Plan: | Correctieve herziening Schielands Hoge Zeedijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.1607BPcorshzeedijk-DF01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Correctieve herziening Schielands Hoge Zeedijk' van de gemeente Gouda.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0513.1607BPcorshzeedijk-DF01 met bijbehorende regels en bijlagen.
het bestemmingsplan Schielands Hoge Zeedijk met identificatienummer
NL.IMRO.0513.1600BPshzeedijk-DF01 van de gemeente Gouda.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van
diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw of een samenstel van gebouwen, geen bedrijfswoning zijnde, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor één of meerdere personen van wie de huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein daar noodzakelijk is.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond; hieronder wordt niet begrepen:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
geluidszone rondom een industrieterrein waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
voormalig varend bedrijfsvaartuig dat tijdelijk bewoond of onbewoond en volgens het bestuur Binnenhavenmuseum Turfsingel van museale waarde is.
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder.
een gebouw dat door zijn constructie, afmetingen of situering, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven van de vestiging van inrichtingen, en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
het gebied dat wordt begrensd door de contour waarbinnen de letaliteit (de kans om te overlijden) van personen 1 % is.
een gedeelte van het water, al dan niet bestemd of geschikt om door een woonschip/bedrijfsvaartuig met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen.
de bovenkant van een afgewerkt terrein dat een gebouw c.q. bouwwerk omgeeft.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
activiteiten die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de gevel van een gebouw die gelegen is aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van een gebouw vormt.
(denkbeeldige) lijn waarin of waarachter de voorgevel van een gebouw is geplaatst en die is doorgetrokken naar de zijdelingse perceelsgrenzen.
voorzieningen, zoals straatvoorzieningen voor afvalstoffen, transformatorhuisjes, schakelkasten, telefooncellen en wachthuisjes, met een inhoud van maximaal 50 m3 per op te richten bouwwerk en een hoogte van maximaal 3,00 meter.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
bedrijven, zoals bedoeld in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
(een gedeelte van) een gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouding.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden.
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Op voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 3.1 genoemde omschrijving en waarbij de onderstaande bouwregels in acht dienen te worden genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 11.2 (vrijwaringszone - molenbiotoop).
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met in achtneming van de volgende regels:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met in achtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder f. voor de realisatie van bouwwerken tot maximaal 40 meter, mits:
De ingebruikname van het gebied dat is aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke aanleg groen' voor oleochemisch bedrijf, als bedoeld in lid 3.1.e en 3.1.f, is uitsluitend toegestaan indien daaraan voorafgaand een groene verbinding als bedoeld in artikel 3.1.i. is gerealiseerd in het gebied dat is aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - groen'.
Voor het oleochemisch bedrijf als bedoeld in lid 3.1.e en 3.1.f geldt nog het volgende: de stikstofemissie tengevolge van dit bedrijf mag niet meer bedragen dan 70 ton NOx/jaar.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag past de in artikel 3.6.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de activiteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de volgens artikel 3.1 sub a, b, c, respectievelijk d, toegelaten categorieën.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen met toepassing van artikel 3.9a Wet ruimtelijke ordening om in afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 risicovolle activiteiten toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Op voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 1 genoemde omschrijving en waarbij de onderstaande bouwregels in acht dienen te worden genomen:
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met in achtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder f. voor de realisatie van bouwwerken geen gebouw zijnde tot een bouwhoogte van maximaal 20 meter en voor gebouwen tot maximaal 12 meter, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag past de in 4.5.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de activiteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de volgens artikel 4.1 sub a toegelaten categorieën.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Indien een omgevingsvergunning activiteit archeologie als bedoeld in de Verordening inzake monumenten en archeologie noodzakelijk is, mag het bouwen op de in lid 5.1 bedoelde gronden ten dienste van de andere daar voorkomende bestemming uitsluitend geschieden nadat het bevoegd gezag omgevingsvergunning heeft verleend.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarde in haar gelaagdheid in de vorm van:
waarbij steeds de volgende kwaliteiten in het geding zijn:
Voor het bouwen gelden, in afwijking van de bouwregels bij de andere daar voorkomende bestemmingen, de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders kunnen, na advies te hebben ingewonnen bij de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 ten behoeve van een andere hoogte of kapvorm. De afwijking mag ten hoogste 20% van de bestaande maatvoering bedragen.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een verboden gebruik is in ieder geval het gebruik:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden voor het oprichten van bouwwerken en beplantingen de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in lid 11.2 ten behoeve van een grotere bouwhoogte mits:
Bij de omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden gesteld aan de situering en bouwhoogte van het betreffende bouwwerk.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op een afwijking ten aanzien van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, maatvoeringsgrenzen en overige aanduidingen in dit plan in het horizontale vlak die noodzakelijk is, ofwel ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzichte van hetgeen in dit plan is aangegeven, niet meer dan 15 meter bedraagt.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Correctieve herziening Schielands Hoge Zeedijk.