Plan: | Bestemmingsplan Parkeren Capelle aan den IJssel 2023 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0502.BP23Parkeren-4001 |
Het parkeerbeleid van de gemeente Capelle aan den IJssel is planologisch vastgelegd middels het bestemmingsplan 'Parkeren', dat is vastgesteld op 9 juli 2018. Nadien is geconstateerd dat dit bestemmingsplan een aantal bepalingen bevat die voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Tevens is er een aantal regels uit het parkeerbeleid van 2015 rechtstreeks in het bestemmingsplan opgenomen. Dit komt de dynamische verwijzing naar actueel parkeerbeleid niet ten goede.
Het doel van dit bestemmingsplan is om de bestaande onduidelijkheden weg te nemen. Daarnaast wordt middels een dynamische verwijzing verwezen naar het actuele gemeentelijke beleid, of diens rechtsopvolger.
Het vigerende parkeerbeleid ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan bestaat uit de 'Nota Parkeerbeleid 2023' en de 'Nota Parkeernormen 2023' (vastgesteld 13 februari 2023). Dit parkeerbeleid geldt voor de gehele gemeente, met uitzondering van het gebied Rivium. Hier geldt het parkeerbeleid 'Parkeernormen Rivium' (vastgesteld 28 september 2020 en in werking getreden op 13 augustus 2021).
Het plangebied omvat de hele gemeente Capelle aan den IJssel (figuur 1.1). In deze figuur is in het blauw het gebied Rivium aangegeven. Hier gelden de 'Parkeernormen Rivium' (vastgesteld 28 september 2020 en in werking getreden op 13 augustus 2021). In het overige deel van het plangebied gelden de 'Nota Parkeerbeleid 2023' en 'Nota Parkeernormen 2023' (vastgesteld 13 februari 2023).
Figuur 1.1 Ligging plangebied (in blauw, in het zuidwesten, Rivium)
De gemeenteraad heeft voor de gehele gemeente (m.u.v. het Rivium) op 13 februari 2023 de Nota Parkeerbeleid 2023 en de Nota Parkeernormen vastgesteld. Voor het gebied Rivium geldt 'Parkeernormen Rivium' (vastgesteld 28 september 2020 en in werking getreden op 13 augustus 2021), dit gebied valt buiten de werking van de Nota Parkeernormen 2023.
Deze beleidsregels worden regelmatig bijgesteld. Door in de bestemmingsplannen een planregel met een dynamische verwijzing op te nemen naar de beleidsregels wordt de nodige flexibiliteit in het parkeerbeleid vastgelegd, zonder dat het bestemmingsplan behoeft te worden gewijzigd.
De mogelijkheid om dynamisch te verwijzen naar beleidsregels volgt onder meer uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2017:607 d.d. 8 maart 2017) ten aanzien van het parkeerbeleid van de gemeente Groningen.
De Nota Parkeerbeleid beschrijft relevante trends en ontwikkelingen en de beleidsmatige uitgangspunten voor de wijze waarop Capelle aan den IJssel invulling geeft aan het parkeren van de fiets en de auto binnen de gemeente.
De Nota Parkeernormen bevat de parkeernormen voor fiets en auto en beschrijft de rekenregels voor de wijze waarop de parkeernormen moeten worden toegepast en hoe van parkeernormen tot de op te stellen parkeerbalans dient te worden gekomen.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld.
Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Dit zijn de ‘nationale belangen’. Het Rijk heeft voor alle nationale belangen een zogenaamde systeem-verantwoordelijkheid. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de medeoverheden. De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen, en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen.
In het NOVI wordt ingegaan op de aanpassingen van het mobiliteitssysteem, via aanvullende fietsvoorzieningen, fiets- en voetpaden, aanpassing parkeerbeleid en -normen, verbetering openbaar vervoer (OV) en betere overstapfaciliteiten tussen de verschillende vormen van vervoer.
