direct naar inhoud van 4.2 Ecologie
Plan: Geldersedijk 22
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDGlddijk22-BP30

4.2 Ecologie

Samenvatting

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in bijlage 1.

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied wordt de bestaande bebouwing gesloopt. Hiervoor loopt inmiddels een seperate sloopvergunningsprocedure. In dit plan wordt daarom uitgegaan van een perceel zonder bebouwing. De ontwikkeling betreft het realiseren van een verzamelgebouw voor maatschappelijke en kantoorfuncties en een parkeerterrein. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • bouwrijp maken;
  • bouwwerkzaamheden.

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Het Natura 2000-gebied Grevelingen, tevens PEHS, ligt ruim 3,3 km ten westen van het plangebied. Gezien de afstand tussen plangebied en Natura 2000-gebied en de tussenliggende bebouwing en infrastructuur en de kleinschalige aard van de ingreep, kunnen negatieve effecten als gevolg van de ontwikkeling worden uitgesloten.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Flora- en faunawet niet optreden.

In het plangebied komen de volgende beschermde soorten voor:

vrijstellingsregeling Flora- en faunawet   tabel 1     mol, egel, konijn, hermelijn, wezel, huisspitsmuis, dwergspitsmuis, veldmuis en dwergmuis

bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker  
ontheffingsregeling Flora- en faunawet   tabel 2     geen  
  tabel 3   bijlage 1 AMvB   geen  
    bijlage IV HR   geen  
  vogels   cat. 1 t/m 4   huismus  
    cat. 5   koolmees, pimpelmees, spreeuw, ekster en zwarte kraai  

Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een complex voor maatschappelijke en kantoorfuncties. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.

  • Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1-soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt.
  • De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten.