Plan: | Geuzenpark Atletiek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.GeuzenparkAtletiek-0130 |
Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.
Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.
Huidige situatie
Het plangebied ligt in landelijk gebied, ten zuidoosten van de kern Brielle. Momenteel bestaat het plangebied uit akkerland. De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP -0,6 m en de bodem bestaat uit zavel (kleihoudend zand). Volgens de Bodemkaart van Nederland is in het plangebied sprake van grondwatertrap VI. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature tussen 0,4 m en 0,8 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden het maaiveld ligt.
Het plangebied ligt in peilgebied 193 van het bemalingsgebied Groot Voorne West, met een vast peil van NAP -2,25 m. Langs het plangebied liggen verschillende watergangen. Het plangebied bevindt zich niet binnen de kern- of beschermingszone van een waterkering.
Het plangebied is niet aangesloten op het riool. De bebouwing in de omgeving van het plangebied is aangesloten op een drukriool. Dit betekent dat het afvalwater vanuit het plangebied naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt gepompt, terwijl schoon hemelwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater.
Toekomstige situatie
In het plangebied wordt een atletiekcomplex gebouwd. Als gevolg van deze ontwikkeling neemt het verhard oppervlak (atletiekbaan, bebouwing en overige verharding) toe met circa 10.424 m². Het hemelwater van de atletiekbaan wordt verzameld in een lijngoot aan de binnenzijde van de baan. Vanuit deze goot wordt het water direct afgevoerd naar de riolering en/of watergang. Voor de toename aan verharding dient 10% van het oppervlak aan nieuwe verharding te worden gecompenseerd in de vorm van nieuw oppervlaktewater. In totaal zal 1.042 m² nieuw oppervlaktewater moeten worden gerealiseerd om aan het compensatievereiste te voldoen.
Het atletiekcomplex maakt deel uit van het sportpark Geuzenpark, waar tevens voetbalvelden en tennisbanen worden aangelegd. Als gevolgd van de ontwikkeling van het voetbal- en tenniscomplex neemt het verhard oppervlak toe met circa 23.615 m² en wordt 50 m² aan watergangen gedempt. Voor de realisatie van het voetbal- en tenniscomplex dient 2.412 m² aan oppervlaktewater te worden gerealiseerd om aan het compensatievereiste te voldoen (zoals beschreven in de waterparagraaf van het bestemmingsplan Geuzenpark d.d. 29-06-2010). Dit compensatiewater is nog niet gerealiseerd.
Gezamenlijk zal voor het gehele sportpark Geuzenpark (voetbal, tennis en atletiek) 3.454 m² aan oppervlaktewater moeten worden gerealiseerd om aan het compensatievereiste te voldoen. Het compensatiewater voor het gehele Geuzenpark zal gerealiseerd worden door het graven van een nieuwe watergang langs het sportcomplex van circa 785 m². Tevens wordt de hoofdwatergang langs de noordelijke plangrens verbreed met natuurvriendelijke oevers. Ook zal extra oppervlaktewater gerealiseerd worden bij de aanleg van een ecologische verbindingszone ten westen van het sportpark.
Langs de watergangen hanteert het waterschap beschermingszones, die vrij moeten blijven van obstakels, teneinde onderhoud aan de watergangen te kunnen plegen. Deze zogenaamde keurstroken zijn 2 m breed voor overige watergangen en 5 m breed voor hoofdwatergangen en wegsloten. Dit is in de Keur van het waterschap vastgelegd. Om dubbele regelgeving te voorkomen, zijn de keurstroken niet in het bestemmingsplan opgenomen.
Voor alle handelingen in of aan watersystemen of wegen van het waterschap dient ontheffing te worden aangevraagd op grond van de Keur.
Voor de nieuwe bebouwing wordt gebruikgemaakt van duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Indien desondanks gebruik wordt gemaakt van uitloogbare materialen, dienen deze te worden voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan.
Het afvalwater dat de bebouwing met zich meebrengt zal worden afgevoerd via het bestaande drukriool dat zich reeds in en rond het plangebied bevindt. Schoon hemelwater wordt afgekoppeld en afgevoerd naar het oppervlaktewater grenzend aan het plangebied.
Hemelwater dat op het parkeerterrein valt, wordt verzameld in straatkolken en vervolgens afgevoerd naar het oppervlaktewater. Straatkolken die water opvangen van licht verontreinigde oppervlakken (zoals parkeerterreinen) dienen te worden voorzien van een slibafvang, welke moet voldoen aan een minimaal afvangvolume en bezinkoppervlak. Dit afvangvolume en bezinkoppervlak kan bereikt worden door gebruik van meerdere straatkolken.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling, die door het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. De ontwikkeling voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.