direct naar inhoud van Artikel 12 Verkeer - Verblijf
Plan: Binnenstad Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0900BPBinnoost-DF01

Artikel 12 Verkeer - Verblijf

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een verblijfsfunctie;
  • b. pleinen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en water;
  • g. straatmeubilair;
  • h. kermis/markt;
  • i. terrassen;
  • j. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer;
  • k. nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • l. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': instandhouding van de aldaar voorkomende stoepen en voor het aanbrengen en in stand houden van stoepen binnen een zone met een breedte van 1 m;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': parkeergarage met bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'waterkering': kaden met bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, laad- en loswal ten dienste van de recreatie en beroepsscheepvaart en verblijfsruimten.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' en voor de overige op de in lid 12.1 bedoelde gronden uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op het gebouw als bedoeld onder a mag, gemeten vanaf de bovenkant van het bovenste parkeerdek, niet meer bedragen dan 5 m;
  • c. de hoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 6 m;
  • d. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • e. de hoogte van bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • f. de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 20 m2;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder b. mag de hoogte van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'waterkering' niet meer bedragen dan 6 m.
12.2.2 Stoepenzone

Ter plaatse van aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van stoepen, zoals bordessen, hekwerken en trappen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 1 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Stoepenzone

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.6, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.2 ten behoeve van het op gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' bouwen van andere bouwwerken, zoals luifels, palen en windschermen, tot een hoogte gelijk aan de hoogte van de begane grondlaag van het betreffende hoofdgebouw.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) op gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het verwijderen en aanbrengen van bestrating.
12.4.2 Uitzondering

Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud dan wel het beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde omgevingsvergunning.
12.4.3 Toelaatbaarheid

De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1, zijn slechts toelaatbaar indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de waardevolle stoepenzone, welke het plan beoogd te beschermen:

  • a. niet onevenredig aantast;
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
12.4.4 Beoordeling

De beoordeling van de toelaatbaarheid van in lid 12.4.1 bedoelde werken en werkzaamheden geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.6.