Plan: | Bacinol |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0040-2001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bacinol van de gemeente Delft;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0503.BP0040-2001 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw op de begane grond dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met een woonfunctie in overeenstemming is;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
open buitenruimte met balustrade uitkragend aan de verdieping van het aangrenzend hoofdgebouw;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van het bouwvlak;
een aan de woning ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van een mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, voor een kortdurend verblijf. Onder een Bed & Breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen, vervaardigen, herstellen en/of opslaan van producten, waaronder begrepen R&D en opschalingsactiviteiten, niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, hotel en horeca;
een deel van een ter plaatse gevestigd bedrijf waarbinnen administratieve en daarmee vergelijkbare activiteiten ten behoeve van het bedrijf worden uitgeoefend;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
voorzieningen die ten dienste staan van en ondergeschikt zijn aan de hoofdbestemming;
het bedrijfsmatig produceren en toepassen van cellen, enzymen, gisten, eiwitten, cultures en hiermee vergelijkbare biologische materialen en organismen ten behoeve van de productie van farmaceutische, medische en agrarische producten en voeding alsmede voor biochemische (half)fabricaten zoals (bio)brandstof, bioplastic en reinigingsmiddelen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een tussen twee opeenvolgende vloeren gelegen, voor verblijf geschikt, deel van een gebouw met uitsluiting van een kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;
het totale gebouwde vloeroppervlak;
vuurwerk voor particulier gebruik;
de aan een bouwwerk, gebied of element toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid of herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt;
een geheel of gedeeltelijk toegevoegde bouwlaag op een gebouw boven goothoogte;
een buitenruimte, gelegen op een hoofdgebouw of op een aan- of uitbouw voorzien van een afscheiding;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met rechtstreeks contact met het publiek, zoals kapsalons en reisbureaus;
een uitbouw aan de voorgevel van een hoofdgebouw;
kantoren ten behoeve van ter plaatse gevestigde kennisintensieve bedrijven;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' bestaande geluidszone rond een industrieterrein, zoals bedoeld in artikel 53 van de Wet geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het Hoogheemraadschap van Delfland;
een rijbaan die in belangrijke mate is bestemd voor doorgaand (auto)verkeer;
een op de verbeelding binnen een bouwvlak aangegeven lijn waarmee de scheiding tussen twee binnen dat bouwvlak aangegeven hoogteaanduidingen wordt weergegeven;
een bedrijf dat niet of slechts in ondergeschikte mate op het publiek gericht is en dat zich richt op administratieve, adviserende of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden;
een gesloten, voornamelijk hellende bovenbeëindiging van een gebouw bestaande uit tenminste twee niet-horizontale vlakken;
bedrijven, instellingen en instituten die uitsluitend of in hoofdzaak hoogwaardig onderzoek verrichten en/of technologisch hoogwaardige producten, productiewijzen en/of processen ontwikkelen, onderzoeken, vervaardigen, testen, evalueren of anderszins bewerken of verwerken;
voortbrengsels van de beeldende kunsten en bouwwerken waarvoor andere materialen dan aarde en zand gebruikt zijn, zoals sluizen, viaducten enz;
objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
onmiddelijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Uitgezonderd zijn het incidenteel laden en lossen van goederen met gebruikmaking van personenauto's;
de Lijst van Bedrijfstypen die onderdeel uitmaakt van deze regels;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
openbare ruimte in de vorm van een weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en de daarbij behorende in- en uitritten;
een geparkeerd voertuig is een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- en uitstappen of voor het laden en lossen.
activiteiten die, als inrichting beschouwd, zijn aangewezen in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de hoogte van een voorziening voor betreding van een dakterras wordt gemeten vanaf de bovenkant van de bebouwing waarop de voorziening is geplaatst;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op bescherming tegen trillingshinder vanwege de spoorweg bij de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een kantoorgebouw of een naar zijn aard daaraan gelijk te stellen gebouw binnen een afstand van 100 meter tot het spoor nadere eisen stellen aan de constructie van het bouwwerk, voor zover dit nodig is voor het waarborgen van een aanvaardbaar werkklimaat in het gebouw.
