direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Korte Akkeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Ruimtelijke ordening
3.4.1.1 Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2030

Gouda heeft de gemeentelijke Ruimtelijke Structuurvisie 2005-2030 opgesteld om een kader te geven waar toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Dit is bedoeld als antwoord op de plannen die in de komende 20 jaar voorzien in sterke verstedelijking aan de westzijde van Gouda; Westergouwe. Als gevolg van stedelijke ontwikkelingen in de stad en de Zuidplaspolder, zal Gouda steeds meer onderdeel worden van de Zuidvleugel van de Randstad. In de komende decennia zal Gouda zich dan ook meer moeten afstemmen op de regionale ontwikkelingen.

Gouda stelt voor 2030 een aantal uitgangspunten, waarvan voor Korte Akkeren met name de punt 'realiseren van voldoende, gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus' en 'versterken van het leefklimaat in de wijken' relevant zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0010.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0011.jpg"

Afbeelding: uitsnede plankaart 2020/visiekaart 2030

Op de afbeelding 'uitsnede plankaart 2020/visiekaart 2030' is te zien dat Korte Akkeren voor het grootste deel als bestaand woongebied is aangemerkt. Ter hoogte van het centrum van Korte Akkeren is aangegeven dat er aandacht moet zijn voor de verbetering van de centrumentree en dat de aanlooproutes ontwikkeld moeten worden. Aan deze uitgangspunten wordt bij de toekomstige herontwikkeling van (het centrum van) Korte Akkeren tegemoet gekomen.

Daarnaast is een te realiseren stadsring aangegeven, ten zuiden van het plangebied. Het betreft de in voorbereiding zijnde Zuidwestelijke randweg (ZWR). Tot slot bestaat de ambitie om de relatie tussen de stad en het water te verbeteren.

3.4.1.2 Structuurvisie Korte Akkeren Karaktervol

In april 2004 is door de Goudse gemeenteraad voor Korte Akkeren de structuurvisie "Korte Akkeren Karaktervol" vastgesteld, een vervolg op het wijkontwikkelingsplan uit 2000. In de structuurvisie is de ambitie voor de wijk tot aan 2015 vastgelegd. De centrale gedachte is dat de leefbaarheid van de wijk verbetering behoeft. Een verbetering daarvan kan worden bereikt door sociale, fysieke en economische knelpunten in samenhang aan te pakken.

Door een beter aanbod van woningen te bewerkstelligen, wil Gouda dat de betrokkenheid van de bevolking in Korte Akkeren wordt vergroot doordat de wijk aantrekkelijker wordt voor meerdere categorieën bevolkingsgroepen. Ook moeten in de wijk voldoende activiteiten en voorzieningen aangeboden worden. Om het economische klimaat te versterken moet passende werkgelegenheid voor laaggeschoolden en/of het minder kansrijke deel van de beroepsbevolking worden gecreëerd. Het verminderen van de werkloosheid kan bijdragen aan het doorbreken van de sociaal-economische opbouw van de wijk. Ook worden startende ondernemers gestimuleerd om zich in Korte Akkeren te vestigen. Om de woon- en leefomgeving meer levensloopbestendig en veilig te maken, moet bij (ver)bouw, verbetering en onderhoud rekening worden gehouden met de kwaliteitseisen die in de loop der jaren telkens zijn bijgesteld op basis van voortschrijdend inzicht.

Er moet een grotere differentiatie komen aan woningen naar eigendom, typen, prijsklassen en grootte. Verder moet een betere menging van wonen met andere functies worden gerealiseerd. In aansluiting op het centrum moet er een centrumstedelijk woonmilieu ontstaan met meer middeldure en dure appartementen in hogere bebouwingsdichtheden.

Het centrum van Korte Akkeren moet worden vernieuwd en uitgebreid. Commerciële en niet-commerciële functies kunnen worden gecombineerd met wonen. Voor zorg en dienstverlening moeten er de nodige voorzieningen bijkomen. De realisatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin in de voormalige Sacramentskerk draagt hier al aan bij. Woningen, (woon)gebouwen en de woonomgeving moeten gaan voldoen aan de kwaliteitseisen van duurzaamheid. In de milieukansenkaart die voor Korte Akkeren is opgesteld, zijn kansen benoemd op onder andere het gebied van energie, materiaalgebruik, verkeer en milieuhygiëne. Bij de herstructurering van de wijk moet ook rekening worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische kwaliteiten.

