleid wil realiseren. Met het omgevingsbeleid streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Hieraan geeft de provincie richting door het maken van samenhangende beleidskeuzes, die volgen uit de maatschappelijke en provinciale opgaven.

De provincie wil meer ruimte en vertrouwen geven aan maatschappelijke initiatieven. De provinciale ambities zijn de kaders waarbinnen zij ruimte geeft. Met het provinciaal omgevingsbeleid sluit zij aan op de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet: het doelmatig benutten van de fysieke leefomgeving voor maatschappelijke opgaven en het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit.

Omgevingsvisie Zuid-Holland

De Omgevingsvisie van Zuid-Holland biedt een strategische blik op de lange(re) termijn voor de gehele fysieke leefomgeving en bevat de hoofdzaken van het te voeren integrale beleid van de provincie Zuid-Holland. De Omgevingsvisie vormt samen met de Omgevingsverordening en het Omgevingsprogramma het provinciale Omgevingsbeleid van de provincie Zuid-Holland. Het Omgevingsbeleid beschrijft hoe de provincie werkt aan een goede leefomgeving, welke plannen daarvoor zijn, welke regels daarbij gelden en welke inspanningen de provincie daarvoor levert.

Detailhandel

De provinciale regelgeving inzake detailhandel is er enerzijds op gericht om de ruimtelijke detailhandelsstructuur zoveel als mogelijk te versterken en de beschikbaarheid en bereikbaarheid van detailhandelsvoorzieningen te garanderen. De provincie wil ruimte geven aan dynamiek binnen de detailhandelsbranche, maar wel binnen de bestaande centra: nieuwe detailhandelsontwikkelingen moeten plaatsvinden binnen of aansluitend aan de bestaande winkelconcentraties in de centra van woonplaatsen. Binnen de centra kunnen alle detailhandelsbranches worden toegelaten en is er ruimte voor dynamiek en innovatie. Detailhandel levert een essentiële bijdrage aan de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van stedelijk gebied.

Buiten de centra kan alleen ruimte worden geboden aan specifieke branches van detailhandel ('perifere detailhandel'). Het gaat dan om detailhandel die vanwege de aard of de omvang van de goederen in ruimtelijke zin niet of niet goed inpasbaar is in de centra en die niet essentieel is voor de kwaliteit van de centra. Ook kan er onder voorwaarden ruimte worden geboden aan vormen van kleinschalige detailhandel, ondergeschikte detailhandel en afhaalpunten voor niet-dagelijkse artikelen.

De provincie Zuid-Holland heeft een aantal te versterken centra in de provinciale detailhandelsstructuur aangewezen, waaronder de historische binnenstad van Gouda. Het toekomstperspectief voor het centrum is over het algemeen goed, wat te danken is aan een ruim aanbod aan detailhandelsvoorzieningen en een breder aanbod aan publieksvoorzieningen. Het provinciale beleid richt zich op behoud en versterking van de (boven)regionale positie van het centrum.

In ruimtelijk opzicht is er geen onderscheid tussen internetdetailhandel met een publieksfunctie en een fysieke winkel daar waar afhaal- en brengpunten worden gecombineerd met andere vormen van detailhandel als reguliere detailhandel. Daarom wordt dergelijke internetdetailhandel beschouwd als reguliere detailhandel waarvoor ook de regels van de verordening gelden. Een uitzondering hierop geldt voor niet-dagelijkse artikelen, daar waar de kwaliteit van de leefomgeving en de mobiliteit niet in het geding komen en er geen sprake is van een etalage/showroomfunctie en deze locaties goed bereikbaar zijn, zoals bedrijventerreinen, op kantoorlocaties, of op brandstofverkoopplaatsen.

Mocht er sprake zijn van een vorm van detailhandel die niet zozeer vanwege de aard en de omvang van de aangeboden goederen, maar om andere redenen niet of niet goed inpasbaar is in een centrum, dan kunnen Gedeputeerde Staten hiervoor zo nodig ontheffing verlenen op basis van artikel 6.29 van de verordening.

Bedrijventerreinen

Als het gaat om bedrijventerreinen streeft de provincie Zuid-Holland naar een kwantitatief en kwalitatief evenwicht in vraag en aanbod van bedrijventerreinen op regionaal en bovenregionaal schaalniveau en een optimale benutting van bedrijventerreinen. De schaarse ruimte moet zo efficiënt mogelijk worden benut met aandacht voor kwaliteit. De provincie zet in op drie beleidslijnen:

  • a. Het in evenwicht houden en, waar nodig, brengen van de vraag naar en het aanbod van bedrijventerreinen;
  • b. Het beter benutten van bedrijventerreinen en, indien noodzakelijk, het ontwikkelen van nieuwe locaties die kwalitatief toegevoegde waarde hebben ten opzichte van de bestaande voorraad;
  • c. Het verduurzamen van bedrijventerreinen waarbij ze zich tevens voorbereiden op toekomstige ontwikkelingen.

Vanuit ruimtelijke overwegingen en het beleid om bedrijventerreinen voor reguliere bedrijven te behouden, benadert de provincie uitbreiding van perifere, solitaire en verspreide detailhandel zeer terughoudend. De provincie biedt vestigingsmogelijkheden buiten de centra alleen aan enkel specifieke branches van detailhandel aan. Het gaat dan om detailhandel die vanwege de aard of de omvang van de goederen in ruimtelijke zin niet of niet goed inpasbaar is in de centra en die niet essentieel is voor de kwaliteit van de centra. Onder voorwaarden kan ruimte worden geboden aan enkele vormen van kleinschalige detailhandel, ondergeschikte detailhandel en afhaalpunten voor niet-dagelijkse artikelen.

Omgevingsverordening Zuid-Holland

De Omgevingsverordening is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van de provincie en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:

  • a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit;
  • b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften; en
  • c. zorgvuldig beheren, beschermen en ontwikkelen van de natuur, gelet op de intrinsieke waarde, dierenwelzijn, het behouden en herstellen van de biologische diversiteit, economische belangen, volksgezondheid en openbare veiligheid.

Detailhandel wordt in de Provinciale Omgevingsverordening Zuid-Holland omschreven als:

bedrijfsmatig te koop aanbieden, uitstallen ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

In de Provinciale Omgevingsverordening (2022) is ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden voor detailhandel het volgende opgenomen (artikel 6.13 lid 1):

  • a. Een bestemmingsplan voorziet uitsluitend in nieuwe detailhandel op gronden:
  • b. binnen of aansluitend aan een bestaande winkelconcentratie in de centra van steden, dorpen en wijken;
  • c. binnen een nieuwe wijkgebonden winkelconcentratie in een nieuwe woonwijk;
  • d. binnen een nieuwe goed bereikbare en centraal gelegen winkelconcentratie als gevolg van herallocatie.

In artikel 6.13 lid 2 is het volgende bepaald:

De nieuwe detailhandel, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende eisen:

  • a. de ontwikkeling is in overeenstemming met het in het Omgevingsprogramma en de Omgevingsvisie beschreven ontwikkelingsperspectief voor de daarin benoemde te versterken centra, te optimaliseren centra en de overige centra;
  • b. aangetoond is dat als gevolg van de ontwikkeling het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en geen onaanvaardbare leegstand ontstaat;
    • 1. voor zover de ontwikkeling een omvang heeft van meer dan 4.000 m2 bruto vloeroppervlak in de binnensteden van Rotterdam en Den Haag of 2.000 m2 bruto vloeroppervlak in de andere centra, is mede met het oog op de eisen onder a en b, advies gevraagd aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.

Ingevolge het derde lid van artikel 6.13 zijn 'detailhandel in goederen die qua aard of omvang van de aangeboden goederen niet of niet goed inpasbaar is in de centra' en 'ondergeschikte detailhandel' onder voorwaarden op ene bedrijventerrein toelaatbaar. Overige artikelleden bevatten bepalingen die niet direct relevant zijn voor darkstores.

Toetsing en conclusie

De ontwikkelingsruimte in dit bestemmingsplan is dermate kleinschalig dat provinciale belangen niet worden geschaad. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en daardoor heeft het bestemmingsplan niet direct raakvlakken met de Omgevingsverordening. Voorkomen wordt dat darkstores op gronden worden gevestigd met een hogere milieucategorie voor bedrijvigheid (vanaf categorie 4.1). Een darkstore met een publieksgerichte opzet en uitstraling wordt niet op een bedrijventerrein toegestaan.

Gemeentelijk beleid

De gemeente Gouda heeft voor ruimtelijke ontwikkelingen de volgende relevante beleidskaders vastgesteld of in voor-bereiding.


Algemeen

Gemeenten streven in centrumgebieden naar een aantrekkelijke, groene, sociale en lokale plekken waar een mix aan functies aanwezig is en een diversiteit aan activiteiten plaatsvindt - cultuur, leisure, horeca, winkels, werken, consumeren en wonen - en waar ontmoeten centraal staat.


Winkelvisie 2017-2025

Het detailhandelsbeleid van de gemeente Gouda is vormgegeven in de Winkelvisie 2017-2025 met de volgende elementen.

  • Gouda streeft naar aantrekkelijke, bereikbare en vitale winkelgebieden die aansluiten bij de bezoekmotieven van de consument.
  • Inzetten op het uitbouwen van de meerwaarde van winkelgebieden in wijken en buurten als locaties voor functioneel boodschappen doen maar ook voor sociale ontmoeting en contact.
  • Voor Gouda ligt er een uitdaging om de positie te behouden en te investeren in een aantrekkelijke binnenstad met een compleet, gevarieerd en aantrekkelijk winkelaanbod.
  • De stad biedt daadwerkelijk beleving. In die lijn wil Gouda zich doorontwikkelen waarbij met name toeristisch en cultureel aanbod kunnen zorgen voor aanwas van nieuwe bezoekers aan de stad die dit bezoek combineren met een dagje uit in de binnenstad en het binden van de eigen inwoners en inwoners uit de regio.
  • Gouda streeft naar compacte en aaneengesloten winkelgebieden met grote terughoudendheid in het meewerken aan nieuwe ontwikkelingen die niet aansluiten bij bestaande voorzieningen.
  • De binnenstad is het belangrijkste winkelgebied in de categorie vergelijkend winkelen funshoppen. Het regionale detailhandelsbeleid benoemt de binnenstad van Gouda als het recreatieve winkelhart van de regio en geeft aan dat het wenselijk is om deze te versterken (sfeer en beleving).
  • In de toekomst zullen naast de detailhandels- en horecafunctie ook andere functies een meer dominante plek in de binnenstad kunnen en moeten krijgen die de levendigheid van het centrum vergroten. Deze functies kunnen betrek-king hebben op persoonlijke dienstverlening, maatschappelijke functies zoals scholing en zorg, verblijfsfuncties (o.a. hotelaanbod), toeristische en vrijetijdsfuncties, ambachten, cultuur, werken, etc. Juist het samenspel tussen deze functies en mix aan bezoekdoelen draagt bij aan een functioneel en prettig verblijfsklimaat waardoor de binnenstad bezoekers zal trekken en binden.
  • De kwaliteit van de (openbare) ruimte draagt in belangrijke mate aan bij aan de nieuwe positionering van de binnenstad als "place to be, meet, eat, work, relax and do", evenals bereikbaarheid.

Darkstores zijn niet toegankelijk voor het winkelend publiek en dragen daarom niet bij aan de ontmoetingsfunctie. Darkstores worden om die reden niet wenselijk geacht in winkelcentra tenzij ze volledig zijn geïntegreerd in een supermarkt.


Omgevingsvisie Gouda

In de omgevingsvisie Gouda (vastgesteld op 23 februari 2022) worden de volgende keuzes gemaakt.

  • Florerende stad
    Focus op de economisch gezonde stad met voldoende werk en voldoende en prettige en gevarieerde woonruimte, en sterke en uiteenlopende voorzieningen voor Gouda en omgeving, in de context van onze grote historische kwali-teiten. Een hoge kwaliteit van bebouwing en de openbare ruimte draagt bij een prettige leefomgeving.
  • Duurzame mobiliteit
    Focus op de verduurzaming van de wijze waarop we ons binnen en buiten de stad bewegen, met een verschuiving naar nog meer fietsen, wandelen en openbaar vervoer, en met ruimte voor nieuwe mobiliteitsdiensten.
  • Gezonde groene stad
    Focus op het stimuleren van onze gezondheid, door hier bij de inrichting van de stad rekening mee te houden: een aantrekkelijker en groenere openbare ruimte, met gevarieerd groen, veel biodiversiteit, aandacht voor duurzaam-heid, bescherming van de cultuurhistorische linten en groenstructuren, en zorgvuldig gekozen transitie- of ontwik-kellocaties. Aandacht voor beperken van geluidhinder en zorg voor schone lucht speelt daarbij een grote rol.
  • Profilering gebieden: bruisende binnenstad en ontmoetingsfunctie binnenstad en wijkwinkelcentra
    In lijn met de Winkelvisie 2017-2025 wordt gestuurd op een duidelijke profilering van de binnenstad, wijkwinkelcen-tra en locaties voor perifere detailhandel (PDV). Gouda kiest bewust voor één sterk kernwinkelgebied in de binnen-stad als een bruisend centrum. We streven naar een divers (groot en klein, keten en niet-keten, etc.) winkelaanbod, en voldoende plekken waar men elkaar informeel kan ontmoeten. In de binnenstad dringen we de leegstand terug. Enerzijds door voorzieningen aan te bieden voor een breed publiek, en anderzijds door ruimte te bieden voor func-tieverandering. Wijkwinkelcentra zoals Bloemendaal en Goverwelle zijn de voorzieningencentra van de Goudse wij-ken, met een sterk aanbod aan dagelijkse boodschappen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen.

Darkstores geven geen invulling aan het beleid voor de binnenstad en wijkwinkelcentra, gericht op een bruisend karakter en ontmoetingsfunctie.


Verkeerscirculatieplan

In het verkeerscirculatieplan 'Aantrekkelijk en toegankelijk Gouda' (6 mei 2021) zijn hierover ook keuzes gemaakt met onder meer de volgende specifieke speerpunten:

  • Een goede balans tussen bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid, negatieve effecten van verkeershinder verminderen door stringente keuzes
  • Verbeteren verkeersveiligheid
  • Gebruik van de fiets vergroten door een uitstekend fietsklimaat

Het verkeerscirculatieplan streeft voor autoverkeer en fietsverkeer naar de volgende structuren.


afbeelding "i_NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01_0001.png"


Figuur 3.1. Afbeeldingen Verkeerscirculatieplan Gouda


Locaties voor darkstores moeten goed aansluiten op de hoofdwegenstructuren en hoofdfietsroutes. Dit is in het belang van het inpassen van de vervoersbewegingen (bevoorrading, bezorging) in de omgeving en voor de verkeersveiligheid.


Een darkstore als onderdeel van een ontwikkeling in de samenleving

Bij het nemen van het voorbereidingsbesluit is overwogen dat een darkstore een nieuw fenomeen is in de samenleving.

  • Een darkstore sluit aan bij de behoefte die in de samenleving bestaat of zal toenemen.
  • Een darkstore is onderdeel van de trend om meer online te winkelen en voorzien in een (toenemende) behoefte aan gemak.
  • Een darkstore zorgt voor werkgelegenheid, onder andere voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.
  • Veelal wordt gebruik gemaakt van milieuvriendelijke vervoersmiddelen, zoals elektrische fietsen en wordt aan de doelstelling van het zero-emissievervoer in de stad bijgedragen. In de huidige opzet worden boodschappen afzon-derlijk bezorgd. Te verwachten is dat wordt toegewerkt naar het bezorgen van meerdere 'boodschappen' per rit. Daarbij kan een klant aangeven of een snelle bezorging gewenst is, dan meestal enkelvoudig, of dat bezorging op een bepaald tijdstip beter past, zodat een combinatie van boodschappen voor de bezorgdienst mogelijk wordt.
  • Het doen van (last minute) online boodschappen en het direct laten bezorgen door (fiets-)koeriers is een extra mo-gelijkheid voor de inwoners voor het verkrijgen van hun (dagelijkse) boodschappen. Deze mogelijkheid sluit aan bij de wensen van ook de (jonge) stedelijke bevolking en om hen aan de stad te binden. Een darkstore kan een goede invulling zijn voor leegstaande panden buiten vitale kerngebieden en kan daar bijdra-gen aan het tegengaan van verloedering.
  • Het bezorgen resulteert in minder autobewegingen van klanten. Bezorging vindt namelijk voornamelijk plaats rondom tijden voor ontbijt, lunch en avondeten, wanneer de supermarkten ook open zijn.
  • Klanten zullen door de bijna onmiddellijke beschikbaarheid minder verse waren op voorraad inkopen en daardoor ook minder hoeven weg te gooien (minder voedselverspilling dus), omdat een specifieke bestelling wordt gedaan voor het ontbijt, de lunch of avondeten. De praktijk van flitsbezorgdiensten is dat het bestelde boodschappenpakket vergelijkbaar is met de hoofdbestanddelen van het boodschappenpakket van een supermarkt: regulier eten.

Het is gewenst darkstores als nieuwe fenomeen in de samenleving in het ruimtelijk-planologisch kader te faciliteren. Immers, de samenleving heeft hieraan behoefte en darkstores kunnen ook betekenis hebben voor andere doelen van het gemeentelijk beleid. Ook hier geldt echter vanuit het principe van een goede ruimtelijke ordening, de juiste functie op de juiste plek.


Inpassing van de ruimtelijke effecten van darkstos in de omgeving

Voor het inpassen van een darkstore in een omgeving is het van belang aandacht te besteden aan de volgende ruimtelij-ke effecten.

  • Aanvoer producten
    Aanvoermogelijkheden van producten voor vrachtverkeer met een hoge frequentie gelet op de beperkte omvang van een magazijn. De toevoerwegen moeten hiervoor geschikt zijn en ter plaatse moet voor laden en lossen vol-doende ruimte aanwezig zijn. Het geluid mag geen overmatige hinder veroorzaken (draaiende motoren, koelunits). Anders dient de aanvoer in lichtere motorvoertuigen plaats te vinden.
  • Bezorging
    Een hoge frequentie van bezorging vanuit de darkstore. Hieruit volgt dat het accent van een darkstore gepaard gaat met een groot aantal vervoersbewegingen. Daarbij is ook de verkeersveiligheid van belang.
  • Ruimte voor stalling en bezorgers
    De stallingsruimte voor de vervoersmiddelen. Dit legde bij darkstores veelal een relatief groot beslag op de openba-re ruimte. Bij darkstores is inpandige stallingsruimte nodig, of buiten op eigen perceel. Het inladen van vervoersmiddelen en het samenzijn van bezorgers moeten in ieder geval binnen gebouwen plaatsvinden.
  • Bedrijfstijden
    Het frequent bezorgen vanuit de darkstore gedurende nachtelijke uren past niet centrumgebieden, gemengde ge-bieden of woongebieden. Beperking tot bezorging tot 24.00 uur is een vereiste voor de inpasbaarheid in een omgeving anders dan een bedrijventerrein, gelet op het woon- en leefklimaat van bewoners.
  • Geluid
    Vervoersmiddelen mogen geen geluid maken, zoals scooters. Fietsen en elektrische vervoersmiddelen zijn wel passend.
  • Verkeersveiligheid
    Het waarborgen van verkeersveiligheid en onbelemmerde doorgang van routes, gelet op stalling van vervoersmid-delen en het gebruik hiervan, zijn van belang voor de inpasbaarheid van een darkstore in de omgeving.
  • Omgevingskwaliteit
    Een volledig gesloten uiterlijk in de vorm van volledig dichtgeplakte ramen, en het ontbreken van een zichtrelatie met straat en geen interactie met publiek is op sommige locaties ongewenst. Een open, transparante ruimte is een vereiste voor inpassing in de omgeving. Op bedrijventerreinen zijn de interactie met de omgeving en het welstandsaspect in mindere mate t aan de orde.


Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging

De fitsbezorgingsbedrijven Flink, Getir, Gorillas en Zapp hebben een gedragscode voor de sector snelle boodschappen opgesteld.


Visie 

De bedrijven streven naar een nauwe en constructieve samenwerking met gemeenten, buurtbewoners en ondernemers. Samen wordt gezocht naar oplossingen om snelle bezorging van boodschappen op een duurzame manier in te passen in Nederland. Dit wordt gedaan aan de hand van 6 principes, geformuleerd vanuit de sector op basis van gesprekken met gemeenten, buurtbewoners en ondernemers.


De zes principes van snelle boodschap bezorging

  • 1. Wij kiezen de locaties van onze vestigingen in nabijheid van onze consumenten met zorg uit.
  • 2. Wij hebben veel aandacht voor onze buren en de openbare ruimte nabij onze vestigingen.
  • 3. Wij zorgen voor een uitstraling van onze vestigingen die past in de omgeving.
  • 4. Veiligheid voor ons personeel en medeweggebruikers heeft onze hoogste prioriteit.
  • 5. Wij zetten actief in op duurzaamheid en gaan voedselverspilling tegen.
  • 6. Wij zorgen goed voor ons personeel en zijn gecommitteerd om een nieuwe standaard te zetten in de gehele bezorgsector.

Uit de gedragscode blijkt dat de sector inzet op het faciliteren en inpassen van darkstores volgens de principes van een goede ruimtelijke ordening. Tevens wordt ingezet op het voorkomen van overlast voor de omgeving. Hierop wordt de bedrijfsvoering gericht zoals het zorgen voor opleiding en de juiste instructies voor medewerkers.

De gedragscode is als bijlage 3 voor zover nodig worden in het besluit voor afwijking aanvullende bepalingen opgenomen gericht op een zorgvuldige afstemming van het gebruik op de omgeving, zoals geluidsnormen. Nadere voorwaarden kunnen ook worden opgenomen voor de bedrijfsvoering in relatie tot een betere inpassing van het gebruik in de omgeving, zoals elementen uit de gedragscode.


Geschiktheid locaties

De afbeelding van de Omgevingsvisie Gouda geeft een beeld van de bestaande functionele structuur van Gouda. Voor de gebieden die daarin zijn onderscheiden worden heldere ontwikkelingsrichtingen geformuleerd. Dit vormt het toetsings-kader voor de vestigingsmogelijkheden voor darkstores.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01_0002.png"

Figuur 3.2. Kaart Omgevingsvisie Gouda


Binnenstad met randzones en wijkwinkelcentra

In de binnenstad met enkele randzones eromheen is functiemenging kenmerkend. Gestreefd wordt naar het behoud en versterking van een levendige, leefbare en gezellige binnenstad met behoud van het historische karakter. De binnenstad is de plek waar mensen elkaar informeel kunnen ontmoeten. Vervuilende voertuigen worden er (geleidelijk aan) ge-weerd, de nadruk ligt op toegankelijkheid van voetgangers en fietsers. De noodzakelijke bevoorrading wordt met slimme en schone stadslogistiek opgelost, zo mogelijk via één distributiehub. Wijkwinkelcentra zoals Bloemendaal en Goverwel-le zijn de voorzieningencentra van de Goudse wijken, met een sterk aanbod aan dagelijkse boodschappen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen.


De woongebieden

De woongebieden zijn planmatig van opzet. De woonfunctie is duidelijk bepalend voor het beeld van deze gebieden, met verspreid gelegen locaties voor scholen, bedrijven en andere niet-woonfuncties. De focus voor de woonwijken is gericht op het 'gewoon fijn leven', een veilige en leefbare omgeving met een gezond leefklimaat.


De bedrijventerreinen

De bedrijventerreinen worden gekenmerkt door duidelijke begrenzingen, zonder overloop in aangrenzende gebieden. Gouda zet in op het versterken van de centrumpositie voor het aantrekken van moderne en innovatieve toonaangevende bedrijven door te werken aan een gunstig vestigingsklimaat. Uitgegaan wordt van het behoud van clusters.


Randvoorwaarden voor locaties

Uit het voorgaande volgt dat een locatie voor vestiging van een darkstore aan de volgende voorwaarden moet voldoen:

  • ten aanzien van de ligging in de stedelijke structuur:
  • de locatie ligt centraal in het verzorgingsgebied; dit is een voorwaarde die weliswaar op de eerste plaats door de flitsbezorgdienst wordt gesteld;
  • de locatie maakt deel uit van een gebied met een gemengd karakter of is gelegen op een bedrijventerrein;
  • de locatie ligt niet in een winkelstraat, autovrije of autoluwe gebieden, in een voetgangerszone, in een woongebied of in een woonblok.
  • ten aanzien van de ontsluiting:
  • de locatie sluit goed aan op hoofd- of randwegen voor bevoorrading door grote voertuigen en anders aan wijkstraten;
  • de locatie sluit goed aan op een regionale fietsroute of hoofdfietsroute of een stedelijke fietsroute in verband met bezorging.
  • ten aanzien van de ligging in de omgeving:
  • de locatie ligt bij voorkeur solitair in de stedelijke structuur en wordt omsloten door wegen en/of groene randen, vergelijkbaar met enkele bedrijfslocaties en schoollocaties; woningen zijn in ieder geval op enige afstand van de locatie gesitueerd (10 meter); bij een kortere afstand worden aanvullende geluidsmaatregelen getroffen ter voorkoming van hinder;
  • de locatie heeft een bestemming voor bedrijven uit milieucategorie 2 of hoger of voldoet aan de algemeen gebruikelijke randvoorwaarden hiervoor;
  • de locatie en het toekomstig gebruik voor een darkstore voldoen aan de milieuvoorwaarden zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit, met name ten aanzien van het laden en lossen.
  • ten aanzien van de inrichting, het gebouw en het gebruik van de locatie:
  • inpandige stallings- en wachtruimte voor vervoersmiddelen en bezorgers is aanwezig en wordt als zodanig gebruikt; stallingsruimte is ook buiten toegestaan maar wel op eigen perceel;
  • in gemengde gebieden heeft het pand een zichtbare interactie met de directe omgeving en heeft dus niet een overwegend gesloten uiterlijk in de vorm van overwegend dichtgeplakte ramen zonder een zichtrelatie met straat en zonder interactie met publiek, aansluitend op de omgeving; bij vestigingslocaties op bijvoorbeeld bedrijventerreinen is dit niet aan de orde;
  • de locatie wordt zodanig gebruikt dat de woonomgeving hiervan geen hinder ondervindt;
  • voor de bezorging worden vervoersmiddelen zonder geluidsemissie ingezet;
  • voldaan wordt aan de Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging; dit blijkt uit een jaarlijkse periodieke monitoring die aan de gemeente en omgeving beschikbaar wordt gesteld.
  • aanvullende bepalingen in het besluit tot afwijking:
  • voor zover nodig worden in het besluit voor afwijking aanvullende bepalingen opgenomen gericht op een zorgvuldige afstemming van het gebruik op de omgeving, zoals geluidsnormen;
  • nadere voorwaarden kunnen ook worden opgenomen voor de bedrijfsvoering in relatie tot een betere inpassing van het gebruik in de omgeving, zoals elementen uit de gedragscode.

Hoofdstuk 4 Aanpassing bestemmingsregelingen

Aanpassingen van de bestemmingsregelingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen, artikel 1 Begrippen

In artikel 1 Begrippen van hoofdstuk 1 Inleidende regels van de bestemmingsregeling worden begrippen aangepast.

  • Voor darkstore wordt een begripsbepaling toegevoegd.
  • In de begripsbepaling 'detailhandel' wordt expliciet opgenomen dat darkstores hier niet onder vallen. Dit maakt een discussie en dus rechtszaak over de vraag of een darkstore of een bepaalde vorm hiervan als detailhandel kan of moet worden aangemerkt, overbodig.

Hoofdstuk 2 De bestemmingen

  • In de bestemmingen 'Bedrijf', 'Centrum', 'Gemengd', 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2' wordt de toelaatbaarheid van darkstores uitgesloten.
  • Via een afwijkingsbevoegdheid worden darkstores onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Dit waarborgt goed overleg door de betreffende organisaties met de gemeente en omgeving. Tevens kan op zorgvuldige wijze worden afgewogen of aan de voorwaarden wordt voldaan en desgewenst aanscherping of specifieke afstemming van het voorgenomen gebruik of op de directe omgeving nodig is in de vorm van aanvullende bepalingen.


Begripsbepalingen

Voorgesteld wordt de volgende begripsbepalingen te hanteren.


Darkstore

Niet of slechts in zeer beperkte mate voor het publiek toegankelijke opslagruimte of magazijn, niet zijnde een winkel, gericht op de distributie van overwegend consumentenartikelen en met name van dagelijkse goederen, die via internet/een app worden besteld en betaald, die op een andere locatie worden geleverd, via flitsbezorging, waarbij in relatief beperkte mate sprake is van direct fysiek klantcontact elders.


Detailhandel

Aan de begripsbepaling voor detailhandel wordt 'niet zijnde een darkstore' toegevoegd, zodat deze bepaling als volgt gaat luiden.

het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een darkstore.


Flitsbezorging 

Een specifieke vorm van een bezorgdienst, waarvan de bedrijfsvoering hoofdzakelijk is gericht op het dagelijks veelvuldig en verkopen, distribueren en afleveren van elektronisch aangeboden producten/boodschappen, die vanuit een distributiecentrum door een bezorgdienst aan en bij de consument worden geleverd. De producten/boodschappen worden vanuit een darkstore als specifieke bezorgdienst, kort na de bestelling aan de bezorger aangeleverd voor een directe levering aan de klant binnen een zeer korte termijn. Flitsbezorging richt zich niet primair op het door middel van de uitstalling ten verkoop aanbieden van producten/boodschappen aan het winkelend publiek.


Bestemmingen

De bestemmingsregeling in de bestemmingen Bedrijf, Centrum, Gemengd, Gemengd-1 en Gemengd-2 ziet er als volgt uit.


Bestemmingen 'Bdrijf', 'Centrum', 'Centrum-1', 'Centrum-2', 'Gemengd', 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2'

2.1. Bestemmingsomschrijvingen

Ter plaatse van de voor 'Bedrijf', 'Centrum', ´Centrum -1', 'Centrum-2', 'Gemengd', 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn darkstores niet toegestaan.


2.2. Afwijkingsbevoegdheid darkstores in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Centrum', ´Centrum -1', 'Centrum-2', 'Gemengd', 'Gemengd-1' en 'Gemengd-2'

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bepaalde in lid 2.1 voor het toestaan van een darkstore, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten aanzien van de ligging in de stedelijke structuur:
    • 1. de locatie ligt centraal in het verzorgingsgebied;
    • 2. de locatie maakt deel uit van een gebied met een gemengd karakter of is gelegen op een bedrijventerrein;
    • 3. de locatie ligt niet in een winkelstraat, autovrije of autoluwe gebieden, in een voetgangerszone, in een woongebied of in een woonblok;
  • b. ten aanzien van de ontsluiting:
    • 1. de locatie sluit goed aan op hoofd- of randwegen voor bevoorrading door grote voertuigen en anders aan wijk-straten;
    • 2. de locatie sluit goed aan op een regionale fietsroute of hoofdfietsroute of een stedelijke fietsroute in verband met bezorging;
  • c. ten aanzien van de ligging in de omgeving:
    • 1. de locatie ligt bij voorkeur solitair in de stedelijke structuur en wordt omsloten door wegen en/of groene randen; woningen zijn in ieder geval op enige afstand van de locatie gesitueerd (10 meter); bij een kortere afstand worden aanvullende geluidsmaatregelen getroffen ter voorkoming van hinder;
    • 2. de locatie heeft een bestemming voor bedrijven uit milieucategorie 2 of hoger of voldoet aan de algemeen gebruikelijke randvoorwaarden hiervoor;
    • 3. de locatie en het toekomstig gebruik voor een darkstore voldoen aan de milieuvoorwaarden zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit, met name ten aanzien van het laden en lossen
  • d. ten aanzien van de inrichting, het gebouw en het gebruik van de locatie:
    • 1. inpandige stallings- en wachtruimte voor vervoersmiddelen en bezorgers is aanwezig en wordt als zodanig gebruikt; stallingsruimte is ook buiten toegestaan maar wel op het eigen perceel;
    • 2. in gemengde gebieden heeft het pand een zichtbare interactie met de directe omgeving en heeft dus niet een overwegend gesloten uiterlijk in de vorm van overwegend dichtgeplakte ramen zonder een zichtrelatie met straat en zonder interactie met publiek, aansluitend op de omgeving; bij vestigingslocaties op bijvoorbeeld bedrijventerreinen is dit niet aan de orde;
    • 3. de locatie wordt zodanig gebruikt dat de woonomgeving hiervan geen hinder ondervindt;
    • 4. voor de bezorging worden vervoersmiddelen zonder geluidsemissie ingezet;
    • 5. voldaan wordt aan de Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging (10 oktober 2022); dit blijkt uit een jaarlijkse periodieke monitoring die aan de gemeente en omgeving beschikbaar wordt gesteld;
  • e. aanvullende bepalingen in het besluit tot afwijking:
    • 1. voor zover nodig worden in het besluit voor afwijking aanvullende bepalingen opgenomen gericht op een zorgvuldige afstemming van het gebruik op de omgeving, zoals geluidsnormen;
    • 2. nadere voorwaarden kunnen ook worden opgenomen voor de bedrijfsvoering in relatie tot een betere inpassing van het gebruik in de omgeving, zoals elementen uit de gedragscode.


Opzet paraplubestemmingsplan
De juridische opzet van het paraplubestemmingsplan ´darkstores' sluit aan bij de opzet van de paraplubestemmingsplannen Wonen en Parkeren.


Hoofdstuk 5 Dienstenrichtlijn

Aanpassingen bestemmingsregelingen en gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging

De aanpassingen van de bestemmingsregelingen sluiten bijna naadloos aan op de Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging. Dit is een reden te meer om te kunnen concluderen dat de aanpassingen van de bestemmingsregelingen voldoen aan de criteria noodzakelijkheid en evenredigheid uit artikel 15, derde lid onder b en c van de Dienstenrichtlijn. De uitzondering betreft het al dan niet binnen het gebouw stallen van fietsen. Op basis van de gedragscode en ervaringen met het regelen van diensten binnen het kader van de Dienstenrichtlijn worden hierna indicaties gegeven voor het wel of niet voldoen aan de Dienstenrichtlijn.

Algemeen

De aard van de activiteit wordt geregeld en niet de aard van de producten die worden bezorgd. Het is geen detailhandel of horeca, maar wel een dienst.


De Dienstenrichtlijn

Het Europese Hof van Justitie heeft op 30 januari 2018 een arrest gewezen (casus Visser Vastgoed - Appingedam; ECLI:EU:C:2018:44). Daarin heeft het Hof - kort gezegd - bepaald dat detailhandel in goederen een 'dienst' is en dat dus de Dienstenrichtlijn van toepassing is op bestemmingsplannen. De Dienstenrichtlijn verbindt voorwaarden aan het opnemen van vestigingsbeperkingen ten aanzien van dienstverleners, zoals detailhandel, in bestemmingsplannen. De reden daarvoor is dat de Dienstenrichtlijn is gebaseerd op het Europees uitgangspunt van een vrije interne markt en vrijheid van vestiging van dienstverrichters (zoals detailhandel).


Voor het stellen van eisen voor het vestigen van detailhandel kent de Dienstenrichtlijn twee verschillende regimes.

  • Het eerste regime is neergelegd in artikel 14, aanhef en onder 5 Dienstenrichtlijn. Elke eis die een beperking inhoudt en waarmee uitsluitend economische doelen worden nagestreefd, is simpelweg verboden. Uit jurisprudentie blijkt dat het verbod van artikel 14 Dienstenrichtlijn niet geldt, indien in de onderbouwing en de motivering van de brancheringsregeling wordt gewezen op ruimtelijke belangen die daaraan ten grondslag hebben gelegen of indien wordt toegelicht dat aan de regeling geen economische doelen ten grondslag liggen. Gelet op artikel 1.1.2 Bro geldt in het Nederlandse ruimtelijke ordeningsrecht echter al de voorwaarde dat met ruimtelijke voorschriften geen economische doelen kunnen worden nagestreefd. Er moeten derhalve ruimtelijke motieven aanwezig zijn. Hiermee is dit binnen het Nederlandse recht al geregeld.
  • Relevanter is het tweede in de Dienstenrichtlijn opgenomen regime, dat is neergelegd in artikel 15 lid 3. Die bepaling luidt als volgt:
    'De lidstaten controleren of de in lid 2 bedoelde eisen aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • a. discriminatieverbod : de eisen maken geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel;
  • b. noodzakelijkheid : de eisen zijn gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
  • c. evenredigheid : de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken; zij gaan niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel kan niet met andere, minder vergaande maatregelen.


