direct naar inhoud van 7.2 Inspraak
Plan: Smalle Gooye
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDSmalleGooye09-BP30

7.2 Inspraak

Naast het wettelijk verplichte overleg heeft de gemeente Dirksland het plan als voorontwerp de gemeentelijke inspraakprocedure laten doorlopen. Daarbij heeft het voorontwerpbestemmingsplan 4 weken ter inzage gelegen van 28 juni 2010 tot en met 26 juli 2010. In deze periode zijn vier inspraakreacties binnengekomen die hieronder zijn samengevat en van een reactie zijn voorzien.

Estate Invest projectontwikkeling

Samenvatting

Inspreker verzoekt de gemeente om de goothoogte van de landgoederen te verhogen naar 10 m. De hoogte van 7 m, zoals opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan, is onvoldoende om een landgoed van allure en uniciteit te creëren. Inspreker heeft verschillende beelden van landgoederen ter onderbouwing van zijn verzoek bij de inspraakreactie gevoegd, die onderdeel uitmaken van het inspiratiekader voor landgoederen opgesteld door de provincie Zuid-Holland.

Beoordeling

De gemeente Dirksland is in een eerder stadium met Estate Invest in overleg geweest over de te hanteren maximumgoothoogte. De gemeente ging daarbij uit van 7 m waar Estate Invest om een maximumgoothoogte van 9 m verzocht.

Met het oog op de voortgang van het plan in verband met de aanleg van de voetbalvelden, is het plan op een gegeven moment als voorontwerp richting inspraak en overleg gegaan, met de afspraak tussen de gemeente Dirksland en Estate Invest dat in de ontwerpfase van het bestemmingsplan nadere afstemming zou plaatsvinden over de te hanteren maximumgoothoogte.

De gemeente is nog steeds van mening dat een maximumgoothoogte van 7 m in combinatie met een bebouwingsoppervlak van 1.000 m² meer dan voldoende ruimte biedt voor ten hoogste 3 wooneenheden mét allure en uniciteit. Om meer flexibiliteit te bieden aan de ontwerpopgave voor het hoofdgebouw, is de gemeente toch bereid om tegemoet te komen aan de oorspronkelijk gevraagde goothoogte van 9 m. Om het ruimtelijk effect van de bouwmassa te beperken, geldt daarbij als randvoorwaarde dat het hoofdgebouw ten minste 50 m uit de as van de Haveloozeweg wordt geplaatst. Om die reden is de begrenzing van het bouwvlak aangepast.

Overigens bevreemt het de gemeente Dirksland dat de inspraakreactie inmiddels is gericht op een goothoogte van 10 m, waar Estate Invest zich tijdens eerder overleg richtte op 9 m. De gemeente kan uit de inspraakreactie niet opmaken dat de extra meter noodzakelijk is om het programma te realiseren. De maximumgoothoogte in het plan wordt om die reden aangepast naar 9 m, wat én voldoende mogelijkheden biedt én in overeenstemming is met het oorspronkelijke verzoek.

Landarbeidersvereniging Dirksland

Samenvatting

  • a. De vereniging is bevreesd dat de aanleg van de sportvelden langs het volkstuinencomlex tot schade bij de gebruikers van het complex zal leiden als gevolg van inbraak en vernielingen en doorgeschoten ballen.
  • b. Er bestaat verder onduidelijkheid over de sloot tussen het complex en de beoogde sportvelden en over het toekomstige onderhoud van deze sloot.

Beoordeling en conclusie

  • a. Het bestemmingsplan is niet het juiste instrument om de vrees van insprekers te doen voorkomen. De gemeente zet tegen vernieling, inbraak en ander maatschappelijk onwenselijk gedrag haar bevoegdheden in het kader van toezicht en handhaving in samenwerking met het politieel apparaat in.
    De gemeente is overigens de mening toegedaan dat met de aanleg van de sportvelden er in de nabijheid van het complex een structurele aanwezigheid van personen ontstaat en daarmee ook een toezicht op het complex. De aanwezigheid van personen kan in dat opzicht ook een positief effect opleveren. Op het moment dat schade ontstaat als gevolg van het gebruik van de sportvelden, dan dient de voetbalvereniging hierop te worden aangesproken. De rol van de gemeente strekt zich niet tot dergelijke privaatrechtelijke sferen.
  • b. De waterloop ten westen van de nieuwe sportvelden zal zijn huidige breedte behouden. De plangrens is direct op de oostelijke oever van de sloot gelegd, waarmee dit plan dus niet van toepassing is op de sloot. Overigens is dit plan ook in overleg met het waterschap tot stand gebracht, het orgaan dat onder meer verantwoordelijk is voor het onderhoud van waterlopen. Bij de inrichting van het sportterrein zal moeten worden bezien op welke wijze het onderhoud van de sloot kan worden gegarandeerd.

Inspreker A

Samenvatting

Inspreker geeft aan al jaren goede buren met de voetbalvereniging te zijn, maar het afgelopen seizoen regelmatig geconfronteerd te zijn met het gebruik van een omroepinstallatie door de voetbalvereniging. Hierover hebben zij contact gehad met de voetbalvereniging. Inspreker geeft aan dat zij dan ook niet willen dat het bestemmingsplan Smalle Gooye doorgang vindt.

Beoordeling en conclusie

De nieuwe sportvelden worden op grotere afstand van de bestaande woning van inspreker A gerealiseerd dan de huidige sportvelden. In paragraaf 4.2 van de toelichting bij het bestemmingsplan is aandacht besteed aan het aspect milieuhinder als gevolg van de aanleg van de sportvelden. Uit deze paragraaf blijkt dat de nieuwe sportvelden voldoen aan de richtafstanden die de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering noemt. Dat bij de aanleg van de nieuwe sportvelden rekening is gehouden met de richtafstanden, neemt niet weg dat er overlast kan ontstaan door de wijze waarop de geluidsinstallatie wordt gebruikt en is gericht. Dergelijke overlast laat zich echter niet reguleren in het bestemmingsplan.

Gelet op het belang dat de gemeente hecht aan de fusie van de twee voetbalverenigingen en het feit dat bij de aanleg van de nieuwe voetbalvelden rekening is gehouden met de richtafstanden waardoor geen vergroting van de milieuhinder voor omwonenden verwacht wordt, wordt het plan op dit punt niet aangepast of stopgezet zoals inspreker verzoekt

Inspreker B

Samenvatting

Inspreker heeft een transportbedrijf en is van mening dat de verandering van de bestemming van de agrarische gronden het einde kan betekenen voor zijn bedrijf. Een transportbedrijf veroorzaakt namelijk altijd enige overlast. Daarom heeft inspreker zijn bedrijf ook aan de rand van het dorp gevestigd, zodat niemand last van hem zou hebben. Inspreker is van mening dat mogelijke woningbouw niet dichterbij dan minimaal 100 m van zijn erfafscheiding plaats mag vinden. Voor de mogelijke schade als gevolg van de nieuwe ontwikkeling houdt de inspreker de gemeente verantwoordelijk.

Beoordeling en conclusie

De nieuwe landgoederen worden op meer dan 450 m van het bedrijf van inspreker gerealiseerd. Voor een transportbedrijf geldt (op basis van de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering) een richtafstand van 50 m ten opzichte van een rustige woonwijk. Aan deze afstand wordt zeer ruim voldaan. De realisatie van de landgoederen beperkt het bedrijf daarom niet in haar bedrijfsvoering.