direct naar inhoud van 4.4 Flora en fauna
Plan: Stolwijkersluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01

4.4 Flora en fauna

4.4.1 Wettelijk kader

Flora- en Faunawet

Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) van kracht geworden. De FF-wet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten binnen en buiten beschermde natuurgebieden. De beschermde plantensoorten mogen niet vernietigd of beschadigd worden. De beschermde diersoorten mogen niet gedood, verwond of opzettelijk verontrust worden. Daarnaast mogen hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen niet beschadigd, vernield, uitgehaald, weggenomen of verstoord worden en ook mogen hun eieren niet vernietigd of vernield worden. Als dit wel gebeurt tijdens het uitvoeren van nieuwbouwplannen en het door aanpassing van de plannen niet te voorkomen is, zal in een aantal gevallen een ontheffing aangevraagd moeten worden en dienen mitigerende en compenserende maatregelen getroffen te worden. In bepaalde situaties kan met een goedgekeurde gedragscode gewerkt worden. Een onderzoek naar de aanwezige flora en fauna is dan ook altijd noodzakelijk voor het uitvoeren van ruimtelijke inrichtings- of ontwikkelingsmaatregelen.

Daarnaast geldt voor alle planten- en diersoorten de zorgplicht uit artikel 2 van de Flora en faunawet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna veroorzaakt, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt.

Natuurbeschermingswet 1998

De bescherming van Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet). Deze gebieden worden Natura 2000 gebieden genoemd. Tevens regelt het de bescherming van beschermde Natuurmonumenten.

4.4.2 Onderzoek

Bij een nieuw bestemmingsplan dient verkend te worden of er eventuele gevolgen zijn voor beschermde natuurwaarden. Onderzocht moet worden of:

  • overtreding van de verbodsbepalingen voor beschermde soorten plaatsvindt (toetsing Flora en faunawet (FF-wet, maar ook Provinciaal compensatiebeleid met betrekking tot biotopen van Rode Lijst soorten);
  • mogelijke significante gevolgen zijn voor beschermde gebieden (toetsing NB-wet);
  • wezenlijke waarden en kenmerken voor Ecologische Hoofdstructuur-gebieden aangetast worden (toepassen afwegingskader SGR).

Voor het plangebied Stolwijkersluis is een quickscan uitgevoerd om bestaande natuurwaarden globaal in beeld te brengen. Hierbij is met name gebruik gemaakt van onderzoek dat reeds is uitgevoerd in en rond het plangebied. Indien van toepassing wordt aangegeven of aanvullend veldonderzoek noodzakelijk is.

Voor deze quickscan is gebruik gemaakt van de reeds bestaande informatie uit de rapportage 'Bepaling compensatieopgave natuur N207 Zuidwestelijke Randweg Gouda', uitgevoerd door Bureau Waardenburg bv te Culemborg in 2007. Daarnaast is gekeken naar bestaande gegevens via het Natuurloket. Het Natuurloket geeft weer of in de betreffende uurhokken tijdens eerdere inventarisaties beschermde planten- en diersoorten aangetroffen zijn. Deze gegevens dienen slechts als globale indicatie.

Naast het raadplegen van het Natuurloket zijn diverse internetsites, relevante artikelen en verspreidingskaarten (o.a. RAVON) geraadpleegd, waaruit opgemaakt kan worden of bepaalde soorten al dan niet in de omgeving van het plangebied voorkomen.

Resultaten

Gebiedsgericht beleid/EHS

Uit de bureaustudie blijkt dat het plangebied tegen EHS-gebieden aan ligt, te weten de Polder Veerstalblok en Het Beijersche. Een deel van dit laatst genoemde EHS-gebied ligt ook binnen de begrenzing van het plangebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied is Broekvelden-Vettenbroek & Polder Stein. Eventuele werkzaamheden binnen het plangebied hebben geen invloed op dit Natura 2000 gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01_0019.jpg"

Figuur 18: EHS in en rondom het plangebied (bron: Verordening Ruimte, provincie Zuid-Holland)

Flora

Naast de algemeen voorkomende plantensoorten, zoals onder andere Engels gaaigras, Scherpe boterbloem en Akkerdistel, komen er in en rond het plangebied vele beschermde plantensoorten voor, waaronder Valse kamille, Tongvaren, Spaanse ruiter, Grote kaardenbol, Aardaker, Waterdrieblad en Kleine maagdenpalm. In het plangebied Stolwijkersluis zijn met name Gewone dotterbloem, Zwanenbloem, Krabbenscheer en Elzenmos te verwachten.

Gewone dotterbloem en Zwanenbloem zijn algemeen beschermde soorten van tabel 1 van de Flora en faunawet. Krabbenscheer komt voor op de Rode lijst en heeft de status 'gevoelig'.

Fauna

Vogels

Het plangebied is zeer aantrekkelijk voor verschillende weidevogelsoorten, waaronder Grutto, Kievit, Scholekster en Tureluur. Ook Slobeend, Bergeend en Krakeend komen voor binnen het plangebied. Deze vogelsoorten komen hier ook tot broeden. Daarnaast werden er in het rond het plangebied ook andere vogelsoorten aangetroffen, zoals Spotvogel, Kleine karekiet en Huismus. In de wintermaanden is de polder Veerstalblok belangrijk voor overwinterende vogels, waaronder Smient, Meerkoet en Kokmeeuw. Omdat er verscheidende weilanden in de winter onder water staan trekken deze ook verschillende vogels aan, waaronder Grutto, Tureluur, Kemphaan, Bonte strandloper, Zomertaling en Wintertaling.

Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Flora- en faunawet. Soorten die voorkomen op de Rode lijst, zijn Grutto (status 'gevoelig'), Spotvogel (status 'gevoelig'), Huismus (status 'gevoelig'), Tureluur (status 'gevoelig'), Kemphaan (status 'ernstig bedreigd'), Zomertaling (status 'kwetsbaar') en Wintertaling (status 'kwetsbaar').

Van een aantal vogelsoorten zoals de Huismus, zijn de nesten jaarrond beschermd. Binnen het plangebied is niet bekend of er nesten aanwezig zijn van vogels die jaarrond beschermd zijn. Het is echter niet geheel uit te sluiten.

Zoogdieren

Het is bekend dat met name algemeen beschermde zoogdieren (FF-wet tabel 1) gebruik maken van het plangebied, waaronder Haas, Mol, Huispitsmuis, Veldmuis, Aardmuis, Bosmuis, Bosspitsmuis, Bunzing, Wezel en Hermelijn. Het is mogelijk dat de streng beschermde Waterspitsmuis (FF-wet tabel 3) voorkomt in het plangebied. In en rond het plangebied komen verschillende streng beschermde vleermuissoorten voor, zoals Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis (FF-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV). Van de Meervleermuis is bekend dat deze in het westen van Gouda een belangrijke kolonieplaats heeft en de Hollandsche IJssel gebruikt als migratieroute. Binnen het plangebied komen verschillende soorten bebouwing voor, waaronder woonhuizen, schuren en bedrijfspanden. Deze gebouwen kunnen een geschikte rust- en verblijfplaats bieden voor de verschillende vleermuizen.

Amfibieƫn

De verwachting is dat de Groene- en Bruine kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander voorkomen binnen het plangebied. Uit de bureaustudie blijkt dat de Rugstreeppad (FF-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV, Rode lijst status 'gevoelig') voorkomt in en rond het plangebied. De soort is in 2003 waargenomen ten oosten van de waterzuivering. De verwachting is dat de Rugstreeppad dus gebruik maakt van het plangebied als voortplantings- en overwinteringsgebied.

Vissen

Uit de bureaustudie blijkt dat de Kleine modderkruiper (FF-wet tabel 2) en de Bittervoorn (FF-wet tabel 3 en Rode lijst status Kwetsbaar) voorkomen. Tijdens het onderzoek van Bureau Waardenburg zijn ook Paling, Vetje en Kroeskarper aangetroffen. Vetje en Kroeskarper zijn soorten van de Rode lijst met de status 'kwetsbaar'.

Reptielen

Het is bekend dat in een deel van de Krimpenerwaard de Ringslang (FF-wet tabel 3, Rode lijst status 'kwetsbaar') voorkomt. Een belangrijk deel van het verspreidingsgebied ligt langs de Hollandsche IJssel.

Ongewervelden

Uit bureauonderzoek blijkt dat de streng beschermde libellensoort Groene glazenmaker voorkomt binnen het plangebied. De Groene glazenmaker is voor de voortplanting afhankelijk van Krabbenscheer, waar deze soort zijn eieren op afzet. Daarnaast is bekend dat in enkele sloten de waterslak Platte schijfhoren (Ff-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV) voorkomt.

4.4.3 Conclusie

Het plangebied ligt tegen EHS-gebieden aan. Een deel van Het Beijersche ligt zelfs binnen de begrenzing van het plangebied. Eventuele werkzaamheden binnen het plangebied hebben geen invloed op het Natura 2000 gebied Broekvelden-Vettenbroek en Polder Stein.

Omdat het een conserverend bestemmingsplan betreft en er geen strijdigheden met de Flora- en Faunawet zijn te verwachten vormt ecologie geen belemmering voor het plan.