Plan: | Pauwmolen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0008-2002 |
Het bestemmingsplan is op 21 januari 2011 besproken met het Hoogheemraadschap Delfland (de waterbeheerder). De reactie van het Hoogheemraadschap is in paragraaf 10.1.2. besproken. Het watertoetsoverleg heeft tot aanpassing van het bestemmingsplan geleid.
De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft per brief van 25 augustus 2011 een positief advies gegeven over het bestemmingsplan. In de brief worden verder aanbevelingen gedaan voorhet uiteindelijke bouwplan. In het kader van de omgevingsvergunnningsprocedure voor het bouwplan zal het definitieve ontwerp voor advies worden voorgelegd aan de Welstandscommissie.
In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het conceptbestemmingsplan toegezonden aan de volgende overlegpartners:
De onder 13 en 18 genoemde instanties hebben een schriftelijke reactie ingediend en hebben aangegeven geen bezwaren te hebben tegen dit plan. De onder 1, 2, 6, 8, 12, 15, 17, 19, 20 en 21 genoemde instanties hebben een inhoudelijke reactie ingediend. Deze reacties worden hieronder besproken. Van de overige overlegpartners zijn geen reacties ontvangen.
Reactie Vrom-inspectie
Reactie
Rijkswaterstaat is wegbeheerder van de nabij het plangebied gelegen A13 en ziet toe op een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Verzocht wordt er voor zorg te dragen dat het gebouw niet voor een dusdanige afleiding zorgt dat de veiligheid van de automobilisten op de rijksweg in gevaar komt en hierover contact op te nemen met Rijkswaterstaat.
Antwoord
Er is contact opgenomen met Rijkswaterstaat en het bouwplan is aan Rijkswaterstaat voorgelegd. Het bouwplan wordt niet afleidend voor het verkeer. De gevel wordt een gemetselde gevel. Aan de kant van de A13 komt een dove gevel, met ramen die niet geopend kunnen worden. Deze worden niet spiegelend. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dan geen bezwaar te hebben tegen het ontwerp. Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassing van het plan.
Reactie
De ontwikkeling van Pauwmolen brengt samen met de overige toekomstige ontwikkelingen in Delft Zuidoost mogelijk negatieve effecten op aansluitingen van de A13 met zich mee. In de toelichting van het bestemmingsplan staan deze verkeerseffecten niet beschreven. Verzocht wordt de verkeerseffecten van de totale ontwikkeling van Delft Zuidoost te onderzoeken en in de toelichting van het bestemmingsplan op te nemen. Ook wordt verzocht om het onderzoek naar de totale verkeerseffecten, met inbegrip van Pauwmolen, in de 'ProjectMER bestemmingsplannen Delft Zuidoost' te beschrijven en contact op te nemen met Rijkswaterstaat.
Antwoord
De realisatie van Pauwmolen is één van de ontwikkelingen die eerder in het LVVP (Lokaal Verkeer en Vervoerplan) en in het MER voor Delft Zuidoost zijn beschouwd. Naar aanleiding van deze reactie zal de toelichting worden aangepast.
Reactie
Er wordt aangegeven dat met de Veiligheidsregio Haaglanden is gesproken over mogelijke maatregelen om de veiligheid te vergroten. Verzocht wordt voor de invulling van deze verantwoordingsplicht in het ontwerpbestemmingsplan deze mogelijke maatregelen aan te geven en welke van deze maatregelen uiteindelijk getroffen zullen worden.
Antwoord
De reactie zal in de toelichting van het bestemmingsplan worden verwerkt. Daarbij zal het volgende worden vermeld: “De in dit advies voorgestelde maatregelen, zoals een afsluitbare mechanische ventilatie in het complex en een ontvluchtingsroute die bestand is tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen, zijn besproken met de ontwikkelaar en zullen in het bouwplan verder worden uitgewerkt. Tevens zal aandacht worden besteed aan risicocommunicatie richting de toekomstige bewoners.”
Reactie Provincie Zuid-Holland
Reactie
Hoewel archeologie is aangegeven op de plankaart, ontbreekt de planregel. Op grond van de toelichting zou er archeologisch onderzoek verricht zijn, wat niet als bijlage is bijgesloten bij het plan. De provincie verzoekt deze aspecten in overeenstemming met elkaar te brengen.
Antwoord
Binnen de bestemming Wonen en een deel van Verkeer zijn op grond van het onderzoek geen archeologische vondsten te verwachten, er wordt daarom voor deze bestemmingen ook niet de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen. Naar aanleiding van deze reactie zal voor de bestemming Groen en een deel van Verkeer zowel op de verbeelding/kaart als in de regels de dubbelbestemming Waarde-Archeologie worden opgenomen.
Reactie
De provincie gaat er van uit dat de opgenomen vervoerseenheden in bijlage 5 volgens deze circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen bij de groepsrisicoberekening als uitgangspunt zijn gehanteerd bij de groepsberekening. In het plan wordt bij punt 6.7.4 geconcludeerd dat het groepsrisico is verantwoord. Het overleg met de Veiligheidsregio als wettelijk adviseur over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van een ramp of zwaar ongeval is volgens de plantoelichting nog niet afgerond. De uiteindelijke uitkomsten van dit overleg en de wijze waarop eventuele maatregelen worden geborgd dienen in het plan te worden verwerkt.
Antwoord
De tekst van de toelichting zal op dit punt worden aangepast. De uiteindelijke uitkomsten van het overleg met de Veiligheidsregio en de borging van de maatregelen zal in het plan worden verwerkt.
Reactie Brandweer Veiligheidsregio Haaglanden
Reactie
Het bestemmingsplan Pauwmolen valt onder de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' uit 2010, vanwege de naastgelegen transportroute gevaarlijke stoffen (A13) op 46 m afstand. Het plan ligt binnen het invloedsgebied van de transportroute, waar transport van onder andere brandbare en toxische vloeistoffen en gassen (waaronder LPG) plaatsvindt.
Uit de ontvangen gegevens blijkt dat het groepsrisico weliswaar onder de oriënterende waarde ligt, maar wel een toename van 7,2% naar 8,4% van de oriënterende waarde is berekend. Zodoende wordt geattendeerd op het feit dat ontwikkeling van de Pauwmolen ook gevolgen kan hebben voor verdere toekomstige ontwikkelingen langs de A13. Indien toekomstige ontwikkelingen het groepsrisico verder verhogen, is de beste optie het groepsrisico structureel te verlagen door het verlagen van de personendichtheid of het verplaatsen van de ontwikkelingen naar locaties die verder van risicobronnen af zijn gelegen. Hierdoor wordt de kans op een groot aantal slachtoffers kleiner en wordt het groepsrisico verlaagd.
Antwoord
Wij nemen uw reactie voor kennisgeving aan. Bij de verantwoording van de lichte toename van het groepsrisico is deze informatie betrokken. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie
Transport gevaarlijke stoffen, binnen het plangebied kunnen bij het ergst denkbare scenario vele doden en gewonden vallen. Het ergst denkbare scenario is in dit geval een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion) van een LPG tankwagen. De kans hierop is afhankelijk van verschillende omstandigheden, maar in de meeste gevallen erg klein. Bij het ergst denkbare scenario zullen tot 230 meter (1 % letaliteitgrens) van het incident nog slachtoffers kunnen vallen. Tot op ongeveer 400 meter kunnen mensen eerstegraads brandwonden oplopen. In gebouwen zijn mensen deels beschermd, maar tot op 90 meter kunnen er ook binnenshuis nog doden vallen. De Pauwmolen valt binnen deze afstand.
Om de risico's zoveel mogelijk te verkleinen worden een aantal adviezen gegeven (kans- en effectreducerende maatregelen):
Naast bovenstaande is het belangrijk dat de zelfredzaamheid van mensen wordt verhoogd.
De genoemde maatregelen worden in het kader van art. 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en art. 10 van de Wet veiligheidsregio's geadviseerd. Deze maatregelen kunnen ook een positief effect hebben op de (brand)veiligheid. Wel is het belangrijk dat in de verdere uitwerking van het bouwplan Pauwmolen ook specifiek wordt gekeken naar de brandveiligheid. Hiervoor kunnen extra maatregelen benodigd zijn.
Antwoord
Met de opmerkingen A, B en C wordt rekening gehouden bij de verdere ontwikkeling van het plan. In de toelichting van het bestemmingsplan zal het volgende worden vermeld: “De in dit advies voorgestelde maatregelen, zoals een afsluitbare mechanische ventilatie in het complex en een ontvluchtingsroute die bestand is tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen, zijn besproken met de ontwikkelaar en zullen in het bouwplan verder worden uitgewerkt. Tevens zal aandacht worden besteed aan risicocommunicatie richting de toekomstige bewoners.” Ten aanzien van de brandveiligheid geldt dat dit bij de omgevings-/bouwvergunningverlening geborgd is.
Reactie
Voor wat betreft de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van incidenten blijken de toegankelijkheid, opstelplaatsen en bluswatervoorzieningen nu voldoende te zijn; dit dient wel geborgd te worden voor de toekomst.
Antwoord
Momenteel wordt onderzocht op welke wijze deze borging kan worden gefaciliteerd. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Reactie
Restrisico, het totaal aantal te verwachten slachtoffers (en daarmee de benodigde hulpbehoefte) bij het ergst denkbare scenario, in dit geval een ongeval met gevaarlijke stoffen op de A13, is groot. De beschikbare hulpverleningscapaciteit is waarschijnlijk onvoldoende groot om direct aan de benodigde hulpvraag te voldoen. Assistentie vanuit andere regio's is hierbij noodzakelijk.
Antwoord
Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan. Aangezien restrisico niet een onderwerp is dat in het bestemmingsplan geregeld kan worden, leidt dit niet tot aanpassing van het plan. Momenteel wordt wel onderzocht op welke wijze dit georganiseerd kan worden.
Reactie Hoogheemraadschap Delfland
Reactie
In het bestemmingsplan is onvoldoende invulling gegeven aan het beleid van Delfland, zoals vermeld in de handreiking watertoets 2007. Binnen het plangebied is een boezemkade aanwezig (Rijksstraatweg). Deze boezemkade bestaat uit een kernzone (21 m) en een beschermingszone (15 m). Verzocht wordt de kern- en beschermingszone op te nemen op de verbeelding.
Antwoord
Deze reactie heeft geleid tot aanpassing van het plan: de kern- en beschermingszone zullen op de verbeelding worden opgenomen.
Reactie
Het plangebied ligt binnen de Zuidpolder van Delfgauw. Deze polder is nog niet op orde qua benodigde waterberging. In de waterparagraaf wordt terecht aangegeven dat aanvullende waterberging gerealiseerd dient te worden. Er wordt niet aangegeven hoe hier invulling aan wordt gegeven. Delfland verzoekt in overleg met Delfland de benodigde hoeveelheid waterberging in te passen en deze op de verbeelding op te nemen.
Antwoord
De gemeente ontwerpt een inrichtingsplan voor de gronden met de bestemming Groen in samenspraak met de ontwikkelaar. De gemeente draagt zorg voor de uitvoering van het inrichtingsplan in het plangebied. Deze reactie leidt tot aanpassing van het plan: omdat nog niet bekend is waar het water exact gerealiseerd wordt, wordt in de regels vastgelegd dat ten minste 71,28 m3 waterberging moet worden gerealiseerd binnen de bestemming Groen.
Reactie Evides
Reactie
Evides geeft aan dat er binnen de bestemming Groen een transportleiding 818 Staal ligt. Deze leiding heeft een veiligheidszone van 5 meter uit het hart van de leiding. Er is contact met de gemeente om mogelijke conflictsituaties te vermijden of op te lossen.
Antwoord
De hoofdwaterleiding inclusief de veiligheidszone is op de verbeelding opgenomen. Bij het ontwerpen en de uitvoering van het inrichtingsplan zal overleg worden gevoerd met Evides. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie DUWO
Reactie
DUWO juicht het toe dat er meer studentenwoningen in Delft gerealiseerd worden.
Antwoord
De reactie wordt ter kennisgeving aangenomen en leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie Vidomes
Reactie
Het is een hoog/groot project ten opzichte van de kleine woningen aan de Jan de Oudeweg. De schaduw valt naar de andere kant, maar het project zal wel licht wegnemen.
Antwoord
De afstand tussen het bouwplan en de woningen aan de Jan de Oudeweg is ca 40 m. Ter vergelijking: De woningen aan de Ernst Casimirstraat staan dichterbij de woningen aan de Jan de Oudeweg: op ca 18 tot 30 m afstand. Uit het bezonningsonderzoek blijkt dat de woningen aan de Jan de Oudeweg geen schaduw ondervinden van de nieuwbouw. De zon schijnt vanuit het zuidoosten tot zuidwesten. De Pauwmolen staat ten opzichte van de woningen aan de Jan de Oudeweg in het noordoosten. Daarmee, en door de afstand van ca 40 m, is er geen vermindering van licht door het nieuwe gebouw. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie
De Nota Parkeren en Stallen wordt gevolgd. Moeten of mogen de bewoners van de ongeveer 150 studentenwoningen en 150 starterswoningen ook verplicht een parkeerplaats afnemen in de parkeergarage?
Antwoord
De gemeente toetst bij een bouwplanaanvraag of voldaan wordt aan de eis tot aanleg van voldoende parkeerplaatsen door middel van het opleggen van een parkeernorm. In dit geval is dat 0,3 parkeerplaats per studentenkamer en 0,6 per sociale woning. De ontwikkelaar heeft aangegeven dat de bewoners een parkeerplaats mogen afnemen, ze zijn hier niet toe verplicht. Deze reactie leidt tot aanpassing van het plan. Op de kaart/verbeelding zal worden opgenomen dat er in totaal maximaal 285 woningen mogen worden gerealiseerd. In de planregels zal worden opgenomen dat er in totaal 128 parkeerplaatsen moeten worden gerealiseerd.
Reactie GGD
Reactie
De GGD stelt dat het uitsluitend toetsen aan de Wet luchtkwaliteit onvoldoende garanties biedt voor een gezonde leefomgeving. Ook bij concentraties onder de normen kunnen gezondheidseffecten optreden, aldus de GGD. De GGD adviseert voor het realiseren van gevoelige bestemmingen (o.a. woningen, scholen, kinderdagverblijven) een afstand van tenminste 300 meter van de rand van de snelweg aan te houden. Ook ten aanzien van geluid stelt de GGD dat uitsluitend toetsen aan de wettelijke norm (Wet geluidhinder) onvoldoende bescherming tegen gezondheidseffecten (hinder en slaapverstoring) biedt. Op grond van deze overwegingen raadt de GGD de realisatie van het bouwplan waarop het bestemmingsplan Pauwmolen betrekking heeft sterk af.
Antwoord
Uit de uitgevoerde onderzoeken is gebleken dat ter plaatse van de bouwlocatie wordt voldaan aan de normen van de Wet luchtkwaliteit. Ten aanzien van geluid geldt inderdaad dat ter plaatse sprake is van hoge geluidbelastingen vanwege het verkeer op de A13. Het bouwplan voorziet echter in een groot aantal maatregelen (o.a. geluidschermen, afstemming van het ontwerp van de woontoren op de akoestische situatie) om tot een acceptabel woonklimaat te komen. Daarmee wordt voor alle woningen voldaan aan de normen van de Wet geluidhinder. Bij een groot aantal woningen van het bouwplan wordt zelfs ruimschoots voldaan aan de betreffende normen.
Op grond van deze overwegingen vormen de geluid- en luchtkwaliteit geen beletsel voor de realisatie van het bouwplan, dat vanuit oogpunt van (studenten-)volkshuisvesting zeer gewenst is. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie
Ten aanzien van het MER constateert de GGD dat de vertaling van blootstelling aan lucht en geluid naar gezondheidseffecten is gebeurd met de zogenaamde GES-methodiek. Het betreft echter een onvolledige en onjuiste toepassing van de methodiek. De gezondheidskundige beoordeling had beter uitgewerkt kunnen worden.
Antwoord
In het MER is er voor gekozen om met een op de situatie toegespitste wijze gebruik te maken van (elementen van) de GES-methodiek. Hiermee wordt een nauwkeurig beeld van de effecten van de voorgenomen ontwikkelingen geschetst. Toepassing van GES in haar volle omvang (GES-contourenkaart gekoppeld aan woningaantallen) zou tot een onnauwkeurig beeld leiden aangezien in deze fase van planvorming voor de meeste woningbouwlocaties nog geen detailinrichting bekend is. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie Stedin
Reactie
Stedin deelt mee dat wat betreft openbare gas- en elektriciteitsvoorziening ze geen bezwaar hebben tegen het plan. Indien voor elektriciteit- en/of gasdistributienet bouwkundige voorzieningen, kabels en/of leidingen moeten worden gelegd, dan gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de brief.
Antwoord
Bij de uitvoering van het plan zal rekening worden gehouden met deze voorwaarden. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Reactie KPN
Reactie
KPN verzoekt de bestaande tracés aan de noordzijde in de Rijksstraatweg als het tracé in de Jan de Oudeweg te handhaven. Daarnaast verzoekt KPN hier ook rekening mee te houden bij eventuele uitgifte van bouwterrein tijdens de bebouwing. De verwachting is dat de kabels die over het te ontwikkelen terrein liggen bij het verwijderen van de huidige bebouwing komen te vervallen.
Antwoord
Telecomleidingen zijn geen planologisch relevante kabels en/of leidingen, deze worden niet op de verbeelding opgenomen. Er zal bij de uitvoering van het plan rekening worden gehouden met de aanwezigheid van deze leiding. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
Voor het bestemmingsplan wordt de wettelijke procedure conform de Wet ruimtelijke ordening gevolgd. Het ontwerpbestemmingsplan is tezamen met het ProjectMER Delft Zuidoost voor de duur van zes weken (van 8 maart 2011 tot en met 18 april 2011) ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kon door een ieder een zienswijze worden ingediend. De zienswijzen die zijn ingebracht op het bestemmingsplan en het ProjectMER zijn samengevat en beantwoord in twee zienswijzennota's. Naar aanleiding van de zienswijzen en ambtshalve worden aanpassingen aan het plan voorgesteld. Het plan zal vervolgens ter vaststelling van de gemeenteraad worden aangeboden.
Tezamen met het ontwerpbestemmingsplan en het ProjectMER heeft ook het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere grenswaarden op basis van de Wet geluidhinder voor de duur van zes weken (van 8 maart 2011 tot en met 18 april 2011) ter inzage gelegen. Gedurende deze periode kon door een belanghebbende een zienswijze worden ingediend. Deze zienswijze is beantwoord door middel van een brief. Door burgemeester en wethouders zullen de hogere grenswaarden worden vastgesteld. Dit zal plaatsvinden voor de vaststelling van het bestemmingsplan Pauwmolen.