Plan: | Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) HERSTELBESLUIT |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0092-2001 |
Het bestemmingsplan is met het oog op duurzame ontwikkeling gericht op het in onderlinge samenhang:
het bestemmingsplan Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) HERSTELBESLUIT met identificatienummer NL.IMRO.0503.BP0092-2001 van de gemeente Delft.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, therapeutisch of paramedisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing kan worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
het verrichten van handelingen, waardoor de hoogteligging van een terrein of de bodem van een water (al dan niet tijdelijk) wordt verlaagd dan wel verhoogd. Hieronder wordt niet begrepen:
bedrijfssituatie met activiteiten die met enige regelmaat (vaker dan incidenteel) voorkomen en meer geluid veroorzaken dan de RBS (representatieve bedrijfssituatie).
deel van een etmaal van 19:00 uur tot 23:00 uur.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het uitoefenen van activiteiten, waaronder maakindustrie, gericht op het ontwikkelen, vervaardigen en/of opslaan van (deel)producten, met eventuele bijbehorende ondergeschikte detailhandel, in ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf, en ondergeschikte horeca in de categorie 1, zoals opgenomen in de bijlage 1.
Onder een bedrijf wordt niet verstaan zelfstandige detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, en horeca.
een bouwlaag van een gebouw die ter hoogte van het maaiveld ligt.
objecten waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gevoelige functie die op de datum van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan legaal aanwezig is of op basis van een onherroepelijke vergunning kan worden gebouwd.
een inrichting waarvan het gebruik voor het desbetreffende perceel is aangeven in bijlage 3 van de regels of als dat niet het geval is een inrichting die op de datum van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan legaal aanwezig is dan wel op basis van een onherroepelijke vergunning kan worden gerealiseerd.
activiteit waarvoor in het bestemmingsplan een vergunningplicht is gecreëerd en regels zijn gesteld, op basis van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder c en g van de Wabo.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een tussen twee opeenvolgende vloeren gelegen, voor verblijf geschikt, deel van een gebouw met uitsluiting van een kap.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de totale oppervlakte, zoals bepaald wordt volgens de NEN 2580 (gemeten op vloerniveau langs de buitenmuren; bij gebouwen bestaande uit meerdere bouwlagen wordt per bouwlaag gemeten).
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft.
een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden, materialen en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten.
een atelier, een bioscoop, een creativiteitscentrum, een dansschool, een museum, een muziekschool, een bibliotheek, een muziektheater, een sauna, een theater, en/of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning, met eventuele bijbehorende ondergeschikte detailhandel, met een assortiment dat aansluit op de aard van deze voorzieningen of locaties, en ondergeschikte horeca in de categorie 1, zoals opgenomen in de bijlage 1.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik, dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
deel van een etmaal van 07:00 uur tot 19:00 uur.
een buitenruimte, gelegen op een hoofdgebouw of op een aan- of uitbouw voorzien van een afscheiding.
het ter plaatse bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit evenwel met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen.
detailhandel in de volgende categorieën:
werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden al dan niet met inbegrip van daarbij behorende ondergeschikte horeca in de categorie 1, zoals opgenomen in de bijlage 1, ten dienste van deze voorzieningen, waaronder zijn begrepen: kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen.
Onder een dove gevel die wordt toegepast in verband met overschrijding van:
wordt verstaan een gevel met bouwkundige maatregelen die:
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak:
een activiteit wordt meer dan 12 maanden niet meer uitgevoerd.
energie die gewonnen wordt uit natuurlijke bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in grote hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte; op te delen in:
een ontwikkeling waarbij sprake is van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Daarbij kan gedacht worden aan innovatieve toepassingen ten aanzien van energiegebruik, energiewinning en materiaalgebruik, zoals zonnepanelen, groene daken, circulair bouwen e.d.
de begane grondlaag.
een terras dat door een weg of doorgang gescheiden is van het pand of gevelterras en gelegen is op een plein, middenberm of soortgelijk gebied.
een coherent geheel van elementen, die als één geheel functioneren in de duurzame energiewinning.
het equivalente geluidsniveau als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een al dan niet periodiek terugkerende, openbaar toegankelijke activiteit
in de openbare ruimte
, met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, dat plaatsvindt in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten (niet bedoeld weekmarkten), braderieën, beurzen, kermissen, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
díe vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik in principe ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
de fysieke leefomgeving omvat onder andere de volgende thema's:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidbelasting in de zin van de Wet geluidhinder of het Activiteitenbesluit, waarbij onder de geluidbelasting vanwege een inrichting wordt verstaan: de etmaalwaarde als gevolg van de representatieve bedrijfssituatie als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. De etmaalwaarde is de hoogste van de volgende drie waarden:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidgevoelig object wordt aangemerkt.
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
door het realiseren van een serre of loggia waardoor de geluidbelasting op de scheidingsconstructie van de achtergelegen verblijfsruimte gecumuleerd niet hoger is dan 55 dB kan ook en geluidluwe gevel worden bereikt.
zoals bepaald in de Wet geluidhinder.
een kleine, op een supermarkt lijkende kiosk op een vee lbezochte plaats, die met een beperkt, afgestemd assortiment klanten het gemak van kleine, snelle aankopen biedt.
na de datum van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan (al dan niet met een vergunning) legaal gerealiseerde functies en activiteiten.
gebouwen en objecten welke ook als geluidgevoelig zijn aangemerkt.
functies, gebouwen en terreinen die bescherming behoeven zoals:
een bij een bestemmingsplan of omgevingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidbelasting van een geluidgevoelig object, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van drank- en/of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, waaronder in ieder geval worden verstaan café's, restaurants, lunchrooms, snackbars en hiermee gelijk te stellen inrichtingen of bedrijven.
elke door de mens bedrijfsmatige of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid. Hieronder wordt onder andere verstaan een bedrijf, zelfstandige detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorziening, dienstverlening of andere vorm van horeca.
de grens van een inrichting.
een bedrijf dat niet of slechts in ondergeschikte mate op het publiek gericht is en dat zich richt op administratieve, adviserende of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden met eventuele ondergeschikte horeca in de categorie 1, zoals opgenomen in de bijlage 1.
het in een woning door de bewoner bedrijfsmatig uitoefenen van activiteiten, niet zijnde een inrichting als aangewezen in artikel 2.1 van het Besluit omgevingsrecht, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een vorm van duurzaam ontwikkelen waarbij zodanig gebouwd en ingericht wordt dat een bouwwerk of inrichting tijdig en effectief kunnen worden aangepast aan het actuele of verwachte klimaat met als doel het beperken van schade door klimaatverandering.
voortbrengsels van de beeldende kunsten en bouwwerken waarvoor andere materialen dan aarde en zand gebruikt zijn, zoals sluizen, tunnels, bruggen, viaducten enz.
objecten waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
bovenkant van het afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft.
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/kinderopvang, onderwijs, religie, bibliotheken, openbare dienstverlening en verenigingsleven met - alleen voor de functies sport-, culturele, medische, onderwijs, recreatieve- en vrije tijdsvoorzieningen - eventuele bijbehorende ondergeschikte detailhandel, met een assortiment dat aansluit op de aard van de maatschappelijke hoofdfunctie of de locatie, en ondergeschikte horeca in de categorie 1, zoals opgenomen in de bijlage 1.
Hieronder wordt niet verstaan uitvaart/begraafplaatsen, gevangeniswezen en defensie/militaire zaken.
maximaal geluidsniveau gemeten in de meterstand «F» of «fast», als vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
de verhouding tussen wonen en niet-woonfuncties in een gebied, waarbij parkeervoorzieningen niet worden meegerekend. Hiervoor wordt de rekenformule gebruikt:
brutovloeroppervlak wonen / totale brutovloeroppervlak in een gebied.
een toeslag van 10 dB op het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau als gevolg van het duidelijk hoorbaar zijn van muziekgeluid.
deel van een etmaal van 23:00 uur tot 07:00 uur.
nadere eisen als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d van de Wro.
Nieuw Amsterdams Peil.
een vorm van duurzaam ontwikkelen waarbij zodanig gebouwd en ingericht wordt dat een bouwwerk bijdraagt aan de lokale biodiversiteit en natuurwaarden alsmede aan de kwaliteit van de leefomgeving waaronder de gezondheid van bewoners, bevordering van sociale contacten, bevordering van toerisme, het temperen van de temperatuur in een stad en vermindering van de luchtvervuiling in de stad. Voorbeelden zijn geveltuinen, groene daken, halfverhardingen, integreren van faunavoorzieningen in gebouwen en bouwwerken.
een gevoelige functie die op de datum van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan (nog) niet legaal aanwezig is dan wel (nog) niet op basis van een onherroepelijke vergunning kan worden gebouwd.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
de grondkerende constructie aan en in de aan een watergang grenzende kant van een terrein.
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de hoofdfunctie dient, waarbij het assortiment ook afgestemd is op de hoofdfunctie en waarbij de detailhandel niet zelfstandig functioneert. Ondergeschikte detailhandel is uitsluitend toegestaan bij sport-, culturele-, medische-, onderwijs-, recreatieve-, en vrije tijdsvoorzieningen.
beperkte op de eindgebruiker gerichte vorm van horeca dat naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning dient van de hoofdfunctie.
weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is en geen onderdeel uitmaakt van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie. Indien een overkapping aangebouwd is aan een gebouw mag een overkapping maximaal 2 niet eigen wanden hebben. Eigen wanden zijn dan niet toegestaan. Indien een overkapping niet is aangebouwd aan een gebouw mag een overkapping maximaal 1 eigen wand hebben.
voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en de daarbij behorende in- en uitritten.
onder peil wordt verstaan:
het maximaal geluidniveau zoals omschreven in artikel 2.74.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee gelijk te stellen gebied.
basisonderwijs voor leerlingen van 4 - 12 jaar.
de openbare ruimte tussen twee gevels die ingericht is om te gebruiken voor verkeer en verblijf.
het bij vaststelling van het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) HERSTELBESLUIT' vastgestelde geluidmodel, of een opvolger daarvan, waarin de representatieve bedrijfssituatie inclusief beoogde uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande inrichtingen met bijbehorende geluidzone is vastgelegd als uitgangspunt voor de toelaatbare geluidruimte van de bestaande inrichtingen.
iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen.
die vormen van dagrecreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
meet- en beoordelingsrichtlijnen voor trillingshinder, waarin grenswaarden en streefwaarden zijn benoemd voor het trillingsniveau van onderscheiden typen trillingen en verschillende gebouwfuncties (wonen, onderwijs e.d.), die grotendeels aansluiten bij de internationale richtlijnen. De SBR-richtlijn bestaan uit:
een teruggelegen gevel of geveldeel van een bouwlaag ten opzichte van de onder gelegen bouwlaag.
een vooruit stekende gevel of geveldeel van een bouwlaag ten opzichte van de ondergelegen bouwlaag.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan.
constructie aan of loodrecht op een oever, die tot ligplaats dient voor één of meerdere plezier- (recreatie), sport, dan wel beroepsvaartuigen.
gebouw of gebouwdeel dat bestemd is voor studentenhuisvesting.
een buiten de besloten ruimte van het horecabedrijf gelegen deel van het horecabedrijf, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en of/verstrekt.
inrichtingsgrens.
overlast als gevolg van trillingen bij personen alsmede de verstoring van activiteiten door trillingen, zoals bij laboratoria en computercentra e.d..
het aanpassen van de bestaande inrichting waarbij het bedrijf naar aard gelijk te stellen is aan de bestaande inrichting die op de locatie gevestigd was, zonder dat een andere inrichting als bedoeld in artikel 2.8 ontstaat.
functies en activiteiten die verband houden met:
met de daarbij behorende bouwwerken.
de ten hoogste toelaatbare waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, geborgen wordt, gebruikt wordt en afgevoerd wordt.
natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en het achterliggende gebied beschermt tegen overstroming.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor wonen.
een onderscheidende variatie in woningen door oppervlak, en/of plattegrond en/of typologie.
een gebouw met als hoofdfzonneunctie of -activiteit dan wel nevenfunctie of -activiteit een zeer kwetsbare functie.
