direct naar inhoud van 5.3 Planregels
Plan: Dorpsgebied Stellendam en Havenhoofd 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRdrpstellendam09-BP40

5.3 Planregels

5.3.1 Inleidende regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

5.3.2 Bestemmingsregels

Agrarisch

Agrarische bedrijven en bijbehorende gronden zijn bestemd als Agrarisch. Op deze gronden mag de agrarische bedrijfsvoering plaatsvinden en binnen bouwvlakken zijn bedrijfsgebouwen toegestaan.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Bedrijf-Bedrijventerrein

Het bedrijventerrein Korteweg is bestemd als Bedrijf - Bedrijventerrein. Met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerreinen' zijn de bedrijven ingeschaald. Primair wordt de bedrijfscategorie toegestaan die gezien de ruimtelijke situatie en de omliggende functies, toelaatbaar wordt geacht. Bedrijven die in verhouding tot de ruimtelijke situatie tot een te hoge categorie behoren, zijn voorzien van een functieaanduiding waarin het specifieke bedrijfstype van het betreffende bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Wanneer dergelijke bedrijven verhuizen of beëindigd worden, mag zich ter plaatse ofwel eenzelfde type bedrijf vestigen, ofwel een bedrijf dat binnen de 'algemene toelaatbaarheid' past.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Functies anders dan bedrijf, zoals detailhandel in volumineuze goederen, worden middels functieaanduidingen specifiek mogelijk gemaakt op die locaties waar deze functies reeds voorkomen.

De bestemming kent een zekere mate van flexibiliteit in de vorm van afwijkingsmogelijkheden van zowel de bouw- als gebruiksregels en daarnaast een tweetal wijzigingsbevoegdheden.

Omdat een deel van het bedrijventerrein nog ontwikkeld dient te worden, voorzien de bouwregels in een regeling voor rooilijnen. Onder voorwaarden kan hiervan afgeweken worden voor die percelen waar anders aan alle zijden van het perceel een beeldbepalende gevel dient te worden gebouwd. Daarnaast kan afgeweken worden van het maximum bebouwingspercentage, tot een maximum van 85%.

De afwijkingsmogelijkheden van de gebruiksregels voorzien in de mogelijkheid om bedrijven toe te staan die in een hogere categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten vallen dan toegestaan of die in het geheel niet in de Staat voorkomen. Voorwaarde is dat het betreffende bedrijf naar aard en invloed op de omgeving gelijk kan worden geacht aan wel toegestane bedrijven. Tevens kunnen zelfstandige kantoren via een afwijkingsmogelijkheid worden toegestaan. In directe zin zijn deze uitsluitend toegestaan als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf of daar waar nu reeds kantoren gehuisvest zijn. De vestiging van nieuwe, zelfstandige kantoren is echter wel aan voorwaarden geboden.
Tot slot bestaat er de mogelijkheid om af te wijken ten behoeve van detailhandel in volumineuze goederen, welke in directe zin ook uitsluitend daar is toegestaan waar deze nu reeds gehuisvest is.

Naast afwijkingsmogelijkheden kent de bestemming tevens twee wijzigingsbevoegdheden om respectievelijk de opslag van meer dan 10.000 kg vuurwerk op te slaan en om Bevi-inrichtingen toe te staan. Beide wijzigingsbevoegdheden zijn aan strikte, milieutechnische voorwaarden.

Bedrijf-Gemengd Gebied

Bedrijven die zich verspreid binnen het dorpsgebied bevinden en zodoende dichtbij of mogelijk direct aan woningen gesitueerd zijn, zijn bestemd als Bedrijf-Gemengd Gebied. Met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn de bedrijven ingeschaald. Bedrijven die in verhouding tot de ruimtelijke situatie tot een te hoge categorie behoren, zijn voorzien van een functieaanduiding waarin het specifieke bedrijfstype van het betreffende bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Wanneer dergelijke bedrijven verhuizen of beëindigd worden, mag zich ter plaatse ofwel eenzelfde type bedrijf vestigen ofwel een bedrijf dat binnen de 'algemene toelaatbaarheid' past.

Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding op de kaart aangegeven en mogen niet elders worden gebouwd. Op deze wijze regelt het plan de locatie van de bedrijfswoningen en daarmee de minimale afstand naar omliggende bedrijven.

