direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Brouwersdam 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRBrouwersdam-BP30

4.6 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Inrichtingen

Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Binnen de PR 10-6-contour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-contour worden gerealiseerd. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR rondom deze inrichtingen.

Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR, op basis van de nota Omgaan met risico's, in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR wordt een oriënterende waarde aangehouden. Dit is een waarde waar gemotiveerd van mag worden afgeweken, het is een ijkpunt in de totale verantwoordingsplicht.

Wegen

  • Vigerende circulaire

In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2010) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.

  • Basisnet en Besluit Transportroutes Externe Veiligheid

In 2012 zal naar verwachting het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) worden vastgesteld. In dat Besluit en het bijbehorende basisnet (voor wegen, spoorwegen en vaarwegen) worden veiligheidszones aangegeven waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd (en beperkte kwetsbare objecten slechts onder voorwaarden). Daarnaast worden in de omgeving van deze transportroutes beperkingen opgelegd in verband met de mogelijke effecten van een optredende plasbrand (plasbrandaandachtsgebieden). De huidige risiconormering ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgt uit de circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen.

  • Beleidsvisie externe veiligheid Goeree-Overflakkee (2008)

De gemeenten op Goeree-Overflakkee willen iedereen op elke plek in de gemeente een veilige werk- en leefomgeving bieden. Het leven zit echter vol risico's en 100% veiligheid bestaat niet. Hoge veiligheidsambities hebben grote financiële consequenties en een (te) hoge maatschappelijke prijs. De gemeenten streven naar een evenwichtige afweging van veiligheidsbelangen en overige belangen. Hiertoe is de “Beleidsvisie Externe Veiligheid - Richting aan risico's op Goeree-Overflakkee” opgesteld. Deze bevat een aantal beleidsuitgangspunten en ook worden een aantal wettelijke punten onderstreept.

Tevens wordt een methode neergezet voor het toetsen van risico's bij ontwikkelingen. Deze methode maakt het mogelijk om bij ruimtelijke plannen op voorhand te bepalen welke soorten objecten wel/niet zijn toegestaan binnen bepaalde afstanden van risicobronnen. Met deze beleidsvisie heeft de regio een duidelijke visie en ambitie neergezet voor de invulling van ruimtelijk en milieubeleid. Daarmee wordt een kader geboden voor het afwegen van veiligheid ten opzichte van ruimte, milieu en economie.

Onderzoek

In het plangebied en omgeving zijn verschillende risicorelevante bronnen aanwezig, deze zijn weergegeven in figuur 4.4.

afbeelding "i_NL.IMRO.0511.GDRBrouwersdam-BP30_0028.png"

Figuur 4.4 Risicorelevante bronnen plangebied

Risicorelevante inrichtingen

In het plangebied liggen enkele risicorelevante inrichtingen:

  • Natural High Beachclub (geen Bevi-inrichting). Hiervoor geldt in verband met de aanwezigheid van een propaantank een PR 10-6-contour van 40 m. De oriëntatiewaarde van het GR wordt niet overschreden. De beoogde ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de externe veiligheidssituatie;
  • Sea Spirit Port Zélande BV, Port Zeelande 2. Dit bedrijf is risicorelevant in verband met de opslag van chloorbleekloog. De PR 10-6-contour bedraagt 0 m. Het bedrijf levert geen belemmering op voor dit bestemmingsplan;
  • WJ Westland, Oudelandsweg 100 (akkerbouw, geen Bevi-inrichting). Hiervoor geldt in verband met de aanwezigheid van een propaantank een PR 10-6-contour van 40 m. De oriëntatiewaarde van het GR wordt niet overschreden. De beoogde ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de externe veiligheidssituatie;
  • Camping 't Reigersnest, West Nieuwlandseweg 14: de situatie is identiek aan de Natural High Beachclub. De beoogde ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de externe veiligheidssituatie.

Gevaarlijke stoffen over weg (N57)

In het Ontwerpbasisnet weg is aangegeven dat voor de N57 (afrit N215 (Stellendam) - N59) een veiligheidszone van 5 m vanaf het midden van de weg geldt. Dit levert geen belemmering op voor dit bestemmingsplan. Er geldt voor deze weg geen plasbrandaandachtsgebied (PAG). Het GR bedraagt momenteel kleiner dan 0,1 * oriënterende waarde. De beoogde ontwikkelingen zullen niet, dan wel hooguit in zeer beperkte mate invloed hebben op de hoogte van het GR. Gelet op de aard van de omgeving zal hierbij nog steeds zeer ruim worden voldaan aan de oriënterende waarde van het GR.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.