een functie of activiteit zijnde:
een of meerdere bouwlagen bedoeld voor de opwekking van duurzame energie.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals liftopbouwen, schoorstenen, ventilatiekanalen, airco-units, luchtbehandelingsinstallaties, glazenwassersinstallaties, brandtrappen, bouwwerken die samenhangen met installaties binnen een gebouw en bouwwerken ten behoeve van groenvoorzieningen op het dak zoals bijvoorbeeld pergola's of een kas.
vanaf bovenkant van de vloerconstructie tot het hoogste punt van de constructie van de direct daarboven gelegen vloerconstructie.
de horizontale afstand gemeten tussen twee hoeken, waarbij de betreffende hoeken geen gemeenschappelijke zijde hebben.
de hoogte van een voorziening voor betreding van een dakterras wordt gemeten vanaf de bovenkant van de bebouwing waarop de voorziening is geplaatst.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftopbouwen, trappenhuizen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons, overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
zoals bepaald in NEN 2580.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals groenvoorzieningen, ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen, wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, tuinen, erven, openbare ruimten en pleinen, terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, straatmeubilair, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - Kabeldistrict 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen, wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, tuinen, erven, openbare ruimten en pleinen, terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.4.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal het volgende mag bedragen:
a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met een
hoogte van 30 meter of meer staat, op basis van een daartoe uitgevoerd en bij de aanvraag om
een omgevingsvergunning overgelegd onderzoek dat gebaseerd is op de gehele inrichting binnen
'Gemengd - Kabeldistrict 1' en Gemengd - Kabeldistrict 2', vast dat:
1. sprake is van een acceptabel windklimaat, dat wil zeggen dat het windklimaat voldoet aan
tenminste een matig windklimaat voor de Activiteitsklasse, zoals beschreven in NEN 8100,
behorende bij de gebruiksfuncties waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd; en
2. in de periode van 21 april tot 21 augustus tenminste wordt voldaan aan 2 uur zon per dag per woning, met dien verstande dat als niet voldaan wordt aan de norm mitigerende maatregelen verplicht worden gesteld;
b. De maatregelen die getroffen worden om te voldoen aan het bepaalde onder a sub 1 van dit artikel dienen in stand gehouden te worden.
De voor 'Gemengd - Kabeldistrict 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen, wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, tuinen, erven, openbare ruimten en pleinen, terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.5.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal het volgende mag bedragen:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit af te wijken van:
a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met een
hoogte van 30 meter of meer staat, op basis van een daartoe uitgevoerd en bij de aanvraag om
een omgevingsvergunning overgelegd onderzoek dat gebaseerd is op de gehele inrichting binnen
'Gemengd - Kabeldistrict 1' en Gemengd - Kabeldistrict 2', vast dat:
1. sprake is van een acceptabel windklimaat, dat wil zeggen dat het windklimaat voldoet aan
tenminste een matig windklimaat voor de Activiteitsklasse, zoals beschreven in NEN 8100,
behorende bij de gebruiksfuncties waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd; en
2. in de periode van 21 april tot 21 augustus tenminste wordt voldaan aan 2 uur zon per dag per woning, met dien verstande dat als niet voldaan wordt aan de norm mitigerende maatregelen verplicht worden gesteld;
b. De maatregelen die getroffen worden om te voldoen aan het bepaalde onder a sub 1 van dit artikel dienen in stand gehouden te worden.
De voor 'Gemengd - Nieuwe Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals groenvoorzieningen, ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen, wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, tuinen, erven, openbare ruimten en pleinen, terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal het volgende mag bedragen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen wegen, (fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden), openbare ruimten en pleinen, terreinen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 8.3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1, onder c voor het toestaan van gemotoriseerd verkeer indien:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals ecologische waarden, water, verblijfs- en verkeersvoorzieningen wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, openbare ruimten en pleinen, terreinen, parkeren en stallen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen, kades, taluds en beschoeiingen, (ondergrondse) voorzieningen voor afvalinzameling, terrassen, ambulante handel, inritten parkeergarages, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.3.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal het volgende mag bedragen:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding:
en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen en waarden, zoals ecologische waarden, verblijfs- en verkeersvoorzieningen wegen, fiets-, fiets-/bromfiets en voetpaden, bruggen, kades, steigers, taluds en beschoeiingen, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en extensief recreatief medegebruik
één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.3.