Voor twee nutsvoorzieningen langs de Eendrachtsdijk en een gemaal in Havenhoofd is de functieaanduiding 'nutsvoorziening' opgenomen. Activiteiten anders dan nutsvoorzieningen zijn ter plaatse niet toegestaan. Voor de voormalige telefooncentrale op het bedrijventerrein Korteweg is een dergelijke aanduiding niet opgenomen. Ter plaatse mogen zodoende ook andersoortige activiteiten plaatsvinden die passen binnen de algemeen toelaatbare milieucategorie.

Centrum

Het hart van de dorpskern en het Oranjeplein zijn bestemd als Centrum. In algemene zin wordt binnen deze bestemming wonen mogelijk gemaakt en daarnaast op de begane grond detailhandel en dienstverlening.

De bestemming kent daarnaast meerdere specifieke regelingen. In het gebied aanwezige functies anders dan detailhandel, dienstverlening en wonen, worden binnen de bestemming Centrum met een functieaanduiding mogelijk gemaakt. Het betreft bedrijven (uit ten hoogste categorie B.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'), kantoren, maatschappelijke voorzieningen en horeca (uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten).

Gezien de concentratie en de diversiteit van de binnen de bestemming aanwezige functies, is het bevoegd gezag bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en de inrichting van het onbebouwde terrein. Hiermee kunnen, indien nodig geacht, nadere eisen gesteld worden om de aan- en afvoer van goederen en de (extra) behoefte aan parkeerplaatsen te waarborgen in geval van nieuwbouw, uitbreiding, verandering of vernieuwing van de gebouwen.

In relatie tot de binnen de bestemming toegestane detailhandel, zijn specifieke gebruiksregels opgenomen ten aanzien van de opslag van vuurwerk, de verkoop van motorbrandstoffen en de detailhandel in volumineuze goederen.

In de specifieke gebruiksregels wordt ook ingegaan op aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. De voornaamste voorwaarden zijn de maximumoppervlakte en enkele uitgesloten activiteiten.

Tot slot biedt het plan twee afwijkingsmogelijkheden. Er kan afgeweken worden voor horeca-activiteiten die hoger zijn ingeschaald dan de toelaatbaarheid of die in het geheel niet zijn ingeschaald, voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met wel toegestane horeca-activiteiten. De tweede afwijkingsmogelijkheid biedt mogelijkheden om aan huis bed & breakfast activiteiten uit te voeren.

Groen

Grotere groengebieden en structurerende groenelementen zijn bestemd als Groen. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.

Voor dagrecreatie en de schaapskooi binnen het groen rondom de sportvelden en het dierenverblijf binnen het groen aan de Koningin Wilhelminastraat, zijn functieaanduidingen opgenomen. Tevens zijn voor speelterreinen specifieke functieaanduidingen opgenomen.

Tot slot voorziet de bestemming in een regeling op basis waarvan het bevoegd gezag het gebruik van gronden met de bestemming Groen onder voorwaarden kan wijzigen in tuin, bijvoorbeeld wanneer (delen van) groenstroken verkocht worden aan particulieren.

Kantoren

Zelfstandige kantoren zijn bestemd als Kantoren. Zij kunnen binnen de bestemming worden opgericht binnen het bouwvlak en binnen de middels aanduidingen opgenomen maten.

Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk maakt medische, sociale, levensbeschouwelijke en culturele voorzieningen mogelijk, alsmede onderwijsvoorzieningen en voorzieningen voor openbare dienstverlening.

Deze verschillende functies kennen doorgaans vergelijkbare gebouwen en/of complexen. Een uitzondering hierop is de begraafplaats. Voor de begraafplaats is derhalve een functieaanduiding opgenomen, die uitsluitend een begraafplaats toestaat. Voor de molen aan de Molenkade is eveneens een functieaanduiding opgenomen, waarbinnen in dit geval uitsluitend een molen toegestaan is.

Beide karakteristieke functies kunnen dus niet, zoals de andere gronden binnen de bestemming Maatschappelijk, ingewisseld worden voor andere maatschappelijke voorzieningen.

