direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Stalkaarsen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.2013135-4001

Artikel 14 Wonen

14.1 bestemmingsomschrijving

De binnen het besluitvak 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    'aaneengebouwd'   aaneengebouwde woningen;  
    'gestapeld'   gestapelde woningen;  
    'twee-aaneen'   twee-aaneen gebouwde woningen;  
    'vrijstaand'   vrijstaande woningen;  
  • b. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 40 m2;
  • c. een bedrijfsruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfsruimte', met dien verstande dat uitsluitend de bestaande oppervlakte is toegestaan;
  • d. medische voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'medische voorzieningen';
  • e. een parkeergarage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang aanwezig te zijn;
  • g. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, tuinen en erven.

14.2 bouwregels
14.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het besluitsubvak 'bouwvlak';
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    'vrijstaand' aan twee zijden minimaal 3 m;
    'twee-aaneen' aan één zijde minimaal 3 m;
    'aaneengebouwd' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m;
  • c. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van het besluitsubvak 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van het besluitsubvak 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte.
14.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;
    • 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
    • 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • b. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal:
    • 1. 40 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 70% is;
    • 2. 50 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte van 250 tot en met 500 m2, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 60% is;
    • 3. 60 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m2, mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
  • c. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • d. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
14.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.
14.3 afwijken van de bouwregels
14.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 14.2.2 onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. artikel 14.2.2 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal:
    • 1. 55 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2;
    • 2. 70 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte van 250 tot en met 500 m2;
    • 3. 90 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m2;
  • c. artikel 14.2.2 onder b voor het vergroten van het bebouwingspercentage tot maximaal 70%;
  • d. artikel 14.2.2 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de oppervlakten genoemd onder b vermeerderd met 20 m2, uitsluitend in verband met het gebruik van genoemde bouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk gebruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg.
14.3.2

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.