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor Waarde - Archeologie I aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 11.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 11.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie II aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 12.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 12.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie III aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 13.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 13.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie IV aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 14.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 14.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie V aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 15.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 15.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 15.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie VI aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 16.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 16.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 16.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor Waarde - Archeologie VII aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 wordt verleend, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of sprake is van een verstoring van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 17.3.2 wordt advies gevraagd aan de gemeente archeoloog.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 17.3.1 kunnen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van actuele en het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in afwijking van het bepaalde in de regels voor de andere daar voorkomende bestemming(en) de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 18.2, teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de Adviescommissie Omgevingskwaliteit en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand of object gelet op:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, zoals bedoeld in artikel 3.3 sub b Wet ruimtelijke ordening, bouwwerken te slopen, tenzij artikel 2.6 van het Besluit omgevingsrecht van toepassing is.
In uitzondering op het bepaalde in artikel 18.4.1 kunnen sloopwerkzaamheden zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd, die betrekking hebben op:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van actuele cultuurhistorische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in aanvulling op het bepaalde in de regels voor de andere daar voorkomende bestemming(en) de volgende bepalingen:
Voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de Adviescommissie Omgevingskwaliteit, waarbij rekening wordt gehouden met het 'Beeldkwaliteitsplan Kabeldistrict'.
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden om zonder vergunning af te wijken van het bepaalde in het tweede lid onder a en onder
b. Een vergunning voor het toestaan dat de door de regels van de andere daar voorkomende
bestemming(en) toegelaten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, kan
slechts worden verleend, indien:
a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de waterkering,
en;
b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van het Hoogheemraadschap.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de waterkering en mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van het Hoogheemraadschap, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het tweede lid onder a en onder b en toestaan dat de door de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg', zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de het beheer- en onderhoud en de veiligheid van de vaarweg.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit nieuwe activiteiten of een wijziging van de bestaande activiteiten te starten.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.2 wordt verleend als rekening wordt gehouden met het voorkomen van belemmeringen voor:
Om te bepalen of sprake is van belemmeringen als bedoeld in artikel 21.3 wordt advies gevraagd aan de vaarwegbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie vervallen' worden de vigerende bestemmingsplannen gedeeltelijk herzien als vastgelegd in de overige leden van dit artikel (leden 22.2 tot en met 22.14).
Het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en artikel 40 voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'TU Midden en Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0021-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'TU Midden en Noord' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 24 voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Geothermie Rotterdamseweg' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP00080-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Geothermie Rotterdamseweg' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Technopolis met planidentificatienummer' NL.IMRO.05030000.17- wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Technopolis'– zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan ''Technopolis Clusters en kamers' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0019-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Technopolis Clusters en kamers' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Tiny Houses' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.0066-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Tiny Houses' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Stationskap' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0074-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Stationskap' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Schieoevers Zuid' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0005-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Zuid' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Station Zuid' met planidentificatienummer NL.IMRO.05030000.14- wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Station Zuid' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Voorhof' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0031-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Voorhof' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Spoorzone' na herziening met planidentificatienummer NL.IMRO.05030000.75- wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Spoorzone' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Zuidwest 3 Tanthof' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.0015-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Zuidwest 3 Tanthof' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Nieuw Delft, zuidelijke velden' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.0084-1001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Zuidwest 3 Tanthof' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herzien bestemmingsplan Schieoevers Noord' wordt het vigerende bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001 gedeeltelijk herzien, met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 en artikel 40 voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals in lid 23.1 aangehaald - wordt als volgt aangepast:
"1.31 culturele doeleinden enevenementen
culturele activiteiten alsmede evenementen in de breedste zin van het woord zoals bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) productpresentaties, theatervoorstellingen, concerten, festivals, beurzen en standbouw, feesten en partijen, kermissen, vergaderingen, demonstratieve vertoningen, markten, sportmanifestaties, exposities en voorstellingen waaronder tevens begrepen de aan deze functies gerelateerde horeca en kantoren;"
"1.44 grootschalige evenementen
evenementen met muziekuitvoeringen in de open lucht waarbij per festiviteit gelijktijdig meer dan 5.000 bezoekers aanwezig zijn;"
"3.3.1. Uitbreiden of wijzigen van bestaande inrichtingen en het oprichten van nieuwe inrichtingen
Voor het uitbreiden of wijzigen van bestaande inrichtingen en het oprichten van de nieuwe inrichtingen dient ook te worden getoetst aan de artikelen in hoofdstuk 4 en 5, met de van toepassing zijnde begripsbepalingen en beleidsregels, van het bestemmingsplan Schieoevers Noord met identificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001. De artikelen zijn als bijlage 2 Milieuregels partiële herziening Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) in dit bestemmingsplan gevoegd."
"a grootschalige evenementen slechts 12 dagen per jaar zijn toegestaan"
"b. het aantal bezoekers van evenementen anders dan grootschalige evenementen, niet meer mag bedragen dan 5.000 gelijktijdig";
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - herzien bestemmingsplan TU Midden en Noord' wordt het vigerende bestemmingsplan 'TU Midden en Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0021-2001 gedeeltelijk herzien, met dien verstande dat het bestemmingsplan 'TU Midden en Noord' – zoals hierboven aangehaald – en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het bestemmingsplan TU Midden en Noord wordt als volgt aangepast:
in lid 4.1 onder e wordt toegevoegd "zoals fiets, fiets/bromfiets, voetpaden".
Bestaande inrichtingen, zoals bedoeld in lid 2.17, gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - bedrijven' moeten voldoen aan de volgende regels:
Het is verboden op de gronden met de aanduiding 'overige zone - bedrijven' zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit:
tenzij de hogere geluidbelasting voor de inrichting op grond van een eerder verleende vergunning al is toegelaten;
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.4 wordt verleend als de geluidbelasting op de gevels van gerealiseerde of vergunde gevoelige functies of objecten binnen de bestemming 'Gemengd - Kabeldistrict 1', 'Gemengd - Kabeldistrict 2' of 'Gemengd - Nieuwe Haven', niet zijnde een dove gevel in de zin van lid 2.37 of lid 2.38, niet meer bedraagt dan:
voorts geldt dat:
Voor de toepassing van artikel 2.17 Activiteitenbesluit gelden de onderstaande maximale geluidniveaus (LAMax) in de plaats van de maximale geluidniveaus (LAMax) uit het Activiteitenbesluit:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bij de bestaande inrichting behorende aanduiding 'geluidzone - bedrijven' verkleind of verwijderd kan worden, nadat is aangetoond dat de aanpassing in samenspraak met die inrichting plaatsvindt en indien:
Het is verboden op de gronden met de aanduiding 'overige zone - bedrijven Basal' zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit meer dan 30 dagen per kalenderjaar af te wijken van de vastgestelde hogere waarden Wet geluidhinder.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Voor de toepassing van artikel 2.17 Activiteitenbesluit gelden de onderstaande maximale geluidniveaus (LAMax) in de plaats van de maximale geluidniveaus (LAMax) uit het Activiteitenbesluit:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning geluidmaatregelen, die zijn gerealiseerd om te voldoen aan de in artikel 43.1 bepaalde hogere waarden, ongedaan te maken. Onder de geluidmaatregel wordt tevens verstaan het situeren van niet geluidgevoelige functies achter een geluidbelaste gevel.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.2 wordt verleend als:
De bestaande inrichting, zoals bedoeld in lid 2.17, gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - bedrijven Lijm & Cultuur' moet voldoen aan de volgende regels:
Het is verboden op de gronden met de aanduiding 'overige zone - bedrijven Lijm & Cultuur' zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit:
tenzij de hogere geluidbelasting voor de inrichting op grond van een eerder verleende vergunning al is toegelaten;
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 29.4 wordt verleend als de geluidbelasting op de gevels van gerealiseerde of vergunde gevoelige functies of objecten binnen de bestemming 'Gemengd - Kabeldistrict 1', 'Gemengd - Kabeldistrict 2' of 'Gemengd - Nieuwe Haven', niet zijnde een dove gevel in de zin van lid 2.37 of lid 2.38, niet meer bedraagt dan:
voorts geldt dat:
Voor de toepassing van artikel 2.17 Activiteitenbesluit gelden de onderstaande maximale geluidniveaus (LAMax) in de plaats van de maximale geluidniveaus (LAMax) uit het Activiteitenbesluit:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning geluidmaatregelen, die zijn gerealiseerd om te voldoen aan de in artikel 43.1 bepaalde hogere waarden, ongedaan te maken. Onder de geluidmaatregel wordt tevens verstaan het situeren van niet geluidgevoelige functies achter een geluidbelaste gevel.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.2 wordt verleend als:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie warmtekrachtcentrale' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de geluidzone van de warmtekrachtcentrale.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning geluidmaatregelen, die zijn gerealiseerd om te voldoen aan de in artikel 43.1 bepaalde hogere waarden, ongedaan te maken. Onder de geluidmaatregel wordt tevens verstaan het situeren van niet geluidgevoelige functies achter een geluidbelaste gevel.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.2 wordt verleend als:
