Plan: | Zeil- en surfcentrum Brouwersdam |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0511.GDRSurfcentrBrdam-BP40 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. In het plangebied worden het water en de waterkering beheerd door Rijkswaterstaat Zeeland. In het kader van de watertoets is over het onderhavige bestemmingsplan overleg gevoerd met de waterbeheerder. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het rijksbeleid nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Gemeentelijk:
Beleid waterkeringen en buitendijkse ontwikkelingen
De Beleidslijn voor de Kust (Rijkswaterstaat, 2007) geeft een afwegingskader voor ontwikkelingen in het kustfundament. De beleidslijn gaat over activiteiten die ruimtebeslag hebben of een mogelijk effect op veiligheid. De beleidslijn geeft een uitwerking van het “ja, mits en nee, tenzij” beleid voor de kust zoals opgenomen in de Nota Ruimte en de Derde Kustnota. Het plangebied ligt weliswaar aan de binnenzijde van de Brouwersdam, maar gedeeltelijk op de waterkeringswerken. Op basis hiervan geldt in het plangebied het “nee, tenzij” principe. Dit houdt in dat het bevoegd gezag medewerking kan verlenen aan ingrepen, bij:
a. Te kleine activiteiten om relevant te zijn voor de waterveiligheid:
b. Activiteiten die per saldo positief bijdragen aan de strategie van het zandig kustfundament;
c. Voorzieningen van openbaar belang;
d. Werken ten behoeve van de waterstaatkundige functie van het kustfundament;
e. Zaken van groot openbaar belang.
Op het plangebied is daarnaast de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr, 1996) van toepassing. Hierin is bepaald dat voor alle activiteiten en bouwwerken een vergunningplicht op grond van de Wbr geldt.
MIRT-Verkenning Grevelingen
Het Rijk en regionale overheden hebben in een MIRT-Verkenning (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) onderzocht hoe het water en de omgeving van de Grevelingen in alle opzichten gezonder, fraaier en sterker kunnen worden. Het onderzoek gaat over het herstellen van het zuurstofgehalte van het water, het opwekken van duurzame energie, het verder uitbreiden van het natuurareaal, het verbeteren van het aanbod voor recreanten en toeristen en het herstel van de visserij.
Door een opening te maken in de Brouwersdam kan de eb en vloedstroom van de Noordzee weer toegang krijgen tot het Grevelingenmeer. Door deze getijbeweging komt er meer zuurstof in het water. Er ontstaat ook meer natte natuur, de kweek van schelpdieren wordt weer mogelijk en er komt weer werk voor vissers. Dat is nodig om een einde te maken aan de sluipende achteruitgang van het planten- en dierenleven in het meer.
Verder richt de MIRT-Verkenning zich op het maken van een doorlaatopening in de Grevelingendam, zodat de Grevelingen weer in verbinding komt met het Volkerak-Zoommeer.
Ten slotte gaat de Verkenning in op de mogelijkheid van een sluis in de Brouwersdam voor de recreatievaart, zodat watersporters rechtstreeks van de Noordzee naar de jachthavens op de Grevelingen kunnen varen en niet meer de lange omweg via de sluis van Bruinisse hoeven te maken.
Huidige situatie
Het plangebied ligt aan de binnenzijde van de Brouwersdam, ten zuiden van de jachthaven Marina Port Zélande. Het plangebied bestaat grotendeels uit bebouwd en verhard terrein.
Waterkwantiteit en -kwaliteit
Aan de oostkant ligt een deel van het Grevelingenmeer binnen de grenzen van het plangebied.
Het Grevelingenmeer is een KRW-waterlichaam. Het Grevelingenmeer heeft een oppervlakte van 11.000 hectare, exclusief de drooggevallen gedeelten, die 3.000 hectare beslaan. Het is het grootste zoutwatermeer van West-Europa. Door de aanleg van de Brouwersdam is het Grevelingenmeer veranderd van zout naar zoetwater. Veel planten en dieren, die afhankelijk waren van getij en zout water zijn hierdoor verdwenen. In 1978 is een doorlaatsluis gerealiseerd in de Brouwersdam om weer een open verbinding met de Noordzee te realiseren waardoor het Grevelingenmeer weer zout kon worden en de waterkwaliteit kon verbeteren. De kwaliteit van het Grevelingenmeer is echter de laatste jaren sterk verslechterd door een te laag zuurstofgehalte.
Waterkeringen
De Brouwersdam is een primaire waterkering, het plangebied ligt meer dan 200 m van de N57. Het plangebied bevindt zich slechts voor een klein deel binnen de buitenbeschermingszone van deze primaire waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op een gemengd riool.
Toekomstige situatie
Algemeen
In het plangebied vindt uitbreiding en aanpassing van de bebouwing van het zeil- en surfcentrum plaats.
Waterkwantiteit
Het bestaande gebouw wordt uitgebreid met circa 630 m². Op de kop van de dam, ter hoogte van de bestaande aanlegplaatsen, wordt nieuwbouw gerealiseerd die ruimte zal bieden aan een raceoffice -zeilschool. Het gebouw heeft een oppervlakte van circa 145 m². Tot slot wordt aan de voor(oost)zijde van het zeil- en surfcentrum land aangewonnen.
Vanwege toekomstige ontwikkelingen van het waterpeil in het Grevelingenmeer, op basis van de MIRT-Verkenning, moet in het plangebied rekening worden gehouden met het invoeren van getij. Het toekomstig gemiddelde getij zal waarschijnlijk 50 cm worden rondom een middenstand van -20 cm of -10 cm. Als er ook springtij wordt ingevoerd zal dit tijdens die periode naar 70 cm getij gaan (35 cm naar boven en 35 cm naar beneden ten opzichte van middenstand). Dit zal zonder gevaar zijn voor de binnendijkse gebieden, maar voor de planlocatie van het zeil- en sufcentrum is het wel van belang om hiermee rekening te houden. Van belang is dat de eigenaar van het zeil- en surfcentrum hiervan op de hoogte is en als gevolg van deze ontwikkeling geen schade kan claimen. Ook als gevolg van zeespiegelstijging kunnen de hoogste waterstanden veranderen.
Verder wordt het Grevelingenmeer in de toekomst mogelijk ingezet als waterberging waardoor er tijdelijk nog hogere waterstanden op kunnen treden.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
De huidige afvoer van rioolwater vanaf de Brouwersdam en De Punt vraagt de nodige aandacht. De afvoer van rioolwater van het zeil- en surfcentrum vindt plaats via de persleiding van Port Zélande. In 1993, bij de totstandkoming van de definitieve plannen voor het centrum, is dit geregeld door het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen. Ook na realisering van de plannen van het zeil- en surfcentrum kan het rioolwater via deze persleiding worden afgevoerd. De uitbreiding van het zeil- en surfcentrum is beperkt, de plannen zijn vooral ontwikkeld met het oog op de kwaliteitsverbetering van de voorzieningen bij het zeil- en surfcentrum, zoals de bouw van een race-office, het vervangen van de opslag in containers door vaste bergruimte en verbetering van de keuken. De extra belasting als gevolg van de uitbreidingsplannen van het zeil- en surfcentrum blijft dus zeer beperkt. De plannen van dit centrum leveren daardoor ook geen problemen op voor de afvoer van het rioolwater. De persleiding heeft voldoende capaciteit en ook het gemaal aan de Blomweg waarop deze persleiding is aangesloten kan de beperkte toename als gevolg van de plannen van het zeil- en surfcentrum verwerken. Dit gemaal kan maximaal 60 m3 per uur lozen richting rioolwaterzuivering. Dit is de enige beperkende voorwaarde voor de capaciteit van de riolering. In de huidige situatie wordt minder dan 60 m3 rioolwater aangevoerd. Dit blijkt uit het feit, dat de pomp van dit gemaal niet 24 uur per dag draait.
Bij realisering van alle plannen op en rond de Brouwersdam kunnen echter wel knelpunten ontstaan. Begin september 2012 zal overleg plaats vinden tussen de gemeente en alle exploitanten/ontwikkelaars in dit gebied. Dit overleg vormt de eerste aanzet voor de verdere verkenning van mogelijke knelpunten in de riolering, oplossingsrichtingen en verantwoordelijkheden. Vanuit Rijkswaterstaat is reeds aangegeven dat voor de afvoer van vuilwater een IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater) niet acceptabel is, aangezien het niet wenselijk is afvalwater te lozen bij zwemwater.
Gelet op het beperkte effect van de plannen van het zeil- en surfcentrum op de rioleringscapaciteit vormt het (toekomstige) knelpunt rond de riolering geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving. Figuur 4.2 geeft de ligging van de waterkering weer. Slechts een klein deel van het plangebied maakt deel uit van de buitenbeschermingszone.
figuur 4.2 Ligging waterkering
Waterbeheer
Op het plangebied is de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr, 1996) van toepassing. Op grond van deze wet is bepaald dat het verboden is zonder vergunning gebruik te maken van een waterstaatswerk door, anders dan waartoe het is bestemd,
Voor de uitvoering van dit plan is een Waterwetvergunning nodig. Rijkswaterstaat is voornemens om in de toekomst het gebied Port Zélande/Kabbelaarsbank, voor zover gelegen buiten de buitenbeschermingszone van de waterkering, uit te zonderen van vergunningplicht.
Water in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan worden de delen van het oppervlaktewater in het plangebied die in open verbinding blijven met het Grevelingenmeer voorzien van de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterstaatkundige functie". De waterstaatkundige functie van dit water wordt hierdoor voldoende veilig gesteld. Resterend water bij de landaanwinning ter plaatse van de ecolodges krijgt de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie'. Het gaat hierbij om kleine oppervlaktes, de uiteindelijke vorm wordt pas bij de uitvoering bepaald en is mede afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid ophoogmateriaal.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Een aandachtspunt vormt de afvoer van afvalwater, waarover nader overleg met betrokken partijen zal plaatsvinden.