direct naar inhoud van Artikel 17 Water
Plan: Delft Oost (Delftse Hout)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0007-2002

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding in samenhang met waterrecreatie;
  • b. wateraanvoer en -afvoer en waterberging alsmede voor de sport;
  • c. ecologische verbindingszones;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. kunstwerken;
  • f. brandstofleiding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - brandstof';
  • g. minimaal 1,3 meter onder slootbodem gelegen leidingen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
  • h. bijbehorende voorzieningen, zoals bruggen, vlonders, duikers, kades, taluds en beschoeiingen;
17.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van artikel 26 en de volgende bepalingen:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
  • b. steigers ten behoeve van de toegang tot naastgelegen gronden mogen een maximale bouwhoogte van 4 meter en een minimale bouwhoogte van 0.2 meter ten opzichte van het waterpeil hebben;
  • c. bouwwerken zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'.

 

17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Omgevingsvergunning

Hetbevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid17.2 sub d voor het oprichten van bouwwerken ter plaatse van deaanduiding 'monumentale boom'.

17.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 17.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe, indien geen onevenredige verslechtering van de groeiomstandigheden van de monumentale boom optreedt.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
17.4.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 17.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.