De Nieuwe Wetering

4.2 Bedrijven en Milieuzoneringen

Bij het realiseren van een nieuw gebruik dat afwijkt van het bestemmingsplan dient gekeken te worden naar de omgeving waarin de functie(s) gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol:

1. past de nieuwe functie in de omgeving?
2. laat de omgeving de nieuwe functie toe?

 

Ad 1.

De vraag of de nieuwe functies passen in de omgeving is eenvoudig te beantwoorden. Dit bestemmingsplan maakt de functies kantoren, bedrijven, verkeeren groen mogelijk. Dit zijn geen milieugevoelige functies zoals bijvoorbeeld de functies wonen of maatschappelijk. Er zijn derhalve geen functies in het bestemmingsplan die door externe milieutechnische activiteiten beperkt worden.

 

Ad2.

Om te bepalen of de nieuwe (bedrijfs)functies in de omgeving mogelijk zijn, is door de milieudienst Midden-Holland een milieukundig onderzoek^[1]  uitgevoerd. In dit onderzoek zijn de milieugevoelige functies in beeld gebracht. Ten westen ligt het bestaande bedrijventerrein met onder andere een drietal bedrijfswoningen. Aan de noordzijde, op de gronden die niet onderdeel uitmaken van het plan is ook een bedrijfswoning gelegen. Deze woningen vormen een belemmering in het kader van de maximaal toelaatbare milieucategorie. Aan de noordkant wordt het gebied begrensd door de N210 met daarachter een rustige woonwijk.

 

Afbeelding gevoelige bestemmingen uit Milieukundig onderzoek

 

In het bestemmingsplan is ervoor gekozen om voor zowel de woningen als de bedrijfswoningen van de milieuzoneringscontouren uit te gaan zoals die zijn opgenomen in de uitgave van de VNG ‘Bedrijven en Milieuzonering’ ook wel het groene boekje genaamd. Voor de bedrijfswoningen is gerekend met contouren op basis van gemengd stedelijk gebied omdat het hier woningen betreft die reeds in een geluidsbelaste omgeving gesitueerd zijn. Voor de woningen aan de Noordzijde van de N210 is gerekend met contouren op basis van rustige woonwijken en of rustig buitengebied.

Door het opnemen van de maximale milieuhindercontouren waar toekomstige bedrijven aan moeten voldoen houdt het bestemmingsplan voldoende rekening met zijn omgeving en zijn de functies inpasbaar in het gebied

 

Gedurende het planproces is besloten om het bestemmingsplan uit te breiden. Een deel van het bestaande bedrijventerrein aan de westzijde is binnen het plan komen te liggen. De motivering hiervoor is opgenomen in hoofdstuk 2. Het deel uit het bestaande bedrijventerrein dat toegevoegd is volgt de milieuzonering zoals in dat bestemmingsplan gereld is.

 

Conclusie

Om te bepalen of de nieuwe (bedrijfs)functies in de omgeving mogelijk zijn is door de milieudienst Midden-Holland een milieukundig onderzoek uitgevoerd. Het milieukundig onderzoek toont aan dat er in de omgeving milieugevoelige functies aanwezig zijn. In het bestemmingsplan is door middel van inwaarts zoneren bepaald welke bedrijfscategorie waar maximaal toegestaan is. Op deze wijze wordt voldoende rekening gehouden met gevoelige functies in de omgeving.

Categorieën van Inrichtingen die aangewezen zijn in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn uitgezonderd van vestiging.

---

^[1] Milieukundig Onderzoek, Milieudienst Midden-Holland, Rapportnr. 0803003eef.1, oktober 2008