direct naar inhoud van 2.4 Brielle
Plan: Structuurvisie Brielle
Status: vastgesteld
Plantype: structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002

2.4 Brielle

2.4.1 Vesting

Structuur en karakteristiek
De vesting is het meest bijzondere en in het oogspringende stedelijk gebied. De vesting is afgesloten en ligt als een ruimtelijk opzichzelfstaand element in het landschap. De karakteristieke toren van de Sint-Catharijnekerk torent boven de vesting uit. De vesting is maar op enkele plaatsen door wegen verbonden met het omliggende gebied. Kenmerkend is de opbouw van de vesting. De middeleeuwse binnenstad is ommuurd door de vestingwal met daaraan gerelateerde gebouwen, schootsvelden, gracht, bastions, ravelijnen en het buitendijks gebied met havenbatterij. De enigszins dorpse, middeleeuwse structuur van Brielle, met de karakteristieke ontginningslijnen, het patroon van dwars- en achterstraten en de open ruimten is vrij gaaf bewaard gebleven.
De ruimtelijke structuur van de vesting wordt nog steeds gevormd door:

een langs de Goote aangelegde dijk, de Nobelstraat en Voorstraat:
op de samenkomst van de huidige Langestraat, en de huidige Nobelstraat en Voorstraat vestigde zich de eerste bewoners. De Goote en de Maas waren in die tijd goed bevaarbaar en vormde belangrijke aan- en afvoerrouten voor goederen;

de Langestraat:
deze voormalige polderweg vormde de verbinding tussen de haven van Brielle en het duingebied van Oostvoorne. De nederzetting bestond vroeger uit twee kernen (ontstaan uit twee parochies) Brielle en Maerlant. De grens tussen beide werd gevormd door de Langestraat. Aanvankelijk ontwikkelde Brielle en Maerlant zich afzonderlijk van elkaar. Brielle ontwikkelde zich in de 13e eeuw door de economisch gunstige ligging aan het water het snelst en overvleugelde Maerlant;

de haven van Maerlant en de daaraan gelegen straten;

de vestingswerken:
in 1306 of 1330 heeft Brielle rechten gekregen tot het verdedigen van de stad. Hiervoor is een vestingsgracht gegraven. Opmerkelijk is de grote diepte landinwaarts die aan de langgerekte stad werd gegeven. In de 17e en 18e eeuw werden de vestingwerken gemoderniseerd en ontstond de huidige stervormige vesting. Opvallend is dat in tegenstelling tot veel andere vestingsteden de vestingmuren ruim om de vesting heen werden gelegd. Hierdoor ontstonden er aan de rand van de vesting ruimten voor onder andere volkstuinen. Deze gronden zijn lange tijd onbebouwd gebleven waarna ze voor bedrijvigheid en/of scholen werden gebruikt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0009.jpg"
Randvoorwaarden locatie Burgemeester van Sleenstraat
Binnen de vesting ligt een herstructureringslocatie voor ongeveer 70 woningen. De locatie was vroeger in gebruik als moestuin zonder bebouwing. In de huidige situatie is het gebied hoofdzakelijk ingericht als stedelijk groen met hierin losse bouwvolumes. De locatie ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Brielle. Bij het bestemmingsplan de Vesting is een kwaliteitnota voor het beschermde stadsgezicht opgesteld. Bij ontwikkeling van deze locatie moet worden voldaan aan de richtlijnen uit deze kwaliteitnota. Bij herontwikkeling van deze locatie zijn de volgende randvoorwaarden richtinggevend:

  • inspelen op karakteristiek van de omliggende bebouwing en de aanwezigheid van de vesting;
  • rekening houden met historische context van het gebied;
  • vrijhouden van groene zone direct langs de vesting;
  • woningen geclusterd, gestapeld of in een combinatie van beide uitvoeren;
  • de nieuwe bebouwing dient qua typologie en karakteristiek aan te sluiten op de omliggende (woon)bebouwing;
  • extra aandacht voor architectuur van de bebouwing en voor de inrichting van de openbare ruimte;
  • bij bepaling van de bouwhoogte moet aansluiting worden gezocht bij omliggende (woon)gebouwen;
  • het zicht op de vestingwal moet behouden blijven;
  • waterneutraal bouwen;
  • ontsluiting via de Burgermeester H. van Sleenstraat.
2.4.2 Meeuwenoord

Structuur en karakteristiek
Ten noorden van de vesting ligt de woonwijk Meeuwenoord, sportvelden, jachthavens en enkele terreinen met stacaravans en bedrijven. De ruimtelijke opzet van de wijk bestaat uit korte rijen en twee-onder-een-kapwoningen langs groene straten. Het merendeel van de woningen is op de weg georiënteerd. De bebouwing bestaat uit twee lagen met een kap. De combinatie van het wonen, de sportvelden, de jachthavens, bedrijven en stacaravans oogt rommelig. De sportvelden liggen ingeklemd tussen de woonwijk en het Brielse meer. Het terrein wordt daarbij door bomen en bosschages afgeschermd van de omgeving, waardoor het terrein een eigen en besloten karakter heeft.

Randvoorwaarden locatie Meeuwenoord
Ten behoeve van woningbouw op Meeuwenoord worden de bestaande sportvelden verplaatst naar de Gronden van Waardenburg. Hierdoor komt een relatief grote woningbouwlocatie vrij voor ongeveer 400 woningen (indicatief aantal). Bij ontwikkeling van de locatie gelden de volgende richtinggevende randvoorwaarden op het gebied van milieu, stedenbouw en verkeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0010.jpg"
Milieurandvoorwaarden
Meeuwenoord ligt binnen de geluidszone voor industrielawaai van Europoort en Maasvlakte. Bovendien ligt de locatie binnen de 55 dB(A)-contour (zie Milieubelemmeringenkaart (geluid) op pagina 68) na sanering van industrielawaai van het industrieterrein. Dit betekent dat de uiterste grenswaarde, die onder normale omstandigheden voor de nieuwbouw van woningen binnen een geluidszone voor industrielawaai geldt, wordt overschreden12. Door het treffen van specifieke maatregelen is woningbouw mogelijk. Maatregelen die getroffen kunnen worden zijn onder andere:

  • het gebruik van dove gevels of vliesgevels;
  • afscherming van de wijk door nieuwe bebouwing.


Om tot een woonwijk te komen die vanuit milieuoverwegingen haalbaar is en waarbij een zo goed mogelijk woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd moet, bij de uitwerking van het stedenbouwkundige plan, gericht worden "ontworpen met geluid". Globaal moet het stedenbouwkundige plan aan de volgende (milieukundige) eisen voldoen:

  • een strook langs het Brielse Meer moet vrij blijven van bebouwing;
  • de locatie moet worden afgeschermd van de geluidsbron: eerste rij woningen dwars op de geluidsbron (dus evenwijdig aan de oever van het Brielse Meer) een minimale bouwhoogte van 9 m. De woningen hoeven niet volledig aaneengesloten te worden gebouwd, openingen moeten echter zo beperkt mogelijk blijven;
  • de bouwhoogte van de bebouwing achter de eerste rij woningen moet aansluiten op de eerste rij (het liefst lager dan de eerste rij)13; de noordgevels van de eerste bebouwingsrij (langs het Brielse Meer) moeten op alle verdiepingen (behalve de begane grond) worden uitgevoerd als dove gevels of vliesgevels14.


Stedenbouwkundige randvoorwaarden
Richtinggevende stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn:

  • in het groen liggende woningbouw;
  • de noordrand verdient een hoogwaardige uitwerking in vormgeving en architectuur;
  • combinatie van typen woningen waardoor een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu ontstaat;
  • waterneutraal bouwen. Daarbij is aandacht nodig voor het watersysteem. Vanwege grondwater-problemen wordt hier een afwijkend waterpeil in stand gehouden.

Verkeerskundige randvoorwaarden
Bij de ontwikkeling van Meeuwenoord heeft de gemeenteraad een goede ontsluiting voor het autoverkeer als voorwaarde gesteld. In 2007 is besloten de ontsluitingsroute ten westen van de binnenstad aan te leggen. Om de nieuwe ontsluitingsroute een belangrijke functie te kunnen geven moeten verschillende straten in de binnenstad worden heringericht. Daarnaast worden verkeerscirculatieve maatregelen genomen om de route via de binnenstad te ontmoedigen. De voorzieningen in de binnenstad moeten echter wel bereikbaar blijven voor de inwoners van Meeuwenoord.

Randvoorwaarden locatie Haven Tromp
De ontwikkelingslocatie Haven Tromp biedt ruimte aan ongeveer 80 woningen. De ligging aan het water biedt kansen voor een aantrekkelijk water-woonmilieu. Op de naastgelegen locaties Haven Moerman en Port Brielle is woningbouw gepland. Om deze woningbouwlocaties goed te kunnen ontsluiten voor het (auto)verkeer, is een nieuwe ontsluitingsweg langs de westzijde van de vesting gepland. Afhankelijk van de realisatie van woningbouwlocatie Meeuwenoord wordt deze verbinding aangelegd. Bij ontwikkeling van de locatie gelden de volgende richtinggevende milieu- en stedenbouwkundige randvoorwaarden.

Milieurandvoorwaarden
De woningbouwlocatie Haven Tromp ligt binnen de 55 dB(A)-contour. Dit betekent dat de uiterste grenswaarde, die onder normale omstandigheden voor de nieuwbouw van woningen binnen een geluidszone voor industrielawaai geldt, wordt overschreden. Op deze locatie is de geluidsproblematiek echter minder omvangrijk dan bij de locatie Meeuwenoord. Waarschijnlijk voldoet de locatie aan de uiterste grenswaarde van 55 dB(A). Mogelijk is op een deel van de eerste verdieping toepassing van een dove gevel noodzakelijk). Nader onderzoek is nodig om hierover uitsluitsel te geven.

Stedenbouwkundige randvoorwaarden

  • Richtinggevende stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn:
  • inspelen op ligging aan het water;
  • aansluiten bij de woningbouwontwikkelingen aan de Haven Moerman en Port Brielle;
  • oriënteren op zowel de haven als op het Brielse Meer (geen achterkantsituaties);
  • ontsluiten via Rochus Meeuwiszoonweg en de te realiseren westelijke ontsluitingsweg (afhankelijk van Meeuwenoord);
  • waterneutraal bouwen.
2.4.3 Rugge en Zuurland

Structuur en karakteristiek
De wijk Rugge is de eerste grote planmatig aangelegde wijk buiten de vesting van Brielle. De wijk is gebouwd begin jaren '60 van de vorige eeuw. Rugge is ruim opgezet, heeft een voor die tijd breed stratenpatroon en veel openbaar groen in de vorm van grasvelden en waterpartijen. Het bebouwingspatroon bestaat uit woningen in een stroken- en blokverkaveling met traditionele rijwoningen en drive-inwoningen. De wijk wordt geaccentueerd door een, in het verlengde van de Ruggeweg liggend, flatgebouw met winkels. De Ruggeweg wordt begeleid door een groenzone. Aan de andere zijde van deze groenzone ligt, aan de Nicolaas Pieckstraat, een strook vrijstaande bebouwing (scholen, bedrijven en andere maatschappelijke functies).
De wijk Zuurland verschilt in de hoofdopzet niet van de wijk Rugge. De wijk is rond dezelfde tijd in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw gebouwd, is ruim opgezet en heeft een voor die tijd breed stratenpatroon. Daarnaast beschikt Zuurland over veel openbaar groen, zoals grasvelden en waterpartijen die door de wijk heen slingeren. Het bebouwingspatroon bestaat uit woningen in een stroken- en blokverkaveling met traditionele rij- en drive-inwoningen. In de jaren '90 van de vorige eeuw is er in het zuiden een kleine uitbreiding gerealiseerd.
Tussen de woonwijken Rugge en Zuurland ligt langs de Rik tot aan de Groene Kruisweg en de wijk Nieuwland een groene zone. In deze zone liggen diverse voorzieningen, waaronder een sporthal en scholen. De verplaatsing van de basisscholen naar de nieuwe wijk Nieuwland – Oost vormt aanleiding om de groenzone langs de Nicolaas Pieckstraat en de Mgr. Smitstraat te herontwikkelen voor woningbouw.

Randvoorwaarden locatie Rabobank
De ontwikkelingslocatie Rabobank ligt aan de Nicolaas Pieckstraat in de wijk Rugge. De verplaatsing van de basisscholen naar de nieuwe wijk Nieuwland-Oost is aanleiding om de groenzone langs de Nicolaas Pieckstraat en de Mgr. Smitstraat te herontwikkelen voor ongeveer 76 woningen (indicatief aantal).

Richtinggevende randvoorwaarden voor de locatie Rabobank zijn:

  • creëren van een nieuwe open verkaveling van losse bouwvolumes in een groene settting;
  • inspelen op aanwezige oriëntatie;
  • doorzichten behouden tussen Nicolaas Pieckstraat en Ruggeweg;
  • de hoek Ruggeweg en De Rik accenturen;
  • waterneutraal bouwen;
  • de Nicolaas Pieckstraat zal als hoofdontsluiting blijven functioneren.


Randvoorwaarden locatie De Rik
Aan weerszijden van De Rik ligt de gelijknamige ontwikkelingslocatie De Rik. Deze locatie is verdeeld in twee gebieden (ten noorden en zuiden van De Rik) en biedt in totaal plaats aan ongeveer 40 woningen. Er zal een duidelijke afstemming tussen de beide randen langs De Rik moeten komen, waarbij een gepaste afstand tot de weg wenselijk is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002_0011.jpg"
Noordelijk deel
Dit gebied leent zich voor een eigentijdse woonbuurt die plaats biedt (afhankelijk van het woningbouwprogramma) aan zowel grondgebonden woningen als appartementen. Randvoorwaarden voor dit deel van de locatie zijn:

  • nieuwe verkaveling aansluiten op ruimtelijke opzet van de wijk Rugge;
  • aansluiten bij ontwikkeling locatie Rabobank;
  • inspelen op functie als entreezone;
  • groene uitstraling behouden;
  • afstand tot De Rik behouden door groen/blauwe zone;
  • waterneutraal bouwen;
  • ontsluiting via Mgr. Smitstraat.


Zuidelijk deel
Dit gebied kan een meer opzichzelfstaande eigentijdse woonbuurt worden met grondgebonden woningen. Randvoorwaarden voor dit deel van de locatie zijn:

  • inspelen op functie als entreezone;
  • behouden en inpassen van bestaande watergang in het ontwerp;
  • afstand tot De Rik behouden door groenblauwe zone;
  • voorkomen van achterkantsituatie aan westrand van het landschap.


Randvoorwaarden locatie Reede
Aan de noordzijde van de wijk Zuurland ligt de ontwikkelingslocatie Reede. De locatie biedt plaats aan ongeveer 84 woningen (appartementen). Richtinggevende randvoorwaarden voor deze locatie zijn:

  • wonen in parkachtige setting (campus);
  • openbaar karakter;
  • in relatie tot omliggende woonwijken en groenzone ontwikkelen;
  • aansluiten bij ontwikkelingen locatie Zorggebouw;
  • ontsluiten via De Rik en G.J. van den Boogerdweg.


Randvoorwaarden locatie Zorggebouw (Reede)
Direct naast de ontwikkelingslocatie Reede ligt de ontwikkelingslocatie Zorggebouw. De twee locaties worden door de verlegde Reede van elkaar gescheiden. De ontwikkeling van deze locatie hangt nauw samen met de Brede school die ten noordwesten is gerealiseerd. De locatie is geschikt voor een combinatie van voorzieningen (in aansluiting bij de brede school) en ongeveer 26 woningen. Richtinggevende randvoorwaarden voor deze locatie zijn:

  • parkachtige setting (campus);
  • open transparant karakter;
  • aansluiten bij Brede school in het westen en Reede in het oosten;
  • ontsluiten via G.J. van den Boogerdweg.
2.4.4 Ommeloop en Kleine Goote

Als reactie op de blok- en strokenverkaveling ontstaat in de jaren '70 een architectuurstroming die meer rekening houdt met de menselijke schaal en maat van nieuwe woongebieden. Dit uit zich in nieuwe woongebieden die zich kenmerken door woonerven. Veel woningen in de wijken Ommeloop en Kleine Goote zijn geclusterd rondom woonerven die worden ontsloten door een deels kronkelend stratenpatroon. De vele kleine groenelementen geven de wijk een groen uiterlijk. Het bebouwingsbeeld is divers door een wisselende oriëntatie van geschakelde woningen ten opzichte van elkaar en de openbare ruimte. Een duidelijke scheiding tussen voor en achterkanten ontbreekt vaak.

2.4.5 Plantage en voorzieningenzone Groene Kruisweg

Structuur en karakteristiek
Direct ten zuiden van de vesting ligt de groene jaren '30 wijk de Plantage. De wijk is ruim opgezet en bestaat vooral uit vrijstaande woningen. Aan de westzijde van de wijk ligt een begraafplaats en in het noorden het oude tramstation. De wijk wordt verder gemarkeerd door de oude watertoren aan de G.J. van den Boogerdweg. De watertoren is een rijksmonument dat stamt uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Naast de watertoren ligt de Reinwaterkelder. Deze werd in het verleden gebruikt om piekverbruiken van de drinkwatervoorziening op te vangen.
De woningen kenmerken zich aan de voorzijde vaak door grote afschermende groene hagen en coniferen. Hierdoor wordt het groene beeld van de wijk versterkt. De woningen zijn individueel, divers en representatief. Beperkte herhalingen van eenzelfde woning komen in geringe mate voor. De woningen vallen op door het gebruik van witte gevels en toegepaste rode daken en de kenmerkende detailleringen (glas-in-loodramen, roedenvensters, erkers, doorlopende dakvlakken etc.).
Aan de Jan Mathijssenlaan ligt een oud schoolgebouw (Maerlant College) met monumentale uitstraling. Eind 70-er jaren van de vorige eeuw is het schoolgebouw uitgebreid. Het terrein van het Maerlant College is een ontwikkelingslocatie voor woningbouw (zie paragraaf 2.4.1).
De bebouwing langs de Groene Kruisweg bestaat overwegend uit grotere solitaire gebouwen in het groen met een divers karakter met voornamelijk publieke functies. Deze zone van grotere solitaire gebouwen in het groen loopt vanaf De Rik tot aan de wijk Nieuwland. De bebouwing is eenvoudig van opzet en heeft een grote variatie in maat en schaal.

Randvoorwaarden locatie Jan Matthijssenlaan
De locatie biedt plaats aan ongeveer 80 woningen (indicatief aantal). Richtinggevende randvoorwaarden voor deze locatie zijn:

  • het originele schoolgebouw en bijbehorende omliggende ruimte hergebruiken voor wonen;
  • het schoolgebouw moet samen met de voorruimte de prominente plek in de wijk behouden;
  • het is wenselijk de aanbouw en overige niet originele opstallen te slopen;
  • met de ontwikkelingslocatie kan op twee manieren worden omgegaan:
  • 1. aansluiten op het karakter van de Groene Kruisweg: grote solitaire bebouwing in een groene setting (maximaal 80 woningen);
  • 2. aansluiten op het kleinschalige karakter van de jaren '30 woonwijk: villabuurtje met kronkelige wegen en een groen karakter (maximaal 47 woningen);
  • waterneutraal bouwen;
  • ontsluiting via de Jan Matthijssenlaan.


Randvoorwaarden locatie Watertoren
De locatie Watertoren en het daarop aanwezige gebouw biedt plaats aan 2 woningen. Richtinggevende randvoorwaarden voor ontwikkeling van deze locatie zijn:

  • behouden afwijkende vormgeving/architectuur van de bebouwing tegenover omliggende bebouwing (uitgesproken vormgeving);
  • reinwaterkelder als inspiratie voor uitwerking van de locatie;
  • voorgevelrooilijn tot Prinses Beatrixlaan minimaal 4 m;
  • aandacht voor inbreuk van privacy met betrekking tot de woningen aan de Jan Mathijssenlaan;
  • ontsluiting via Prinses Beatrixlaan.
2.4.6 Nieuwland en Nieuwland-Oost

Structuur en karakteristiek
Ten zuidoosten van de vesting ligt de nieuwe groene wijk Nieuwland. Deze wijk is opgedeeld in diverse woonbuurten die van elkaar worden gescheiden door water en/of groene zones. Nieuwland is gebouwd in fasen en in verschillende stedenbouwkundige clusters. De wijk bestaat uit gevarieerde woningen die per stedenbouwkundige eenheid worden herhaald. Door de variatie tussen rijen en clusters is het beeld afwisselend. De architectuur varieert van klassieke woningen tot moderne appartementencomplexen in samengestelde vormen. De wijk wordt via de Groene Kruisweg ontsloten. Kenmerkend zijn het open groene karakter, de (voor die tijd) brede straatprofielen, ruime tuinen en grote groenzones al dan niet met water.
Ten westen van de wijk Nieuwland is momenteel de wijk Nieuwland-Oost in aanbouw. De structuur van de wijk lijkt op die van de vesting met singel, radiale straten en wallen. Deze wijk zal bestaan uit diverse typen (veelal) grondgebonden woningen, waardoor een afwisselende wijk ontstaat.