direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Pauwmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0008-2002

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen met inachtneming van het volgende:

en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

  • b. verblijfs- en verkeersvoorzieningen, met dien verstande dat parkeren op maaiveld alleen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • c. groen- en ecologische voorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. voorzieningen voor het stallen van fietsen;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. geluidschermen ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';
  • h. bijbehorende voorzieningen, waaronder toegangshekken en hellingbanen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 10 en de volgende bepalingen:

  • a. de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven maximale bouwhoogte mag niet worden overschreden;
  • b. het aantal te bouwen woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • c. het oprichten van woningen is slechts toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' dienen geluidschermen te worden gerealiseerd met een bouwhoogte van tenminste 15 meter en ten hoogste 15,5 meter. De schermen dienen te worden geplaatst ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' dient de naar de A13 gekeerde gevel van woningen als dove gevel te worden uitgevoerd;
    • 3. de in 'Bijlage 2 Locatie vlies- en dove gevels' in de tabel 'Locatie vliesgevel' aangegeven gevels van woningen dienen te worden voorzien van een vliesgevel;
    • 4. de in 'Bijlage 2 Locatie vlies- en dove gevels' in de tabel 'Locatie dove gevel' aangegeven gevels van woningen dienen te worden uitgevoerd als dove gevel;
  • d. ondergrondse parkeervoorzieningen in één bouwlaag zijn toegestaan.
5.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 10 en de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. voor het overige zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • c. ondergrondse parkeervoorzieningen in één bouwlaag zijn toegestaan.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Ingebruikname woningen

De woningen mogen pas in gebruik worden genomen als de in lid 5.2.1 sub c genoemde maatregelen zijn gerealiseerd.

5.3.2 Milieucategorie

De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben.

5.3.3 Parkeren
  • a. Er dienen tenminste 128 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd en in stand gehouden.
  • b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn parkeervoorzieningen op maaiveld toegestaan.
5.3.4 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:

5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.3.2 om de aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben;
  • b. het bepaalde in lid 5.3.2 om de aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
5.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 5.4.1, sub a en b genoemde omgevingsvergunning indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.