direct naar inhoud van 4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: GeoMEC-4P
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.geomec4p-0140

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.1.1 Overleg

Het voorontwerp van het bestemmingsplan 'GeoMEC-4P' d.d. 26-01-2012 is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan diverse instanties toegezonden. Het waterschap Hollandse Delta en de provincie Zuid-Holland hebben een schriftelijke reactie ingediend. Het waterschap heeft in zijn brief laten weten dat het plan voldoet aan de uitgangspunten van het waterschap voor waterkwaliteit, waterkwantiteit en wegen. De provincie heeft in haar brief laten weten dat het plan voldoet aan het provinciale beoordelingskader zoals vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en verordening Ruimte. De reacties van het waterschap en de provincie leiden niet tot aanpassing van het plan.

4.1.2 Zienswijzen

Het ontwerp van het bestemmingsplan 'GeoMEC-4P' d.d. 06-03-2012 heeft met ingang van 23 maart 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Er zijn vier zienswijzen ingediend. De zienswijzen leiden tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan. In paragraaf 2.2 wordt een toelichtende tekst opgenomen met betrekking tot de locatiekeuze van het project aan de Moersaatsenweg.

Ambtshalve wijzigingen

In het bestemmingsplan worden vervolgens de volgende ambthalve wijzigingen doorgevoerd.

Toelichting

  • In verband met de plaatsing van installaties binnenin de gebouwen, blijkt het vanuit efficiënt ruimtegebruik niet realistisch om een gebouw met schuin dak te maken. De goothoogte voor gebouwen binnen de bestemming Bedrijf wordt daarom verwijderd uit het bestemmingsplan. De bouwhoogte van 9 meter blijft wel gelden.
  • Na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan is een nieuw akoestisch onderzoek en een nieuw onderzoek naar luchtkwaliteit uitgevoerd. Ten tijde van het uitvoeren van de eerste onderzoeken was nog niet bekend dat er mogelijk sprake kan zijn van bijvangst van olie en gas. Dit levert extra vervoersbewegingen en extra geluid van (stook)installaties op. Een nadere specificatie van de onderzoeken was daarom noodzakelijk. De resultaten worden in hoofdstuk 6 opgenomen en de onderzoeken worden als bijlage bij de toelichting opgenomen.

Regels

  • In artikel 3.2 onder a wordt na de zinsnede 'installaties' de zinsnede 'zoals genoemd in lid 3.1 onder a en b' opgenomen.
  • In artikel 3.2 onder b wordt na de zinsnede 'stookinstallatie' de zinsnede 'zoals genoemd in lid 3.1 onder b' opgenomen.
  • Artikel 3.2 onder e wordt vervangen door het volgende: 'de bouwhoogte van gebouwen betreft ten hoogste 9 m'.
  • In artikel 3.2 onder f wordt na de zinsnede 'installaties' de zinsnede 'zoals genoemd in lid 3.1 onder a en b' opgenomen.
  • In artikel 3 wordt de volgende afwijkingsmogelijkheid van de bouwregels opgenomen:

"Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gestelde 20 m afstand van de gevel van het gebouw waarin de stookinstallatie wordt geplaatst tot aan de bouwvlakgrens zoals opgenomen in lid 3.2 onder b, met inachtneming van het volgende:

  • a. door middel van akoestisch onderzoek dient aangetoond te zijn dat in een representatieve bedrijfssituatie ter plaatse van geluidgevoelige objecten wordt voldaan aan de etmaalwaarde van 45 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en aan de etmaalwaarde van 70 db(A) voor het maximaal geluidniveau (LAmax)."