Het NOVI kenmerkt zich door een hoog abstractieniveau en bevat geen concreet beleid ten aanzien van het 'Bestemmingsplan Parkeren Capelle aan den IJssel 2023'. Er is geen sprake van strijdigheid met het nationaal beleid.
Omgevingsvisie
Met het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Toekomstige beleidsvernieuwing biedt kansen voor verbeteringen in Zuid-Holland. De provincie heeft hiervoor 7 vernieuwingsambities geformuleerd. Deze ambities dienen als stip op de horizon:
De provincie realiseert, samen met de MRDH, een adequaat aanbod van OV in het vervoergebied van de provincie Zuid-Holland. OV moet snel, betrouwbaar en beschikbaar zijn en is daarmee een volwaardig alternatief.
Het bestaande mobiliteitssysteem is onvoldoende toegerust om de groei in personenmobiliteit te verwerken en zorgt regelmatig voor files en parkeerproblemen. Daarom worden mensen positief verleid van modaliteiten gebruik te maken die de groei op een duurzame manier kunnen opvangen. Ook wordt verschuiving van reizen van de spits- naar de daluren gestimuleerd, zodat het systeem zo goed mogelijk wordt benut.
Omgevingsverordening
In samenhang met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende onderdelen van artikel 6 relevant:
Artikel 6.10b Parkeernorm sociale huur
Artikel 6.10c Parkeernorm stationsomgevingen
Toetsing
Met dit bestemmingsplan, en het bijbehorende parkeerbeleid, wordt door de gemeente op de lokale situatie afgestemd beleid vastgelegd. Daarmee wordt voldaan aan sub 2 van artikel 6.10b en 6.10c.
In de gemeente Capelle aan den IJssel zijn de afgelopen jaren verschillende beleidskaders vastgesteld, waarbij telkens ook raakvlakken met de parkeeropgave en/of parkeerbeleid van toepassing zijn. Deze raakvlakken zijn in de Nota Parkeerbeleid 2023 en de Nota Parkeernormen (vastgesteld 13 februari 2023) en de Nota Parkeernormen Rivium (vastgesteld 28 september 2020 en in werking getreden op 13 augustus 2021) opgenomen.
In de op 27 september 2021 door de gemeenteraad vastgestelde Stadsvisie wordt de koers voor de toekomst van Capelle bepaald. Hierbij wil de gemeente Capellenaren faciliteren in het aanpakken van integrale opgaven. Dit betekent derhalve dat een zorgvuldige afweging moet plaatsvinden bij het inpassen van parkeerplaatsen. Zo wordt gesteld dat er wordt gestreefd naar een goede balans tussen de diverse functies, zoals groen, spelen en parkeren.
Er wordt aandacht gevraagd naar de toekomstige parkeerfaciliteiten. De parkeerdruk wordt hoger door verdichting, terwijl jongeren in de toekomst verwachten dat zij voor de deur plek zullen hebben voor auto's. Ouderen zien juist kansen in het OV en langzaam verkeer (fietsen).
Het programma Mobiliteit van Capelle aan den IJssel, vastgesteld op 22 maart 2021, is opgesteld om een goede mobiliteit te garanderen voor de inwoners en de bedrijven van Capelle aan den IJssel. Capelle aan den IJssel wilt zich richten op duurzaamheid en een goede bereikbaarheid. Parkeren blijft hierin een belangrijk thema in Capelle. Een update van het parkeerbeleid inclusief de te hanteren parkeernormen is opgenomen als actie in het programma Mobiliteit om daarmee op basis van actueel beleid en actuele parkeernormen te komen tot een goede inpassing van parkeren van de fiets en de auto bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Elektrisch vervoer
De gemeente heeft de ambitie om schoner vervoer te stimuleren. Dit kan onder andere bereikt worden door het faciliteren van oplaadmogelijkheden. Er moeten voldoende oplaadmogelijkheden geplaatst worden rondom parkeerplekken. De wijze waarop de gemeente hiermee omgaat is vastgelegd in het Laadpalenbeleid.
Vrachtwagen
Gemeente Capelle aan den IJssel heeft specifieke parkeervoorzieningen voor vrachtwagens om te voorkomen dat elders overlast ontstaat
Deelmobiliteit
Om duurzaam en snel van deur tot deur te komen, ontstaan er steeds meer deelvervoersconcepten. Het zijn innovaties die een belangrijke rol kunnen spelen in het efficiënter organiseren van de mobiliteit in de regio.
Deelmobiliteit werkt door in het parkeerbeleid. Voor deelauto's moeten bijvoorbeeld vaste parkeerplaatsen worden toegewezen. Hier moet in de doorrekening van de parkeerbalans rekening mee worden gehouden. In de Nota Parkeerbeleid 2023 is een mogelijke reductie op de parkeereis opgenomen voor de inzet van deelmobiliteit, onder de in het beleid opgenomen voorwaarden.
Fiets
Gebrekkige stallingsmogelijkheden voor de fiets blijken vaak een drempel voor het gebruik ervan. Capelle wil fietsen stimuleren en daar horen ook goede stallingsvoorzieningen bij. Uit de Fietsbalans is gebleken dat Capelle op dit punt onvoldoende scoort. Het borgen van voldoende stallingsplaatsen bij ruimtelijke ontwikkelingen is belangrijk om dit te verbeteren. In de Nota Parkeerbeleid 2023 en de Nota Parkeernormen (vastgesteld 13 februari 2023) en de Nota Parkeernormen Rivium (vastgesteld 28 september 2020 en in werking getreden op 13 augustus 2021) heeft de fiets meer dan voorheen een volwaardige plek gekregen.
De Nota Parkeerbeleid 2023 beschrijft relevante trends en ontwikkelingen en de beleidsmatige uitgangspunten voor de wijze waarop Capelle aan den IJssel invulling geeft aan het parkeren van de auto en de fiets binnen de gemeente. De nota beschrijft dat het parkeren in Capelle op hoofdlijn naar tevredenheid verloopt, gaat in op relevante ontwikkelingen zoals demografie, autobezit, de opkomst van elektrisch vervoer en deelmobiliteit en de groeiende rol van de fiets. Vervolgens wordt ingegaan op de huidige situatie ten aanzien van parkeerdruk en parkeerregulering en de specifieke kenmerken voor de verschillende deelgebieden in de gemeente. De visiepunten die in de nota zijn benoemd gaan onder meer over het gratis houden van parkeren in Capelle, de keuze om gebiedsgericht parkeerbeleid te voeren, dat de gemeente rekening houdt met verschillende doelgroepen, dat de gemeente inzet op duurzaamheid en hoe de gemeente omgaat met parkeerregulering.
De Nota Parkeernormen 2023 bevat de parkeernormen voor auto en fiets. In de nota wordt de gebiedsindeling beschreven die als kader geldt voor de toe te passen parkeernormen voor auto en fiets. Vervolgens worden de rekenregels beschreven die moeten worden toegepast om op basis van de in de nota opgenomen parkeernormen voor auto en fiets te komen tot een parkeerbalans. De nota beschrijft aan de hand van een stappenplan hoe de rekenregels moeten worden toegepast en beschrijft de mogelijke vrijstelling of verlaging van de parkeereis in relatie tot de inzet van deelmobiliteit, de nabijheid van openbaar vervoer of het salderen van een historisch tekort. Tot slot beschrijft de Nota Parkeernormen 2023 het stappenplan voor de afweging met betrekking tot parkeerregulering.
Voor het Rivium zijn eigen parkeernormen vastgesteld via de Mobiliteitsaanpak. De Mobiliteitsaanpak is vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2020. Deze Mobiliteitsaanpak geeft een samenvatting van de verkregen modelmatige inzichten, naar aanleiding van het mobiliteitsonderzoek. Op basis hiervan worden voor de periode 2020-2030 beleidsmatige-en infrastructurele adviezen gegeven om tot een gewenste situatie te komen. Een situatie waarbij Het Nieuwe Rivium transformeert naar een aantrekkelijk en goed bereikbaar woon-werkgebied met plaats voor bestaande bedrijven, circa 5.000 woningen en bijbehorende voorzieningen. Extra hinder voor de omgeving, bijvoorbeeld in Fascinatio, ’s-Gravenland, Kralingse Veer en De Esch mag daarbij niet ontstaan of moet beheersbaar zijn.
De belangrijkste maatregelen zijn:
Gezien de ligging, stedelijke dichtheid en de ambities voor het Nieuwe Rivium zijn voor dit gebied specifieke parkeernormen voor auto en fiets vastgesteld. Deze normen liggen gemiddeld lager dan voor de rest van Capelle. De parkeernormen zijn als onderdeel van de Mobiliteitsaanpak vastgesteld door de raad.
Het paraplubestemmingsplan 'Bestemmingsplan Parkeren Capelle aan den IJssel 2023' voorziet in een juridisch adequate aanpassing van de in de gemeente Capelle aan den IJssel geldende bestemmingsplannen. Het is een plan op basis van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit bestemmingsplan is gemaakt conform SVBP 2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012).
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels, en gaat vergezeld van een toelichting. Dit bestemmingsplan heeft een uniek en eigen planidentificatienummer, namelijk:
NL.IMRO.0502.BP23Parkeren-4001
Het plangebied betreft het gehele grondgebied van de gemeente Capelle aan den IJssel, te zien in figuur 1.1. In het plangebied geldt momenteel het bestaande bestemmingsplan 'Parkeren' dat is vastgesteld op 9 juli 2018 (NL.IMRO.0502.BP17Parkeren-4001). De regels voor parkeren van alle voorgaande bestemmingsplannen worden vervangen door het nu voorliggende 'Bestemmingsplan Parkeren Capelle aan den IJssel 2023'.
Inleidende regels
De artikelen 1.1 tot en met 1.5 bevatten de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie.
In artikel 2 is het toepassingsgebied bepaald, daarbij is toegelicht welke bestemmingsplannen voor wat betreft het onderwerp 'parkeren' worden aangevuld c.q. gewijzigd, en dat alle overige regels in deze plannen ongewijzigd blijven.
Algemene regels
In artikel 3 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. In artikel 4 is geregeld dat in een omgevingsvergunning voor bouwen of verbouwen of veranderen van gebruik moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor de beoogde functie.
Het toetsingskader dat hierbij wordt gehanteerd is gemeentelijk parkeerbeleid dat op het moment van vergunningsaanvraag geldt.
De verwijzing naar deze beleidsregels is toegestaan op grond van artikel 3.1.2 tweede lid onder a. van het Besluit ruimtelijke ordening.
In lid 4.2 is geregeld dat er voldoende laad- en losgelegenheid wordt gerealiseerd. Dit houdt in dat wanneer een functie ruimte voor het laden of lossen van goederen nodig heeft, de omgevingsvergunning pas kan worden verleend wanneer is aangetoond dat in die behoefte wordt voorzien. Van deze regel kan worden afgeweken indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
Overgangs- en slotregels
In artikel 5 is het overgangsrecht opgenomen. Bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bouwregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd blijven.
Artikel 6 bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan is een juridisch-technische aanpassing van de planregels. Daarom wordt uitsluitend de door de Wro voorgeschreven procedure gevolgd: ter inzagelegging van een ontwerpbestemmingsplan met de mogelijkheid van zienswijzen, en daarna vaststelling door de gemeenteraad.
Vooroverleg
Het concept van het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het wettelijk vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de provincie Zuid-Holland. Beide overlegpartners hebben laten weten geen inhoudelijke reacties te hebben op het plan.
Zienswijzen
De formele bestemmingsplanprocedure start met het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf donderdag 28 september tot en met woensdag 8 november 2023 ter inzage gelegen. Er zijn gedurende deze periode geen zienswijzen ontvangen.
Omdat het voorliggende plan niet voorziet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor van kostenverhaal als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.
De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en de kosten van onderzoek, dat nodig is met het oog op de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente.