direct naar inhoud van Bijlagen toelichting
Plan: parapluplan Darkstores
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01

Bijlagen toelichting

Bijlage 1 Voorbereidingsbesluit

B.1.1. Voorbereidingsbesluit

De raad van de gemeente Gouda heeft op 16 februari 2022 een voorbereidingsbesluit genomen op basis van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening ten aanzien van de vestiging van darkstores.


De gemeenteraad heeft het volgende besloten:

  • Er wordt een paraplubestemmingsplan voorbereid voor het gehele grondgebied van de gemeente Gouda om flitsbe-zorgsupermarkten met zogeheten darkstores te reguleren. Dit besluit is op het gehele grondgebied van de gemeen-te van toepassing verklaard.
  • Het is verboden het (bestaande) gebruik van de desbetreffende gronden en bouwwerken, of gedeelten daarvan, zoals dit bestond op het moment van inwerkingtreding van dit besluit, te wijzigen naar vormen of vestigingen van bedrijvigheid die blijkens hun reclameuiting, presentatie, assortiment en/of bedrijfsvoering zijn te kwalificeren als flitsbezorgsupermarkt met darkstore.
  • en flitsbezorgsupermarkt met darkstore is een specifieke vorm van bedrijvigheid die niet gericht is op het klassieke winkelen, in de zin dat mensen ter plaatse komen om producten te vergelijken en uit te kiezen, waarvan een definitie is vastgesteld.
  • Het college van burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid op verzoek een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bedoelde verbod. Voorwaarde is dat dit het (in procedure te brengen) paraplube-stemmingsplan niet doorkruist.

Het besluit is in werking getreden op de dag van publicatie in het gemeenteblad, op ruimtelijkeplannen.nl en lokale kranten (17 februari 2022).


B.1.2. Overwegingen en argumentenvoor het nemen van het voorbereidingsbesluit


Overwegingen

Bij het besluit is het volgende overwogen:


Nieuw fenomeen

  • Flitsbezorgers is een nieuw fenomeen waarover veel te doen is. De gemeenteraad heeft hiertoe een motie aange-nomen om de komst van vestigingen van flitsbezorgers, de zogenoemde darkstores (planologisch) te ontmoedigen of geheel te blokkeren en de gemeenteraad daarvoor de middelen te geven.
  • Vestigingen van darkstores leveren elders, in andere steden, overlast op. In Gouda is sprake van één vestiging. Deze past echter niet binnen de bestemmingen voor detailhandel omdat het geen winkel is.
  • Het gaat om een nieuw fenomeen. Een rechter moet nog een oordeel geven over de toelaatbaarheid binnen de geldende bestemmingen.
  • Vanuit de omgeving van de darkstore wordt aan de gemeente gevraagd regulerend te handelen. Om ongewenste hinder te voorkomen is het voorbereidingsbesluit genomen met als vervolg het opstellen van randvoorwaarden waar darkstores kunnen worden toegestaan.

Vestiging van darkstores

  • Het ontstaan van darkstores is het effect van de verschuiving van fysiek naar digitaal winkelen die circa twee decen-nia geleden in gang is gezet. Darkstores zijn een onderdeel van de toenemende trend naar gemak en snelheid bij on-line winkelen en het voorzien in de behoefte van bepaalde consumentengroepen en gemak.
  • De bedrijfsvoering van darkstores is erop gericht om zeer snel, vaak binnen 10-20 minuten, de dagelijkse of vergeten boodschappen te bezorgen bij degene die deze online bestelt. Dit doen ze met eigen bezorgers. Hiervoor hebben ze een fijnmazig netwerk van vestigingen nodig, in de nabijheid van hun klanten, van waaruit ze hun boodschappen be-zorgen.
  • Het aantal bedrijven dat deze service biedt en het aantal locaties van waaruit dit wordt gefaciliteerd, neemt in den lande snel toe. De vestigingen (darkstores) van waaruit de diensten opereren, hebben vaak afgeplakte gevels en de vestigingen zijn niet toegankelijk voor winkelend publiek, zoals bij een standaard supermarkt wel het geval is.


Argumenten

Voor het nemen van het voorbereidingsbesluit zijn in het voorstel hiervoor, diverse argumenten opgenomen.

Darkstores kunnen veel overlast veroorzaken

  • Flitsbezorgsupermarkten in de vorm van darkstores kunnen op meerdere plekken in de stad zorgen voor een inbreuk op het woon- en leefklimaat. Hierdoor ontstaat een onaanvaardbare druk op de openbare ruimte. Die knelpunten betreffenverkeersonveilige situaties door de laad- en losbewegingen, de vele geparkeerde fietsen en het aan- en afrijden daarvan. Laden en lossen vindt vaak meerdere keren per dag plaats, waardoor de straat meerdere keren per dag versperd is.
  • Darkstores zijn niet te kwalificeren als 'winkel' in de zin van de Winkeltijdenwet en de gemeentelijke Winkeltijdenverordening. Hierdoor hoeven deze diensten zich niet aan de openingstijden uit de winkeltijdenwet te houden.
  • Vanuit omwonenden in steden waar deze darkstores reeds gevestigd zijn, worden op meerdere plekken en veelvuldig klachten ontvangen over geluidoverlast van bezorgers (ook in de late avond). Daarnaast klagen omwonenden over de claim op de openbare ruimte door de vele bezorg(bak)fietsen en scooters die her en der worden geparkeerd. Er zijn verschillende locaties waar niet meer gesproken kan worden van een aanvaardbaar woonmilieu.
  • Inmiddels heeft zich ook in Gouda zich een filtsbezorgpartij gemeld die zich in de binnenstad zou willen vestigen. Vanuit de omgeving zijn al meerdere brieven ontvangen met het verzoek om de vestiging tegen te houden omdat hier ook voor een aantasting van het woonmilieu wordt gevreesd.


Een voorbereidingsbesluit is nodig ter voorkoming van ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen totdat het nieuwe planologische kader geldt.

  • Als wordt gekeken naar de locaties waar de darkstores zich willen vestigen, zit hier vaak een detailhandelsbestemming op. Onder detailhandel wordt verstaan: het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
  • Volgens vaste rechtspraak moeten bestemmingen naar algemeen spraakgebruik worden uitgelegd. Hierbij is voornamelijk relevant wat de ruimtelijke uitstraling is van een bedrijfsactiviteit. Van detailhandel is sprake indien bedrijfsmatig goederen te koop worden aangeboden aan klanten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft hierbij eveneens van belang geacht of er producten worden geëtaleerd en de toegankelijkheid van de ruimte. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak zijn dit indicatoren of er sprake is van detailhandel (ECLI:NL:RVS:2021:1546). Het geeft het onderscheid aan tussen detailhandel in de vorm van een winkel (gevestigsd op detailhandelsbestemmingen) en detailhandel in de vorm van distributie van goederen zoals webshops en postorder (veelal gevestigd op bedrijfsbestemmingen).
  • Bij darkstores worden producten aangeboden aan klanten, maar er worden geen producten geëtaleerd en de ruimtes zijn normaliter ook niet publiekelijk toegankelijk. Verder is de ruimtelijke uitstraling niet te vergelijken met die van normale winkels. De ruimtelijke uitstraling heeft eerder iets weg van een distributiebedrijf dan van detailhandel. Er wordt daarom vanuit gegaan dat de vestiging van darkstores niet zijn toegestaan binnen de functie detailhandel.
  • Over dit relatief nieuwe concept heeft zich nog geen jurisprudentie ontwikkeld. Gemeenten waar deze zaken inmiddels al wel gevestigd zijn, betwijfelen daarom of een darkstore wel of niet onder de bestemmingen voor detailhandel zal vallen, terwijl er wel veel hinder door omwonenden wordt ervaren.
  • Om de mogelijkheid van nieuwe vestigingen van flitsbezorgsupermarkten met darkstores met onmiddellijke ingang te bevriezen, is aan de gemeenteraad voorgesteld om een voorbereidingsbesluit te nemen. Door het voorbereidingsbesluit is het niet langer toegestaan om voor het aangewezen gebied zonder nadere ruimtelijke afweging gronden of bouwwerken in gebruik te nemen als flitsbezorgsupermarkt met darkstore.


De geldende bestemmingsplannen bieden mogelijk onvoldoende garantie om deze ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan.

  • Om nieuwe vestigingen van flitsbezorgsupermarkten met darkstores zonder nadere ruimtelijke afweging te voorkomen, dient er een paraplubestemmingsplan te worden vastgesteld, waarin het vestigen van nieuwe flitsbezorgsupermarkten in de vorm van darkstores wordt gereguleerd.
  • In voorbereiding op het paraplubestemmingsplan wordt onderzocht op welke locaties en onder welke randvoorwaarden flitssupermarkten in de vorm van darkstores kunnen worden toegestaan. Ook wordt nader onderzocht in welke gebieden deze functie/activiteit niet gewenst is. Aangezien deze gebieden nu nog niet duidelijk zijn, geldt dit voorbereidingsbesluit voor het gehele grondgebied van Gouda. De wettelijke eis is dat uiterlijk binnen een jaar na inwerkingtreding van een voorbereidingsbesluit het ontwerp van het (paraplu)bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd.


Bijlage 2 Uitspraken darkstores

Hoofdlijnen Jurisprudentie over darkstores en specifieke vormen van detailhandel

Voor detailhandel is bepalend uitstalling van producten volgens de Afdeling bestuursrechtspaak (ECLI:NL:RVS:2022:2851; ABRvS 6 oktober 2022, Amsterdam)

De Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft in de meest actuele uitspraak beoordeeld of een darkstores als detailhandel moet worden aangemerkt.

  • De begripsomschrijving van detailhandel moet zo worden uitgelegd dat er in ieder geval sprake moet zijn van een uitstalling van goederen ten verkoop in het pand. Daarvan is geen sprake.
  • De in het pand aanwezige goederen worden daar hoofdzakelijk opgeslagen met het oog op de bezorging ervan bij de kopers thuis en worden daar niet uitgestald teneinde deze aldus te tonen aan potentiële kopers ervan, die het pand bezoeken. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat het ten verkoop aanbieden, het bestellen en het betalen van de koopsom niet in het pand aan de Amsterdamsestraatweg plaatsvindt, maar online. Ook vindt de levering van verkochte goederen aan de kopers ervan ook niet in het pand plaats. De verkochte goederen worden immers bij de kopers thuis bezorgd.
  • Ook bij een aangepaste bedrijfsopzet is geen sprake van detailhandel. In die aangepaste bedrijfsopzet kunnen klanten ook bij vestigingen binnenlopen om hun bestelling op te halen of om ter plaatse via een tablet een bestelling te plaatsen en deze direct mee te nemen. Een werknemer pakt de bestelling vervolgens in. De klant mag desgevraagd ook bij de rekken met boodschappen gaan kijken om te bestellen producten aan te wijzen of te pakken. Deze aanpassing van de bedrijfsvoering moet, gelet op het aandeel ervan in de totale bedrijfsvoering in het pand, worden beschouwd als een daaraan ondergeschikte activiteit, hetgeen ook in andere vestigingen het geval is.
  • Zoals hiervoor is overwogen is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat de in de vestiging verrichte hoofdactiviteit, door het college geformuleerd als flitsbezorgdienst, niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
  • Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de rechtbank ook worden gevolgd in haar standpunt dat niet wordt voldaan aan de tweede volzin van de begripsomschrijving van detailhandel in artikel 1.40 van de planregels, omdat in de vestiging geen showroom aanwezig is.
  • In het aangevoerde over de Dienstenrichtlijn en het gelijkheidsbeginsel ziet de voorzieningenrechter vooralsnog ook geen aanleiding voor het oordeel dat de uitspraak van de rechtbank onjuist is.

Onder deze omstandigheden is de Voorzieningenrechter van oordeel dat in het pand geen sprake is van detailhandel (ECLI:NL:RVS:2021:1546, ABRvS 14 juli 2021, Zoetermeer; ECLI:NL:RBAMS:2022:3514, ECLI:NL:RBAMS:2022:2255, ECLI:NL:RBDHA:2022:3082, ECLI:NL:RBDHA:2022:1471). Dit sluit aan op andere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. Daarin is met name overwogen dat een darkstore geen detailhandel is maar een distributiepunt. Het criterium uitstalling ter verkoop is daarbij van belang; daar voldoet een darkstore niet aan. Dit blijkt ook uit de definitiebepaling van detailhandel; een darkstore past niet binnen die begripsbepaling.


Voor detailhandel is bepalend uitstalling van producten volgens de Afdeling bestuursrechtspaak (ECLI:NL:RVS:2021:1546, ABRvS 14 juli 2021, Zoetermeer)

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft beoordeeld of een webwinkel en bedrijf is of dat ene webwinkel toch als detailhandel kan worden aangemerkt en daarmee past binnen een bestemming voor detailhandel (ECLI:NL:RBAMS:2022:3514, ECLI:NL:RBAMS:2022:2255, ECLI:NL:RBDHA:2022:3082, ECLI:NL:RBDHA:2022:1471).

  • Het bedrijf is in de eerste plaats een webwinkel. Producten worden online besteld en bij de klanten bezorgd.
  • Klanten kunnen de producten ook afhalen in het pand. Daarvoor is een afhaalbalie aanwezig. Daarnaast is er een experience center.
  • Op de begane grond producten, zoals kleding, schoenen en andere voor het "trailen" benodigde producten, zijn uitgestald, zoals dat ook gebeurt in winkels. De kleding, schoenen en andere producten hangen aan, onderscheidenlijk liggen in rekken en van de kleding en schoenen zijn exemplaren aanwezig in verschillende maten. De ruimte waar deze producten zijn uitgestald, is niet afgeschermd en dus toegankelijk voor klanten.
  • Personen die voor een bijeenkomst van het bedrijf of voor de testbaan komen en klanten die hun producten komen ophalen of ruilen, kunnen ter plaatse deze producten kopen.
  • Het bedrijf heeft verklaard dat de producten op zo'n manier zijn uitgestald dat de aankoop daarvan voor deze personen aantrekkelijk wordt gemaakt.

Onder deze omstandigheden is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat in het pand sprake is van de uitstalling van producten met als doel deze te verkopen. Dit wordt aangemerkt als detailhandel.


Een darkstore is geen winkel zoals bedoeld in bestemmingen voor detailhandel

In andere uitspraken van de voorzieningenrechter en de rechter van rechtbanken is ook eenduidig geconstateerd dat een darkstore geen detailhandel is zoals bedoeld in het bestemmingsplan. Daarbij is het volgende overwogen.

  • Begripsbepaling detailhandel
    • 1. Uitgangspunt is de volgende begripsbepaling:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren, leasen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen, leasen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

  • Geen detailhandel maar een distributiepunt
    • 1. Artikelen worden uitsluitend online (via website of app) aangeboden en betaald.
    • 2. Winkelend publiek kan de darkstore niet in- en uitlopen om fysiek zelf producten uit te kiezen en te kopen. In ieder geval is dat niet de hoofdmoot van de bedrijfsvoering.
    • 3. In het pand zelf worden geen producten verkocht, verhuurd of geleverd.
    • 4. Het pand dient alleen als opslag en distributiepunt voor de producten die vervolgens aan huis worden bezorgd. De flitsbezorgdienst houdt zich niet aan de winkeltijdenwet; ze zijn na 22.00 uur open.
  • Uitstalling ter verkoop
    • 1. De "uitstalling ten verkoop" is een wezenlijk onderdeel van de definitie van het begrip detailhandel. Dat in de app zichtbaar is welke goederen te koop worden aangeboden en kunnen worden besteld om bij de klant geleverd te krijgen betekent niet dat op de locatie sprake zal zijn van uitstalling ten verkoop van producten.
    • 2. Dat in de vestiging producten in stellingkasten aanwezig zijn en dat klanten in theorie ook naar de vestiging kunnen komen om deze producten via de app te kopen, voldoet niet aan het vereiste dat sprake is van de uitstalling ten verkoop.
    • 3. De ramen van het pand zijn geheel met reclamefolie bedekt, de producten zullen vanaf de openbare weg niet zichtbaar voor het publiek. Van een showroom ter plaatse is geen sprake. Klanten kunnen ter plaatse niet zelf producten uitzoeken en kopen. De app kan niet met uitstalling ten verkoop worden gelijkgesteld.
    • 4. Er moet sprake zijn van de uitstalling ten verkoop en daarnaast het ter plekke verkopen en/of leveren van goederen aan personen. Dit mag niet beperkt blijven tot aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel.
  • Relevante aspecten en betekenis van bewoordingen 'waaronder, waaronder wordt begrepen, onder meer'
    • 1. Het woord 'waaronder' in de definitie moet niet worden gelezen als 'onder meer'.
    • 2. De woorden 'waaronder begrepen' in samenhang moeten worden gelezen als 'waaronder wordt begrepen'.
    • 3. Detailhandel is het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder wordt begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen.
    • 4. De zinsnede 'waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen' is geen uitbreidende bijzin.
    • 5. De woorden 'en/of' volgt niet dat sprake is van drie alternatieve vereisten.

Een darkstore voldoet niet aan de begripsomschrijving van detailhandel. In de hiervoor opgenomen actuele uitspraken van de voorzieningenrechter en de rechter van rechtbanken is eenduidig geconstateerd dat een darkstore geen detailhandel is zoals bedoeld in het bestemmingsplan. Daarbij is met name overwogen dat een darkstore geen detailhandel is maar een distributiepunt. Het criterium uitstalling ter verkoop is daarbij van belang; daar voldoet een darkstore niet aan. Dit blijkt ook uit de definitiebepaling van detailhandel; een darkstore past niet binnen die begripsbepaling.


Uitstalling ter verkoop en ondergeschikte detailhandel

Uit de uitspraken volgt dat 'uitstalling ter verkoop' van belang is voor het oordeel of een darkstore als passend binnen de begripsbepaling detailhandel kan of moet worden aangemerkt. Bij het bedrijf in Zoetermeer was hiervoor specifieke ruimte ingericht en werden producten ook aangeboden als in een winkel. Het magazijn bevond zich elders in het pand. De inrichting van een darkstore kan hierop worden aangepast, om ervoor te zorgen dat de vestiging als detailhandel wordt aangemerkt.


Echter, hierbij kan een parallel worden getrokken met 'ondergeschikte detailhandel' van een bedrijf gevestigd op een bedrijventerrein, met een kleinschalige verkoopruimte (50 m2). Dit is veelal in bestemmingsplannen mogelijk gemaakt. Toch is hier bepalend dat het bedrijf in hoofdzaak is gericht op productie van goederen en wordt de ondergeschikte detailhandel niet als detailhandel aangemerkt.


Een darkstore verschilt nadrukkelijk van een winkel. Daarbij is cruciaal of sprake is van het op hoofdzaak gericht zijn op ter plaatse verkoop van goederen of niet. Bij een darkstore is dat niet het geval; de bedrijfsvoering is hoofdzakelijk gericht op het leveren van goederen bij de klanten thuis, detailhandel ter plaatse zal altijd ondergeschikt zijn. Een darkstore is een bijzondere vorm van een distributiebedrijf en heeft niet de ontmoetingsfunctie die een winkel voor een centrumgebied of winkelcentrum wel heeft.


Het is rekening houdend met het nog niet uitontwikkeld zijn van jurisprudentie over darkstores voor de eenduidigheid van de bestemmingsregeling, nodig om in de begripsbepaling van detailhandel darkstores expliciet uit te zonderen en hiervoor een zelfstandige begripsbepaling op te nemen.


Overzicht jurisprudentie

ECLI:NL:RVS:2022:2851 - AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK - VOORLOPIGE VOORZIENING - AMSTERDAM - 6 OKTOBER 2022

  • R.o. 4.2. De voorzieningenrechter ziet naar zijn voorlopig oordeel in wat door Flink B.V. is aangevoerd onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure geen stand zal houden. Hierbij wordt het volgende in aanmerking genomen.
    Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de rechtbank worden gevolgd in haar standpunt dat de wijze waarop het pand door Flink B.V. ten tijde van het besluit van 11 februari 2022 werd gebruikt, niet in overeenstemming was met de omschrijving van het begrip detailhandel als opgenomen in artikel 1.40 van de planregels. De voorzieningenrechter volgt het oordeel van de rechtbank dat die begripsomschrijving zo moet worden uitgelegd dat er in ieder geval sprake moet zijn van een uitstalling van goederen ten verkoop in het pand. Daarvan is geen sprake. De in het pand aanwezige goederen worden daar hoofdzakelijk opgeslagen met het oog op de bezorging ervan bij de kopers thuis en worden daar niet uitgestald teneinde deze aldus te tonen aan potentiële kopers ervan, die het pand bezoeken. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat het ten verkoop aanbieden, het bestellen en het betalen van de koopsom niet in het pand aan de Amsterdamsestraatweg plaatsvindt, maar online. Ook vindt de levering van verkochte goederen aan de kopers ervan ook niet in het pand plaats. De verkochte goederen worden immers bij de kopers thuis bezorgd.
    Ten tijde van het besluit op bezwaar had Flink B.V. haar bedrijfsvoering aangepast. Op de zitting heeft Flink een toelichting gegeven op deze aanpassing. Klanten kunnen nu ook bij vestigingen van Flink B.V. binnenlopen om hun bestelling op te halen of om ter plaatse via een tablet een bestelling te plaatsen en deze direct mee te nemen. Een werknemer pakt de bestelling vervolgens in. De klant mag desgevraagd ook bij de rekken met boodschappen gaan kijken om te bestellen producten aan te wijzen of te pakken. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat deze aanpassing van de bedrijfsvoering niet maakt dat wel wordt voldaan aan de omschrijving van het begrip detailhandel in het bestemmingsplan. Immers, uit de ter zitting door Flink B.V. gegeven toelichting maakt de voorzieningenrechter op dat deze aanpassing van de bedrijfsvoering, gelet op het aandeel ervan in de totale bedrijfsvoering van Flink in het pand, moet worden beschouwd als een daaraan ondergeschikte activiteit, hetgeen ook in andere vestigingen van Flink B.V. het geval is. Zoals hiervoor is overwogen is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat de door Flink B.V. in de vestiging verrichte hoofdactiviteit, door het college geformuleerd als flitsbezorgdienst, niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
    Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de rechtbank ook worden gevolgd in haar standpunt dat niet wordt voldaan aan de tweede volzin van de begripsomschrijving van detailhandel in artikel 1.40 van de planregels, omdat in de vestiging geen showroom aanwezig is.
    In het door Flink B.V. aangevoerde over de Dienstenrichtlijn en het gelijkheidsbeginsel ziet de voorzieningenrechter vooralsnog ook geen aanleiding voor het oordeel dat de uitspraak van de rechtbank onjuist is.
    De voorzieningenrechter komt daarom vooralsnog tot de conclusie dat het door Flink B.V. aangevoerde over de rechtmatigheid van de besluiten van 11 februari 2022 en 30 mei 2022 geen aanleiding geeft voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.


ECLI:NL:RBAMS:2022:3514 - RECHTBANK AMSTERDAM - AMSTERDAM - 23 JUNI 2022

Overweging uitspraak

  • R.o. 7: Van detailhandel is geen sprake omdat winkelend publiek de darkstore niet kan in- en uitlopen om fysiek zelf producten uit te kiezen en te kopen. Verzoekster biedt haar artikelen immers uitsluitend online aan. In het pand zelf worden geen producten verkocht, verhuurd of geleverd. Het pand dient alleen als opslag voor de producten die vervolgens aan huis worden bezorgd. Daarmee heeft het gebruik van het pand alle kenmerken van een distributiecentrum van waaruit producten per (bak)fiets worden bezorgd.
  • R.o. 8: In het bestemmingsplan staat immers dat bedrijven zijn toegestaan met inachtneming van artikel 27.2 van het bestemmingsplan. Daarin wordt verwezen naar een lijst van toegestane bedrijfsactiviteiten, de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bedrijven die vallen onder categorie A van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn op de betrokken locaties toegestaan. Een darkstore met flitsbezorging of een distributiecentrum staat daar niet onder A genoemd. Anders dan verzoekster betoogt, blijkt uit de formulering van artikel 27.2 van het bestemmingsplan dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten onder categorie A vallen. Dit is dus een limitatieve opsomming.


