direct naar inhoud van 4.3 Ecologie
Plan: Zeil- en surfcentrum Brouwersdam
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRSurfcentrBrdam-BP40

4.3 Ecologie

Samenvatting

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in Bijlage 2 en van de verstorings- en verslechteringstoets in Bijlage 3.

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding en de oevers van het Grevelingenmeer. De oostkant van het plangebied wordt gevormd door het Grevelingenmeer.

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied vindt uitbreiding van het zeil- en surfcentrum plaats. Het betreft uitbreiding van het bestaande gebouw en aan de voor(oost)zijde van het zeil- en surfcentrum wordt land aangewonnen waarop ten hoogste 17 ecolodges worden gebouwd. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • dempen deel Grevelingenmeer;
  • bouwrijp maken;
  • bouwwerkzaamheden.

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Natura 2000

Uit de verstorings- en verslechteringstoets (Bijlage 3) blijkt dat:

  • de beperkte toename van het aantal bezoekers niet leidt tot verstoring van soorten;
  • de werkzaamheden plaatsvinden buiten de voor vogels kwetsbare perioden; er treedt dan ook geen verstoring van vogels op;
  • door het gebruik van lage verlichtingsarmaturen er geen lichtverstoring optreedt;
  • de zeer beperkte toename van het aantal motorvoertuigen niet leidt tot een waarneembare stikstofdepositie. Negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie kan dan ook worden uitgesloten;
  • de landaanwinning leidt tot een plaatselijke verandering van de waterhuishouding, dit leidt echter niet tot negatieve effecten op aangewezen soorten of habitattypen. Aangezien er 'werk met werk' wordt gemaakt, treedt er geen extra verandering van de waterhuishouding (vertroebeling) op. De landaanwinning heeft geen negatief effect op de habitattypen en soorten.

De ontwikkelingen in het plangebied leiden gezien bovenstaande niet tot negatieve effecten op Natura 2000.

Ecologische Hoofdstructuur

Het plangebied grenst aan de zuid- en zuidwestkant aan de EHS. Zoals uit de verstorings- en verslechteringstoets (Bijlage 3) blijkt, kunnen negatieve effecten op de Grevelingen worden uitgesloten.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden.

Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van het zeil- en surfcentrum op het land en in het Grevelingenmeer. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.

  • Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Flora- en faunawet omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
  • Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Flora- en faunawet wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl). Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Mogelijk zijn nesten van de huismus aanwezig in de bebouwing, deze worden echter niet verstoord door de ontwikkelingen in het gebied.
  • Vanuit de zorgplicht is het bij het dempen van het stuk Grevelingenmeer van belang om voorafgaand aan de werkzaamheden ervoor te zorgen dat alle dieren uit het gebied kunnen vluchten/verplaatst worden.