Samengevat moet Korte Akkeren in 2015 op een betere wijze zijn ingepast in de rest van Gouda. Over de wijze waarop deze omvorming plaats kan vinden, moeten nog veel keuzes gemaakt worden. Er moet een heldere stedenbouwkundige structuur ontstaan die wordt gevormd door een hoogwaardige stedelijke as van het centrum van de wijk naar de Goudse binnenstad en naar Westergouwe, en een groen-blauwe as met ontmoetingsfuncties die de ONA-terreinen met het park aan de Bosweg/P.C. Hooftstraat verbindt. Tot slot moet de openbare ruimte een belangrijke kwaliteitsverbetering ondergaan.

Het bestemmingsplan "Korte Akkeren" is hoofdzakelijk conserverend van aard. De ontwikkeling "Westerkade-Snoystraat" is inmiddels in een afzonderlijk bestemmingsplan van een bouwtitel voorzien en dit plan is integraal overgenomen in het bestemmingsplan "Korte Akkeren". Datzelfde geldt voor de herontwikkeling van het Margrietplein. De uitvoering van de andere beoogde herstructureringsprojecten is nog niet concreet genoeg om in dit bestemmingsplan op te nemen. Ontwikkelingen kunnen desgewenst te zijner tijd via een afzonderlijke procedure mogelijk worden gemaakt.

Dat neemt overigens niet weg dat binnen het onderhavige bestemmingsplan (kleinschalige) ontwikkelingen mogelijk zijn. Binnen de groen-, water- en verkeersbestemmingen kunnen bijvoorbeeld diverse wijzigingen plaatsvinden die gewoon passen binnen de bestemmingsregeling. Alleen ingeval er een wijziging van functies plaatsvindt of wanneer nieuwe gebouwen op een andere locatie worden opgericht, is een bestemmingswijziging noodzakelijk.

3.4.1.3 Masterplan Korte Akkeren Entree

In december 2008 is het stedenbouwkundig Masterplan Korte Akkeren Entree vastgesteld. In dit plan worden, in navolging van de in paragraaf 3.4.1.2 toegelichte structuurvisie, de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de beoogde herontwikkeling van drie locaties weergegeven, die tezamen Korte Akkeren Entree vormen. Het gaat om de volgende locaties:

  • 1. de locatie voormalige Gunning Mavo (thans kinderdagverblijf Bommelsteijn);
  • 2. de hoek Koningin Wilhelminaweg / Van Baerlestraat;
  • 3. de drie maisonetteflats aan het Margrietplein en de voormalige kleuterschool Repelsteeltje.

Deze drie locaties, die worden weergegeven in de afbeelding 'drie locaties Masterplan Korte Akkeren Entree', worden herontwikkeld met woningbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0012.png"

Afbeelding: drie locaties Masterplan Korte Akkeren Entree. NB in de ondergrond is de vroegere bebouwing zichtbaar; dit is niet meer actueel.

Op de locatie Margrietplein komen eengezinswoningen (ongeveer 31), een parkeerpleintje en een singelstrook langs de rand van de wijk, zodat de groene rand helemaal rondom de wijk gaat. Op de locatie van de voormalige Gunning Mavo kunnen ongeveer 60 appartementen komen en op de locatie van de Koningin Wilhelminaweg/Van Baerlestraat ongeveer 12 eengezinswoningen. Het verbeteren van de waterkwaliteit en de wateraf- en aanvoer maakt het noodzakelijk dat extra oppervlaktewater wordt gerealiseerd.

Het Masterplan is uitgewerkt in concrete bouwplannen voor het Margrietplein. Ook is een anterieure overeenkomst gesloten. Voor deze ontwikkeling is, buiten het voorliggende bestemmingsplan om, een afzonderlijke procedure doorlopen (een uitgebreide Wabo-procedure om af te wijken van het bestemmingsplan). In dit bestemmingsplan zijn dan ook de nieuwe bouwmogelijkheden opgenomen.

