In het geval van onderhavig plan is er geen sprake van een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Aan de andere kant moet in het kader van de luchtkwaliteit tevens bepaald worden in hoeverre de nieuwe ontwikkeling leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Gelet op de geringe omvang van het project kan het project worden gezien als een NIBM-project en kan worden gesteld dat het project in niet betekenende mate invloed zal hebben op de luchtkwaliteit.
Conclusie
In onderhavig project is er geen sprake van een gevoelige bestemming. De luchtkwaliteit in de directe omgeving van het plangebied laat de ontwikkeling toe. Daarnaast kan, gezien de geringe omvang, het project gezien worden als een NIBM-project. De nieuwe ontwikkeling zal niet leiden tot een verslechterde luchtkwaliteit.