direct naar inhoud van 3.9 waterbeleid
Plan: Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1000BPKKG-DF01

3.9 waterbeleid

3.9.1 rijksbeleid

Vierde Nota waterhuishouding
Met het uitkomen van Waterkader (de Vierde Nota waterhuishouding) in 1998 en de Nota Ruimte heeft het stedelijk waterbeheer de afgelopen jaren een extra impuls gekregen. Belangrijke onderwerpen die in deze nota’s naar voren worden gebracht, zijn:

  • Water als sturend element voor de ruimtelijke ordening: anticiperen in plaats van reageren om zo flexibel mogelijk in te spelen op bodemdaling;
  • Zeespiegelstijging en klimaatverandering;
  • Het inrichten van watersystemen volgens de principes:
    • 1. Niet afwentelen (bestuurlijk, financieel en geografisch en op elk schaalniveau);
    • 2. Drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren;
    • 3. Meer ruimte naast techniek;
  • Meervoudig ruimtegebruik door koppelingen te leggen met andere functies zoals natuur, stadsvernieuwing en recreatie.

Nationaal Waterplan 2009 - 2015
Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen.
Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van een structuurvisie.

Beleidslijn Grote rivieren
Op 14 juli 2006 is de beleidslijn voor de grote rivieren formeel in werking getreden. De "Beleidslijn grote rivieren" geldt voor alle grote rivieren en is bedoeld om plannen en projecten in de uiterwaarden te beoordelen. De nieuwe beleidslijn biedt onder strikte voorwaarden meer mogelijkheden voor wonen, werken en recreëren in het rivierbed. De voorwaarden hebben betrekking op de afvoercapaciteit van de rivier ter plaatse: nieuwe activiteiten mogen de afvoer niet hinderen en geen belemmering vormen voor toekomstige verruiming van het rivierbed. Voor burgers en bedrijven die zich in het rivierbed vestigen geldt verder dat eventuele schade als gevolg van hoogwater voor eigen rekening is. De Beleidslijn grote rivieren maakt het mogelijk om bestaande bebouwing in het rivierbed een nieuwe bestemming te geven waardoor leegstand voorkomen wordt. Daarnaast blijven delen van het rivierbed voorbehouden aan riviergebonden activiteiten zoals overslagbedrijven, scheepswerven en jachthavens. Ander gebruik is alleen mogelijk als er op andere locaties meer ruimte voor de rivier wordt gecreëerd. De Beleidslijn vormt een uitwerking van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) ten behoeve van het verlenen van vergunningen voor activiteiten in het rivierbed. De Wbr is in december 2009 opgegaan in de Waterwet. De Hollandsche IJssel en de buitendijkse gronden aangrenzend aan de rivier vallen onder deze wet. Voor bouwactiviteiten binnen dit gebied is een Waterwet-vergunning nodig.

In paragraaf 5.6.3 wordt aangegeven hoe een en ander in het bestemmingsplan is uitgewerkt.

3.9.2 provinciaal beleid

Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010
In dit beleidsplan wordt het provinciaal beleid voor milieu en water, en ook voor natuur en landschap geïntegreerd. Het plan bestaat zoals de titel aangeeft uit een groen-, water- en milieudeel en een visie. Het beleidsplan geeft de kaders en doelstellingen voor de periode 2006-2010 en geeft een doorkijk tot 2020, en voor enkele onderwerpen tot 2040. Het plan omvat het Milieubeleidsplan (Wet milieubeheer) en het Waterhuishoudingsplan (Wet op de waterhuishouding). Het Waterdeel beschrijft het kader voor het regionaal waterbeheer en vormt, samen met de andere delen, het toetsingskader voor de waterbeheerplannen van de waterschappen. De Beleidsnota Water (in november 2005 vastgesteld door Provinciale Staten) vormt het uitgangspunt voor het Waterdeel. De provincie tracht het waterbeleid te sturen middels een filosofie. Centraal binnen deze filosofie staat het maken van afspraken en het stellen van kaders tussen de waterschappen de gemeenten en de waterschappen. In navolging van het in de Nota Ruimte geïntroduceerde concept van 'ontwikkelingsplanologie' streeft de provincie tevens naar het stellen van strategische kaders die voorwaarden stellen en condities scheppen voor de invulling en uitvoering van waterbeleid.

In het plan wordt beschreven wat de rol van de provincie is in het waterbeleid. Aan de hand van drie thema's, waterveiligheid, waterbeheersing en waterkwaliteit, schetst de provincie het voorgenomen en bestaande beleid alsmede de taken van de provincie en haar partners.
Specifiek voor beleid aangaande stedelijk waterbeheer hebben provincie en gemeenten afgesproken dat gemeenten stedelijke waterplannen opstellen die als instrument dienen voor de ruimtelijke ordening.

Waterbeheerplan Rijnland
Op 1 maart 2006 heeft het algemeen bestuur van Rijnland een nieuw waterbeheerplan, “Waterwerk Rijnland 2006-2009” vastgesteld. In dit plan geeft Rijnland aan wat zijn ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. De ambities en maatregelen richten zich op het waarborgen van de veiligheid, het verder verbeteren van het beheer en de inrichting van het waterhuishoudkundig systeem én het verbeteren van de waterkwaliteit. De verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. De maatregelen in “Waterwerk Rijnland 2006-2009” bereiden het beheergebied de komende jaren voor op deze ontwikkelingen.

Keur
Het waterschap heeft een vergunningstelsel, Rijnlands Keur genaamd voor werkzaamheden onder, boven of nabij oppervlaktewater of een waterkering. In de keur wordt ook het onderhoud van watergangen en keringen geregeld. Het gaat hier bijvoorbeeld om:

  • alle werken in of nabij regionale keringen (boezem- en polderkaden) en primaire keringen (zoals de zeewering, de dijk langs de Hollandsche IJssel of de landscheiding tussen het hoogheemraadschap van Rijnland en Delfland): te denken valt aan alle graafwerkzaamheden, het bouwen of veranderen van werken, maar ook regels met betrekking tot beweiding met vee en beplanting;
  • alle werken in of nabij boezem en polderwateren; te denken valt aan steigers, dempen, graven, bruggen, duikers, kabels en leidingen, maar ook het vrijhouden van onderhoudstroken langs watergangen (o.a. bomen en schuttingen).

De waterkeringen waar het om gaat zijn aangegeven op de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding als waterstaats- of waterkeringdoeleinden . Voor werkzaamheden in deze zone moet dus contact opgenomen worden met de waterbeheerder (Hoogheemraadschap van Rijnland).

Voor de boezem- en polderwateren gaat het om werkzaamheden in het water tot een afstand van 2 tot 5 m vanaf de waterkant. De meeste boezem en polderwateren in het plangebied zijn als waterdoeleinden bestemd op de verbeelding (hoofdstelsel). Ook hier geldt dat voor werkzaamheden contact opgenomen moet worden met de waterbeheerder.

3.9.3 gemeentelijk beleid

Waterplan Gouda
Het beleid ten aanzien van water is vastgelegd in het "Waterplan Gouda" van mei 2003. Gouda ligt midden in het Groene Hart, een waterrijk veengebied. De stad Gouda en het water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Historisch gezien heeft Gouda haar ontstaan en ontwikkeling voor een groot deel aan het water te danken. Waterbeheer is van oudsher cruciaal voor de leefbaarheid van Gouda. Niet alleen om de veiligheid tegen overstroming en de afvoer van afvalwater te garanderen, maar ook om gezond en aantrekkelijk water in de woon-, werk- en leefomgeving te hebben.