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - trillingen' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de beperking van trillingshinder door railverkeer bij trillingsgevoelige functies en gebouwen.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit nieuwe of uitbreiding van bestaande trillingsgevoelige functies en activiteiten te realiseren en in gebruik te nemen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.2 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - bedrijven' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de beperking vanwege brandveiligheid.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.2 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Om te bepalen of sprake is van een aanvaardbare brandveiligheid als bedoeld in artikel 33.3 wordt advies gevraagd aan de veiligheidsregio.
Ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - weg' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor de beperking van het externe veiligheidsrisico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.2 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - toxisch' dient een gebouwen te zijn voorzien van een handmatig afschakelbaar ventilatiesysteem.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bodemkwaliteit 1' en 'overige zone - bodemkwaliteit 2' is het niet toegestaan nieuwe gevoelige functies en activiteiten te realiseren en in gebruik te nemen, zonder dat de bodemkwaliteit ter plaatse is zekergesteld.
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - evenementen KD' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor evenementen.
Het is verboden buiten een inrichting, zonder daarvan melding te doen,
nieuwe
kleine evenementen te houden of gemelde kleine evenementen gewijzigd te houden, met dien verstande dat:
Het is verboden buiten een inrichting zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit een
nieuw
groot evenement te houden of een vergund groot evenement gewijzigd te houden.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.3 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - evenementen NH' zijn de gronden, behalve voor de andere daar toelaatbare functies en activiteiten, mede aangewezen voor kleine evenementen.
Het is verboden buiten een inrichting, zonder daarvan melding te doen,
nieuwe
kleinschalige evenementen te houden of gemelde evenementen gewijzigd te houden, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bedrijfswoning' wordt het vigerende bestemmingsplan gedeeltelijk herzien in verband met het vervallen van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat de ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bedrijfswoning' geldende onderliggende bestemming voor het overige ongewijzigd van toepassing blijft.
Het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001 wordt als volgt herzien:
met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals hierboven aangehaald - en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22, artikel 25, voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit een gebouw te gebruiken of in gebruik te nemen als nieuw geluidgevoelig object of functie voor zover:
Voorts geldt dat:
Inrichtingen moeten voldoen aan de volgende regels:
Voor zover de inrichting is gelegen op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - geluidruimte bedrijven' én grenst aan de gronden waarop geen bouwmogelijkheden zijn, geldt de grens van de bouwmogelijkheden voor een gebouw waar geluidgevoelige functies zijn toegestaan, met een maximale afstand van 30 meter.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit inrichtingen op te richten, uit te breiden of te wijzigen, waarbij de activiteiten leiden tot een hogere geluidbelasting of maximale geluidniveaus dan toegelaten op grond van lid 40.2.1.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.2.3 wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Voor de toepassing van artikel 2.17 Activiteitenbesluit gelden de onderstaande maximale geluidniveaus (LAMax) in de plaats van de maximale geluidniveaus (LAMax) uit het Activiteitenbesluit:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.3.2 voor een afwijkende bedrijfssituatie wordt verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, dat kennelijk bedoeld is voor het huisvesten van een geluidgevoelige functie of activiteit, dient uitgevoerd te worden en uitgevoerd gehouden te worden met gevels waarvan de geluidwering ten minste 25 dB bedraagt.