3.4.1.4 Stedenbouwkundige visie voor de binnenstad en haar randen

Naar aanleiding van de wens van de gemeente Gouda om te kunnen beschikken over een actueel beleidskader met stedenbouwkundige (ruimtelijke) uitgangspunten voor de Goudse binnenstad en haar randen, is een Stedenbouwkundige Visie opgesteld voor dit gebied. In het betreffende gebied zijn vele initiatieven gaande op het gebied van bouw en herinrichting. De vigerende bestemmingsplannen en andere beleidsstukken behoeven aanvulling om daar een adequate sturing aan te geven. De gemeente heeft bij het opstellen van de Stedenbouwkundige Visie drie doelstellingen geformuleerd:

  • 1. Het sturen van ruimtelijke ontwikkelingen (in onderlinge samenhang);
  • 2. Gewenste beeldkwaliteit realiseren (lange termijn);
  • 3. Het stimuleren van bouwinitiatieven.

De Stedenbouwkundige Visie heeft in principe geen planhorizon. Het ruimtelijk kader en het wensbeeld dat wordt geschetst, in de vorm van na te streven ambities voor de binnenstad en haar randen, is richtinggevend voor toekomstige bouwinitiatieven. De termijn waarin en de manier waarop de ambities worden waargemaakt zal onderling verschillen. Veelal is dit een proces van lange adem. Het is daarom van belang dat er in beginsel niet wordt afgeweken van de visie en het na te streven ‘streefbeeld’ overeind blijft, zodat ruimtelijke ontwikkelingen, zowel op korte als op langere termijn, de realisatie van het streefbeeld niet onmogelijk maken. In feite is dat de essentie van deze Visie.

Voor de herontwikkeling van het Margrietplein wordt een afzonderlijke Wabo-procedure doorlopen en zijn de nieuwbouwmogelijkheden opgenomen in het bestemmingsplan "Korte Akkeren". Bij de uitwerking van dit bouwplan dient aandacht te worden besteed aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in Stedenbouwkundige Visie. De uitvoering van de andere beoogde herstructureringsprojecten is nog niet concreet genoeg om in dit bestemmingsplan op te nemen. Ontwikkelingen kunnen desgewenst te zijner tijd via een afzonderlijke procedure mogelijk worden gemaakt en dienen eveneens aan te sluiten bij de Stedenbouwkundige Visie.

3.4.1.5 Kijk op onze wijk Korte Akkeren

De visie "Kijk op onze wijk Korte Akkeren" bevat een reeks aanbevelingen van bewoners en ondernemers op de ontwikkeling van hun wijk Korte Akkeren. De belangrijkste aanbevelingen zijn:

  • Behoud het ontspannen en kleinschalig karakter van de wijk;
  • Zoek oplossingen om de voorzieningen in de wijk overeind te houden;
  • Behoud en versterk de samenhang in de wijk, geen verdere verbrokkeling;
  • Zorg ervoor dat de nieuwbouw aansluit bij de bestaande omgeving;
  • Voorkom verpaupering bij leegstand of tijdelijke verhuur;
  • Bevorder de leefbaarheid.

Het bestemmingsplan "Korte Akkeren" is hoofdzakelijk conserverend van aard. Er is dan ook geen gelegenheid om concrete (stedenbouwkundige) ontwikkelingen te faciliteren. Evenwel betreffen de bovengenoemde aanbevelingen meer zaken van sociaal-maatschappelijke aard, die buiten het bestemmingsplan om tot uitvoering kunnen worden gebracht.

3.4.2 Wonen
3.4.2.1 Woonvisie

De 'Woonvisie Gouda, centrum in Deltametropool' uit 2003 vormt het kader voor het woonbeleid in Gouda. De hoofdopgave van het Goudse woonbeleid is het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad, die de historie Gouda heeft opgeleverd, met het oog op een toekomst waarin Gouda zich ontwikkelt als een van de centra in de Zuidvleugel van de Randstad.

Een van de grote opgaven in de bestaande woningvoorraad is de herstructurering van de voorraad in het wijkontwikkelingsgebied Korte Akkeren. Dit gebied komt overeen met het bestemmingsplangebied. Hierbij staat het doorbreken van de eenzijdig samengestelde goedkope woningvoorraad en de transformatie van een deel van het buitencentrum woonmilieu naar een meer centrumstedelijk ofwel binnenstadsachtig woonmilieu voorop.

Het bestemmingsplan staat de transformaties van bestaande woonmilieus naar nieuwe woonmilieus niet in de weg, zolang de nieuwbouw past binnen de huidige contouren van de bebouwing. Voorgenomen herontwikkelingen in Korte Akkeren, die afzonderlijke procedures behoeven, zullen hieraan zonder meer een bijdrage moeten leveren.

Een andere belangrijke opgave die Korte Akkeren raakt, is het verbeteren van de kwaliteit van de stad. Dit gaat veelal gepaard met de wens tot aan-, op- of bijbouwen. Hieraan dient ruimhartig tegemoet getreden te worden doch met respect voor belangen van omwonenden.

Medio 2011 is de Monitor Woonvisie 2011 verschenen. Deze bevestigt de actualiteit van de prioriteiten uit de Woonvisie maar signaleert dat de uitvoering met de kennis van nu enige aanpassing zou behoeven, maar deze vallen buiten de reikwijdte van dit conserverende bestemmingsplan.

3.4.2.2 Nota Visie op levensloopbestendig Gouda

In de Nota Visie op levensloopbestendig Gouda (2003) is het concept 'levensloopbestendige wijk' uitgewerkt. Een levensloopbestendige wijk is een wijk waar iedereen aantrekkelijk kan wonen, doordat er een divers aanbod van woningen, woonzorgvormen en dienstverlening aanwezig is. De gedachte is dat ouderen en mensen met een functiebeperking op die manier zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen.

Voor Korte Akkeren zijn opgaven geformuleerd zoals het uitbreiden van het aantal geclusterde en beschutte wooneenheden en woningen in een woonzorgcomplex. Herontwikkeling, herstructurering en woningverbetering kunnen een bijdrage leveren aan het levensloopbestendiger maken van de wijk. Het bestemmingsplan staat de herontwikkeling van bestaande woonbebouwing naar een meer levensloopbestendige voorraad niet in de weg zolang de nieuwbouw past binnen de huidige contouren van de bebouwing.

3.4.3 Cultuurhistorie
3.4.3.1 Nota Cultuurhistorie

De Nota Cultuurhistorie behandelt het cultuurhistorisch erfgoed zoveel mogelijk integraal (monumentenzorg, archeologie en landschapsbehoud). Centraal staat het streven het cultuurhistorisch erfgoed een bijdrage te laten leveren aan de eigen identiteit en herkenbaarheid van Gouda waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van haar bestaande kwaliteiten (belvederebeleid). Samen met het bestemmingsplan vormt de nota het cultuurhistorisch beleidskader voor de begeleiding van bouwinitiatieven.

3.4.3.2 Cultuurhistorische analyses

In de Nota Cultuurhistorie is het beleid vastgelegd dat voor locaties waar zich nieuwe ontwikkelingen voordoen en een ontwikkelaar zich voorbereidt op een nieuw plan, een cultuurhistorische analyse (CHA) wordt opgesteld. De gebieden waar dit van toepassing is, zijn met een gele arcering vastgelegd op de kaart 'Cultuurhistorische Analyse' (de zgn. "gelevlekkenkaart"). Voor Korte Akkeren is hieraan gehoor gegeven in paragraaf 4.5.2.

Met de Cultuurhistorische Analyses worden alle belangrijke waarden in kaart gebracht. Ze worden gebruikt om ontwikkelaars te attenderen op de aanwezige waarden en als objectieve basis voor de ruimtelijke onderbouwing van de plannen. De plannen dienen minimaal rekening te houden met de waarden die voor het betreffende gebied in kaart zijn gebracht. Het mooiste is als ontwikkelaars de gevonden waarden niet alleen respecteren en waar mogelijk behouden, maar ook dat ze zich er in hun plannen door laten inspireren. Omdat ontwikkelaars zich primair laten leiden door wat het bestemmingsplan aan mogelijkheden biedt, is de kans groot dat door het ontbreken van voldoende cultuurhistorische informatie in het bestemmingsplan, er bij gebiedsontwikkeling onvoldoende rekening mee wordt gehouden. Met de wijziging van het Bro (artikel 3.1.6, lid 2) is daar verandering in gekomen.

