direct naar inhoud van 4.2 Externe veiligheid
Plan: Benedenberg 81-83
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.WP1230Bb83-vg01

4.2 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriƫntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriƫntatiewaarde overschrijdt.

Onderzoek

De nieuwe functies die in dit wijzigingsplan mogelijk worden gemaakt, mogen op basis van de wijzigingsregels niet gelegen zijn binnen de risicoafstand van een propaangastank. Op het perceel is een propaangastank met bijbehorende risicoafstand (10 meter) aanwezig, zie figuur 4.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0491.WP1230Bb83-vg01_0006.png"

figuur 4.1: risicocontour van de op het terrein aanwezige propaantank (onderbroken circel), en met rood aangegeven de beoogde bed&breakfast (bron:www.risicokaart.nl)

De nieuwe functie (bed&breakfast) ligt ruim buiten de risicocontour van de propaantank, die zich aan de voorzijde van de woning bevindt. De bestemmingswijziging van de bedrijfswoning naar burgerwoning valt in deze context niet te zien als ontwikkeling: het feitelijke gebruik (wonen) verandert niet. De aanwezigheid van de propaangastank vormt dus geen belemmering voor de ontwikkeling.

Ook vindt er in de omgeving van het plangebied geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.