Hanepraij

5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan

Ten behoeve van de totale ontwikkelingsmogelijkheden van de Jan Verswollezone Zuid is door de gemeenteraad van Gouda op 8 november 2008 het stedenbouwkundig programma van eisen vastgesteld waarin de randvoorwaarden voor de verkaveling, de bebouwing en de openbare ruimte zijn vastgelegd. Het zorgcentrum Hanepraij maakt onderdeel uit van dit herontwikkelingsgebied.

Ten aanzien van de verschillende structuren volgt hierna een korte opsomming van de vastgestelde doelstellingen vanuit het programma van eisen:

Groenstructuur

• Dijk als herkenbaar, groen element zichtbaar maken;
• De groengebieden langs de dijk met elkaar verbinden om het recreatief gebruik en de ruimtelijke continuïteit te versterken;
• Herpositioneren van de bestaande schooltuinen en speelplekken;
• Monumentale bomen handhaven;
• Behoud van de 'formele' groenstructuur met bomenrijen langs de Fluwelensingel;
• Te kappen bomen moeten zoveel mogelijk worden gecompenseerd binnen het gebied.

Verkeersstructuur

• De doorstroming van de Fluwelensingel zo min mogelijk hinderen, door het aantal afslagen te verminderen;
• Langzaamverkeerroutes goed en veilig vormgeven;
• Toekomstige inpassing van de RijnGouwe-lijn niet blokkeren.

Bebouwingsstructuur

• De karakteristiek van de statige rand met een kleinschalige binnenwereld behouden en transformeren naar een dynamisch stedelijk woonmilieu;
• Vormgeven van de overgang tussen de schaal van de buurt en de dijk;
• De zuidelijke entree van Gouda vormgeven.

Waterstructuur

• De waterkwaliteit verbeteren;
• De bergingscapaciteit vergroten;
• Beleving van het water benutten voor een aantrekkelijk woonmilieu;
• Elk waterelement in zijn waarde laten en als zelfstandig element vormgeven.

Verder zijn in het programma van eisen de navolgende ruimtelijke randvoorwaarden opgesteld ten behoeve van het zorgcentrum:

Structuur en rooilijnen

• Het zorgcentrum vormgeven als een markant gebouw aan de dijk en de entree van Gouda. Het zorgcentrum is een instituut en als zodanig herkenbaar. Groot programma en grote schaal aan de openbare ruimte van het dijklandschap;
• Tegelijkertijd moet het zich voegen in de schaal van de woonbuurt aan de noord- en oostzijde. De plinthoogte sluit aan op de bebouwingshoogtes in de omgeving;
• Het zorgcentrum bestaat uit een onderbouw met daarop maximaal drie paviljoens;
• Oude kavelstructuur handhaven. Zichtlijn vanuit de IJssellaan en de F.W. Reitzstraat respecteren. De rooilijn aan de oostzijde van het gebouw ligt in het verlengde van de rooilijn van de IJssellaan;
• De rooilijn aan de zuidzijde wordt gevormd door de zone van 2,5 meter afstand ten opzichte van de bestaande leidingen;
• Het paviljoen aan de noordoostzijde is terug liggend ten opzichte van de onderbouw;
• De paviljoens grenzend aan de dijk krijgen een hoekverdraaiing en nemen de richting over van de dijk. Het paviljoen en de richtingen van de plint grenzend aan de buurt staan in lijn met de richtingen van de woonbuurt.

Hoogte

• Hoogte onderbouw maximaal 6 m + NAP;
• Hoogte aan noordoostzijde maximaal 18 m +NAP;
• Hoogte maximaal (zie molenbiotoop) 23 m +NAP.

Oriëntatie overgang openbaar/privé

• Alzijdige uitstraling;
• Entree (pontificaal) aan de stedelijke structuur;
• Secundaire entrees aan de buurtkant. Wel een uitnodigde uitstraling op de zichtlijn, via straat en gracht, vanuit de woonbuurt;
• Het gebouw begeleidt een logische looproute vanuit de buurt/gracht naar de dijk;
• Doorzetten parklint langs de dijk;
• Landschappelijke inpassing van de parkeergarage als onderdeel van de parkzone en dijk. (N.B.: de parkeergarage binnen het bouwplan is komen te vervallen).

Verkeer en parkeren

• Aansluiting op de Fluwelensingel ter vervanging van de bestaande toerit Manege;
• Verkeersafwikkeling aan de zuidzijde van het gebouw zo vormgeven dat er geen conflicten ontstaan tussen expeditieverkeer, bezoekers van het zorgcentrum, ambulance en het overige verkeer.

Architectonisch beeld

• Stoer, stevig, utilitair naar dijkmaten van het dijklandschap;
• Naar woonbuurt toe zacht, kleine schaal;
• De plint vormgeven als opgetild maaiveld, een podium aan de dijk, vormgegeven als daktuin;
• Expeditiedeuren discreet vormgeven;
• Dak van onderbouw vormgeven als daktuin;
• De onderbouw moet qua kleur- en materiaalgebruik aansluiten op kleur- en materiaalgebruik in de omgeving;
• De paviljoens hebben een afwijkende, lichtere vormgeving.