3.4.3.3 Erfgoed in bestemmingsplannen

In de Nota Cultuurhistorie is het beleid vastgelegd dat ieder bestemmingsplan een cultuurhistorische paragraaf dient te bevatten (zie paragraaf 4.5.2). Dat wil zeggen dat aangegeven wordt welke waarden zich waar bevinden en hoe daarmee omgegaan wordt (afwijkingsmogelijkheden e.d.).

Omdat daarbij in de praktijk voorheen veelal alleen die cultuurhistorische waarden werden meegenomen die een formele status hebben, bleef de aandacht vooral gericht op en beperkt tot het 'waardevaste erfgoed' (beschermde monumenten en stadsgezichten). Er bevinden zich echter overal in steden, dorpen en landschappen plaatsen van herinnering - overblijfselen van onze voorouders die kenmerkend zijn voor de identiteit van de stad; plaatsen die ook door toeristen en bezoekers worden gewaardeerd. Dit 'waardevol erfgoed' heeft geen beschermde status, maar bepaalt wel degelijk de samenhang van het grotere geheel. Juist die samenhang maakt het begrijpelijk waarom deze plaatsen belangrijke cultuurhistorische waarden vertegenwoordigen en het waard zijn om zorgvuldig mee om te gaan. Dit Goudse beleid sluit goed aan op het Besluit ruimtelijke ordening (Bro, artikel 3.6.1. lid 2), dat als gevolg van MoMo is gewijzigd. Wat reeds voor het facet archeologie gold, geldt met ingang van 1 januari 2012 voor al het cultureel erfgoed. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Gemeenten zijn daarmee verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Verschillende onderdelen van het bestemmingsplan kunnen cultureel erfgoed bevatten. Sommige zaken zijn verplicht, andere zaken zijn optioneel. Per gemeente kan dat verschillen op grond van het eigen beleid, al dan niet vastgelegd in de gemeentelijke verordening.
De volgende zaken zijn verplicht:

  • 1. In de toelichting dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden (wijziging van het Bro). Archeologie is hiervan een onderdeel.
  • 2. Op de verbeelding, in de toelichting en in de planregels dienen beschermde Stads- en dorpsgezichten te worden opgenomen en beschreven.
  • 3. Indien daartoe noodzaak bestaat, dient een omgevingsvergunningstelsel voor aanlegactiviteiten in de planregels te worden opgenomen voor bodemingrepen. De Monumentenwet stelt het verplicht een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten (voorheen aanlegvergunning) op te nemen in het bestemmingsplan voor bepaalde bodemingrepen. In het bestemmingsplan wordt expliciet aangegeven voor welke ingrepen een omgevingsvergunning verplicht is.
3.4.3.4 Archeologische beleidskaart (2011)

In aanvulling op het Rijks- en provinciaal archeologisch beleid heeft de gemeente Gouda in juni 2011 de geactualiseerde gemeentelijke archeologische beleidskaart (ABK) vastgesteld. Op de ABK is aangegeven in welke gebieden binnen de gemeente archeologische waarden aangetroffen kunnen worden. In die gebieden is een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist bij bodemverstorende werkzaamheden. In het beleid is opgenomen in welke situaties vrijstelling geldt van deze verplichting:

  • 1. Omvang
  • op een hoogwaardige locatie met bijzonder waarde (archeologisch monument): geen vrijstelling
  • op een hoogwaardige locatie: vrijstelling voor projecten kleiner dan 50 m2
  • in een zone met een hoge verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 100 m2
  • in een zone met een lage verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 10.000 m2
  • 2. Diepte
  • Alle onderzoeken in Gouda tonen aan dat de gemiddelde dikte van de verstoorde bovenlaag in Gouda meer dan 50 cm bedraagt. Zolang werkzaamheden niet dieper dan 50 cm –mv worden uitgevoerd, is er geen archeologisch onderzoek of een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist. Hiermee wordt afgeweken van de provinciale norm van 30 cm –mv.
  • Op sommige plaatsten is bekend dat de archeologische waarden zich op grotere diepte bevinden, bijvoorbeeld onder recente ophogingspakketten. Hier geldt een dieptevrijstelling van 2 meter. Pas bij diepere graafwerkzaamheden is onderzoek of een vergunning noodzakelijk

De gebieden met hoge archeologische verwachting, inclusief hoogwaardige gebieden, zoals weergegeven op de nieuwe ABK, zijn opgenomen op de verbeelding. Deze gebieden hebben een dubbelbestemming, "Waarde - Archeologie". Gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde worden niet op de verbeelding opgenomen, hiervoor is ook geen omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten noodzakelijk. Alleen bij zeer grote projecten (groter dan 10.000 m2) is een booronderzoek noodzakelijk, ter controle van de lage verwachting.

3.4.3.5 Archeologievriendelijk bouwen

Bovenstaande verplichtingen en vrijstellingen gelden in situaties waar behoud in situ van de archeologische waarden geen optie is. Waar mogelijk probeert Gouda behoud in situ wel actief te stimuleren. Daarom is het archeologievriendelijk bouwen geïntroduceerd: wanneer een bouwplan voldoet aan een aantal richtlijnen, wordt het bodemarchief nog maar zo weinig verstoord dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. De richtlijnen voor archeologievriendelijk bouwen zijn opgenomen in het beleid en vastgelegd in de Verordening inzake monumenten en archeologie.

3.4.4 Verkeersbeleid
3.4.4.1 Mobiliteitsplan

In Gouda zijn verschillende grote projecten lopende, zoals Spoorzone en Goudse Poort. Ook regionaal staat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen gepland, vooral aan de westzijde van de stad (Westergouwe). Deze veranderingen gaan gepaard met een grote toename van verkeer naar en binnen de stad. Om het huidige en nieuwe verkeer in goede banen te leiden, is een mobiliteitsplan opgesteld. Deze geeft in hoofdlijnen aan welk wegennet de gemeente nastreeft om de verkeerssituatie de komende vijftien jaar onder controle te houden.

De omvang van de autogroei is dusdanig groot, dat de bereikbaarheid van Gouda vanuit de Zuidplaspolder maar ook vanuit de rest van de regio, onvoldoende dreigt te worden. Om dit tegen te gaan en om de kwaliteit van de leefbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig.

Met het mobiliteitsplan beschikt de gemeente Gouda over samenhangend verkeer- en vervoersbeleid. De visie is een kapstok voor de verschillende deelnota's verkeer en vervoer, zoals voor fietsen en parkeren en de wijkverkeersplannen. Bij de uitwerking van de mobiliteitsvisie in de wijken worden bewoners en wijkteams betrokken.

Voor Korte Akkeren staat de versterking van een langzaamverkeersverbinding centraal. Deze loopt in oost-westelijke richting vanaf het toekomstige Westergouwe via de Jacob van Lennepkade en de Herenstraat over het bruggetje bij de Veerstraat richting de entree van de binnenstad.

3.4.4.2 Parkeerbeleidsplan

In het Parkeerbeleidsplan (2004) wordt de parkeerproblematiek in Gouda beschreven en wordt aangegeven welke maatregelen kunnen leiden tot een verbetering. Door de sterke groei van het autoverkeer is de vraag naar parkeerplaatsen de afgelopen jaren fors gestegen.

In Korte Akkeren ligt de parkeerdruk tijdens nachtelijke uren boven de gestelde norm van 80%. Ook tijdens de avonduren zijn er delen van Korte Akkeren die een te hoge parkeerdruk kennen. Dit zijn Korte Akkeren noordoost en het Weidebloemkwartier.

Tijdens koopavonden is er in het noordoosten van Korte Akkeren sprake van een parkeerdruk tussen de 80 en 85%. Deze parkeerdruk wordt veroorzaakt door bezoekers van de binnenstad die het betaald parkeren willen omzeilen. Als mogelijke oplossing voor dit probleem wordt belanghebbendenparkeren genoemd. In onderstaande tabel zijn de cijfers van de parkeerdruk in Korte Akkeren weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0013.jpg"

Figuur: Tabel 1 'Parkeerdruk buitenwijken' uit Parkeerbeleidsplan Gouda

De herontwikkeling van het Margrietplein (dat reeds via een afzonderlijke planologische procedure mogelijk is gemaakt) voorziet in een stuk wijkopgave voor wat betreft parkeren. Ook vindt er verruiming van de parkeergelegenheid plaats op de Westerkade, Futselaarlocatie, Constantijn Huygensstraat, Wachtelstraat en tijdelijke locaties zoals de Spidi-locatie.

3.4.5 Milieubeleid

In het Beleidsplan Milieu en Water is inzichtelijk gemaakt wat de actuele milieusituatie is voor diverse milieuaspecten. De Handreiking Milieukwaliteiten biedt gemeenten praktische handvatten en een kader om de eigen gewenste milieukwaliteiten vast te stellen.

3.4.6 Groenbeleid

Het groenbeleid van de gemeente Gouda, vastgelegd in het Groenstructuurplan 2007 - 2015, is erop gericht de hoeveelheid openbaar groen minimaal gelijk te houden. Uitbreiding van parkeerplaatsen mag bijvoorbeeld niet ten koste gaan van openbaar groen. Dat is in dit bestemmingsplan vastgelegd door binnen de groenbestemming geen parkeervoorzieningen toe te staan.

Ook streeft Gouda ernaar dat het aantal bomen minimaal gehandhaafd blijft (peil van 2006) en dat aan bomen de kans wordt geboden dat ze oud worden. Ook is een doelstelling om intensief te beheren groentypen te beperken tot locaties waar het groen een representatieve functie heeft. De laatste doelstelling is overgenomen uit het Waterplan en luidt dat binnen Gouda natuurvriendelijke oevers in lengte toe dienen te nemen. De gebieden in Gouda zijn hierbij onderverdeeld in centrum, woonwijken, bedrijventerreinen en parken.

Het bestemmingsplan "Korte Akkeren" is hoofdzakelijk conserverend van aard en de bestaande groenstructuren zullen dus behouden blijven. De belangrijke groenstructuren zijn voorzien van de bestemming "Groen".

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01_0014.jpg"

Afbeelding: Uitsnede bomenstructuurkaart Gouda

3.4.7 Waterbeleid

In het Geactualiseerde Waterplan Gouda 2011-2015 is aangegeven dat Gouda en water onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Waterbeheer is cruciaal voor de leefbaarheid in de stad. Voor het onderhavige bestemmingsplangebied is met name van belang dat watersystemen moeten worden ingericht volgens de principes vasthouden-bergen-afvoeren. Bij ruimtelijke ontwikkelingen kan water als sturend element worden beschouwd; anticiperen in plaats van reageren. Ook is meervoudig ruimtegebruik wenselijk door de koppeling te leggen met andere functies zoals natuur en recreatie.

In het bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De bestaande waterlopen blijven behouden.

3.4.8 Sport- en recreatiebeleid

In de nota Sportief Gouda wordt invulling gegeven aan de strategische uitgangspunten van Gouda op het gebied van sport en recreatie. Het hoofddoel is om sport te stimuleren en te ondersteunen. Daarbij moeten vitale, krachtige sportverenigingen worden ondersteund en moeten sportprestaties beter zichtbaar worden gemaakt. Een toegankelijk en breed aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten moet worden bevorderd en waar mogelijk moeten voorzieningen worden gerealiseerd.

De bestaande voorzieningen in Korte Akkeren blijven vooralsnog behouden. Over een nieuwe bestemming voor het zwembad "De Trefkuil" wordt nog nagedacht. De huidige situatie is in het bestemmingsplan opgenomen.

3.4.9 Economisch beleid

Het Goudse detailhandelsbeleid ziet op het versterken van het bestaande aanbod, het verbreden ervan en het vernieuwen, gericht op het vergroten van de aantrekkingskracht van de Goudse detailhandel.

De structuurvisie Korte Akkeren Karaktervol gaat uit van het versterken van de economische functie in het centrumgebied van Korte Akkeren (naast maatschappelijke voorzieningen).

3.4.10 Horecabeleid

In de Horecanota '2008 - 2017' is aangegeven dat Gouda enerzijds de mogelijkheden voor horeca wil verruimen en anderzijds de overlast wil beperken. Dat kan door verankering van horecavestigingen in bestemmingsplannen. In wijk- en buurtcentra zijn in principe alle vormen van horeca mogelijk. Solitaire horecavestigingen moeten per initiatief worden getoetst.

In dit bestemmingsplan zijn de bestaande horecavoorzieningen positief bestemd. Binnen de bestemming of aanduiding 'horeca' zijn alle vormen van horeca, zolang ze maar passen binnen de aangegeven categorie (vaak II), toegestaan.