direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Drechterland Noord 2011, herziening 2014
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0498.BPDrNoordHerz2014-VG01

Toelichting

De plantoelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

Hoofdstuk 1 Inleiding

Op 24 oktober 2011 heeft de raad van de gemeente Drechterland het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied van het noordelijke deel van de gemeente vastgesteld.

Het vastgestelde bestemmingsplan is gedurende zes weken ter inzage gelegd. Tijdens de termijn van de ter inzage legging kon beroep worden ingesteld en schorsing/voorlopige voorziening worden gevraagd bij de Raad van State. Er zijn in totaal 4 beroepschriften bij de Raad van State ingediend. Op 17 oktober 2012 heeft de Raad van State met betrekking tot drie beroepschriften een tussenuitspraak gedaan op grond waarvan de gemeente in de gelegenheid is gesteld een nadere motivering aan te dragen en te komen tot een planaanpassing alvorens tot een definitieve uitspraak te komen.

Op 25 maart 2013 heeft de raad de aanpassingen met nadere motivering vastgesteld. Op 18 september 2013 heeft de Raad van State uitspraak gedaan.

Na de vaststelling van het bestemmingsplan en de uitspraak van de Raad van State is er behoefte om enkele kleine aanpassingen in het plan door te voeren. Deze aanpassingen zijn in het navolgende hoofdstuk beschreven. Daarbij is tevens aangegeven op welke wijze deze aanpassing in het plan is verwerkt.

Er is voor dit bestemmingsplan gekozen voor de vorm van een herziening, die toegevoegd wordt op de basisbestemmingen die nu al voor het buitengebied gelden. Zowel de regels als de verbeelding worden op een aantal punten herzien, maar blijven voor het overige van kracht. Het gaat om ondergeschikte aanpassingen, die geen gevolgen hebben voor de opbouw en inhoud van het bestemmingsplan.

De bestemmingen die op de verbeelding zijn opgenomen, moeten vergezeld gaan van regels. Voor die bestemmingen is verwezen naar de bestemmingsregels zoals die in het bestemmingsplan Drechterland Noord 2011 zijn opgenomen, zodat alle percelen in het gebied met eenzelfde bestemming ook over dezelfde regels beschikken.

Daar waar enkele aanpassingen in de regels nodig zijn, zonder een aanpassing van de verbeelding, is volstaan met enkel de wijziging van de betreffende regel.

In het navolgende hoofdstuk zijn de wijzigingen beschreven.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Verbeelding

Oosterblokker 144-146 in Oosterblokker

Op 30 december 2005 is een sloopvergunning verleend voor de sloop van de woning Oosterblokker 146. Vervolgens is de woning gesloopt en is het perceel ingericht als tuin behorende bij de woning Oosterblokker 144. Na de vaststelling van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" heeft de eigenaar geconstateerd, dat de situatie op zijn perceel Oosterblokker 146 is gewijzigd door het verwijderen van de woonbestemming. Als de eigenaar eerder had gereageerd, dan zou het bestemmingsplan zijn aangepast en hadden de percelen Oosterblokker 144 en 146 overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan "Oosterblokker" elk een woonbestemming behouden.


De oude situatie wordt met deze herziening hersteld. Op de verbeelding is een bouwvlak toegevoegd op basis waarvan de woning op nummer 146 kan worden herbouwd. De bestemmingen zijn zodanig vastgelegd dat daarmee de situatie op beide percelen planologisch goed is verankerd.


Zuiderdracht 26 in Oosterblokker

Bij het opstellen van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" is als uitgangspunt genomen dat de bestaande situatie op de percelen wordt bestemd, mits er geen strijd met de geldende regels ontstaat. Hierdoor blijven de in het verleden toegekende, maar onbenutte uitbreidingsmogelijkheden niet tot in lengte van jaren bestaan.


In het voorgaande bestemmingsplan "Oosterblokker" had het bedrijfsperceel Zuiderdracht 26 een bebouwingsmogelijkheid van 2685 m². De bestaande bedrijfswoning en het bedrijfsgebouw hebben een oppervlakte van 1315 m², zodat nog een uitbreiding met 1370 m² mogelijk zou zijn. Na de vaststelling van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" is geconstateerd dat gedurende de bestemmingsplanprocedure er sprake is geweest van een spraakverwarring tussen de eigenaar en de gemeente. Als die spraakverwarring eerder aan het licht was gekomen, dan zou het oude bestemmingsvlak zijn opgenomen met een bouwvlak rond de bestaande bebouwing en een wijzigingsbevoegdheid voor een uitbreiding van het bouwvlak met maximaal 1370 m² achter het bestaande bedrijfsgebouw. Voorgesteld wordt de bestemming "Bedrijf" op de verbeelding uit te breiden overeenkomstig de voorgaande situatie.


De oude situatie wordt met deze herziening hersteld. Op de verbeelding is het bestemmingsvlak uitgebreid zodat daarbinnen de uitbreiding na een wijzigingsprocedure kan worden gerealiseerd.


Oosterblokker 59aB01, 61a, 61b, 63, 63a en 63b in Oosterblokker

Na de vaststelling van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" is geconstateerd dat op grond van een onjuiste inventarisatie een verkeerde bestemming aan deze percelen is gegeven. Deze percelen dienen overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan "Oosterblokker" een bedrijfsbestemming te behouden.


De oude situatie wordt met deze herziening hersteld. De percelen krijgen de bestemming 'Bedrijf' waarbinnen een bouwvlak is opgenomen dat is afgestemd op de aanwezige bebouwing.


Zuiderdracht 32 in Oosterblokker

De eigenaar heeft verzocht om het achtergelegen perceel te bestemmen tot "Wonen - Lint 1", waardoor een gelijke situatie ontstaat als op de percelen Zuiderdracht 30 en 34.


Het gedeelte aan de achterzijde van het perceel is toegevoegd aan de bestemming W-L 1.


De Gouw 70 en 74 in Hoogkarspel

De agrarische bestemming op beide percelen is juist en is gehandhaafd.

Het bebouwingsvlak op het perceel De Gouw 74 is evenwel niet in overeenstemming met de plaats en omvang van de bestaande bedrijfsbebouwing. Het bebouwingsvlak is vergroot en afgestemd op de feitelijke situatie.


Op het perceel De Gouw 74 ontbreekt het bebouwingsvlak om het bestaande bedrijfsgebouw. Om het bestaande bedrijfsgebouw is een bebouwingsvlak gelegd. Om te voorkomen dat hierdoor tevens de mogelijkheid ontstaat dat een bedrijfswoning wordt gebouwd, is een aanduiding opgenomen die de bouw van een bedrijfswoning niet mogelijk maakt.


Tolweg 7 in Hoogkarspel

Bij het opstellen van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" was het bedrijf Tolpoort aan de Tolweg 7 in Hoogkarspel nog geen risicovolle inrichting. Inmiddels is het bedrijf door wijziging van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wel een risicovolle inrichting. Hierdoor is op de verbeelding een veiligheidszone voor de ammoniakopslag rond het bedrijf aangebracht.


Gevolgen grenswijziging met Hoorn

Op 1 januari 2014 heeft een grenswijziging tussen de gemeenten Hoorn en Drechterland plaatsgevonden. Daarbij zijn percelen grond achter Bangert 2a en de woningen aan de Noorderdracht 20 t/m 56 aan het grondgebied van Drechterland toegevoegd. Deze wijziging is inmiddels door het Kadaster verwerkt. Het is van belang deze wijzigingen bij deze herziening mee te nemen. Het gaat om de percelen met de nieuwe kadastrale aanduidingen: gemeente Drechterland sectie G nrs. 2221 t/m 2227.

De gemeente Hoorn is nog bezig deze wijziging te (laten) verwerken in het GBKN.

De bestemmingen van de aangrenzende percelen zijn naar het westen doorgetrokken, waarbij rekening is gehouden met bouwvlakken rond de bestaande bedrijfsbebouwing op die gronden.

Geconstateerd is dat de woningen Bangert 2 en 2A alsmede Noorderdracht 58 een onjuiste bestemming hebben gekregen. De bestemming "W-1" is om die reden gewijzigd in "W-L1".


Plattelandswoningen

Tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" hebben verschillende agrariërs in het plangebied aangegeven, dat zij graag zouden zien dat hun agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning wordt aangemerkt.


Bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" op 24 oktober 2011 was de benodigde wetswijziging nog niet vastgesteld.

Die wetswijziging is alsnog op 1 januari 2013 in werking getreden. In navolging van de regeling in het bestemmingsplan "Drechterland Zuid" is het gewenst een regeling voor plattelandswoningen in deze herziening mee te nemen. Een dergelijke regeling is niet in strijd met het vastgestelde agrarisch concentratiegebied. Het feitelijk juist bestemmen van de woningen met toepassing van de regeling voor plattelandswoningen is juist bedoeld om problemen voor de agrarische bedrijvigheid te voorkomen. De regeling is zodanig opgezet dat de milieusituatie voor de agrarische bedrijven in het gebied niet wijzigt.


Tijdens een regulier overleg met de LTO afdeling Drechterland konden zij met de voorgenomen regeling instemmen. Zij waren wel bezorgd dat een plattelandswoning nog wel gevolgen voor de agrarier van een aangrenzend perceel kan hebben, omdat bij vestiging van een agrarisch bedrijf op het aangrenzende perceel rekening moet worden gehouden met milieunormen. Dat is bij een plattelandswoning niet anders dan bij een bedrijfswoning van een andere agrarier. Een plattelandswoning heeft alleen geen milieubescherming van het agrarisch bedrijf binnen hetzelfde bouwvlak. Om die reden dient een plattelandswoning deel te blijven uitmaken van het agrarisch bouwvlak waartoe het als bedrijfswoning behoorde.

Op de verbeelding zijn de voormalige bedrijfswoningen die voor de regeling in aanmerking komen, binnen de agrarische bouwpercelen voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning".


Pennekamplaan 57-59 te Oosterblokker

Op dit perceel is in 2007 een huisartsen- en tandartsenpraktijk gebouwd. Abusievelijk is het pand in het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" bestemd voor wonen. Dit is alsnog hersteld. Overeenkomstig de feitelijke situatie is het perceel voorzien van de bestemming 'Maatschappelijk'.

2.2 Planregels

Algemeen

In de regels is steeds tussen haakjes aangegeven op welke bestemming de wijziging ziet. Tevens is aangegeven op welke wijze de wijzigingen zich inpassen in het moederplan, het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011".

Tolweg 7 in Hoogkarspel

Bij het opstellen van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" was het bedrijf Tolpoort aan de Tolweg 7 in Hoogkarspel nog geen risicovolle inrichting. Inmiddels is het bedrijf door wijziging van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wel een risicovolle inrichting. Hierdoor is alsnog in artikel 6 van de planregels een uitzondering gemaakt voor de aanwezigheid van het bedrijf Tolpoort. Het bedrijfsperceel is specifiek voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - distributie- en verpakkingscentrum".


Plattelandswoningen

Onder 2.1. is aangegeven om welke reden plattelandswoningen in deze herziening worden meegenomen.

Voor de regels houdt dit de volgende aanpassingen in:

  • in artikel 1 van de planregels is de volgende definitie van plattelandswoning opgenomen: "een woonhuis in de vorm van een voormalige agrarische bedrijfswoning, die bewoond mag worden door een persoon of diens huishouden die geen functionele binding heeft met het nabijgelegen agrarisch bedrijf, waartoe het woonhuis in het verleden als bedrijfswoning heeft behoord";
  • aan de opsomming in artikel 3.1 is een plattelandswoning toegevoegd met een verwijzing naar de verbeelding ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen - plattelandswoning”;
  • in artikel 3.7 van de planregels is de volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen:

“Wijziging naar een plattelandswoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een bedrijfswoning wordt voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van wonen - plattelandswoning”, mits:

  • de woning niet meer als agrarische bedrijfswoning in gebruik is;
  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden”.

Artikel 6 wijzigingsbevoegdheden

Aan artikellid 6.6. is een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd onder nummer 6.6.5. waarmee de mogelijkheid wordt geboden om het bouwvlak op het perceel Zuidergracht 26 te Oosterblokker te vergroten. De bebouwde oppervlakte mag daarmee met maximaal 1370 m² worden uitgebreid. Daarmee wordt recht gedaan aan bestaande planologische mogelijkheden.

Artikel 11.2.1, lid b en artikel 12.2.1, lid b

Het in de regels genoemde bebouwingspercentage is niet op de verbeelding aangegeven. Gelet op de omvang van het bedrijventerrein bestaat er geen bezwaar tegen om dit percentage te laten vervallen en te bepalen dat de bedrijfsgebouwen ten minste 5 m van de openbare weg moeten worden gesitueerd. De regels zijn hierop aangepast.

Artikel 38.7.2, lid b

Dit lid staat haaks op 38.7.2. lid c en is derhalve geschrapt.

Artikelen 3.5.6, 4.5.4, 5.5.2, 6.5.3, 7.5.2, 8.5.2, 10.5.4, 18.5.2, 20.5.2, 22.5.1, 34.5.3, 35.5.3, 36.5.3, 37.5.3, 38.5.4.

Op 23 september 2013 heeft de gemeenteraad onderstaande nieuwe beleidsregels bed & breakfast vastgesteld:

  • een B&B is een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Het gaat niet om een zelfstandige woning en enige vorm van permanente bewoning is ook niet toegestaan (ook niet voor het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden/arbeid);
  • een B&B mag alleen worden gerealiseerd binnen een woonbestemming of binnen de bedrijfswoning op een (agrarisch) bedrijfsperceel, waarbij de hoofdfunctie “wonen” blijft. B&B is toegestaan in het hoofdgebouw (woning) en bijgebouwen;
  • de B&B wordt gerund door de eigenaar/eigenaren c.q. hoofdbewoner(s) van het betreffende huis;
  • een B&B heeft maximaal zeven gastenkamers voor maximaal twee personen per kamer;
  • voor de B&B mag maximaal 40% van de gebruiksoppervlakte van de (bedrijfs)woning (zonder bijgebouwen) in gebruik worden genomen met een maximum van 110 m2.