Discriminatieverbod

De regeling voor darkstores maakt geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel van de te vestigen winkels. De begripsbepaling voor darkstores omvat louter kenmerken van de functie die ieder geval geen betrekking hebben op de nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel van gespecialiseerde supermarkten. Er is in de regeling voor darkstores geen sprake van een eis die een direct of indirect onderscheid maakt in de zin van artikel 15, derde lid, onder a, van de Dienstenrichtlijn. Hiermee wordt voldaan aan het discriminatieverbod.


Noodzakelijkheid

Dwingende redenen van algemeen belang volgens de Dienstenrichtlijn

Het noodzakelijkheidsvereiste betreft de vraag of vestigingsbeperking is gerechtvaardigd vanwege een dwingende reden van algemeen belang. Oftewel zijn de doelen die met de maatregel worden nagestreefd, te definiëren als dwingende maatregelen van algemeen belang zoals is omschreven in de Dienstenrichtlijn en de op basis daarvan ontstane jurisprudentie.


Van het begrip "een dwingende reden van algemeen belang" is een begripsbepaling in artikel 4 lid 8 van de Dienstenrichtlijn opgenomen en uitgewerkt in de overwegingen bij de Dienstenrichtlijn. Dit is vervolgens toegepast in de conclusie van de Advocaat-Generaal en het arrest van het Europese Hof inzake Visser Vastgoed en in de uitspraken van de Raad van State over het bestemmingsplan Appingedam Stad.

  • In de Dienstenrichtlijn staat in artikel 4 lid 8
    "Dwingende redenen van algemeen belang": redenen die als zodanig zijn erkend in de rechtspraak van het Hof van Justitie; waaronder de volgende gronden: openbare orde, openbare veiligheid, staatsveiligheid, volksgezondheid, handhaving van het financiële evenwicht van het sociale zekerheidsstelsel, bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers, eerlijkheid van handelstransacties, fraudebestrijding, bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, diergezondheid, intellectuele eigendom, behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed en doelstellingen van het sociaal beleid en het cultuurbeleid.
  • In de genoemde conclusie van de Advocaat-Generaal is dit als volgt uitgewerkt.
    Een gemeente kan er belang bij hebben om via een bestemmingsplan te bevorderen dat de binnenstad haar dynamiek en oorspronkelijke karakter behoudt. Regulering van de vestigingsmogelijkheden voor winkels kan in algemene zin onderdeel zijn van een dergelijk beleid. Bovendien is het mogelijk dat een gemeente ook de hoeveelheid en doorstroming van het verkeer binnen en buiten de stad wil beïnvloeden. Daaraan moet worden toegevoegd dat de betrokken maatregel niet economisch is in de zin dat het doel en het gevolg ervan is dat bepaalde detailhandelaars gunstiger worden behandeld dan andere. Veeleer gaat het om een manier van leven in een stad en daarmee bijna om cultuurbeleid, dat ook als een dwingende reden van algemeen belang is erkend in artikel 4, punt 8, van richtlijn 2006/123. (134)"
  • In de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan centrum Appingedam (ECLI:NL:RVS:2019:2569) wordt hierover gesteld:
    "Door middel van branchering in het perifere winkelgebied beoogt de raad een mix van winkels in het centrum te behouden of te bevorderen die is afgestemd op de behoefte en het koopgedrag van de consument. Daarmee wordt beoogd een aantrekkelijk centrum te bevorderen, om de leefbaarheid van het stadscentrum te behouden en leegstand in binnenstedelijk gebied te voorkomen. De raad heeft zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat het nastreven van deze doelen nodig is vanuit een oogpunt van bescherming van het stedelijk milieu, temeer wanneer ? zoals in Appingedam ? sprake is van een verhoudingsgewijs hoog leegstandspercentage aan winkelruimte in het stadscentrum. Gelet hierop heeft de raad zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat het behoud van de leefbaarheid van het stadscentrum en het voorkomen van leegstand in binnenstedelijk gebied, noodzakelijk zijn voor de bescherming van het stedelijk milieu en een dwingende reden van algemeen belang vormen die branchering in het perifere winkelgebied rechtvaardigt.".


Darkstores en dwingende redenen van algemeen belang

Het is noodzakelijk de vestiging van darkstores te reguleren in het belang het voorkomen van hinder en het bevorderen van een levendig en vitaal centrumgebied en een goed woon- en leefklimaat. De dwingende redenen van algemeen belang zijn daarom aanwezig.


Evenredigheid

Beoordeling van de evenredigheid van de maatregel

Het derde aspect van de toetsing aan de Dienstenrichtlijn betreft de evenredigheid, zoals genoemd onder c van artikel 15, derde lid van de Dienstenrichtlijn: 'De eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken; zij gaan niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt.'.


Op basis van de actuele jurisprudentie kan dit worden vertaald naar de volgende vragen.

  • 1. Is de maatregel geschikt en effectief om de nagestreefde doelen te bereiken?
  • 2. Wordt met de maatregelen (beperking tot één supermarkt) coherent en systematisch gehandeld om het nagestreefde doel te bereiken? De zogenoemde hypocrisietest.
  • 3. Gaan de maatregelen niet verder dan nodig om het nagestreefde doel/de nagestreefde doelen te bereiken?
  • 4. Kan het effect dat wordt bereikt met het niet toestaan van darkstores niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt?

Hierna worden deze deelaspecten van de evenredigheidseis separaat behandeld.


Bij het beantwoorden van de vraag of de maatregel geschikt is om de beoogde doelen te bereiken zijn, op basis van de recente jurisprudentie, de volgende aspecten van belang.

  • Het is vaste rechtspraak van het Europese Hof (arrest van het Hof van 13 juni 2018, Deutscher Naturschutzring, ECLI:EU:C:2018:433, punt 49) dat een maatregel voor de evenredigheidstoets slaagt indien hij kan bijdragen aan de verwezenlijking van de nagestreefde doelstelling. De maatregel hoeft niet noodzakelijkerwijs zelfstandig deze doelstelling te verwezenlijken.
  • In de uitspraak Decathlon Schiedam/Den Haag (ECLI:NL:RVS:2019:965) wordt dit door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nader uitgewerkt. Gesteld wordt dat "niet voor elke specifieke beperking die uit de regeling volgt aannemelijk te maken is dat deze er op zichzelf toe leidt dat de nagestreefde doelen worden bereikt en dat het achterwege laten daarvan er op zichzelf toe leidt dat de nagestreefde doelen niet worden bereikt. Aannemelijk moet worden dat de specifieke beperking een zinvolle bijdrage levert aan het bereiken van de met de regeling nagestreefde doelen."


Is de maatregel geschikt en effectief om de nagestreefde doelen te bereiken?

  • Het reguleren van darkstores via een bestemmingsplan is effectief en geschikt.
  • De ruimtelijke effecten van darkstores zijn zodanig dat het nodig is hiervoor een specifieke regeling te treffen in de vorm van een afwijkingsbevoegdheid, zodat een zorgvuldige afweging ten aanzien van de mogelijke vestiging kan plaatsvinden.


Wordt met de maatregelen (darkstore als specifieke bezorgdienst) coherent en systematisch gehandeld om het nagestreefde doel te bereiken? De zogenoemde hypocrisietest.

  • Bij het ontbreken van regulering kunnen darkstores zich naast elkaar vestigen (coherent en systematisch handelen, salamitactiek). Ter voorkoming hiervan en om coherent en systematisch handelen te effectueren, is regeling van afzonderlijke darkstores nodig.
  • Aangesloten wordt op de methodiek voor ruimtelijke milieuzonering en het categoriseren van bedrijfsactiviteiten in milieucategorieën door middel van toepassing van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
  • Regulering van darkstores wordt in een bestaand systeem voor regulering van bedrijfsactiviteiten ingepast en dus is sprake van coherent en systematisch handelen.


Gaan de maatregelen niet verder dan nodig om het nagestreefde doel/de nagestreefde doelen te bereiken?

  • Regulering gaat niet verder dan nodig. Darkstores worden niet per definitie en in het geheel uitgesloten.
  • Maatwerk wordt geleverd voor het toestaan van darkstores , waarvoor adequate ruimtelijke randvoorwaarden worden opgenomen.
  • Voor zover voldoen aan de regels, kan de activiteit op basis van de ruimtelijke voorwaarden in de omgeving worden ingepast.


Kan het effect dat wordt bereikt met de definiëring van darkstores als specifieke bezorgdienst, niet met andere, minder beperkende maatregelen voor het gebruik als detailhandel worden bereikt?

  • Er zijn flankerende regelingen nodig ten aanzien van verkeersveiligheid, uitstraling en dergelijke. Hierover moeten met de sector afspraken worden gemaakt.
  • De flankerende voorwaarden zijn echter onvoldoende om de ruimtelijke effecten voor de omgeving te ondervangen.
  • Er is een basisregeling nodig in het bestemmingsplan.


Darkstores en de evenredigheid van de maatregel
Geconcludeerd wordt dat de aanpassingen van de bestemmingsregelingen voldoen aan het derde aspect van de toetsing aan de Dienstenrichtlijn betreft de evenredigheid, zoals genoemd onder c van artikel 15, derde lid van de Dienstenrichtlijn: 'De eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken; zij gaan niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt.'.


Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het paraplubestemmingsplan darkstores wordt in procedure gebracht als vervolg op het genomen voorbereidingsbesluit van 16 februari 2022. Hiermee wordt een nieuw toetsingskader voor darkstores vastgesteld. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt of andere kosten die op grond van artikel 6.13 Wro dienen te worden verhaald. Gezien het voorgaande is een exploitatieplan voor dit paraplubestemmingsplan niet nodig.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Algemeen


Het paraplubestemmingsplan darkstores wordt in procedure gebracht als vervolg op het genomen voorbereidingsbesluit van 16 februari 2022. Hiermee wordt een nieuw toetsingskader voor darkstores vastgesteld.

7.2 Overleg


Conform artikel 3.1.1 van het Bro is het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan een aantal adviesinstanties, waaronder de provincie en hoogheemraadschappen.


De reacties en de gemeentelijke beantwoording zijn weergegeven in de "commentaarnota" (zie bijlage 4). Daar waar nodig is het ontwerpbestemmingsplan aangepast.

7.3 Inspraak


Voor een ieder heeft het voorontwerp ter inzage gelegd gedurende een periode van 4 weken. De reactie en de gemeentelijke beantwoording is weergegeven in de "commentaarnota" (zie bijlage 4). Daar waar nodig is het ontwerpbestemmingsplan aangepast.

7.4 Resultaten terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan

Procedure

Het ontwerp van het paraplubestemmingsplan darkstores, tezamen met de daarbij behorende bijlagen, wordt op grond van artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro), juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in de periode van 22 december 2022 tot en met 1 februari 2023 ter inzage gelegd. De terinzagelegging vindt plaats in het Huis van de Stad. Gedurende de periode van terinzagelegging kan eenieder zienswijzen indienen tegen het ontwerpbestemmingsplan.


De terinzagelegging wordt aangekondigd door middel van een publicatie in de Goudse Post en het gemeenteblad. De kennisgeving (publicatietekst) artikel 3.8 Wro en het ontwerpbestemmingsplan Darkstores wordt op www.ruimtelijke plannen.nl geplaatst.


Overzicht ontvangen schriftelijke zienswijzen en ontvankelijkheid
In totaal zijn … schriftelijke zienswijzen ingekomen. De reclamanten worden in de "Nota van beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Darkstores" benoemd. Van de zienswijzen zijn … ontvangen binnen de termijn van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en konden in behandeling worden genomen.


De inhoud van de zienswijzen gaven al dan niet aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten aan te passen (P.M.). Verwezen wordt naar onderdeel "4 Beantwoording zienswijzen" van de nota van beantwoording zienswijzen, zoals deze wordt opgenomen bij het vaststellingsbesluit.


Mondelinge zienswijzen
Van de mogelijkheid om mondelinge zienswijzen in te dienen is wel of geen gebruik gemaakt.


Besluit tot vaststelling
Het paraplubestemmingsplan darkstores wordt op …. door de gemeenteraad van Gouda al dan niet gewijzigd vastgesteld. Voor de inhoud van het besluit en de beoordeling van de zienswijzen wordt verwezen naar de tekst van het vaststellingsbesluit.