Benedenberg 81-83

4.4 Verkeer

Ontsluiting gemotoriseerd verkeer

Het plangebied wordt ontsloten via van de Benedenberg. Deze weg is in oostelijke richting aangesloten op de N207 en in westelijke richting gaat deze weg over in de Zuidbroek, welke aansluit op de Zuidbroekse Opweg. De N207 verbindt in zuidelijke richting met de N210 (Schoonhoven-Rotterdam) en in noordelijke richting met Gouda, waar de N207 aansluiting biedt op de A12 en de A20. De Benedenberg, de Zuidbroek en de Zuidbroekse Opweg zijn gecategoriseerd als erftoegangswegen waar een maximumsnelheid van 60 km/h geldt. De N207 is een gebiedsontsluitingsweg met een maximumsnelheid van 80 km/h.

Het perceel zelf zal ontsloten worden via de oostelijke toegang, die buiten het plangebied ligt (tegenover Benedenberg 114). Overigens zal een groot deel van de nu op het perceel aanwezige verharding verdwijnen.

De ontsluiting van het autoverkeer is goed.

Langzaam verkeer

Het fietsverkeer wordt op verschillende manieren afgewikkeld. Op de Benedenberg en Zuidbroek wordt het fietsverkeer volgens het principe van Duurzaam Veilig, gemengd met het overige verkeer afgewikkeld. Op de overige wegen heeft het fietsverkeer de beschikking over een vrijliggend fietspad. De ontsluiting van het fietsverkeer is goed.

Ontsluiting openbaar vervoer

De dichtstbijzijnde bushalte is gesitueerd aan de Molenlaan, op circa 2 kilometer afstand van de locatie. Deze halte wordt bediend door bussen in de richtingen Gouda, Schoonhoven Thiendenland en Rotterdam Capelsebrug. De ontsluiting van het openbaar vervoer is gezien de afstand tot de halte slecht, maar vormt geen belangrijke modaliteit voor de nieuwe functie.

Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling

De ontwikkelingen in het plangebied zullen bestaan uit een bed & breakfast met 10 bedden en een gedeelte met kleinschalige bedrijvigheid. Voor het bepalen van de verkeersgeneratie is gebruikgemaakt van de kengetallen uit publicatie 272 van het CROW. De Benedenberg heeft in de bestaande situatie een verkeersintensiteit van ongeveer 900 mvt bewegingen per etmaal.

Bed & breakfast

Voor de bed & breakfast is uitgegaan van de kengetallen voor een één-ster hotel. Uitgaande van 17,8 mvt/10 kamers per etmaal resulteert dit voor 2 kamers in circa 3,6 mvt bewegingen per jaargemiddeld weekdagetmaal, en circa 5 mvt in de piekperiode (zomer) voor de bed & breakfast.

Bedrijvigheid

Voor de kleinschalige bedrijvigheid is uitgegaan van gemengd bedrijventerrein met een daarbij behorend kengetal van 214 mvt/ha. Voor de 1.300 m² bedrijfsfunctie van het betreffende gebied komt dit neer op 28 mvt/etmaal.

Totaal

Totaal zal er dus een toename zijn van het aantal bewegingen van maximaal 33 mvt/etmaal. Ten opzichte van de bestaande 900 mvt/etmaal kan dit gezien worden als een geringe toename (<4%) die geen gevolgen zal hebben voor de afwikkeling van het verkeer.

Parkeren

De parkeerbehoefte is bepaald met behulp van de kengetallen uit publicatie 182 van het CROW. Hierbij is voor de bed & breakfast uitgegaan van de categorie hotels. Voor parkeren zijn geen algemene kengetallen voor "gemengde bedrijventerreinen" beschikbaar, maar wordt uitgegaan van een gedetailleerde verdeling naar type bedrijvigheid. Voor onderhavige locatie wordt daarom uitgegaan van arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven. Uitgaande van een ligging in de rest bebouwde kom van niet stedelijk gebied geldt voor hotels een parkeerkengetal van 0,5-1,5 parkeerplaats per kamer. Verwacht wordt dat het autogebruik bij een bed & breakfast in vergelijking met een hotel relatief laag ligt. Daarom wordt uitgegaan van het gemiddelde kengetal van 1 parkeerplaats per kamer, waardoor de parkeerbehoefte 2 parkeerplaatsen bedraagt. Voor de bedrijfsfunctie wordt uitgegaan van 0,9 parkeerplaats per 100 m² bvo. De parkeerbehoefte bedraagt 12 parkeerplaatsen. Totaal dienen er op basis van de CROW kencijfers 14 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd. In de voorliggende situatie is dit echter een ruime aanname, gezien de activiteiten die binnen het woonperceel gaan plaats vinden. Het perceel is echter ruim genoeg om in de parkeerbehoefte te voorzien.

Conclusie

De ontsluiting van de verschillende vervoerswijzen is goed. De ontsluiting van het openbaar vervoer daarentegen is, gezien de grote loopafstand, slecht. Doordat het hier een herontwikkeling van de planlocatie betreft, zal er geen noemenswaardige toename van het verkeer zijn. Het perceel is ruim genoeg om in de behoefte aan parkeergelegenheid te voorzien. Het aspect verkeer zal de ontwikkeling niet in de weg staan.