direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Brede School Zuurland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.BredeschoolZuurl-0140

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1.1 afstand tot bouwwerken onderling:

de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;

2.1.2 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

wordt gemeten tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het

betreffende bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.1.3 diepte van een gebouw:

horizontaal tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels gemeten van

de voorgevel tot de achtergevel en 1 m boven peil en waarbij de grootste maat (gemeten

evenwijdig aan één van de zijgevels) bepalend is;

2.1.4 (bouw)hoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw

zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen,

antennes, liftschachten en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.1.5 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of de

hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.1.6 lengte en breedte van een gebouw:

horizontaal tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart

van gemeenschappelijke scheidingsmuren), met dien verstande dat wanneer de zijgevels

niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en

de grootste breedte;

2.1.7 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.1.8 vloeroppervlakte van een gebouw:

horizontaal tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren over alle bouwlagen.

2.2 Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen en gevel- en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 0,5 meter wordt overschreden.
2.3 Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden overstekende daken en luifels aan de voorgevel buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 4 meter wordt overschreden en de luifel c.q. dakoverstek op minimaal 4 meter boven peil is gelegen.