Het geurniveau als gevolg van de bestaande inrichting en bijbehorende activiteiten gelegen binnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Hordijk' binnen de aanduiding 'overige zone - bedrijven' op geurgevoelige functies bedraagt niet meer dan H=-1 als 98-percentiel.
De volgende hogere waarden zijn verleend, op grond van de Wet geluidhinder, bij vaststelling van dit plan:
Bron | Type bron | Vast te stellen hogere waarden (inclusief aftrek artikel 110g Wgh) | Omschrijving | Aantal woningen |
Spoorlaan (Nieuwe Schieweg) | wegverkeer | 58 dB | Kabeldistrict | 3.500 |
Rotterdamseweg | wegverkeer | 53 dB | Nieuwe Haven | 34 |
Rotterdamseweg | wegverkeer | 58 dB | Nieuwe Haven | 79 |
Schieweg | wegverkeer | 60 dB | Kabeldistrict | 3.500 |
Spoorweg Delft - Rotterdam | railverkeer | 68 dB | Kabeldistrict | 3.500 |
Warmtekrachtcentrale | industrie | 52 dB(A) | Nieuwe Haven | 2 |
Warmtekrachtcentrale | industrie | 53 dB(A) | Nieuwe Haven | 21 |
Warmtekrachtcentrale | industrie | 54 dB(A) | Nieuwe Haven | 35 |
Warmtekrachtcentrale | industrie | 55 dB(A) | Nieuwe Haven | 22 |
Bron | Type bron | Vast te stellen hogere waarden | Met toepassing Chw tijdelijk afwijken tot maximaal | Omschrijving | Aantal woningen |
Kruithuisweg N470 | wegverkeer | 53 dB | 58 dB | Kabeldistrict | 3.500 |
Dyckerhoff Basal | industrie | 55 dB(A) | 58 dB(A) | Kabeldistrict | 3.500 |
Dyckerhoff Basal | industrie | 58 dB(A) | 61 dB(A) | Schiekade 1 | 1 |
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit een gebouw te gebruiken of in gebruik te nemen voor geluidgevoelige objecten en functies, voor zover niet wordt voldaan aan de geluidnormen, zoals bepaald in artikel 40.1.1 onder a voor wat betreft (spoor)weglawaai en 40.1.1 onder b voor wat betreft industrielawaai in de zin van de Wet geluidhinder.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 43.2 wordt verleend als:
Activiteiten binnen inrichtingen, waarvoor in het Activiteitenbesluit afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn opgenomen, moeten zodanig worden gesitueerd dat die afstanden niet reiken tot gronden buiten de grenzen van de inrichting, waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn of zijn toegelaten.
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn uitsluitend van toepassing op de gronden met de bestemmingen 'Bedrijf', 'Gemengd - Kabeldistrict 1', 'Gemengd - Kabeldistrict 2', 'Gemengd - Nieuwe Haven', 'Groen', 'Verkeer' en 'Water', behoudens artikel 55 dat geldt voor alle bepalingen in dit bestemmingsplan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer dan wel minder bedragen dan de in Hoofdstuk 2 voorgeschreven maximale dan wel minimale maten en ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan al aanwezig waren of op grond van een omgevingsvergunning legaal konden worden gebouwd, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen, tenzij in Hoofdstuk 2 van de regels anders is bepaald:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 49.1 dan wel artikel 49.2 . Deze vergunning kan slechts worden verleend:
Afwijken van de regels, als bedoeld in artikel 49.3 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden en de daarop voorkomende gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken, dan wel onbebouwde gronden en de daarop voorkomende gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 ter zake reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 53.1 kan slechts verleend worden indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Voorzover gebiedsgerichte omgevingsaspecten, zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
Deze regels worden aangehaald als: regels van het 'Chw bestemmingsplan Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) HERSTELBESLUIT' van de gemeente Delft.