Voor de kerk aan de Bosschieterstraat is tevens een bedrijfswoning (dienstwoning) toegestaan. Deze is middels een functieaanduiding op de kaart opgenomen. Voorts is de hoogteregeling aangepast. Hierdoor wordt de kerktoren buiten beschouwing gelaten bij de voorgeschreven maximum goot- en bouwhoogte.

Natuur

Het Stellendamse Bos is bestemd als Natuur. Hierbinnen is extensieve dagrecreatie toegestaan. Gebouwen worden met een beperkt oppervlak toegestaan.

Recreatie - Dagrecreatie

De ijsbaan aan de noordrand en de volkstuinen aan de zuidrand zijn beiden bestemd als Recreatie - Dagrecreatie en voorzien van een eigen functieaanduiding. Gebouwen zijn daarbinnen in beperkte mate toegestaan.

Recreatie - Verblijfsrecreatie

De terreinen voor verblijfsrecreatie zijn bestemd als Recreatie - Verblijfsrecreatie. In de regels wordt een onderscheid gemaakt tussen kampeerterreinen en recreatiewoningenterreinen, dit wordt met functieaanduidingen op de kaart aangegeven. Het onderscheid daarbij is dat op een recreatiewoningenterrein uitsluitend recreatiewoningen gebouwd mogen worden, terwijl op een kampeerterrein -naast kampeermiddelen- ieder type bouwwerk voor recreatief nachtverblijf geplaatst mag worden, zolang het niet groter is dan 70 m². Hierbij valt te denken aan onder andere chalets en stacaravans.

Per terrein is het maximum toegestane aantal kampeermiddelen of bouwwerken voor recreatief nachtverblijf respectievelijk recreatiewoningen met een aanduiding aangegeven.

Het horeca- en zalencentrum bij Motel de Goede Reede is eveneens voorzien van een specifieke functieaanduiding. De horeca functioneert immers niet uitsluitend ten dienste van de bezoekers van de recreatiewoningen, maar heeft tevens een zelfstandige functie als horecavoorziening.

Bedrijfs- c.q. beheerderswoning, zijn uitsluitend toegestaan binnen de hiervoor bedoelde aanduidingen.

Sport

De sportvelden en het zwembad aan de noordrand zijn opgenomen binnen de bestemming Sport en zijn ieder voorzien van een functieaanduiding. Een derde functieaanduiding is opgenomen binnen de sportvelden ten behoeve van een zend- en ontvangstmast.

Tuin

Gronden tussen bebouwing en de weg waardoor deze bebouwing ontsloten wordt, zijn doorgaans bestemd als Tuin. De bestemming komt met name voor langs de woonbestemming. Binnen deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, terwijl bouwwerken, geen gebouwen zijnde in beperkte mate worden toegestaan.

Een bijzondere regeling wordt getroffen voor de bouw van erkers. Omdat de bestemming Wonen vaak niet verder reikt dan de voorgevel van de woning, zou een aan te bouwen erker gelegen zijn op gronden die bestemd zijn als Tuin. Derhalve wordt onder voorwaarden een erker toegestaan binnen deze bestemming.

Verkeer

Alle wegen met een wijkverzamel- of stroomfunctie zijn bestemd voor Verkeer. In de regels is het aantal rijbanen vastgelegd op maximaal 2 x 1 rijstroken conform de Wet geluidhinder.

Verkeer - Verblijfsgebied

De wegen waar een snelheidsregime van 30 km/h geldt, en de ruimten die een verblijfsfunctie hebben zijn bestemd voor Verblijfsgebied.

Water

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen. Binnen de bestemming Water zijn watergerelateerde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, keermuren, duikers etc. toegestaan.

Wonen

Voor gronden met en behorend bij woonhuizen zijn de bestemmingen Wonen - 1 en Wonen - 2 opgenomen. Daarbij is Wonen - 1 als standaard aangemerkt en vormt Wonen -2 een bestemming die specifiek is toegesneden op grotere woonpercelen. Het onderscheid zit het daarmee in de bouwmogelijkheden en de bijbehorende bouwregels. Dit onderscheid wordt hierna per bestemming uiteengezet.

Qua gebruik bieden beide bestemmingen dezelfde mogelijkheden. Dit houdt in dat naast het wonen, mogelijkheden zijn opgenomen voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In de regels zijn voorwaarden opgenomen waarbinnen deze twee aanverwante functies direct zijn toegestaan. Voor het voeren van een bed-and-breakfast zijn eveneens mogelijkheden opgenomen, maar dient het college van B&W bij besluit af te wijken van het bestemmingsplan. Om voor deze procedure in aanmerking te komen dient aan enkele voorwaarden voldaan te worden, die eveneens in de regels zijn opgenomen.

Wonen - 1

De bestemming Wonen - 1 legt in hoofdzaak de afstanden tot perceelsgrenzen, het woningtype en de goothoogte van hoofdgebouwen vast. De afstanden tot perceelsgrenzen worden op de verbeelding aangegeven door de bouwvlakken, terwijl het woningtype en de hoogte daarop worden vastgelegd door bijbehorende aanduidingen. De typen woningen die daarbij worden onderscheiden zijn vrijstaande, twee-aan-een-gebouwde, aan-een-gebouwde en gestapelde woningen. Door het vastleggen van deze eigenschappen van hoofdgebouwen kunnen er op perceelsniveau weliswaar ontwikkelingsmogelijkheden bestaan, maar blijft de ruimtelijke karakteristiek beschermd. Dit komt mede door de bepaling dat het bestaande aantal woningen niet mag worden uitgebreid.

Naast de regels voor hoofdgebouwen, zijn er afzonderlijke regels voor erfbebouwing. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden daarbij onder de gezamenlijke noemer 'erfbebouwing' geschaard, waarvoor een gezamenlijke maatvoering wordt genoemd. Deze houdt in dat de erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m². Bovendien is vastgelegd dat erfbebouwing tenminste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gesitueerd moet zijn.

Wonen - 2

Zoals aangegeven is deze bestemming specifiek toegesneden op grotere percelen. Waar de bestemmingsvlakken binnen Wonen - 1 tot 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens worden doorgetrokken, zou dit voor grotere percelen tot uitgestrekte bouwvlakken leiden. Aangezien de omvangrijke mogelijkheden die daarmee ontstaan ongewenst zijn, is voor grotere percelen een afzonderlijke systematiek toegepast in de vorm van Wonen - 2. Het voornaamste verschil is dat er een maximuminhoudsmaat voor hoofdgebouwen is opgenomen en dat afhankelijk van de omvang van het perceel delen van zij- en achtererven als Tuin bestemd kunnen worden in plaats van als Wonen.

De omvang van het bestemmingsvlak wordt bij Wonen - 2 niet georiënteerd op het perceel, maar op het bestaande hoofdgebouw. Vanuit de zijgevels daarvan wordt aan beide kanten 10 m uitgezet, terwijl vanuit de bestaande achtergevel 20 m wordt uitgezet. Het vlak dat hiermee ontstaat wordt bestemd als Wonen - 2 en wordt bovendien geheel als bouwvlak aangemerkt. Uiteraard geldt hierbij dat wanneer percelen kleiner zijn dan de uit te zetten maten, het bestemmingsvlak op de perceelsgrens wordt afgesneden. In samenhang daarmee geldt dat wanneer percelen breder of dieper zijn dan bovenstaande maten, dat de gronden buiten het bestemmingsvlak Wonen - 2 als Tuin worden aangemerkt.

Dit levert een regeling op waarbij grote percelen maat tot op zekere hoogte als Wonen worden bestemd, waardoor de bouwmogelijkheden naar verhouding compact blijven. Daar staat tegenover dat binnen het bestemmingsvlak Wonen - 2, dat geheel als bouwvlak is aangemerkt, alleen een maximuminhoudsmaat van 750 m³, de goothoogte en de afstand tot de zijerfgrens wordt vastgelegd. Hiermee ontstaat flexibiliteit in de locatie en de vorm van het hoofdgebouw. Overigens mag het bestaande aantal woningen niet worden uitgebreid.

Voor erfbebouwing geldt een vergelijkbare regeling als bij Wonen - 1. Deze mag niet meer bedragen dan 50% van het zij- en achtererf met een maximumoppervlakte van 75 m² en evenals bij Wonen - 1 wordt deze tenminste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gesitueerd.

Garageboxen

Garageboxen die niet direct bij woningen gelegen zijn, vallen wel binnen de woonbestemming, maar mogen niet voor bebouwing anders dan een garagebox benut worden. Om dit specifiek vast te leggen zijn deze garageboxen voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' waaraan in de regels bovenstaande bepaling is gekoppeld.

Wonen - Woonwagen
Voor het woonwagenterrein aan de haven is de bestemming Wonen - Woonwagen opgenomen. De regels voorzien in het maximum aantal woonwagens.

Leiding - Riool

Binnen deze dubbelbestemming is een rioolleiding van bovengemeentelijk belang toegestaan. Tevens wordt binnen deze bestemming geregeld dat ontwikkelingen in het kader van de andere bestemming die ter plaatse van toepassing is, enkel zijn toegestaan wanneer deze het leidingbelang niet schaden.

Leiding - Water

Binnen deze dubbelbestemming is een waterleiding van bovengemeentelijk belang toegestaan. Tevens wordt binnen deze bestemming geregeld dat ontwikkelingen in het kader van de andere bestemming die ter plaatse van toepassing is, enkel zijn toegestaan wanneer deze het leidingbelang niet schaden.

Waterstaat ( - Waterkering)

De waterkeringswerken zijn voorzien van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Deze dubbelbestemmingen beschermt het waterkeringsbelang. Onder voorwaarden worden gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterkering mogelijk gemaakt.

Binnen Stellendam zijn tevens gronden aangemerkt voor waterberging, waarvoor de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering te beperkt is. Ter plaatse is de bredere dubbelbestemming Waterstaat opgenomen.

Voor beide dubbelbestemmingen geldt dat bouwwerken in het kader van de andere, ter plaatse geldende bestemming worden toegestaan voor zover deze het waterstaatsbelang niet schaden.

5.3.3 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Antidubbeltelregel

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene bouwregels

Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee bestaande afwijkingen van maten uit het bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd. Aanpassingen die leiden tot grotere afwijkingen dan in de huidige situatie aan de orde zijn, worden niet toegestaan.

Tevens is een regel opgenomen op basis waarvan het verboden is een terrein te bebouwen op zodanige wijze dat daardoor op aansluitende terreinen strijdigheden ontstaan met de voor die gronden geldende regels. Indien er op zulke wijze reeds strijdigheden bestaan dan mogen deze worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot.

Daarnaast worden binnen bepaalde maten kleine overschrijdingen van bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen als trappen, hellingbanen en balkons toegestaan en tot slot wordt geregeld waar en in welke mate ondergrondse gebouwen (kelders) zijn toegestaan.

Algemene gebruiksregels

Naast de specifieke gebruiksregels die bij diverse bestemmingen zijn opgenomen, zijn in dit artikel algemene gebruiksregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. Het artikel bepaalt onder andere dat het opslaan van bepaalde goederen en materialen alsmede het permanent bewonen van kampeermiddelen, recreatieve nachtverblijven en recreatiewoningen niet is toegestaan.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.

De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.

Algemene aanduidingsregels
Een gedeelte van het plangebied valt binnen de vrijwaringszone van de molen Korenlust. Om die reden is een gebiedsaanduiding vrijwaringszone-molenbiotoop op de plankaart opgenomen en is een algemene aanduidingsregel opgenomen. Hiermee wordt in de regels vastgelegd dat, conform de Provinciale Verordening, geen bebouwing mag worden opgericht of beplanting aanwezig mag zijn die door hun hoogte een inbreuk plegen op het vrije zicht en de windvang van de molen.

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt het bevoegd gezag de mogelijkheid geboden om onder voorwaarden af te wijken van bestemmingsregels. Het betreft afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van kleine overschrijdingen van maatvoeringen en bouwgrenzen, alsmede afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van ontwikkelingen van algemeen nut.

Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een regeling opgenomen die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft de bestemmingslegging te wijzigen voor gronden waar de bestemmingslegging niet conform de werkelijke situatie is opgenomen.

Overige regels

In dit artikel is een regeling opgenomen waarmee wordt vastgelegd dat daar waar het plan verwijst naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, de betreffende verwijzing betrekking heeft op het bedoelde document zoals dat van kracht is op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

5.3.4 Overgans- en slotregels

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde.

Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel

Deze regel bevat de titel van het plan.