Onder de oppervlakte van een B&B vallen de volgende ruimten:

    • 1. slaapkamer(s);
    • 2. bad-, douche- en toiletruimte(n) die niet gedeeld worden met de bewoner(s) en
    • 3. de gemeenschappelijke ruimte (een voor de recreant ingerichte ruimte voor ontspanning en vermaak; in deze ruimte kan ook het ontbijt worden geserveerd);
  • de B&B-voorziening heeft geen zelfstandige kookgelegenheid (wel is een waterkoker, koffie/thee faciliteiten en mini-bar toegestaan);
  • de B&B mag geen onevenredige afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, een goede woonsituatie, het straatbeeld en de verkeersveiligheid (ligging en situering van parkeerplaatsen en van een eventueel terras);
  • er dient een goede parkeergelegenheid aanwezig te zijn of te worden aangelegd op het perceel van de B&B. Het aantal parkeerplaatsen dient minimaal overeen te komen met het aantal kamers. Hiervan kan worden afgeweken indien in de directe omgeving aantoonbaar voldoende openbare parkeervoorzieningen aanwezig zijn;
  • de B&B moet voldoen aan de daarvoor geldende brandveiligheidseisen. De aanwezigheid van rookmelders conform de nieuwbouwregeling uit het geldende Bouwbesluit en het aanbrengen van een klein blusmiddel met een inhoud van minimaal zes liter of zes kilogram (bijv. een sproeischuimmiddel) is verplicht;
  • de exploitant dient een nachtverblijfregister bij te houden en toeristenbelasting af te dragen aan de gemeente. De gemeente controleert het nachtverblijfregister;
  • op het perceel mag maximaal één reclameaanduiding in de vorm van een bord met opschrift voor B&B worden aangebracht aan de gevel. Borden met verlichting of bewegende reclameborden zijn niet toegestaan. De welstandscriteria voor reclame uit de Welstandsnota Drechterland zijn niet van toepassing.

De in de aanhef genoemde planregels alsmede de begripsbepaling “bed and breakfast” in artikel 1.17 zijn hierop aangepast.

Overige kleine aanpassingen

In de regels zijn de volgende onderdelen geschrapt:

  • in artikel 1 het begrip 'restinn';
  • de regeling voor de opslag van kuubkisten in 3.4. onder l;
  • in artikel 47 de afwijking voor het toelaten van restinn's.

Artikellid 3.4. onder c is tekstueel enigzins aangepast. en in Artikellid 27.1. is onder j een kleine tekstuele toevoeging aangebracht.

2.3 Toelichting

De toelichting van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011" blijft voor zover van toepassing van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De herziening betreft een reparatie op enkele ondergeschikte onderdelen van het bestemmingsplan "Drechterland Noord 2011". Dat bestemmingsplan is recent vastgesteld en is met een uitgebreide inspraak en overlegprocedure tot stand gekomen. Er is aanleiding gezien om de herziening niet opnieuw aan de inspraak en overleg bloot te stellen, maar meteen als ontwerp ter visie te leggen.

Omtrent de regeling voor plattelandswoningen en de wijze waarop deze is vormgegeven, is overleg gepleegd met de Lto, afdeling West-Friesland. Met de provincie is geen overleg vereist, omdat geen provinciale belangen worden geschaad. De aanpassing van Tolweg 7 is gebaseerd op een in opdracht van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord uitgebracht rapport van Prevent Adviesgroep. Voor het overige zijn er geen relevante aanpassingen die nopen tot vooroverleg met de Veiligheidsregio. Overige instanties worden met de herziening niet de belangen geschaad.

Het ontwerpbestemmingsplan is zes weken ter inzage gelegd. In deze periode heeft een ieder zijn zienswijze kenbaar kunnen maken. Tegen het plan is 1 zienswijze ingediend. Omdat deze buiten de termijn is ingediend, is de zienswijze niet-ontvankelijk verklaard. Het plan is op grond van 1 ambtshalve aanpassing gewijzigd vastgesteld. Het gaat daarbij om een nadere verfijning van het kaartbeeld van de percelen oosterblokker 142 en 146.
Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.

3.2 Economische uitvoerbaarheid

In deze paragraaf wordt de economische uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Van een dergelijk handelen is met het leggen van de bestemmingen in deze herziening geen sprake, zodat de economische uitvoerbaarheid in deze niet hoeft te worden aangetoond.