direct naar inhoud van 5.3 Bedrijven, Kantoren
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

5.3 Bedrijven, Kantoren

5.3.1 Bestaande situatie

In de wijk Tanthof zijn (exclusief detailhandel en horeca) circa 540 bedrijven en instellingen gevestigd met in totaal circa 2300 netto (12 uur per week of meer) werkzame personen. Het grootste aantal werkzame personen (ruim 500) is te vinden in de sector 'advisering en zakelijke dienstverlening'; het grootste aantal bedrijven in de sector bouwnijverheid (ruim 90). Gelet op het aantal werkzame personen in deze sector van bijna 130 bestaat het vermoeden dat hier voor het merendeel sprake is van op hun woonadres ingeschreven zzp-ers.

Zowel aan de noord als de oostzijde van het gebied wordt het gebied afgezoomd door bedrijfsfuncties. Aan de noordzijde is sprake van een gemengde kantoren/bedrijvenstrook, aan de oostzijde is een kleine bedrijvenconcentratie gesitueerd. Het in de noordelijke zone gesitueerde gebouw van Rijkswaterstaat vormt met ruim 370 werkzame personen de belangrijkste werkgever in het gebied.

5.3.2 Beleid en onderzoek
5.3.2.1 Rijksbeleid

Bedrijfslevenbeleid EL&I (2011)

Op Rijksniveau zet het economisch beleid in op het investeren in een 9-tal topsectoren (water, agrofood, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie). De beleidsinitiatieven zijn gericht op het wegnemen van knelpunten die de ontwikkeling binnen deze topsectoren belemmeren. Knelpunten als de verbetering van het vakonderwijs, het wegnemen van handelsbelemmeringen, versterking van de infrastructuur, het afschaffen van onnodige regels en een soepeler instroom van kenniswerkers zullen vanuit het rijksbeleid worden geadresseerd. Daarnaast wordt over de gehele breedte van de rijksbegroting, inclusief bestaande middelen van het TNO en het NWO, 1,5 miljard euro gericht op de negen topsectoren.

Door de keuze van een beperkt aantal sectoren, moeten er meer krachtige onderzoeksinstellingen ontstaan, die aantrekkelijker zijn voor wetenschappers en bedrijven uit binnen- en buitenland. De 1,5 miljard euro wordt in samenspraak met ondernemers en onderzoekers uit de topsectoren geïnvesteerd.

Anders dan voorheen is er derhalve geen sprake meer van direct gericht regionaal economisch beleid vanuit de Rijksoverheid. Door de geografische concentratie van de verschillende topsectoren kan het rijksbeleid wel regionale werking krijgen.

5.3.2.2 Regionaal economisch beleid

Het Stadsgewest Haaglanden heeft o.a. als taak een locatiebeleid te voeren voor bedrijven, kantoren, detailhandel en toerisme/recreatie/leisure. Dit beleid wordt opgesteld in samenwerking met de gemeenten in de regio Haaglanden. De uitwerking van dit beleid is terug te vinden in het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden.

Kantorenstrategie Haaglanden (2007)

Het regionaal beleid voor kantoren is vastgelegd in een kantorenstrategie, die periodiek wordt geëvalueerd. De strategie is erop gericht vraag naar en aanbod van ruimte voor kantoorbehoevende ondernemingen en instellingen de komende decennia met elkaar in evenwicht te houden op onderscheiden kwaliteitsniveaus en per deelperiode. De kantorenstrategie 2007 borduurt voort op de kantorenstrategie Haaglanden uit 2004. Aan de gemeente wordt gevraagd in te zetten op realisatie van de resterende programmaopgave tot 2010.

Inmiddels is de situatie op de kantorenmarkt drastisch veranderd. In de regio is sprake van een overaanbod aan kantoorruimte. Demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van 'het nieuwe werken' lijken structurele wijzigingen met zich mee te brengen ten aanzien van de behoefte aan kantoorruimte. Een terughoudende opstelling ten aanzien van de toevoeging van aantal m² kantoorvloeroppervlak lijkt daarmee op zijn plaats.

Bedrijventerreinenstrategie Haaglanden (2008)

De bedrijventerreinenstrategie is er op gericht om vraag en aanbod op de bedrijventerreinenmarkt in evenwicht te houden/brengen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar verschillende profielen van bedrijventerreinen: 1e klas bedrijvenpark, R&D locaties, moderne bedrijventerreinen, werkterreinen en logistieke centra. Op basis van het uitgangspunt van evenwicht op de bedrijventerreinenmarkt is een afsprakenstelsel opgesteld waarvan de belangrijkste zijn:

  • 1. een opsomming van de ontwikkel-, herstructurerings- en transformatielocaties;
  • 2. vastleggen op fasering;
  • 3. beschikbaar houden van bedrijventerreinen in principe exclusief voor bedrijvenfuncties;
  • 4. duurzaam beheer en inrichting;
  • 5. afwijkingen van programma behoeven regionale instemming.
5.3.2.3 Gemeentelijk economisch beleid

Het gemeentelijk ruimtelijk economisch beleid is verwoord in de nota "De economie van Delft: op weg naar 2015". Deze nota geeft prognoses inzake de ruimtevraag van bedrijven en instellingen en de groeimogelijkheden van de Delftse economie. De hoofddoelstellingen van het gemeentelijk economisch beleid zijn: de groei van de werkgelegenheid minimaal gelijk op te laten gaan met de groei van de beroepsbevolking; kwaliteit en kwantiteit van werk in Delft te laten aansluiten op de samenstelling en opleidingsniveaus van de beroepsbevolking.

Liet de nota "De economie van Delft: op weg naar 2015" nog zien dat voor de periode tot 2015 te weinig bedrijventerreinen en kantoorvolumes waren geprogrammeerd om aan de verwachte vraag te voldoen, inmiddels zijn de economische omstandigheden – zowel conjunctureel als naar het zich laat aanzien misschien zelfs structureel – zodanig gewijzigd dat er in ieder geval in de regio voldoende aanbod aan bedrijventerrein beschikbaar is om de Delftse vraag op te vangen. Ten aanzien van de kantorenvoorraad kan worden geconstateerd dat inmiddels sprake is van een leegstandspercentage van circa 14% wat aanzienlijk boven de frictieleegstand van 5 a 6% ligt.

5.3.3 Gewenste ontwikkeling

Het is in principe gewenst om het huidige areaal voor bedrijven en kantoorfuncties te behouden. Niet alleen vormen de bedrijvenzones voor de achtergelegen woongebieden een afschermende wand ten opzichte van het weg- en treinverkeer, ook bieden deze bedrijvenzones de mogelijkheid voor werkgelegenheid in (de nabijheid van) de wijk. Door consoliderend te bestemmen wordt in het behoud van het bedrijvenareaal voorzien.

Met betrekking tot de in de zone gesitueerde kantoorfunctie kan worden vastgesteld dat voor een enkel pand sprake is van langdurige leegstand. Gelet op het regionale overaanbod op de kantorenmarkt en de verwachting dat het karakter hiervan structureel kan zijn, verdienen verkenningen om leegstaande kantoorpanden ten behoeve van studentenhuisvesting geschikt te krijgen ondersteuning. Daadwerkelijke andere aanwending, eventueel op tijdelijke basis, van kantoorpanden dienen niet ten koste te gaan van het functioneren van naastgelegen bedrijvigheid.

5.3.4 Conclusie

In fysieke zin zijn er nauwelijks nog uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven en kantoren in het gebied. Gelet op de wens om de aanwezige voorraad te behouden ligt een consoliderende bestemming voor deze functie voor de hand.