3.2 Bouwregels
Op voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 3.1 genoemde omschrijving en waarbij de onderstaande bouwregels in acht dienen te worden genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 19.2 (vrijwaringszone - molenbiotoop).
3.2.1 Algemeen
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken;
-
b. bouwwerken hoger dan 15 meter mogen uitsluitend worden uitgevoerd als technische- en/of procesinstallatie;
-
c. in het gebied met de 'specifieke bouwaanduiding - 1'. 50% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
d. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 2'. 80% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter;
-
e. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 3'. 30% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 15 m, 40% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10 % mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
f. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 4'. 70% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 15 meter;
-
g. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 5'. 100% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 7 meter;
-
h. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 6'. 80% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 15 meter en 20% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter;
-
i. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 7'. 50% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
j. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 8' 80% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 20 meter;
-
k. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 9'. 50% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
l. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 10': 50% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
m. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 11': 50% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 25 meter en 10% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 35 meter;
-
n. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 12'. 70% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 15 meter, waarbij over een lengte van maximaal 50 meter aaneengesloten mag worden gebouwd;
-
o. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 13': 60% van dit gebied mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 10 meter;
-
p. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 14': 70% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 10 meter;
-
q. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 15': 70% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 10 meter;
-
r. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 16': 50% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 10 meter;
-
s. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 17'. 70% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 10 meter;
-
t. in het gebied met 'specifieke bouwaanduiding - 18'. 100% mag worden bebouwd met een maximale hoogte van 15 meter;
-
u. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 5 meter.
3.2.2 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen ter vervanging van bestaande of het verbouwen van bestaande bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
-
c. de goot- en bouwhoogte van een los van de bedrijfsbebouwing staande bedrijfswoning mag niet meer dan 7 resp. 11 meter bedragen;
-
d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3;
-
e. voor bijgebouwen bij de bedrijfswoning dient te worden voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld voor bijgebouwen bij woningen in artikel 10.2 onder c.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Voorwaardelijke aanleg groen
De ingebruikname van het gebied dat is aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke aanleg groen' voor oleochemisch bedrijf, als bedoeld in lid 3.1.d en 3.1.e, is uitsluitend toegestaan indien daaraan voorafgaand een groene verbinding als bedoeld in artikel 3.1.h. is gerealiseerd in het gebied dat is aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijf - groen'.
3.5.2 Voorkomen hinder
Voor het oleochemisch bedrijf als bedoeld in lid 3.1.d en 3.1.e geldt nog het volgende: de stikstofemissie tengevolge van dit bedrijf mag niet meer bedragen dan 70 ton NOx/jaar.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Afwijken staat van bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. het bepaalde in artikel 3.1 sub a om activiteiten uit categorie 4.2 of 5.1 van de bijbehorende staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken;
-
b. het bepaalde in artikel 3.1 sub b om activiteiten uit categorie 4.1 of 4.2 van de bijbehorende staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken;
-
c. het bepaalde in artikel 3.1 sub c om activiteiten uit categorie 3.2 of 4.1 van de bijbehorende staat van bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken;
-
d. het bepaalde in artikel 3.1 sub a, b of c om activiteiten toe te laten die niet genoemd worden in de bijbehorende staat van bedrijfsactiviteiten.
3.6.2 Voorwaarden afwijken
Het bevoegd gezag past de in artikel 3.6.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de activiteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de volgens artikel 3.1 sub a, b, respectievelijk c, toegelaten categorieën.