De in lid 3.1 sub a genoemde functie is toegestaan, met dien verstande dat:
met de daarbij horende voorzieningen, zoals laad- en losactiviteiten, het indampen van afvalwaterstromen, warmtekrachtkoppeling, luchtvoorzieningen, afvalwaterzuivering, researchlaboratoria, de productie van drinkwater en de winning van grondwater;
Voorts zijn niet toegestaan:
De gronden ter plaatse van het bestemmingsvlak 'Bedrijventerrein - 1' mogen voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, mits uiterlijk 2 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan een wateroppervlakte van minimaal 142 m2 of een waterbergende voorziening van minimaal 64 m3 is gerealiseerd en instand wordt gehouden.
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' is beplanting toegestaan mits deze niet hoger is dan 1/30ste van de afstand tussen de beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag past de in 3.5.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de activiteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de volgens artikel 3.4.1 sub a, b, respectievelijk c, toegelaten categorieën.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3 sub a en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - biotechnologisch productiebedrijf' risicovolle activiteiten toestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen, die gelden voor de gehele Bevi-inrichting:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.3 sub c, d en e om kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om in afwijking van het bepaalde in lid 3.4.1 sub d ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - biotechnologisch productiebedrijf' andere bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 5.2 van de LvB toe te staan en/of om biotechnologische productie toe te staan die niet in de LvB genoemd wordt, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om in afwijking van het bepaalde in lid 3.4.3 sub a een risicovolle activiteit toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - biotechnologisch productiebedrijf', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van Artikel 11 en de volgende bepaling:
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' is beplanting toegestaan mits deze niet hoger is dan 1/30ste van de afstand tussen de beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de rioolwaterpersleiding en mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder a en onder b en toestaan dat de door de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 5.4.1 wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de watertransportleiding en mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder a en onder b en toestaan dat de door de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan, en/of
Een vergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie I' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 7.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 7.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager een archeologisch onderzoek worden overgelegd op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord.
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 7.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie I' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de waterkering en mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van het Hoogheemraadschap, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 onder a en onder b en toestaan dat de door de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat vergund is of anderszins is toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en in strijd is met het bepaalde in artikel 8.1, is toegelaten.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de bouw- en gebruiksregels van de ter plaatse geldende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en het bepaalde in hoofdstuk 2, 3 en 4 van deze regels met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwhoogte | |||
Van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar toegankelijk gebied | 2 m | ||
Van erf- en terreinafscheidingen elders | 1 m | ||
Van voorzieningen voor de betreding van een dakterras | 1,5 m | ||
Van lichtmasten | 9 m | ||
Van geluidsschermen | 8 m | ||
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Voor parkeren gelden de navolgende regels:
Het bepaalde in lid 11.2.1 sub b geldt niet voor een gebouw voor een woonfunctie, niet-zijnde een woonfunctie voor studenten of een woonfunctie voor zorg.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 :
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 11.2.3 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag past het bepaalde in de leden 11.2.1, 11.2.3 en 11.2.4 toe met inachtneming van de beleidsregels uit de Nota parkeernormen 2018. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt bij de toetsing uitgegaan van de nieuwe of gewijzigde beleidsregels, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Voor laden en lossen van goederen gelden de navolgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang en de gebruiksfunctie van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen op het eigen terrein en deze laad- en losruimte in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.1:
Afwijken als bedoeld in lid 11.3.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag past het bepaalde in de leden 11.3.1, 11.3.2 en 11.3.3 toe met inachtneming van de beleidsregels uit de Nota parkeernormen 2018. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt bij de toetsing uitgegaan van de nieuwe of gewijzigde beleidsregels, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken als:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Van de in lid 13.1 genoemde afwijkingsbevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Voorzover dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden: