direct naar inhoud van 6.2 Ecologie
Plan: Brug Deltares
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0017-2001

6.2 Ecologie

6.2.1 Bestaande situatie

De locatie van de brug ligt in de primaire ecologische zone (EVZ) van de Thijssevaart. De Thijssevaart wordt gekenmerkt door een natuurvriendelijke inrichting (middels onderwaterbeschoeiingen). Zie figuur 5 hiervoor. De bestaande situatie is geïnventariseerd in het kader van de ecologische quickscan die op 29 april 2011 is uitgevoerd ter plaatse en vervolgens is vastgelegd in een rapportage van 9 mei 2011. Deze rapportage is opgenomen als Bijlage 1 bij deze toelichting, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen.

6.2.2 Beleid en onderzoek

Beleid op het gebied van ecologie en bomen is terug te vinden in nationale regelingen zoals de Flora- en faunawet en gemeentelijk beleid zoals het Ecologieplan Delft 2004-2015, het Duurzaamheidsplan Delft 2008-2012 en het Bomenbeleid als opgenomen in de Bomenverordening 2008.

Flora- en faunawet

Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden zonder ontheffing activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van te beschermen soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfplaats. In een bestemmingsplan moet de uitvoerbaarheid van het plan worden aangetoond. In dit verband is het van belang dat in het bestemmingsplan aannemelijk wordt gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in geding is.

In principe zijn alle van nature in de Europese Unie voorkomende zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen beschermd. Tevens is een aantal vaatplanten, insecten, weekdieren en overige in- en uitheemse diersoorten die in Nederland voorkomen, beschermd. In 2005 is een Algemene Maatregel van Bestuur in werking getreden die alle beschermde soorten indeelt in drie beschermingscategorieën.

Tabel 1 soorten: in Nederland algemeen voorkomende soorten waarbij bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd;

Tabel 2 soorten: in Nederland zeldzame of bedreigde soorten, waarbij bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting een ontheffing moet worden aangevraagd bij het ministerie van LNV of gewerkt kan worden volgens een door het ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode;

Tabel 3 soorten: soorten genoemd in de Habitatrichtlijn bijlage IV, en enkele bedreigde soorten. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting dient een ontheffing te worden aangevraagd.

Ecologieplan Delft

Het doel van de nota 'Ecologieplan Delft 2004-2015, Een groen netwerk, de groene aders van Delft' (gemeente Delft, 2004) is een goede ecologische structuur te realiseren met een kwaliteit die een terugkeer van uit Delft verdwenen planten en dieren mogelijk maakt en om de biodiversiteit in de stad te waarborgen. In het ecologieplan zijn drie ambitieniveaus voor de kwaliteit van de natuur opgenomen:

  • natuur als cultuurgoed,
  • natuur als belevingsgoed en
  • natuur als natuurgoed.

Uitgangspunt is dat ontwikkelingen in het plangebied geen negatief effect mogen hebben op het functioneren van het ecologisch netwerk en geen achteruitgang in biodiversiteit mogen hebben. Bij ontwikkelingen waarbij het netwerk wel is gegarandeerd maar waarbij wel een kwalitatieve achteruitgang optreedt, dienen er naast mitigerende maatregelen tevens compenserende maatregelen getroffen te worden. Hierbij kan financiële compensatie tot de mogelijkheden behoren door een bijdrage te storten in de ecologiereserve. Deze reserve wordt gebruikt om de ecologische structuren in Delft te versterken.

Gebieden met een speciale status, zoals kerngebieden uit de nationale Ecologische Hoofdstructuur, beschermde en staatsnatuurmonumenten en speciale beschermingszones uit de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn, ontbreken in de nabije omgeving.

Ecologiebeleid is terug te vinden in tal van regelingen op Europees, landelijk en provinciaal niveau, zoals de Flora- en faunawet, het Nationaal Milieubeleidsplan 4, Structuurschema Groene Ruimte 2 en het Beleidsplan Natuur en Landschap. Het plangebied maakt geen deel uit van een in gevolge de Natuurbeschermingswet 1998 beschermd gebied of de nationale Ecologische Hoofdstructuur.

Ecologisch onderzoek

In april 2011 is een quick scan uitgevoerd naar het voorkomen van flora en fauna binnen het plangebied. Uit dit onderzoek, dat als bijlage 1 onderdeel uitmaakt van dit plan, blijkt dat er geen beschermde flora en fauna (tabel 2 en 3 soorten) voorkomen binnen het plangebied.

Langs de oever komen zeer algemene soorten voor met een dominantie van Madelief, Klaver, Akkerdistel, Zuring, Brandnetel, Smeerwortel, Fluitekruid, Dotterbloem, Kamille, Harig wilgeroosje en Liesgras. In de watergang ter hoogte van de beoogde brug zijn geen drijvende waterplanten waargenomen. Er zijn geen nesten van vogels aanwezig. Wel is een aantal vogels gezien en gehoord in de directe omgeving als merel, kauw, kraai, putter, meerkoet en buizerd. Verder zijn er geen amfibieën waargenomen.

6.2.3 Gewenste ontwikkeling

Uitgangspunt is dat met de brug parallel aan de watergang de doorgang voor kleine zoogdieren mogelijk blijft door een oversteek van minimaal 1 meter aan de zijde van Deltares en minimaal 5 meter aan de zijde van Technopolis. Mitigerende maatregelen worden getroffen door over de brug een groene loper te realiseren.

6.2.4 Conclusie

Er zijn geen strijdigheden met de Flora- en faunawet