Doel van het waterplan Gouda:
Water is in Gouda een gezichtsbepalend element. De afgelopen jaren wordt meer en meer vormgegeven aan het integraal waterbeheer in Gouda. Om de samenhang en de afstemming met de waterbeheerders verder te verbeteren, is in het waterplan een overkoepelende visie geschreven. In het waterplan speelt de gemeente Gouda samen met de waterbeheerders in op actuele beleidsontwikkelingen in het (stedelijk) waterbeheer. Het waterplan geeft niet alleen een gezamenlijke visie, maar ook een uitvoeringsprogramma van maatregelen die nodig zijn om de visie te realiseren. Belangrijke elementen van de visie zijn het houden van droge voeten, gezond water met een goede kwaliteit voor mens en natuur en water om naar te kijken en van te genieten. Daarnaast vraagt waterbeheer in de stad om een goede communicatie met de bewoners.

Integraal waterbeheer:
Integraal waterbeheer is een sleutelbegrip in het waterplan. Integraal waterbeheer blijft de aanpak voor 'een veilig en bewoonbaar land met gezonde en duurzame watersystemen' (Vierde Nota Waterhuishouding). Centraal in het waterplan staan de volgende drie kenmerken van integraal stedelijk waterbeheer:

  • 1. Samenhang binnen het waterbeheer
    Het watersysteem is een samenhangend systeem van riolering (afvalwater), oppervlaktewater (zowel kwaliteit als kwantiteit), grondwater en natuur. Het is nodig om met deze samenhang rekening te houden, omdat ingrijpen in één onderdeel van dit systeem effecten kan hebben op de andere delen.
  • 2. Samenhang met andere functies
    Open water in de stad wordt meer en meer gewaardeerd; het is een wezenlijk onderdeel van de dagelijkse woon-, werk- en leefomgeving. Het is van belang water mede als sturend principe te hanteren bij de toekenning van functies en bij de inrichting en het beheer van het stedelijk gebied.
  • 3. Samenwerking en samenspraak
    De waterhuishouding raakt vele belangen: wonen, recreatie, natuur en toerisme. Een optimale samenwerking tussen gemeente en waterbeheerders in samenspraak met buurgemeenten en verschillende maatschappelijke groeperingen is nodig om de diverse functies van het water te versterken. Daarnaast moeten intenties, ambities en doelstellingen afgestemd worden op die van andere beleidsterreinen, zoals milieu, ruimtelijke ordening, wonen en verkeer. In paragraaf 5.6 (waterparagraaf) is beschreven hoe het beleid uit het gemeentelijk waterplan is vertaald in dit bestemmingsplan.

Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken
Bij de ombouw van het rioolstelsel wordt de "Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken (wRw, 2003)". Met het doorlopen van de beslisboom wordt bepaald welke verharde oppervlakken afgekoppeld mogen worden van het gemengde stelsel en of al dan niet rechtstreeks geloosd mag worden op oppervlaktewater.
Nieuwe lozingspunten op rijkswater zijn in Gouda niet aan de orde.

Integraal ontwikkelingsperspectief “Meer dan water” en het Project Hollandsche IJssel
Aan de zuidkant van het plangebied ligt de Hollandsche IJssel, een deel ten westen en een deel ten oosten van de Waaiersluis. Voor beide delen zijn beleidsvisies en uitvoeringsprogramma's opgesteld, in samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincie. De gemeente Gouda heeft het Integraal ontwikkelingsperspectief “Meer dan water” voor de gekanaliseerde Hollandsche IJssel niet mee ondertekend. Het gekanaliseerde deel van de Hollandsche IJssel ligt slechts voor een zeer klein deel in de gemeente Gouda.

Beide projecten zetten in op onder meer de verbetering van de waterkwaliteit en behoud en verbetering van de landschappelijke kwaliteiten van de rivier en zijn oevers.

Voor de gekanaliseerde Hollandsche IJssel is herstel van het jaagpad een belangrijke doelstelling. Hiermee kan de belevingswaarde van de Hollandsche IJssel worden vergroot en een belangrijk cultuurhistorisch element beter zichtbaar worden.