direct naar inhoud van 5.1 Uitgangspunten en doelstellingen
Plan: Binnenstad Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0900BPBinnoost-DF01

5.1 Uitgangspunten en doelstellingen

Het bestemmingsplan is een overwegend conserverend bestemmingsplan. In dit hoofdstuk is weergeven wat de uitgangspunten en doelstellingen voor de planperiode van het bestemmingsplan zijn.

Als algemene doelstelling bij het opstellen van het bestemmingsplan Binnenstad Oost geldt dat de stedenbouwkundige structuur en de waardevolle historische gebouwen voor de toekomst behouden dienen te blijven. Hierbij wordt grotendeels aangesloten op de vigerende bestemmingsplanregeling, de bestaande situatie en het geformuleerde beleid.

Het bestemmingsplan kan een bijdrage leveren aan een stedenbouwkundige ontwikkeling die zowel gericht is op het verleden als op de toekomst. Dat betekent dat het bestemmingsplan een continu veranderingsproces mogelijk moet maken dat enerzijds inspeelt op de maatschappelijke veranderingen en anderzijds op de ruimtelijke karakteristieken en mogelijkheden van het gebied. Daarbij dienen de te beschermen waarden, welke zijn genoemd in hoofdstuk 2, gekoesterd te worden. De cultuurhistorie, het milieu en de ruimtelijke kwaliteit vormen daarbij maatgevende aspecten. Pas als het bestaande niet meer bruikbaar blijkt, kan nieuwbouw aan de orde zijn. Eventuele nieuwbouw dient iets aan het gebied toe te voegen en de samenhang te versterken. Alleen op deze wijze blijft het plangebied leefbaar en is er sprake van een duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling.

Maatschappelijke ontwikkelingen leggen bij de huidige ontwikkeling van steden de nadruk op een combinatie van wonen en werken en op de eigen identiteit. Gedegen onderzoek naar de cultuurhistorie en respect voor de geschiedenis zijn van belang om de waarden van het bestaande te kunnen onderkennen. Dit inzicht is van invloed op de (mogelijk) te ontwikkelen locaties.

Een specifieke economische impuls is voor het grootste deel van het plangebied op dit moment niet nodig. Bij de verdere ontwikkeling kan de nadruk komen te liggen op de cultuurhistorische identiteit en op duurzaamheid, behoud en beheer. Dit is in het bestemmingsplan nader uitgewerkt in de vorm van een beheervisie (zie paragraaf 5.2).

Voor de ontwikkelingen die in het plangebied de komende planperiode spelen is het van belang een ontwikkelingsvisie op te stellen. Deze zijn genoemd in paragraaf 5.3. Alle ontwikkelingen op relatief grote locaties dienen te passen in een afzonderlijke, op de betreffende locatie toegespitste uitwerking van de cultuurhistorische analyse en een beeldkwaliteitplan. Een dergelijke analyse dient uiteraard weer te passen binnen de algemene analyse die is opgenomen in paragraaf 2.1 respectievelijk 2.4 van dit bestemmingsplan.