direct naar inhoud van 8.2 Cultuurhistorische waarden
Plan: Rietveld 109
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0006-2002

8.2 Cultuurhistorische waarden

8.2.1 Bestaande situatie

Het plangebied ligt in het beschermd Rijksstadsgezicht Binnenstad. Het totale plan bestaat uit diverse onderdelen: invulling met nieuwbouw aan het Rietveld, losse blokjes op het binnenterrein, en verbouwing/nieuwbouw aan de achterzijde van het Rijksmonument Vlamingstraat 44. Hiervoor is reeds een monumentenvergunning verleend. De aan de nieuwe invulling grenzende panden Rietveld 105/107 (rechts) en Rietveld 111 (links) zijn zelf geen beschermd monument maar vormen wel een door het gat bij nr. 109 onderbroken samenhangende gevelwand.

De herontwikkeling van Vlamingstraat 44 is onderdeel van het totale project. Dit onderdeel is echter eerder uitgevoerd. Vlamingstraat 44 behoort daarom niet tot het plangebied van dit bestemmingsplan. De tuin bij Vlamingstraat 44 is wel onderdeel van het plangebied.

8.2.2 Beleid en onderzoek

Conform het monumentenbeleid 2007-2017 kan het aanwijzen van gemeentelijke monumenten in de binnenstad - afgezien van bijzondere vondsten - als afgerond worden beschouwd. Ook vanuit het Rijk zijn vanwege zeer grote terughoudendheid geen verdere aanwijzingen te verwachten.

8.2.3 Gewenste ontwikkeling

Het plan gaat uit van de bestaande perceelstructuur. In de stedenbouwkundige visie is met name belang gehecht aan herstel van de rooilijn aan het Rietveld door de nieuwe invulling in het ontstane gat.

Het plan ligt in het Beschermd Rijksstadsgezicht Binnenstad. De essentie daarvan is bescherming van het algemene beeld en de structuur van de Delftse binnenstad, onder andere door het voorkomen van sloopgaten en/ of te grootschalige ontwikkelingen. De karakteristieke kleinschalige perceelindeling met individuele bebouwing en een continue rooilijn moeten in ieder geval voor de belangrijkste stedelijke ruimten (pleinen, grachten, straten) uitgangspunt zijn en blijven.

Aan het Rietveld is rond 1970 een huis gesloopt voor de achtertoegang naar het achter Vlamingstraat 44 nieuw gebouwde kerkelijk centrum. De invulling vult deze ongewenste onderbreking in de gevelwand en herstelt de rooilijn. De achterterreinen tussen Vlamingstraat en Rietveld zijn een 'binnenwereld' die voortdurend aan verandering onderhevig is geweest: verandering c.q. samentrekking van percelen, schaalvergroting en verdichting van de achterbebouwing b.v. voor bedrijfshuisvesting. De op de Kaart Figuratief 1678 zichtbare grote binnentuin, in 1832 nog grotendeels aanwezig heeft uiteindelijk rond 1970 plaatsgemaakt voor het kerkgebouw inclusief achtertoegang. De nieuwbouw past bij de algemene historische karakteristiek van de Delftse binnenterreinen waar zich onder andere ook aan allerlei openbare nevenruimtes (gangen, stegen, hoven) liggende bebouwing bevond.

In de architectonische vormgeving zoekt de nieuwbouw aan het Rietveld echter het contrast. Het pand wijkt in hoofdvorm (plat afgedekt) en materialisatie af van de aangrenzende gebouwen met hun hoofdvorm van lijstgevels met (individuele) kappen. Dit is op zich in tegenspraak met de geest van het conserverende bestemmingsplan Binnenstad t.a.v. behoud van het historisch daklandschap. Het betreft echter een nieuwe invulling in wat vrij lang een gat in de gevelwand is geweest. Een uitgesproken eigentijdse architectuur op zich is daarom voor deze locatie acceptabel: het maakt inzichtelijk dat er recent een gat is ingevuld. Van belang is dat bij het afwijken van hoofdvorm en materialen er op een andere manier toch ook duidelijk aansluiting wordt gezocht bij de belendingen in maat, schaal en gevelcompositie.

8.2.4 Conclusie

Het plan is vanuit cultuurhistorisch perspectief qua stedenbouwkundige structuur passend in de structuur en context van de binnenstad, in het bijzonder door herstel van de rooilijn aan het Rietveld. Als zodanig past het geheel in de context van het beschermd stadsgezicht.

In het kader van de bouwvergunningverlening voor het project zal het bouwplan worden getoetst op redelijke eisen van welstand. De cultuurhistorische kwaliteit komt daarbij eveneens aan de orde.