Bevinding

De rechtbank overweegt inhoudelijk dat darkstores geen detailhandel is:

  • inkelend publiek kan de darkstore niet in- en uitlopen om fysiek zelf producten uit te kiezen en te kopen. Artikelen worden uitsluitend online aangeboden.
  • In het pand zelf worden geen producten verkocht, verhuurd of geleverd.
  • Het pand dient alleen als opslag voor de producten die vervolgens aan huis worden bezorgd. Het is een distributiecentrum van waaruit producten per (bak)fiets worden bezorgd.

Een distributiecentrum staat niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.


ECLI:NL:RBAMS:2022:2255 - RECHTBANK AMSTERDAM - AMSTERDAM - 26 APRIL 2022

Overweging uitspraak

  • R.o. 6.3: Uit nummer 64 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt dat onder de hoofdcategorie "Post en telecommunicatie" de bedrijfsactiviteit "post en koeriersdiensten uitsluitend zijnde fietskoeriers" vallen onder categorie A en dus ter plaatse zijn toegestaan op grond van artikel 37.5 van de planregels. Niet in geschil is dat verzoekster geen post- en telecommunicatiebedrijf is.
    Dat de bedrijfsactiviteit van verzoekster daarmee vergelijkbaar moet worden geacht, zoals verzoekster stelt, volgt de voorzieningenrechter niet.
    • 1. Ten eerste is de flitsbezorgdienst 24/7 actief.
    • 2. Daarnaast is een flitsbezorgdienst niet vergelijkbaar met een postdienst, waar de nadruk ligt op de bezorging van een goed van de ene partij, de verzender, naar de andere partij, de ontvanger. Bij een flitsbezorgdienst is er geen losse verzendpartij, want het goed ligt opgeslagen bij de flitsbezorgdienst.
    • 3. De ontvangende partij bestelt ook niet bij een verzendende partij het goed, maar kiest juist een goed dat bij de flitsbezorgdienst in hun assortiment wordt aangeboden.

Kortom, de activiteiten van de flitsbezorgdienst kunnen niet los gezien worden van de darkstore als opslag/distributiecentrum en de daarbij komende activiteiten zoals het meerdere malen per dag bevoorraden door leveranciers. Een opslag/distributiecentrum komt niet voor in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

  • R.o. 6.3: Evenmin is er sprake van detailhandel omdat winkelend publiek de darkstore niet kan in- en uitlopen om fysiek zelf producten uit te kiezen en te kopen. Verzoekster biedt haar artikelen immers online aan. Dit betekent dat de bedrijfsactiviteiten van verzoekster in strijd zijn met de ter plaatse geldende bestemming. Er is dus sprake van een overtreding.
  • R.o. 8.4: Uit klachten van omwonenden, zoals door verweerder omschreven, blijkt dat met de flitsbezorgdienst de leefbaarheid van bewoners in de straat onder druk komt te staan. Zo leiden de vele (fiets)transportbewegingen van de koeriers en de leveranciers, het laden en lossen (bevoorraden) van de darkstore en het parkeren van (brom)fietsen tot verkeersonveilige situaties in de straat waar tevens een basisschool is gevestigd. Daarnaast zorgen fietskoeriers voor overlast als zij geen bestelling hebben te bezorgen en bij het pand staan te wachten. Verzoekster heeft op de zitting toegelicht dat zij de geluidsoverlast in ieder geval 's nachts beperkt door de fietskoeriers in de darkstore te laten wachten, maar ook dan is aannemelijk dat het af- en aanrijden van fietskoeriers 's nachts in een straat waar wordt gewoond voor geluidsoverlast zorgt.


Bevinding

De rechtbank overweegt dat de darkstore geen postorderbedrijf is, maar een distributiebedrijf.

  • De flitsbezorgdienst 24/7 actief.
  • Er is geen sprake van losse verzendpartij.
  • De ontvangende partij bestelt niet bij een verzendende partij het goed, maar kiest juist een goed dat bij de flitsbezorgdienst in hun assortiment wordt aangeboden.

De rechtbank overweegt inhoudelijk dat darkstores geen detailhandel is:

  • Winkelend publiek kan de darkstore niet in- en uitlopen om fysiek zelf producten uit te kiezen en te kopen. Artikelen worden uitsluitend online aangeboden.
  • In het pand zelf worden geen producten verkocht, verhuurd of geleverd.
  • Het pand dient alleen als opslag voor de producten die vervolgens aan huis worden bezorgd. Het is een distributiecentrum van waaruit producten per (bak)fiets worden bezorgd.
  • Een distributiecentrum staat niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.


ECLI:NL:RBDHA:2022:3082 - RECHTBANK DEN HAAG - GOUDA - 6 APRIL 2022

Overweging uitspraak

  • R.o. 6.2: De voorzieningenrechter overweegt dat 'uitstalling ten verkoop' een wezenlijk onderdeel is van de definitie van detailhandel. De voorzieningenrechter volgt verzoekster niet in haar stelling dat het woord 'waaronder' in de definitie moet worden gelezen als 'onder meer' en dat daaruit volgt dat de resterende zin een voorbeeld is van wat detailhandel (onder meer) inhoudt. De voorzieningenrechter overweegt dat de woorden 'waaronder begrepen' in samenhang moeten worden gelezen als 'waaronder wordt begrepen'. Oftewel: detailhandel is het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder wordt begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen.
    De voorzieningenrechter volgt verzoekster ook niet in haar stelling dat de zinsnede 'waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen' een uitbreidende bijzin is, aangezien de definitie taalkundig niet meer klopt als deze zinsnede zou worden weggelaten.
    De voorzieningenrechter volgt verzoekster ten slotte ook niet in de stelling dat uit de woorden 'en/of' volgt dat sprake is van drie alternatieve vereisten. In dat geval zou immers alleen de uitstalling ten verkoop, zonder het daadwerkelijk verkopen of leveren van goederen al als detailhandel moeten worden aangemerkt. De voorzieningenrechter overweegt dat sprake moet zijn van de uitstalling ten verkoop en daarnaast het verkopen en/of leveren van goederen aan personen.
  • R.o. 6.3: De voorzieningenrechter komt vervolgens toe aan de vraag of verzoekster met de door haar genomen maatregelen voldoet aan de definitie van detailhandel. Verzoekster heeft toegelicht dat in de vestiging producten in stellingkasten aanwezig zijn en dat klanten naar de vestiging kunnen komen om deze producten via de app te kopen.
    De voorzieningenrechter acht het echter op voorhand niet evident dat daarmee wordt voldaan aan het vereiste dat sprake is van de uitstalling ten verkoop. De voorzieningenrechter acht in dat kader van belang dat verzoekster haar artikelen online via een app aanbiedt en dat het niet mogelijk is om buiten de app om producten te kopen in de vestiging of in de vestiging zelf de gewenste fysieke producten uit te zoeken. Dit betekent dat het bestreden besluit naar het oordeel van de voorzieningenrechter in zoverre niet evident onrechtmatig is.

Bevinding

In de uitspraak is ten aanzien van darkstores en detailhandel het volgende geconstateerd.

  • Begripsbepaling
    Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren, leasen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen, leasen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
  • Betekenis woorden
    • 1. De 'uitstalling ten verkoop' is een wezenlijk onderdeel van de definitie van detailhandel.
    • 2. Het woord 'waaronder' in de definitie moet niet worden gelezen als 'onder meer'.
    • 3. De woorden 'waaronder begrepen' in samenhang moeten worden gelezen als 'waaronder wordt begrepen'.
    • 4. Detailhandel is het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder wordt begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen.
    • 5. De zinsnede 'waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen' is geen uitbreidende bijzin.
    • 6. De woorden 'en/of' volgt niet dat sprake is van drie alternatieve vereisten.

Er moet sprake zijn van de uitstalling ten verkoop en daarnaast het verkopen en/of leveren van goederen aan personen.

  • Dat in de vestiging producten in stellingkasten aanwezig zijn en dat klanten naar de vestiging kunnen komen om deze producten via de app te kopen voldoet niet aan het vereiste dat sprake is van de uitstalling ten verkoop.


ECLI:NL:RBDHA:2022:1471 - RECHTBANK DEN HAAG - OEGSTGEEST - 25 FEBRUARI 2022

Overweging uitspraak

  • R.o. 8.2: Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is gelet op de letterlijke tekst van artikel 1.39 de "uitstalling ten verkoop" een wezenlijk onderdeel van de definitie van het begrip detailhandel. Verzoekster voert aan dat wel sprake is van de uitstalling van goederen, omdat in de app immers zichtbaar is welke goederen te koop worden aangeboden en kunnen worden besteld om bij de klant geleverd te krijgen.
    Hieruit blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet dat op de locatie [adres] [huisnummer] sprake zal zijn van uitstalling ten verkoop van producten. Aangezien de ramen van het pand geheel met reclamefolie zijn bedekt, zullen de producten vanaf de openbare weg niet zichtbaar voor het publiek. Van een showroom ter plaatse is ook geen sprake. Evenmin is het de bedoeling dat klanten ter plaatse zelf producten kunnen uitzoeken en kopen. Dat in een app alleen producten zijn aangegeven die zich op het adres [adres] [huisnummer] bevinden en dat alleen die producten via die app besteld kunnen worden, kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet met uitstalling ten verkoop worden gelijkgesteld.
    R.o. 8.3: Gelet reeds hierop is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van detailhandel als bedoeld in aan artikel 1.39 van de planregels. Dit betekent dat ter plaatse niet zal worden voldaan aan artikel 4.1 van de planregels. Door het adres [adres] [huisnummer] voor een flitsbezorgdienst te gaan gebruiken zou verzoekster daarom in strijd handelen met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo. Verweerder was dan ook bevoegd om handhavend op te treden tegen verzoekster.
  • R.o. 9.2: Verweerder wenst geen medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingplan voor de vestiging van een flitsbezorgdienst ter plaatse, omdat op basis van de bestemmingen die gelden voor [adres] wordt getracht een prettige winkelstraat te creëren. Deze winkelstraat wordt gekenmerkt door kleinschalige winkels in het luxere en hogere segment. De winkelvoorzieningen moeten daarnaast goed passen binnen het bestaande woonmilieu en moet goed aansluiten op het kleinschalig dorpskarakter en het rustige karakter van het omliggende woongebied. Een gebruik zoals hier aan de orde valt hier niet onder. Verweerder is daarom ook niet bereid tot legalisering. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan niet gezegd worden dat die motivering kennelijk onhoudbaar is.


Bevinding

In de uitspraak is ten aanzien van darkstores en detailhandel het volgende geconstateerd.

  • De "uitstalling ten verkoop" is een wezenlijk onderdeel van de definitie van het begrip detailhandel. Dat in de app zichtbaar is welke goederen te koop worden aangeboden en kunnen worden besteld om bij de klant geleverd te krijgen betekent niet dat op de locatie sprake zal zijn van uitstalling ten verkoop van producten.
  • De ramen van het pand zijn geheel met reclamefolie bedekt, de producten zullen vanaf de openbare weg niet zichtbaar voor het publiek. Van een showroom ter plaatse is geen sprake. Klanten kunnen ter plaatse niet zelf producten uitzoeken en kopen. De app kan niet met uitstalling ten verkoop worden gelijkgesteld.

De beoordeling van toelaatbaarheid van darkstores heeft de volgende constateringen opgeleverd.

  • De darkstores passen niet in of bij een prettige winkelstraat, kleinschalige winkels in het luxere en hogere segment, passen binnen het bestaande woonmilieu en goed aansluiten op het kleinschalig dorpskarakter en het rustige karakter van het omliggende woongebied.


Bijlage 3 Gedragscode Service Snelle Boodschappen Bezorging

Visie

Wij streven naar een nauwe en constructieve samenwerking met gemeenten, buurtbewoners en ondernemers. We zoeken samen naar oplossingen om snelle bezorging van boodschappen op een duurzame manier in te passen in Nederland. Dit doen wij aan de hand van 6 principes, geformuleerd vanuit de sector op basis van gesprekken met

gemeenten, buurtbewoners en ondernemers.

De zes principes van snelle boodschappenbezorging

  • 1. Wij kiezen de locaties van onze vestigingen in nabijheid van onze consumenten met zorg uit.
  • 2. Wij hebben veel aandacht voor onze buren en de openbare ruimte nabij onze vestigingen.
  • 3. Wij zorgen voor een uitstraling van onze vestigingen die past in de omgeving.
  • 4. Veiligheid voor ons personeel en medeweggebruikers heeft onze hoogste prioriteit.
  • 5. Wij zetten actief in op duurzaamheid en gaan voedselverspilling tegen.
  • 6. Wij zorgen goed voor ons personeel en zijn gecommitteerd om een nieuwe standaard te zetten in de gehele bezorgsector.

1. Wij kiezen de locaties van onze vestigingen in nabijheid van onze consumenten met zorg uit

Onze diensten zijn populair onder consumenten omdat wij on demand boodschappen op locatie bezorgen. Wij kunnen alleen snel bezorgen als we in de buurt zitten van onze klanten. De locatie van

onze vestigingen is daarom cruciaal en het werkt expliciet niet vanuit perifere bedrijfsgebieden, net zoals

dit niet zou werken voor een pizzeria of buurtsupermarkt. Wij doen het volgende voor een goede

inpassing in de buurt:

  • Wij kiezen onze vestigingen met grote zorg uit, in samenspraak met gemeenten. Dit is maatwerk waarbij we de juiste balans tussen buren, klanten en werknemers vinden.
  • Wij vestigen ons niet in centrale winkelstraten, voetgangerszones of in de nabijheid van basis- of middelbare scholen.
  • Bevoorrading wordt tot een minimum beperkt en we vestigen ons niet op locaties waar bevoorrading niet mogelijk is. We werken samen met gemeenten om geschikte laad- en losplekken te realiseren.

2. Wij hebben veel aandacht voor onze buren en de openbare ruimte nabij onze vestigingen

Wij willen een goede buur zijn en voelen ons onderdeel van de buurt. Daarom gaan wij goed om met de openbare ruimte nabij onze vestigingen.

  • Waar mogelijk en wanneer dit passend is, zullen we fietsen en scooters binnen in het pand of op eigen terrein plaatsen. Als fietsen buiten staan, plaatsen we fietsen dicht bij elkaar met ten minste 1,5 meter ruimte voor voetgangers.
  • Waar mogelijk en wanneer dit passend is, zullen we fietsen en scooters binnen in het pand of op eigen terrein plaatsen. Als fietsen buiten staan, plaatsen we fietsen dicht bij elkaar met ten minste 1,5 meter ruimte voor voetgangers.
  • Alle vestigingen hebben een inpandige recreatieruimte voor personeel zodat mensen binnen kunnen blijven tijdens pauzes en tussen bestellingen door.
  • Wij voorkomen luide gesprekken of muziek bij de ingang van de vestigingen. Vóór 08:00 's ochtends en na 20:00 is het personeel stil, hier wordt op gecontroleerd.
  • Er wordt niet gerookt in groepjes voor de ingang van de vestigingen, vuilnis wordt netjes weggezet en de stoep wordt schoongehouden.
  • Elke vestiging heeft een aanspreekpunt voor de buurt en de gemeente. Contactgegevens zijn duidelijk zichtbaar vanaf de buitenkant van het pand.

3. Wij zorgen voor een uitstraling van onze vestigingen die past in de omgeving

  • Wij zijn open en transparante bedrijven en willen dit in het aangezicht van de vestigingen laten zien, om locaties goed in te passen in de omgeving.
  • We zorgen voor transparante ruiten en gebruiken geen stickers daar waar dat kan. Sommige ruimtes vragen een bepaalde mate van privacy, zoals sanitair of wachtruimtes voor bezorgers.
  • Samen met de buurt of gemeente zoeken we een alternatief voor de plint passend bij de buurt en het straatbeeld.

4. Veiligheid voor ons personeel en medeweggebruikers heeft onze hoogste prioriteit

Als bedrijf zien wij erop toe dat onze bezorgers veilig kunnen deelnemen aan het verkeer, de geldende verkeersregels in acht nemen en andere verkeersdeelnemers respecteren. Hiervoor committeren wij ons aan verschillende maatregelen:

  • Er is géén belofte om boodschappen binnen 10 minuten te bezorgen. Tijd wordt gewonnen door goede locatie van de vestiging (nabij de consument) en slimme verwerking van bestellingen daarbinnen, niet op de fiets. We kunnen snel bezorgen omdat we dichtbij klanten zitten.
  • Al onze bezorgers krijgen een verkeerstraining en het advies een helm te dragen die door ons ter beschikking gesteld wordt. Bezorgers zullen geen zware boodschappen op hun rug vervoeren.
  • We begrenzen de maximale snelheid van onze elektrische fietsen tot 25 km/h en elektrische scooters tot 45 km/h. Elk voertuig heeft een telefoonhouder voor veilige navigatie.
  • Er zijn geen (financiële) prikkels om snel te fietsen. Ons personeel krijgt een uurloon en wordt niet afgerekend op langzaam bewegen in het verkeer, noch extra beloond voor snelheid.

5. Wij zetten actief in op duurzaamheid en gaan voedselverspilling tegen

  • Met onze dienst dragen we bij aan een duurzamere stad met minder auto's en minder uitstoot.
  • Bezorging van de boodschappen wordt gedaan met elektrische fietsen en e-scooters.
  • Wij committeren ons aan verschillende initiatieven om voedselverspilling tegen te gaan.
  • Bij het hanteren van verpakkingen wordt aandacht besteed aan milieuvriendelijke keuzes.

6. Wij zorgen goed voor ons personeel en zijn gecommitteerd om een nieuwe standaard te zetten in de gehele bezorgsector

  • In een korte periode hebben we in Nederland duizenden banen gecreëerd. In deze snelle groei willen wij goed voor ons personeel zorgen.
  • Het overgrote deel van onze werknemers is in loondienst en valt onder de E-commerce CAO, welke mede door ons is geïnitieerd.
  • Onze werknemers verdienen meer dan het minimumloon, hebben vakantiedagen, krijgen doorbetaald bij ziekte. Daarnaast bouwt iedereen die 21 jaar of ouder is een pensioen op.
  • Wij volgen de verplichtingen uit de arbeidswetten en houden ons aan de verplichte afdracht van sociale premies en belastingen.
  • We geloven in eerlijke kansen voor iedereen en verwelkomen daarom ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn doorgroeimogelijkheden voor al ons personeel.
  • Wij zijn voor een expliciet verbod voor bezorgers jonger dan 16 jaar.
  • In de vestigingen zelf zorgen wij voor een veilige en fijne omgeving. In onze vestigingen zijn stellingen niet te zwaar beladen en worden zware producten – zoals sixpacks en glazen flessen – niet hoog geplaatst.

Maatwerk

Hierboven staan de zes algemene principes waaraan wij ons als sector committeren. Samen met gemeenten willen we maatwerk leveren voor elke vestiging.

Daarnaast maken wij voor elke vestiging samen met de gemeente specifieke afspraken over bijvoorbeeld parkeren, bevoorrading en het aangezicht van de vestiging. Hiermee borgen wij maatwerk in elke gemeente, elke locatie is immers anders.

Uitvoering

Deze gedragscode is op initiatief van en van toepassing op Flink, Getir, Gorillas en Zapp. De inhoud van deze code wordt nadrukkelijk onder de aandacht gebracht bij onze werknemers en andere direct betrokkenen. Wij zien erop toe dat de afspraken worden nageleefd. Verder zijn wij met elke gemeente waar wij ons gaan vestigen of reeds actief zijn ook in nauw overleg, om eventuele vragen en klachten die hen bereiken ook aan te pakken. Hiermee willen wij als sector aanspreekbaar en benaderbaar zijn en blijven.

Dit is de eerste versie van deze gedragscode. Op basis van vervolggesprekken met gemeenten, buurtbewoners en ondernemers zullen wij deze principes bijwerken. Door periodieke revisies willen wij deze gedragscode blijvend laten aansluiten op een constant veranderende samenleving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.BPLUDARKSTORES-ON01_0003.png"

Bijlage 4 Commentaarnota

B4.1. Inspraakreacties

Inspraakreactie

Samenvatting

  • a. Er is bezorgdheid als binnenstadbewoner over de flitsbezorgdiensten. Eerlijk gezegd zijn dergelijke diensten NIET NODIG. Er zijn allerlei andere en goedkopere manieren om aan levensmiddelen te komen, inclusief bezorging aan huis. Deze bestaande manieren worden door flitsdiensten deels oneerlijk beconcurreerd omdat ze niet aan dezelfde eisen hoeven te voldoen. Regulering is erg ingewikkeld getuige het aantal pagina's van het paraplubestemmingsplan.
  • b. Het tweede punt is de HANDHAVING. Als binnenstadbewoner valt me op dat de gemeente Gouda en de politie Midden-Holland hierin nu al tekortschieten. Maaltijdbezorgers overtreden verkeersregels, jagen jongere en oudere bewoners schrik aan en reageren negatief op aanwijzingen van bewoners en publiek omdat ze onmogelijke doelen moeten halen.

Voor flitsbezorgingsdiensten geldt dit IN VERSTERKTE MATE. De huidige praktijk laat zien dat het gemak van enkelen leidt tot overlast voor vele anderen. Ik denk dat de gemeente moet staan voor AL haar bewoners en de rug recht moet houden tegen ongewenste maatschappelijke ontwikkelingen. Gouda kan daarmee een voorbeeld worden van hoe het WEL moet.

Overwegingen gemeente

  • a. De gemeente Gouda heeft geen mogelijkheden een dienstverlener te verbieden zich te vestigen met argumenten zoals voorgesteld. De Europese Dienstenrichtlijn ziet hierop toe. Daaruit volgt dat beperkingen alleen kunnen worden opgelegd om dwingende redenen van algemeen belang en als die beperking noodzakelijk en evenredig zijn. Dat andere dienstverleners vergelijkbare diensten aanbieden is daarvoor geen toereikend argument. Dan wordt vooral getreden in concurrentieverhoudingen, waar de overheid zich niet in mag mengen.
  • b. Ten aanzien van hinderlijk gedrag in het verkeer (o.a. te hard rijden) treedt de politie op op grond van de verkeerswetgeving. Ten aanzien van parkeerexcessen, is een en ander in de Apv Gouda 2020 in artikel 5:6 Apv geregeld. Hierbij gaat het om onder meer om het juist stallen van fietsen/bromfietsen in de rekken/fietsenstalling of daarvoor aangewezen vakken. Handhaving treedt hiertegen op. Er ligt een voorstel om een nieuw artikel aan de Apv toe te voegen, artikel 5:6a. Dat artikel bevat een algemeen verbod tegen fiets/bromfiets hinderlijk en overlast gevend parkeren op alle locaties in Gouda. De Apv vormt dan een grondslag om tegen dergelijk excessief parkeergedrag op te treden.
    In de afwijkingsbevoegdheid worden voorts de volgende bepalingen voorgesteld:
    • 1. Artikellid 2.3.b.2: de locatie sluit goed aan op een regionale fietsroute of hoofdfietsroute of een stedelijke fietsroute in verband met bezorging;
    • 2. Artikellid 2.3.d.1: inpandige stallings- en wachtruimte voor vervoersmiddelen en bezorgers is aanwezig en wordt als zodanig gebruikt; stallingsruimte is ook buiten toegestaan maar wel op het eigen perceel;
    • 3. Artikellid 2.3.d.3: de locatie wordt zodanig gebruikt dat de woonomgeving hiervan geen hinder ondervindt;
    • 4. Artikellid 2.3d.5: voldaan wordt aan de Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging (10 oktober 2022); dit blijkt uit een jaarlijkse periodieke monitoring die aan de gemeente en omgeving beschikbaar wordt gesteld;
    • 5. Artikellid 2.3.e: aanvullende bepalingen in het besluit tot afwijking:
      1. voor zover nodig worden in het besluit voor afwijking aanvullende bepalingen opgenomen gericht op een zorgvuldige afstemming van het gebruik op de omgeving, zoals geluidsnormen;
      2. nadere voorwaarden kunnen ook worden opgenomen voor de bedrijfsvoering in relatie tot een betere inpassing van het gebruik in de omgeving, zoals elementen uit de gedragscode.

Bepalend is dat de politie handhaaft, handhaving wordt straks nog beter mogelijk op basis van de aangevulde Apv en de voorwaarden in de afwijkingsbevoegdheid voorzien in het voorkomen van overlast zoals gevreesd. Ook de gedragscode waarborgt dit. In de gedragscode is daarnaast opgenomen dat voor de omgeving ene centraal aanspreekpunt beschikbaar is waar overlast kan worden gemeld. Vervolgens wordt dan hierop door de dienstverlener actie ondernomen. De gemeentelijke inzet is gericht op het voorkomen van overlast voor de omgeving zoals in de inspraakreactie aan de orde is gesteld.

Conclusie

Het bestemmingsplan wordt niet gewijzigd naar aanleiding van de inspraakreactie.

B54.2. Overlegreacties

Geen opmerkingen

De volgende instanties op het verzoek advies te geven over het Voorontwerpbestemmingsplan parapluplan Darkstores gereageerd dat het plan niet op bezwaren stuit en dat er geen opmerkingen zijn:

  • Het Hoogheemraadschap van Rijnland, Afdeling Vergunningverlening en Handhaving
  • Hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard, Vergunningverlening Afdeling Publiekszaken
  • Veiligheidsregio Hollands Midden

Provincie Zuid-Holland

Samenvattingoverlegreactie

  • a. De beschrijving van het provinciale beleid in hoofdstuk 3, p. 8, is niet actueel en bovendien erg summier. Het is relevant dat ook wordt ingegaan op onze regels uit de Omgevingsverordening voor detailhandel alsmede beleid voor bedrijventerreinen. Hier kan bijvoorbeeld worden genoemd dat het aansluit bij provinciale uitgangspunten doordat darkstores niet vallen onder de begripsomschrijving voor detailhandel.
  • b. Vanuit het bedrijventerreinenbeleid lijkt het niet wenselijk dat darkstores op terreinen met hoge milieucategorieën terecht kunnen komen omdat dit de gebruiksmogelijkheden van HMC zou kunnen beperken. De verwachting is dat darkstores zich daar ook niet graag vestigen. Het is in de planregels uit te sluiten, waarbij wordt gedacht aan aanpassing van artikel 2.3.c.2.2.

Overwegingen gemeente

  • a. De weergave van het provinciale beleid wordt geactualiseerd en de Omgevingsverordening wordt aan het beleidskader toegevoegd.
  • b. Wij zijn het eens met het advies bedrijventerreinen met een hogere milieucategorie gereserveerd te houden voor de daar bedoelde bedrijvigheid. Terecht wordt verondersteld dat darkstores zich daar ook niet wensen te vestigen. Artikellid 2.3.d.2 wordt als volgt aangepast: 'de locatie heeft een bestemming voor bedrijven uit milieucategorie 2, 3.1 of 3.2 of voldoet aan de algemeen gebruikelijke randvoorwaarden hiervoor;'. Daarmee is verzekerd dat geen vestiging plaatsvindt op bedrijfspercelen met een milieucategorie van 4.1.

Conclusie

  • In de toelichting van het bestemmingsplan wordt het provinciale beleid geactualiseerd en de toelichting wordt uitgebreid met de Omgevingsverordening.
  • Artikellid 2.3.d.2 wordt als volgt aangepast: 'de locatie heeft een bestemming voor bedrijven uit milieucategorie 2, 3.1 of 3.2 of voldoet aan de algemeen gebruikelijke randvoorwaarden hiervoor;'.

GGD Hollands Midden, medische milieukunder, gezondheidsbescherming,toezicht en GHOR

Samenvatting overlegreactie

A. Aandachtspunten

Bij de advisering heeft de GGD gebruikgemaakt van het document “Kernwaarden voor een gezonde leefomgeving”, waarbij 10 gezondheidskundige principes worden uitgewerkt die idealiter in elk ruimtelijk plan of -beleid aan bod komen. De volgende (aandachts)punten worden meegegeven, die vooral relevant zijn wanneer darkstores in centrumgebieden, gemengde gebieden en woongebieden worden gerealiseerd.

  • Bij het voorkomen van hinder bij de aanvoer van producten kan ook gedacht worden aan de ondergrond van het eventuele laad- en losstation. Klinkers en stoeptegels kunnen weer voor meer hinder zorgen bij rinkelende karretjes. Laden en lossen kan ook inpandig worden geregeld. Daarnaast kan door het kiezen van de juiste laad- en loskarren (met stille banden) ook hinder beperken.
  • Naast geluid en andere vormen van hinder afkomstig van de voertuigen kan ook gedacht worden aan de bezorgers die op de stoep wachten (kletsen) tot de volgende bestelling. Denk hierbij ook aan het rookgedrag van de bezorgers. Hierover kunnen afspraken gemaakt worden met de buurt, bijvoorbeeld door een plek aan te wijzen waar bezorgers kunnen wachten.
  • Zorg voor een goede stalling van de benodigde fietsen/scooters, zodat zij geen overlast veroorzaken op de stoep of weg. Dit geldt ook voor persoonlijk vervoer en niet alleen voor bedrijfsvervoersmiddelen.
  • Voor bedrijfsvervoersmiddelen is elektrisch vervoer (of fietsen) een goede eis. In het kader van veiligheid (bijvoorbeeld brandgevaar) zou het goed zijn om ook de Veiligheidsregio te bevragen.
  • Zorg voor een vriendelijke en open uitstraling van de darkstores, zodat het straatbeeld prettig blijft. Denk hierbij aan duurzame opties voor verlichting en energieverbruik.
  • Heb aandacht voor mogelijke hinder van het ventilatie of koelsysteem naar de woonomgeving. Denk bijvoorbeeld aan geur en geluidsoverlast. Pas de NSG-norm van 30 dB toe bij het plaatsen van warmtepompen, omdat deze betere bescherming biedt tegen het mogelijk optreden van hinder dan de voorgestelde norm van de rijksoverheid. Daarnaast is het met het oog op het vermijden van slaapverstoring- verstandig om warmtepompen en omvormers niet vlakbij een slaapkamerraam van nabij gelegen woningen te plaatsen. Daarnaast is door een goede dimensionering (enige overcapaciteit), juiste inregeling en montage (op zware bouwdelen, trillingsdempers, omkasting) de geluidhinder sterk te beperken.
  • Betrek de buurt door middel van participatie bij het initiatief om mogelijke onrust in te perken. Een plek om klachten in te dienen en vragen te stellen is daarom goed idee.

B. Voorstel toevoeging voorwaarden aan regels voor geluid

Voorgesteld wordt de volgende voorwaarden voor geluid aan de regels toe te voegen.

  • 1. Het bezorgen van producten uit de darkstore mag uitsluitend van maandag tot en met zondag plaatsvinden in de periode gelegen tussen 17:00 uur en 24:00 uur. Gemeente Gouda: deze voorwaarde gebruiken wanneer een begin- en eindtijd wenselijk is.
  • 2. De bezorging van producten mag uitsluitend plaatsvinden door middel van fietsen, elektrische fietsen en elektrische scooters. Gebruik van voertuigen met verbrandingsmotoren is niet toegestaan.
  • 3. Deze fietsen, elektrische fietsen en elektrische scooters mogen uitsluitend inpandig gestald worden.
  • 4. Tijdens het wachten op een bezorging moeten de bezorgers hun fietsen, elektrische fietsen en elektrische scooters inpandig stallen.
  • 5. In de darkstore moet een wachtruimte aanwezig zijn waar de bezorgers kunnen wachten op uit te voeren bezorging.
  • 6. Bezorgers moeten tijdens het wachten op een bezorging zich zoveel mogelijk in de wachtruimte van de darkstore bevinden.
  • 7. Het aanleveren van voorraad voor de darkstore met behulp van voertuigen met verbrandingsmotor mag slechts 3 maal per dag plaatsvinden, van maandag tot en met zaterdag, tussen 07:00 uur en 19:00 uur. Gemeente Gouda: eventueel andere dagen en/of tijden invoeren.
  • 8. Motoren van bevoorradingsvoertuigen mogen alleen in werking zijn, wanneer dit voor het transport, koelen en het laden of lossen strikt noodzakelijk is.
  • 9. Bij het laden en lossen van bevoorradingsvoertuigen wordt gebruik gemaakt van best beschikbare technieken.

Overwegingen gemeente

A. Aandachtspunten

Het advies vraagt onder meer specifiek aandacht voor het aspect geluid in relatie tot de omgeving. Ingestemd wordt met het advies dat de regels gericht moeten zijn op het voorkomen van geluidsoverlast. Hiervoor zijn met name de volgende bepalingen voorgesteld:

  • Artikellid 2.3.c.1

de locatie ligt bij voorkeur solitair in de stedelijke structuur en wordt omsloten door wegen en/of groene randen; woningen zijn in ieder geval op enige afstand van de locatie gesitueerd (10 meter); bij een kortere afstand worden aanvullende geluidsmaatregelen getroffen ter voorkoming van hinder;

  • Artikellid 2.3.c.3

de locatie en het toekomstig gebruik voor een darkstore voldoen aan de milieuvoorwaarden zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit, met name ten aanzien van het laden en lossen;

  • Artikellid 2.3.d.1

inpandige stallings- en wachtruimte voor vervoersmiddelen en bezorgers is aanwezig en wordt als zodanig gebruikt; stallingsruimte is ook buiten toegestaan maar wel op het eigen perceel;

  • Artikellid 2.3.d.3

de locatie wordt zodanig gebruikt dat de woonomgeving hiervan geen hinder ondervindt;

  • Artikellid 2.3.d.4

voor de bezorging worden vervoersmiddelen zonder geluidsemissie ingezet;

  • Artikellid 2.3.d.5

voldaan wordt aan de Gedragscode Sector Snelle Boodschappen Bezorging (10 oktober 2022); dit blijkt uit een jaarlijkse periodieke monitoring die aan de gemeente en omgeving beschikbaar wordt gesteld;

  • Artikellid 2.3.d.5

aanvullende bepalingen in het besluit tot afwijking:

1. voor zover nodig worden in het besluit voor afwijking aanvullende bepalingen opgenomen gericht op een zorgvuldige afstemming van het gebruik op de omgeving, zoals geluidsnormen;

2. nadere voorwaarden kunnen ook worden opgenomen voor de bedrijfsvoering in relatie tot een betere inpassing van het gebruik in de omgeving, zoals elementen uit de gedragscode.

Deze regels borgen op een adequate wijze dat het aspect geluid nadrukkelijk deel uitmaakt van de afweging en bevatten hiervoor ook de voorwaarden, zoals het voldoen aan het Activiteitenbesluit, geen hinder voor de woonomgeving, geluidsemissiearme voertuigen, voldoen aan de Gedragscode Snelle Boodschappen Bezorging en de bevoegdheid bij de vergunningverlening vooraarden te stellen, met name in de vorm van geluidsnormen. De overtuiging bestaat dat hiermee een toereikende set regels wordt gesteld, zoals door de Omgevingsdienst wordt beoogd.

B. Voorstel toevoeging voorwaarden aan regels voor geluid

Ten aanzien van het voorstel voor toevoeging van voorwaarden aan regels voor geluid wordt het volgende overwogen.

  • Voorwaarde 1
    De voorgestelde beperking voor bezorging tussen 17.00 uur en 24.00 uur is te stringent. Hiermee zou geen bedrijfsvoering mogelijk zijn. Bezorging voorafgaand aan 17.00 uur, op de eetmomenten ontbijt en lunch, maakt een belangrijk deel uit van de bedrijfsvoering. Het stellen van zulke stringente voorwaarde heeft beperkingen tot gevolg die strijdig zijn met artikel 15, derde lid onder b en c van Dienstenichtlijn. Immers, er worden meer dan voldoende voorwaarden gesteld om hinder, zoals geluid, te voorkomen. Er is geen ruimtelijk argument om aanvullend op de gestelde voorwaarden, nog verdergaande beperkingen op te leggen; die zijn ook niet in de overlegreactie genoemd. Als gevolg daarvan zou zo'n stringente beperking strijdig zijn met de Dienstenrichtlijn.
  • Voorwaarden 2, 3, 4, 5 en 6
    In de gesprekken over een vestiging zullen de aspecten bestrating en het gebruik van bevoorradingsmateriaal aan de orde worden gesteld. De verwachting is dat aanvullend op de gemeentelijke randvoorwaarden, ook diverse elementen uit de gedragscode ervoor zorgen dat de omgeving geen noemenswaardige overlast zal ervaren. De dienstverlener werkt samen met de gemeente om geschikte laad- en losplekken te realiseren, levert maatwerk ten aanzien van elke vestiging en maakt met de gemeente specifieke afspraken over bijvoorbeeld parkeren, bevoorrading en het aangezicht van de vestiging. De genoemde ondergrond van het eventuele laad- en losstation en de juiste laad- en loskarren (met stille banden) komen daarbij aan de orde.
    - Bij dit soort dienstverlening is het niet gebruikelijk dat laden en lossen inpandig gebeurt. De genoemde eisen ten aanzien van laden en lossen en het Activiteitenbesluit borgen een goed woon- en leefklimaat.
    - Een open uitstraling is in artikellid 2.3.d.2 als voorwaarde gesteld voor gemengde gebieden; voor een bedrijventerrein is die voorwaarde niet van toepassing.
    - Zorg voor een vriendelijke en open uitstraling van de darkstores, zodat het straatbeeld prettig blijft. Denk hierbij aan duurzame opties voor verlichting en energieverbruik.
    - De voorwaarde in artikellid 2.3.d.3 dat de locatie zodanig wordt gebruikt dat de woonomgeving hiervan geen hinder ondervindt, voorziet in het voorkomen van hinder van warmtepompen.
    - Het gebruikmaken van de afwijkingsbevoegdheid zoals voorgesteld in artikellid 2.3 voorziet in een procedure, waarbij de omgeving wordt betrokken. Ook de gedragscode bevat bepalingen dat er voldoende overleg met de omgeving plaatsvindt. Daartoe behoort ook een centraal aanspreekpunt voor de omgeving.

Ook voor de in het overzicht genoemde aspecten is de voorgestelde set regels toereikend.

  • Voorwaarden 7, 8 en 9
    De eerste voorwaarde betreft een voorwaarde die niet van toepassing kan zijn op een darkstore. De bevoorrading zoals die wordt beoogd (voorwaarde 7) komt overeen met de wijze waarop darkstores worden bevoorraad. Desgewenst kunnen bij de vergunningverlening dergelijke voorwaarden aanvullend worden opgenomen. Datzelfde geldt voor de voorwaarden 8 en 9. Zie hiervoor artikellid 2.3.d.5.

Conclusie

Het bestemmingsplan wordt niet gewijzigd naar aanleiding van de overlegreactie.

B4.3. Ambtshalve overwegingen

Aan artikel 2:10 van de Apv Gouda wordt toegevoegd dat de sluitingstijden van darkstores aansluiten bij de sluitingstijden van winkels en van horeca (afhalen en bezorgen).